Europese Unie

Beoordeling 5.1
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 2e klas havo | 4599 woorden
  • 18 maart 2005
  • 46 keer beoordeeld
Cijfer 5.1
46 keer beoordeeld

Inleiding

In dit werkstuk behandelen we 3 (deel)vragen. Het hoofdonderwerp en dus de hoofdvraag is de Europese Unie. Elke vraag en antwoord hebben een eigen kleur, en is zo makkelijk te herkennen
Ook zit er hierbij een animatie filmpje ons verzoek is om dat als laatst te bekijken.

Hoofdstukken:

Deelvraag 1 Geschiedenis Deelvraag 2 Europees parlement Europese commissie Europese raad Hof van Justitie
Europese rekenkamer
Eib Ecb
Deelvraag 3
Toelatingseisen
Landen Taakverdeling Bronvermelding

Deelvragen

Wat is er allemaal gebeurt tot nu? Hoe word het in de EU geregeld? Wat betekent de uitbreiding precies?

1e deelvraag: Wat is er allemaal gebeurd tot nu?

De mensen waren er al na 1918 (1e wereldoorlog) over eens dat de Europese landen niet in hun eentje konden blijven overleven tegen de zeer snel groeiende macht van andere wereldstaten. Na de 2e wereld oorlog was het helemaal duidelijk: Europa moest samengaan! Door de oorlogen in Europa waren de landen sterk achteruit gegaan ook financieel ging het niet goed. Hierdoor zijn er verschillende organisaties gekomen die hebben geholpen bij de vereniging van Europa.

De geschiedenis

In 1951 was het zover het 1e verdrag naar de samenwerking van Europa. Dit was: ‘De Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS). Dit verdrag werd in Parijs ondertekend. DE leden van de EGKS waren: Nederland, België, Luxemburg, Duitsland, Frankrijk en Italië. De EGKS was op 23 juli 1952 werkelijkheid op die dag ging het verdrag in werking. Het was nu mogelijk kolen en staal te vervoeren binnen de landen van de EGKS. De rede voor de oprichting van de EGKS was een politieke rede. Dit was zo omdat Frankrijk en Duitsland vijanden waren in de oorlog, dit had als gevolg dat er vele miljoenen mensen waren dood gegaan en er zeer veel materiele schade was. De samenwerking zou dus minder kans geven op nog zo’n oorlog.

Zes ministers van de leden van de EGKS hadden een besluit genomen; de samenwerking ging uitbreiden naar andere landen. Op 25 maart 1957 werd het verdrag van Rome gesloten de Europese Economische Gemeenschap (EEG) en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (EGA of EURATOM) werden opgericht, dit verdrag trad bijna een jaar later (1 januari 1958) in werking. De EEG wilde een betere welvaart maar dat niet alleen er moest ook een betere verhouding tussen de landen zijn. De EEG wilde samenwerking op economische vlak maar dan ook zeker op de industrie, landbouw en gemeenschappelijke markt. De invoerrechten werden geleidelijk aan verminderd en een gemeenschappelijk buitentarief ingesteld. In de EGA werkten de landen samen op het gebied van atoomenergie. Atoomenergie daar bedoelen dan mee: afvalverwijdering, onderzoek en veiligheid. Er werd op 8 april 1965 in Brussel een fusie verdrag getekend. Hierin stond dat er één gemeenschappelijke raad en één gemeenschappelijke Commissie kwam voor alle organisaties (EGKS, EEG en de EGA) samen. Dit was het begin van samenwerkingsverband van de EG (Europese Gemeenschap). Sommige andere landen in Europa vonden de samenwerking binnen de EEG te ver gaan daarom werd er in 1960 de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA) opgericht, de deelnemende landen waren: Noorwegen, Zweden, Denemarken, IJsland, Oostenrijk, Zwitserland Portugal en het Verenigd Koninkrijk. Later kwam Finland ook bij de Eva. Invoerrechten werden binnen de EVA afgeschaft. Denemarken, Portugal en het Verenigd Koninkrijk verlieten de EVA om zich uiteindelijk bij de RG aan te sluiten. Op 7 februari 1992 werd in het verdrag van Maastricht het EG-verdrag veranderd. Het werd zodanig veranderd om in 3 stappen tot een economische en Monetaire Unie te komen hiermee werd de Europese Unie (EU) opgericht. Op 1 november 1993 werd dit verdrag in werking gebracht nu was de EU echt werkelijkheid. Dit betekent dat de landen niet alleen economisch maar ook politiek samenwerken. De EU rust op 3 pijlers: het EG-verdrag, het buitenlands- en veiligheidsbeleid. De laatste 2 pijlers worden gevormd door de samenwerking van justitie en de politiek. Een goed voorbeeld van ‘supranationaliteit’ (samenwerking tussen verschillende regeringen onderling).

De Europese Unie wordt steeds en steeds groter sinds de oprichting op 7 februari 1992. Even een kleine opsomming:

- EG in 1965: Nederland, België, Luxemburg, Frankrijk, Duitsland en Italië.

- EG in 1973: Nederland, België, Luxemburg, Frankrijk, Duitsland, Italië, Groot-Brittannië, Ierland en Denemarken.

- EG in 1981: Nederland, België, Luxemburg, Frankrijk, Duitsland, Italië, Groot-Brittannië, Ierland, Denemarken en Griekenland.

- EU in 1995: Nederland, België, Luxemburg, Frankrijk, Duitsland, Italië, Groot-Brittannië, Ierland, Denemarken, Griekenland, Zweden en Finland.

- EU in 2004: Nederland, België, Luxemburg, Frankrijk, Duitsland, Italië, Groot-Brittannië, Ierland, Denemarken, Griekenland, Zweden, Finland, Cyprus, Tsjechië, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Slowakije en Slovenië

2e deelvraag: Hoe word het in de EU geregeld?

De EU lijkt heel veel op de VS. Waarom? Omdat De VS is een groot land is dat opgedeeld is in deelstaten. Deze staten hebben een wel een eigen bestuur maar word ook bestuurd door de regering. Ook alle landen van de EU hebben hun eigen bestuur. Dit is bijna hetzelfde in de EU. Er zijn verschillende organisaties en instellingen in de EU die er op toekijken of de wetten in een land niet in tegenstelling zijn met de maatregelen van de EU. Om dit te kunnen vermijden heeft ieder land een deel van hun macht afgestaan aan die organisaties die de EU besturen.

Het Europese Parlement

De volksvertegenwoordigers in de EU is het parlement. Het is daarbij het grootste bestuursorgaan. In 1979 werd het Europese Parlement gekozen door het nationale parlement. De leden van het worden sinds 1979 gekozen door de burgers van de lidstaten. De leden van het parlement worden gekozen door verkiezingen in de lidstaten. In totaal waren er 518 zetels, toen Oostenrijk, Zweden, Finland en het andere deel van Duitsland bij de EU kwamen moesten een aantal zetels worden herverdeeld. Op 1 januari 1996 bedroeg het aantal zetels 626. Na 1 mei 2004 zijn er nog meer zetels bijgekomen.

Er zijn verschillende politieke fracties: - Christen democraten - Liberalen - Socialisten - Eurocommunisten - Europese democratische fractie - Fractie van verenigde Europese democraten - Orthodoxe communisten

In het parlement zijn er 3 functies: - Adviserende functie - Controlerende functie - Wetgevende functie

Als eerste; de Adviserende functie: nadat de voorstellen door de commissie zijn geformuleerd, worden ze ter bespreking voorgelegd aan het parlement, steunend op deze voorstudies bestudeert het parlement de voorstellen grondig. Daarin brengt het Europees Parlement advies uit bij de ministerraad.

Als tweede; de Controlerende Functie: de Europese Commissie en de raad van Ministers worden door het Parlement gecontroleerd en de begroting moet door het Parlement goedgekeurd worden, het is immers de rechtstreekse volksvertegenwoordiging.

Als derde; de Wetgevende Functie: sinds 1987 heeft het Parlement enige wetgevende bevoegdheden op het gebied van de interne markt en de toetreding van nieuwe lidstaten, ook het recht op amendement (veranderen of verbeteren van een wetsvoorstel) en het vetorecht (verbieden, ongeldig verklaren van wetsvoorstellen) mag het Parlement gebruiken.

Het orgaan dat is belast met de organisatie van de werkzaamheden van het parlement is het bureau. Dit bestaat uit: de voorzitter van het Europees parlement, 14 ondervoorzitters en uiteindelijk nog 5 afgevaardigden met een adviserende functie. Veel van het parlementaire werk vindt plaats in de achttien parlementaire commissies ofwel werkgroeppen, om de werkzaamheden van het parlement te versnellen en doeltreffender te maken. De werkgroeppen bestuderen de vraagstukken die in de plenaire vergadering worden besproken. Elk beleidsterrein heeft zijn eigen werkgroep zoals: begroting, landbouw, energie, sociale zaken enzovoorts. Een werkgroep vergadert gemiddeld twee à drie keer per maand in Brussel, de plenaire zittingen vinden elke maand een week lang plaats in Straatsburg. Het secretariaat van het Europees Parlement is in Luxemburg gevestigd.

De Europese Commissie

Op 1 juli 1967 is de Europese commissie in werking getreden. De Europese commissie is het dagelijks bestuur van de EU. Voor 1 juli 1967 hadden de EEG, EGKS en EUROTOM elk hun eigen bestuur. De Europese Commissie is de uitvoerende orgaan van de Europese Unie, de belangrijkste taak is wetsvoorstellen voorbereiden en uitwerken en deze voorleggen aan het Europees Parlement. De besluiten die door de Ministerraad worden genomen worden door de Commissie tot uitvoer gebracht, Ook ziet ze erop toe dat de Europese verdragen en besluiten worden nageleefd. Wanneer een land wordt betrapt op een overtreding, dan kan de commissie de schuldigen voor het Europese Hof van Justitie dagen. De Commissie bestaat op dit moment uit twintig onafhankelijke commissarissen (twee uit Duitsland, Spanje, Frankrijk en Italië en het Verenigd Koninkrijk en één uit de andere landen) die door de lidstaten worden benoemd. De leden van de commissie zijn volkomen onafhankelijk, dus geen staats vertegenwoordigers. De commissarissen worden op hun bekwaamheid gekozen voor een periode van vijf jaar. Ze zijn herbenoembaar. Zeventien van de twintig leden van de commissie zijn verantwoordelijk voor een eigen politieke portefeuille, vergelijkbaar met de ministers in onze Nederlandse politiek, en de andere drie zijn de voorzitter en de twee vice-voorzitters. Natuurlijk wordt niet al het werk gedaan door deze twintig mensen, de Commissie beschikt over een hele staf van medewerkers, deze werken grotendeels in Brussel, op het hoofdkwartier van de Commissie. Ook werken er in Luxemburg waar ook vergaderingen van de Europese Unie plaatsvinden. In totaal zijn er zo’n 12.000 ambtenaren. Ook heeft de Commissie naast ambassadeurs in de verschillende landen van de wereld ook afgevaardigden in een aantal wereldorganisaties zoals de VN en de OESO.

De Europese Raad (Raad van Ministers)

De raad van ministers is een vergadering van ministers van de EU landen, er zetelen ministers uit alle lidstaten. De samenstelling van de vergadering is afhankelijk van het onderwerp dat word besproken, word er bijvoorbeeld gesproken over het mestoverschot, dan komen de ministers van landbouw bij elkaar en zo word dat met elk onderwerp gedaan. De Europese raad is verantwoordelijk voor het algemeen beleid in de Eu, ze stellen de Europese richtlijnen vast en beslissen over zalen die van Europees belang zijn zoals de visquota en Europese landbouw prijzen. Ook maakt de Raad van Ministers samen met het Europees parlement de EU-begroting. Het voorzitterschap van de ministerraad wisselt om de zes maanden, de lidstaten nemen om de beurt het ministerschap waar. De leden van de Commissie en het Parlement moeten hun nationale gevoelens aan de kant zetten en Europees denken en handelen, de Leden van de Europese raad moeten ook op nationaal niveau denken, want zij verdedigen ook hun nationale belangen. Gemeenschappelijke behoeften verschillen meestal nogal van nationale belangen, en om tot aanvaardbare besluiten te komen streeft men in de ministerraad naar unanimiteit (al is dit niet voor alle besluiten nodig.) Het stemmen in de ministerraad word evenredig gedaan met het aantal inwoners van een lidstaat, ik heb hier geen recente informatie over kunnen vinden, maar in de tijd dat de EG nog twaalf leden had beschikte de ministerraad over 76 stemmen, die in overeenstemming waren met het aantal inwoners van de lidstaat. In die tijd waren er in principe 54 stemmen nodig om een wet goed te keuren. De manier van stemmen is hetzelfde gebleven alleen de aantallen kunnen zijn aangepast. Zoals het Europees parlement de organisatie over laat aan het bureau, zo coördineert en bereidt het Comité van Permanente Vertegenwoordigers de werkzaamheden van de Raad voor. Ook beschikt de ministerraad over zo’n 1900 ambtenaren die vooral de administratie doen. De Raad van Ministers komt minstens twee keer per jaar bij elkaar. De Europese Raad moet niet verward worden met de Raad van Europa.

Het Europese hof van Justitie

Het Europese hof van justitie is de rechtsprekende macht van de EU. Het hof bestaat uit vijftien rechters, Deze zijn benoemd door de lidstaten, en uit negen advocaten-generaals, deze benoeming is voor een periode van zes jaar. Het hof van Justitie heeft een eigen bevoegdheid, en de uitspraken die ze doet zijn bindend, dit wil zeggen dat Nationale rechtbanken ondergeschikt zijn aan het Europese hof van Justitie. Het hof treedt in zijn geheel op of in kamers, bestaande uit drie, vijf of zeven rechters. De belangrijkste taak is erop toezien dat de wetten en verdragen overal in de Eu worden opgevolgd, dit kan worden opgesplitst in drie soorten: De berechting van geschillen, dit gaat over geschillen tussen instellingen, tussen lidstaten, tussen instellingen enerzijds en staten en particulieren anderzijds. Door de rechtstreekse werking van EG-bepalingen en andere EG-wetgeving kunnen particulieren een beroep bij het Hof instellen, dit is bij de meeste andere internationale rechters niet mogelijk. Het uitbrengen van bindende adviezen: Dat wil zeggen dat het Hof van Justitie wetten, beslissingen en handelingen van de Commissie, de Ministerraad of zelfs van de regering van een lidstaat nietig kan verklaren. Ook vragen nationale rechterlijke instanties vaak om juridisch advies aan het hof. Het geven van Prejudiciële beslissingen: Uitspraken doen over de achtergronden van wetten en verdragen. Bij twijfel of onduidelijkheid beslist het hof wat de bedoeling van de wetgevers is geweest en wat de precieze inhoud van de wetten is. Het Europese Hof van Justitie is gevestigd in Luxemburg.

De Europese Rekenkamer

In het Europese Unie gaat een heleboel geld om, daarom is er een nieuw orgaan gekomen dat moet toezien op de begroting. De Rekenkamer heeft een controlerende functie, zij moet nagaan in hoeverre de inkomsten en uitgaven van alle EU-organen kloppen en of de begroting goed wordt beheerd. De Rekenkamer kan het Parlement en de Raad elke onregelmatigheid melden. De Europese Rekenkamer bestaat uit vijftien leden, uit elke lidstaat één, die voor zes jaar wordt benoemd door de Raad. Uit het midden van de vijftien ledenkiezen ze een president, deze wordt voor drie jaar benoemd en is herkiesbaar. De kamer beslist bij absolute meerderheid van stemmen. De Rekenkamer wordt bijgestaan door een Secretaris-generaal en ongeveer 550 medewerkers. Het is gevestigd in Luxemburg.

De EIB (De Investeringsbank)

De Rekenkamer oefent strenge controle uit over de besteding van de Europese financiën. Dit is op zich goed, maar het duurt hierdoor vaak lang voordat er geld beschikbaar komt. Soms is er snel geld nodig, en daarom is de Investeringsbank opgericht. De investeringsbank levert een bijdrage aan de waarmaking van de doelstellingen van de EU, door het financieren van projecten die zijn gericht op de Europese integratie, een evenwichtige ontwikkeling, economische samenhang en ontwikkeling van een economie die op kennis en vernieuwing is gebaseerd. De EIB Is opgericht bij het verdrag van Rome in 1958. De Raad van Gouverneurs heeft eigenlijk de leiding over de investeringsbank. De Raad van Gouverneurs bestaat uit ministers die door elke lidstaat zijn aangewezen, meestal zijn dit de ministers van financiën. Taken van de Raad van Gouverneurs: Algemene richtlijnen van voor het krediet beleid vaststellen
Balans en jaarverslag goedkeuren
Financiële verplichtingen van de bank aangaan buiten de EU
Besluiten nemen over kapitaal verhogingen
Benoemen van de leden van de raad van bestuur, de directie en het comité ter controle van de boekhouding. De Raad van bestuur staat onder leiding van de president van de bank en bestaat uit 24 door de lidstaten aangewezen leden en één lid dat door de Europese commissie is benoemd. De Raad van bestuur keurt de opgenomen en verstrekte leningen. De directie is het uitvoerend orgaan van de bank, zij dragen zorg voorvoor het dagelijks beheer en bereidt de besluiten van de raad van bestuur voor. De directie bestaat uit een voorzitter en zeven vice-voorzitters. Het comité ter controle van de boekhouding ziet toe op de regelmatigheid van de activiteiten en boekhouding van de bank. Ook werkt het comité ter controle van de boekhouding samen met de Europese Rekenkamer tijdens de externe controle van de activiteiten van de EIB, die betrekking hebben op de begrotingsmiddelen van de Europese Unie of de lidstaten. De Europese Investeringsbank beschikt niet over de traditionele middelen uit spaardepots of rekeningen courant en kan zich rekenen tot de belangrijkste geldverstrekkers. De EIB profiteert op de kapitaalmarkten van de beste krediet notering, hierdoor kan de bank tegen zeer concurrerende voorwaarden veel geld verhandelbaar maken die nodig zijn voor steun aan investeringen.

De ECB (De Europese Centrale Bank)

De komst van een Economische en Monetaire Unie (EMU) heeft geleid tot een nieuwe centrale bank, de Europese Centrale bank. Deze houdt zich bezig met het beheersen van de inflatie en de stabiliteit van de Euro, dit is vergelijkbaar met de vroegere taak van de Nederlansche Bank (DNB). Samen net de nationale centrale banken vormt de ECB het Europese Stelsel van Centrale Banken (ESCB). Het Bestuur van de ECB wordt gevormd door de President en 5 leden. Dit Bestuur, vormt samen met de op dit ogenblik 12 deelnemende Gouverneurs van de nationale centrale banken de Raad van de ECB. De ESCB is een van de politiek onafhankelijke instelling met als hoofddoel het handhaven van prijsstabiliteit. Daarbij zal het algemeen economisch beleid van de EU ondersteund worden. De hoofdtaken van de ECB zijn: Het vaststellen en uitvoeren van het monetaire beleid in de eurozone; Het zonodig kopen of verkopen van vreemde valuta’s om de koers van de euro te beïnvloeden (zogeheten valuta-interventies); Het aanhouden en beheren van de officiële reserves van de lidstaten (voorraad vreemde valuta en goud); Het bevorderen van een soepel werkend betalingsverkeer binnen de eurozone. Het Eurosysteem is met name bedoeld om de prijsstabiliteit te behouden in de eurozone, zodat de koopkracht van de euro behouden blijft. Dit gebeurt op twee manieren: Een vooraanstaande rol is toegewezen aan de munteenheid. Deze rol wordt onderstreept door de bekendmaking van een referentiewaarde voor de groei van de geldhoeveelheid in brede zin, waarbij inflatie wordt gezien als een gevolg van het feit dat de beschikbare geldhoeveelheid te groot is in verhouding tot het aanbod van goederen en diensten; Een beoordeling op basis van allerlei indicatoren en perspectieven ten aanzien van prijsontwikkelingen en risico’s voor de prijsstabiliteit in de eurozone (zoals salarissen, wisselkoersen, rentekoersen op lange termijn en diverse maatregelen ten aanzien van economische bedrijvigheid).

3e deelvraag: Wat betekent de uitbreiding precies?

Op 1 mei 2004 werd de EU uitgebreid met 10 nieuwe lidstaten, namelijk: Polen, Estland, Letland, Litouwen, Slowakije Hongarije Tsjechië, Malta Slovenië en Cyprus. In 2007 komen er als alles goed loopt nog 2 landen bij: Bulgarije en Roemenië. Turkije komt ook nog bij de EU alleen het is nog niet bekend wanneer zij erbij komen. Er blijft natuurlijk een grote vraag: Is dit wel verstandig.

De toelatingseisen

Een land dat wil toetreden tot de Europese Unie moet voordat ze lid kunnen worden aan drie eisen voldoen, op politiek, economisch en bestuurlijk gebied. Politieke voorwaarden: Ze moeten stabiele democratieën zijn die minderheden beschermen en mensenrechten eerbiedigen. Economische voorwaarden: In het kandidaat-land moet een functionerende markteconomie bestaan en het land moet het vermogen hebben om de concurrentiedruk en de marktkrachten binnen de Unie het hoofd te bieden; er mag geen staatseconomie bestaan. Bestuurlijke voorwaarden: Het kandidaat-land moet in staat zijn de verplichtingen van het lidmaatschap op zich te nemen en de doelstellingen van een politieke, economische en monetaire unie onderschrijven. Het land moet in staat zijn de hele Europese wetgeving over te nemen en toe te passen.

Het is vaak moeilijk voor een land om toe te treden tot de Europese Unie omdat de hervormingen die er op economisch en politiek gebied moeten worden doorgevoerd vaak heel moeizaam verlopen. De kandidaat-landen met dit probleem krijgen van de Europese Unie hulp in de vorm van geld en kennis. Het totale ‘overnamepakket’ beslaat 85.000 pagina’s, onderverdeeld in 31 ‘hoofdstukken’ (beleidsterreinen), zoals belastingen, energie, financiën, landbouw, mededinging, milieu, ondernemingsrecht, sociale zaken, vrij verkeer van personen en kapitaal. Over de politieke en economische toelatingseisen valt niet te onderhandelen maar bij de overname en uitvoering van de EU-regels is uitstel op bepaalde onderdelen mogelijk. Al deze afspraken komen ook in het uiteindelijke toetredingsverdrag tussen de EU-landen en de Kandidaat –lidstaat. De tussentijdse vorderingen van de kandidaat lidstaten worden goed in de gaten gehouden en er worden ook regelmatig rapporten over de stand van zaken uitgebracht door de Europese Commissie. Ieder land apart bekeken
Om een mening te kunnen vormen over de uitbreiding moet ieder land apart bekeken worden.

Estland

Oppervlakte: 45 227 km2
Hoofdstad: Tallinn
Aantal inwoners: 1.4 Miljard
Taal: Ests, Russisch
Munteenheid: Kroon
Onafhankelijk sinds: 1918- 1940 opnieuw sinds 1991
BBP per hoofd in 2001: € 9800,- Bevolkingsgroei: 0,5% Werkloosheid: 12,4%

Estland voldoet volgens de Europese Commissie aan de politieke toelatingseisen, maar moet vooral economisch en administratief nog belangrijke stappen zetten. Zo schiet het nog tekort aan de uitvoering van de hervorming van het openbaar bestuur. De burgers hebben nog niet genoeg toegang tot het juridisch systeem (hoe alles verloopt) en de kwaliteit en uitvoering van uitspraken van rechters laat te wensen over. De Esten gaan goed vooruit op het gebied van de integratie van de grote Russische minderheid. Economisch, zegt de commissie, is het begrotingstekort hoog en er is een hoge werkloosheid. Verder is de kwaliteit van het voedsel nog lang niet op EU-peil.

Wat moet er in Estland nog veranderen? . Europese wetgeving over interne markt, landbouw, justitie en binnenlandse zaken moeten worden verbeterd. Moet het toezicht voor voedsel veiligheid verbeteren. Moet dringend de aanpassing van de visserij aan de Europese wetgeving verbeteren. Moet het milieu beleid aanpassen en investeren in infrastructuur voor afvalverwerking. Moet wetgeving aanpassen op het gebied van migratie, asiel en witwassen. Moet de grenscontrole versterken en meer doen ter bestrijding van de georganiseerde misdaad.

Letland

Oppervlakte: 64 589 km2
Hoofdstad: Riga
Aantal inwoners: 2.4 miljoen
Taal: Lets, Litouws en Russisch
Munteenheid: Lat
Onafhankelijk sinds: 1918 – 1940 en opnieuw sinds 1991
BBP per hoofd in 2001: € 7700,- Bevolkingsgroei: -0,8% Werkloosheid: 7,6%

Letland heeft een markteconomie die voldoet aan de politieke criteria voor toetreding, die heeft macro-economische stabiliteit en die veel vooruitgang heeft geboekt op weg naar toetreding tot de Europese Unie. Maar het moet nog veel doen om het openbaar bestuur te hervormen en corruptie te bestrijden.

Hoe staat Letland ervoor? Voldoet aan de eisen over democratie
Heeft tekortkomingen van het justitiële systeem nog onvoldoende aangepakt
Heeft vooruitgang geboekt bij de bestrijding van corruptie, maar toch blijft dit een zaak van ‘ernstige zorg’ Heeft zich minder ingespannen voor de versterking van het bestuur dan voor de aanpassing van de wetgeving aan de Europese regelgeving
Moet voorrang geven aan een computersysteem voor de douane
Heeft een voedsel en Veterinaire dienst opgericht, maar moet toch het bestuur versterken om het Europese landbouwbeleid volledig te kunnen uitvoeren
Moet de wetgeving over migratie, witwassen en bescherming van financiële belangen aanpassen.

Litouwen

Oppervlakte: 65300 km2
Hoofdstad: Vilnius
Aantal inwoners: 3.5 miljoen
Taal: Litouws, Russisch en Pools
Munteenheid: Litas
Onafhankelijk sinds: 1918- 1940, opnieuw sinds 1991
BBP per hoofd in 2001: € 8700,- Bevolkingsgroei: -0,1% Werkloosheid: 12,5%

Wat moet er nu nog worden veranderd? Moet de professionele kwaliteit van rechters en openbare aanklagers verbeteren. Bestrijden van corruptie moet worden verbeterd. Moet de wetten van het milieu, landbouw en visserij aanpassen. Moet de ambtelijke mensen beter opleiden. Moet de laatste aanpassingen aan de Europese wetgevingen doen op terreinen als witwassen, de bescherming van financiële belangen, grensbewaking en asiel.

Polen

Hoofdstad: Warschau
Oppervlakte: 312 658 km2
Aantal inwoners: 39 miljoen
Taal: Pools
Munteenheid: Zloty
Onafhankelijk sinds: 1918
BBP per hoofd in 2001: € 9200,- Bevolkingsgroei: 0% Werkloosheid: 16,7%

Wat moet er nu nog in Polen gebeuren? Hervorming van justitie moet vooruitgaan. Bewaking van de grenzen met Kraliningrad, Wit-Rusland en Oekraïne moeten beter. Heeft zoveel corruptie dat dit de reden voor ernstige zorg is. Moet politieke, bestuurlijke en zakelijke cultuur ontwikkelen die corruptie kan weerstaan
Heeft de meeste Europese wetgeving overgenomen, maar toont aanzienlijke gebreken bij de toepassing van deze wetgeving bij milieu en voedselveiligheid.

Aanpassing belasting regime verloopt traag
Moet de wetgeving over banken en verzekeringen nog aanpassen
Moet aanzienlijke extra inspanningen doen om tijdig het functioneren van de douane te verbeteren
Moet de landbouw wetgeving nog grotendeels aanpassen
Heeft visserij sector nog slechts beperkt aangepast
Versterking van bestuurlijk apparaat houd geen gelijke tred met aanpassing van Nationale wetgeving aan Europese regels

Tsjechië

Hoofdstad: Praag
Oppervlakte: 78 864 km2
Aantal inwoners: 10,3 miljoen
Taal: Tsjechisch
Munteenheid: Tsjechische kroon
Onafhankelijk sinds: 1993
BBP per hoofd in 2001: € 13 300,- Bevolkingsgroei: -0,1% Werkloosheid: 8,5%

De Tsjechische Republiek is één van de koplopers onder de nieuwe lidstaten. Al in 1997 voldeed het land aan de politieke eisen van de EU. Dit jaar geeft de Commissie ook een voorwaardelijke voldoende voor de markteconomie. Het land heeft een functionerende markt economie. Afgezien van het feit dat Tsjechië nog altijd niet klaar is met de sanering van de grote staatsbedrijven. Een deel van deze ondernemingen is de afgelopen jaren kunstmatig op de been gehouden door leningen van niet-geprivatiseerde banken.

Welke veranderingen moeten er nu nog plaatsvinden? Moet de hervorming van het openbaar bestuur sneller dan voorzien doorvoeren om te kunnen voldoen aan de eisen van de toetreding. Moet gerechtelijke procedures sneller afwikkelen. Moet extra maatregelen nemen ter bestrijding van corruptie die tot ernstige zorg blijft . Moet extra maatregelen nemen om de moeilijke positie van Roma (zigeuners) te verbeteren. Moet meer inspanning doen om het witwassen van geld te bestrijden. Strengere wetten voor het milieu. Moet de grensbewaking verbeteren.

Slowakije

Hoofdstad: Bratislava
Oppervlakte: 49 036 km2
Aantal inwoners: 5.4 Miljoen
Taal: Slowaaks
Munteenheid: Koruna
Onafhankelijk sinds: 1993
BBP per hoofd in 2001: € 11.100,- bevolkingsgroei: 0,1% werkloosheid: 19,8%

Slowakije moest van ver komen in 1998 was Slowakije nog niet eens begonnen aan onderhandelingen over toetreding tot Europese Unie. Sindsdien heeft Slowakije een ongelooflijke inhaalslag geleverd. Economisch is de Commissie in grote lijnen tevreden over Slowakije, al waarschuwt Brussel voor een te hoog oplopend tekort op de betalingsbalans en een te hoge werkloosheid. Slowakije heeft met 18,6 procent verreweg de hoogste werkloosheid van de kandidaten.

Wat moet er nu nog veranderen? Moet structurele hervormingen doorvoeren om de werkloosheid te kunnen verminderen. Heeft het administratieve systeem voor het landbouw beleid nog niet op orde. Heeft de wetgeving en toepassing daarvan op milieugebied aanzienlijk verbeteren. Moet toepassing van wetgeving op het gebied van justitie en binnenlandse zaken verder verbeteren, in het bijzonder bij grenscontrole en de bestrijding van illegale immigratie en misdaad. Heeft nog een zwak bestuurlijk apparaat voor de uitvoering van de wetgevingvoor de gemeenschappelijke interne markt.

Hongarije

Hoofdstad: Boedapest
oppervlakte: 93 033 km2
Aantal inwoners: 10,1 miljoen
Taal: Hongaars
Munteenheid: Forint
Onafhankelijk sinds: 1918
BBP per hoofd in 2001: € 11.900,- Bevolkings groei: -0,5% werkloosheid: 6,5%

In 1989 kwam er een eind aan de monopoliepositie van de communistische partij in Hongarije en in 1990 werden de eerste vrije verkiezingen gehouden. Er werd een centrumrechtse regering werd gevormd die een liberaliseringpolitiek voerde. De overgang naar een vrijemarkteconomie verliep niet probleemloos, maar aan het eind van de jaren negentig groeide de economie met ruim 4,5% en daalde de inflatie tot onder de 10%. In 1994 vroeg Hongarije het lidmaatschap van de Europese Unie aan.

Welke veranderingen moeten er nu nog ondergaan? Moet nieuwe maatregelen nemen, omdat de bestrijding van corruptie een reden tot zorg blijft. Roma lijden nog steeds onder discriminatie. Het Roma-beleid is onvoldoende geïntegreerd in de algemene sociale ontwikkeling. Moet een fundamentele hervorming van de gezondheidszorg doorvoeren. Heeft afgelopen jaar bestuurlijk slechts weinig vooruitgang geboekt bij landbouw en regionaal beleid. Moet een agentschap voor voedselveiligheid oprichten. Is te traag met het invoeren van een administratief systeem voor de landbouw.

Slovenië

Hoofdstad: Ljubljana
Oppervlakte: 20 253 km2
Aantal inwoners: 2 miljoen
Taal: Sloveens
Munteenheid: Tolar
Onafhankelijk sinds: 1991
BBP per hoofd in 2001: € 16 000,- Bevolkingsgroei: -0,1% werkloosheid: 11,5%

Wat moet er nu nog veranderen? De overheid moet veel kleiner worden. De Commissie denkt dat de Sloveense binnenlandse markt voordeel zou hebben bij minder mensen van de overheid.

Malta

Hoofdstad: Valletta
Oppervlakte: 316 km2
Aantal inwoners: 377 000
Taal: Maltees, Engels
Munteenheid: Maltezer lire
Onafhankelijk sinds: 1964
BBP per hoofd in 2001: € 12 600,- Bevolkingsgroei: 0,5% Werkloosheid: 4,5

Wat moet er nu nog in Malta veranderen? Er moeten nog grote veranderingen komen op economisch en bestuurlijk niveau. Andere tekortkomingen: jacht op vissen en vogels, milieu (afvalverwerking). Het bestuur en de rechtspraak moet nog worden veranderd.

Cyprus

Hoofdstad: Nicosia
Oppervlakte: 9251 km2
Aantal inwoners: 770 000
Taal: Grieks, Turks
Munteenheid: Cypriotisch pond (op het Griekse deel) Turks lire (op het Turkse deel) Onafhankelijk sinds: 1960
BBP per hoofd in 2001: €18 500,- Bevolkingsgroei: 1,3% Werkloosheid: 4%

Wat moet er nu nog veranderd in Cyprus? Cyprus bestaat uit twee delen, het zuidelijke deel, dat Grieks is en het kleinere Turkse deel. Het Griekse deel van het eiland is relatief welvarend. Al sinds 1984 worden er besprekingen over hereniging gehouden, maar dat is er nog niet van gekomen. Voorlopig zal alleen het Griekse deel toetreden tot de Europese Unie.

Taakverdeling:

Info verzamelen: Thomas Slagter
Uitwerken: Rick Lekatompessy

Bronvermelding

Veel boekjes, door aangeschreven instanties

Bibliotheek Tiel

http://www.EU.nl

http://www.Europeseunie.nl

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.