Estland

Beoordeling 5.9
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 2e klas vwo | 2121 woorden
  • 20 april 2005
  • 104 keer beoordeeld
Cijfer 5.9
104 keer beoordeeld

Ongeveer 7000 jaar geleden woonden de eerste mensen in Estland. Van 5000 jaar voor Chr. tot ongeveer 1000 jaar voor Chr. hielden de mensen zich vooral bezig met primitieve landbouw, visserij en jacht. Uit deze tijd stammen er ook overblijfselen van oude gebouwen, veeteelt enz. De Romeinse historicus Tactitus beschreef de Fenni (Esten) als barbaren zonder bezittingen. Ze hebben geen wapens, geen paarden en geen huizen. Ze eten kruiden, kleden zich in dierenhuiden en slapen op de grond. Er verschijnen Slavische stammen in de buurt van Estland in de vijfde eeuw. Rond 850 werd Estland een onderdeel van de handelsroute van de Vikingen naar de Slavische volken.

Estland werd overheerst door Duitsland, Zweden en Rusland. In 1918 werd Estland een onafhankelijke staat, maar dat duurde niet lang. In juni 1941 vielen de Duitsers binnen en eind augustus was Estland veroverd. De Esten dachten dat de Duitsers bevrijders waren. Al snel werd het duidelijk dat de Duitsers het gebied gewoon aan het bezetten waren. Veel Esten moesten werken voor de Duitsers in de oorlogsindustrie en er werd een regering gekozen om het land te besturen. De Sovjet-Unie wilde het land ook hebben. De Duitsers verloren de slag bij Stalingrad. In januari 1944 was een groot gedeelte van Europees-Rusland weer onder controle van de Sovjet-Unie en bereikten ze de grens van Estland bij Narva. Jüri Üluots, de leider van Estland, wilde zich verzetten tegen de Sovjet-Unie, omdat Estland al een keer door de Sovjet-Unie was bezet. Samen met de Duitsers hielden ze het zes maanden vol. Estland verklaarde zich op 20 augustus 1991 onafhankelijk en koos ervoor om alle banden met de Sovjet-Unie te verbreken. De economie verslechterde. Daarom nam minister-president Edgar Savisaar in januari 1992 ontslag. Hij werd opgevolgd door Tiit Vähi die een tussenregering invoerde. In 1992 werd een nieuwe grondwet aangenomen. Belangrijke van deze nieuwe grondwet was het beperken van de macht van de president. In september werden de eerste vrije verkiezingen gehouden. Mart Laar, de leider van de grootste partij, de \"Vaderlandse Alliantie\", werd minister-president. Na een aantal schandalen werd Laar gedwongen af te treden, en werd opgevolgd door Andres Tarand. Na de 2e verkiezingen in 1995 behaalde de Russische minderheid in Estland zes zetels in het parlement. Tiit Vähi werd weer minister-president. Vähi nam in februari 1997 ontslag als minster-president na beschuldigingen van corruptie. Mart Siimann, vroeger journalist, werd genomineerd als de nieuwe minister-president.

Bevolking:

Estland had in juli 2000 1.431.471 inwoners waarvan 64% autochtone Esten waren. Een grote groep vormen de Russen (29%). Andere groepen zijn veel kleiner: Oekraïners, Witrussen, Finnen, Tataren, Letten, Polen, Litouwers en Duitsers. De mix is erg opvallend. Er wonen op dit moment meer dan groepen bevolkingen in Estland, vooral afkomstig uit alle delen van de voormalige Sovjet-Unie. Gemiddeld wonen er ongeveer 31 mensen per km². De Esten zijn van Fins-Oegrische herkomst. Ze zijn niet verbonden aan inwoners van de twee andere Baltische landen: Letland en Litouwen, die van Indo-Europese herkomst zijn. Op het platteland wonen bijna alleen maar Esten, de andere groepen wonen in de steden. Zo zijn de helft van de inwoners van de hoofdstad Tallinn (met ongeveer 450.000 inwoners) Russen. In Narva, dicht tegen de Russische grens in het noordoosten, is 98% van de bevolking van Russische herkomst. Meer dan 70% van de bevolking leeft in de steden. De bevolkingsstructuur lijkt erg op die van landen uit West-Europa: 0-14 jaar 18%, 15-64 jaar 68% en 65+ 14%. De Est wordt gemiddeld ongeveer 70 jaar.

Taal:

Estisch is de nationale taal van Estland en wordt door bijna alle Esten gesproken. De grote groepen in Estland spreken Russisch, Oekraïens, Wit-Russisch en Fins. Kleinere groepen spreken Duits, Lets, Litouws, Pools, Zweeds en Tataars. Sinds de onafhankelijkheid in 1991 is de Estische taal belangrijk. Van alle burgers wordt verwacht dat ze zich verstaanbaar kunnen maken in het Estisch. In 1995 besloot men dat in gebieden met een niet-Estische meerderheid officiële stukken ook in de taal van die meerderheid in het Estisch mochten worden gezet. In de praktijk betekenden dit alleen iets voor de Russische meerderheid in de noordoostelijke regio\'s. Het Estisch behoort samen met het Hongaars, het Laps en het Fins tot de Fins-Ugrische taal. Het is het meeste gelijk aan het Fins. Finnen en Esten kunnen elkaar dan ook goed verstaan. Het Estisch heeft ook nog Duitse invloeden. Het Estisch wordt geschreven met Romeinse lettertekens.

Estland heeft twee belangrijke dialecten, een noordelijk Tallinns dialect en een meer landelijk zuidelijk dialect. Linguïsten hebben de taal onderverdeeld in acht subdialecten die over het land voorkomen. Estisch Zweeds is een Zweeds dialect dat nog maar door ongeveer honderd Esten gesproken wordt. Fins wordt veel gesproken in het noorden van Estland. Ongeveer 5000 mensen spreken het als moedertaal, voor vele anderen is het de tweede taal. Veel Esten spreken nog Russisch, omdat de Russen ook in Estland overheersten.

Onderwijs:

Vanaf zeven jaar is er schoolplicht in Estland. Leerlingen zijn verplicht een opleiding af te maken tot hun 17e jaar. Er zijn meer dan 700 scholen voor het voortgezet onderwijs. De lessen worden gegeven in het Estisch (ca. 70%) en het Russisch. De Estisch sprekende scholen geven negen jaar lager onderwijs en drie jaar voortgezet onderwijs, terwijl de Russisch sprekende scholen zeven jaar onderwijs geven. Leerlingen zijn verplicht om twee vreemde talen te leren. Bijvoorbeeld: Engels, Duits, Russisch, Fins en Frans. Er bestaan een aantal Russische, Zweedse en Joodse privé-scholen. Er zijn dertien openbare en acht privé-scholen voor hoger onderwijs. De opleidingen duren vier tot zes jaar. Er zijn zes universiteiten in Estland, waarvan vijf in Tallinn en één in Tartu. Tallinn heeft een algemene universiteit, een technische universiteit, een academie voor kunst, een academie voor muziek, een landbouwuniversiteit en een academische pedagogische opleiding.

Estland is het meest noordelijke en dunst bevolkte land van de Baltische staten (Estland, Letland en Litouwen). Het landoppervlak is 45.226 km² en is dus iets groter dan Nederland (41.532 km2). Estland grenst in het westen aan de Baltische Zee en in het noorden aan de Golf van Finland. In het zuiden grenst Estland aan Letland. De oostelijke grens wordt gevormd door de rivier de Narva en het Peipusmeer, die Estland scheiden van Rusland. Hoewel Estland eigenlijk tot Oost-Europa behoort, lijkt het qua karakter en uitstraling meer op een Scandinavisch land. De hoofdstad van Estland, Tallinn, ligt over water 84 km van de hoofdstad van Finland, Helsinki.

Estland is te verdelen in twee geografische zones: de kustregio in het noorden en westen met veenmoerassen, meren en eilanden. De noordelijke en westelijke regio\'s zijn door de erosie tijdens verschillende ijstijden nogal vlak geworden. De gemiddelde hoogte is daar ± 50 meter boven zeeniveau. Het oosten en het zuiden van het land bestaan uit een zandsteenplateau dat iets hoger is gelegen dan de rest van Estland. Het hoogste punt van Estland is de Suur Munamägi met 317 meter. Estland heeft ongeveer 1400 meren en 1500 eilanden. Deze eilanden zijn samen ongeveer 10% van het landoppervlak. De voor de kust gelegen eilanden zijn resten van een oude kust. De eilanden met omvang zijn Saaremaa (2670 km²) en Hiiumaa (990 km²). Op Saaremaa ligt de Kali-krater, die is ontstaan na een inslag van een meteoriet, ± 800 jaar voor Chr. Het Peipusmeer is het op vier na grootste meer van Europa en is3500 km². Estland heeft ongeveer 7000 rivieren, beken en sloten, waarvan er negen langer dan 100 km zijn. De Väïke-Emajogi is de langste rivier met 209 km. Een vijfde van het land is bedekt met moerassen en vooral Noord-Estland heeft grote stenen, die zijn blijven liggen na de verschillende ijstijden.

Klimaat:

Door de Warme Golfstroom is het gemiddeld wat warmer in Estland dan in de buurlanden. Het kan tot -15°C vriezen maar dat duurt meestal een paar dagen. In de zomer kan het tot 30°C worden, maar temperaturen van rond de 20°C zijn normaal. December en januari zijn donkere maanden met maar zes uur zonlicht. Regen kan in elk jaargetijde vallen in de vorm van korte hevige buien. Gemiddeld valt er 500-600 mm neerslag in de lagere delen van het land en 700-900 mm in de wat hoger gelegen gebieden. Ongeveer 75% van de neerslag valt als regen, de rest valt als sneeuw. Lente en herfst zijn koud en nat. In de winter is het soms mogelijk om over het ijs naar eilanden te lopen of te schaatsen. Planten en dieren: Estland heeft ongeveer 1470 plantensoorten. In de westelijke graslanden komen zeldzame orchideeën voor. Op het eiland Hiiumaa worden arctische korstmossen aangetroffen. De meest voorkomende boom is de pijnboom of grove den, daarna de berk, de esp en de gewone dennenboom. De blauwe korenbloem is de nationale bloem van Estland. Tijdens de Sovjetoverheersing was deze bloem ook het symbool van verzet. Er leven ongeveer 60 soorten zoogdieren in Estland, dat is voor Europa veel. Elanden, reeën, wilde zwijnen, dassen, wasberen, vossen, eekhoorns en bevers komen veel voor.

De Baltische zee is een toevluchtsoord voor de grijze zeehond. Aan de kusten van de westelijke eilanden leven grote groepen en worden veel jongen geboren, meer dan in Zweden of Finland.

Bruine en groene kikkers, gewone padden en gewone watersalamanders komen veel voor. De kamsalamander, de groene pad en de stinkpad komen juist niet zo vaak voor. Alle Estische reptielensoorten, twee soorten slangen en drie soorten hagedissen, zijn beschermde dieren. Haring en sprot zijn belangrijk voor de commerciële visserij. Ook kabeljauw komt veel voor in de wateren rond Estland. Tussen zout en zoet water leven o.a. spiering, zeeforel, aal en zalm. In zoet water is er baars, voorn, snoekbaars, winde, brasem en pos.

In Estland komen, inclusief overwinteraars, ongeveer 300 soorten vogels voor. Zestig soorten komen het hele jaar in Estland voor, o.a. spreeuwen, merels, snippen en steenarenden. Aan de kust komt nog steeds de zeldzame witstaartadelaar voor. Er broeden op dit moment nog ongeveer 40 paartjes in Estland. In de bossen leeft het auerhoen die ook zeldzaam is. Er komen zes soorten spechten voor in Estland, waarvan de witrugspecht heel zeldzaam is. De Oeraluil, de ooruil, en de tengmalm komen vaak voor, de grote arenduil is wat zeldzamer. Oude bossen met bomen ouder dan 200 jaar zijn de favoriete broedplaats voor zwarte ooievaars. Van de gewone ooievaar leven op dit moment ongeveer 2000 paartjes in Estland. De nationale vogel van Estland is de boerenzwaluw. Miljoenen vogels van 39 verschillende soorten gebruiken Estland als overwinteringsplaats of als rustpunt in hun trek naar warmere gebieden. Het enige nationale park van Estland is Lahemaa National Park. Er zijn 210 plantensoorten en 300 diersoorten die in Estland met uitsterven bedreigd worden. Ongeveer 10% van Estland is beschermd gebied.

Godsdienst:

Bijna 500 jaar is het lutheranisme, een protestants geloof, Estland haar officiële godsdienst. Toch zijn de Esten een van de meest wereldlijke volken van Europa. Slechts 23% van de bevolking zegt een of andere godsdienst aan te hangen. Voordat het christendom zijn intrede deed hadden de Esten animistische geloofsovertuigingen. Het animisme is een oergeloof waarbij je gelooft dat alle aardse dingen zoals bomen, dieren of zelfs stenen, een eigen spirituele kracht bezitten. Er zijn nu nog steeds veel heilige bomen in Estland. De evangelisch-lutherse kerk is in Estland de officiële godsdienst sinds de Reformatie van 1520. Door verschillende oorlogen ontwikkelde de lutherse kerk zich erg langzaam. Pas in 1686 werd het Nieuwe Testament voor het eerst vertaald in het Estisch. Dit maakte het lutheranisme toegankelijker voor het volk. Een volledige vertaling van de bijbel werd in 1734 geschreven. Gedurende de heerschappij van de Russische tsaren werd de Russisch-orthodoxe kerk de staatsgodsdienst. In 1919 werd de kerk weer gereorganiseerd en werd het de Estische Evangelische Lutherse Kerk. Tijdens het eerste deel van de onafhankelijkheid (1920-1940) was ongeveer 80% van de bevolking lid van de lutherse kerk. In de jaren zeventig verklaarde minder dan 10% van de bevolking dat ze christen waren. Eind jaren tachtig, de periode van de glasnost (liberalisering) werd de interesse in de lutherse kerk weer wat groter. Er zijn nu ongeveer twintig lutherse gemeentes. De Russisch orthodoxe kerk kwam in de 18e eeuw in Estland tijdens de overheersing door de Russische tsaren. In de 19e eeuw was ± 20% van de bevolking lid van de orthodoxe kerk. Er zijn op dit moment ongeveer tachtig orthodoxe gemeentes in Estland. In tegenstelling tot de orthodoxe kerk in Rusland zijn de Estische orthodoxe kerken en kerkdiensten qua karakter en inrichting veel soberder. Andere godsdienstige stromingen zijn het baptisme, het methodisme en de zevendedags-adventisten. Verder zijn er ongeveer 5000 katholieken in Estland, vooral de Poolse, Oekraïense en Litouwse minderheden. Jehova\'s getuigen en mormonen worden steeds talrijker. Tot de Tweede Wereldoorlog woonde er een grote groep joden in de Baltische regio. Honderdduizenden werden in de oorlog gedeporteerd naar de concentratiekampen en stierven daar. De Duitsers verklaarden op een gegeven moment triomfantelijk dat Estland \"Judenfrei\" was. Na de oorlog is er weer een kleine gemeenschap van ± 4000 joden, voornamelijk in en rond de hoofdstad Tallinn. De weinige islamieten zijn arbeiders uit islamitische Russische republieken als Azerbeidzjan, Ossetië en Oezbekistan.

Bronnen http://www.landenweb.com
http://www.wikipedia.nl
http://www.google.nl
http://pagina.estland.nl

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.