Bevolking van de aarde
Van het aardoppervlak bestaat ongeveer 71% uit oceanen. De resterende 29% is landmassa, waarvan het grootste deel op het noordelijk halfrond ligt. De landmassa's zijn continu in beweging omdat continentale platen tegen elkaar botsen, langs en onder elkaar door schuiven. Daarbij treden vooral op de breuklijnen regelmatig aardbevingen en vulkaanuitbarstingen op, die het oppervlak in korte tijd grootschalig kunnen veranderen. Op de continenten zijn meerdere geografische vormen te onderscheiden zoals gebergten, woestijnen, oerwouden, toendra's, savannes en ijskappen, elk met hun eigen klimaat. Het hoogste punt is de Mount Everest in Nepal met een hoogte van ongeveer 8850 m. Op enkele uitzonderingen na is het gehele landoppervlak tegenwoordig verdeeld in staten, waarvan de meeste zich hebben verenigd in de Verenigde Naties.
Hoe is de aarde ontstaan
De aarde is ongeveer 5.000.000.000 (5 miljard) jaar geleden ontstaan uit een wolk van gas, stof en puin. Dat gas ontstond toen het heelal werd "geboren". Het stof en het puin kwamen van sterren.
De Aarde is een grote bal met een omvang van 40 000 km. Ze draait door de ruimte langs de Zon met een snelheid van 30 km/sec.
Die wolk begon heel lang geleden samen te trekken en daarbij ook langzaam te draaien. Het lichtste kwam in het midden terecht. Daar ontstond de zon.
Rond de zon ontstonden de 9 planeten, waaronder de aarde.
De aarde was in het begin een gloeiende bol gesteente. Het heeft heel lang geduurd voordat zij aan de buitenkant was afgekoeld. Maar je weet: van binnen is de Aarde nog steeds gloeiend heet. Als er een vulkaanuitbarsting is, dan kun je dat nog zien.
De aarde is de enige planeet met vloeibaar water aan haar oppervlak. De eerste levensvormen verschenen er zo'n drie en een half miljard jaar geleden.
De Kern.
De aarde is opgedeeld in 6 delen. Als eerst heb je de bodem. Dan komt de korst. Daarna de buitenmantel, die is 660 km. Vervolgens komt de binnenmantel, die is 2990 km. Dan komt de buitenkern en die is 5150 km. En als laatste komt de binnenkern en die is 6370 km.
In de bodem groeien alle planten. Zonder bodem kon er geen leven zijn op de aarde. De bodem bestaat uit kleine stukjes gesteente, die zijn vermengd met ontbindende resten van planten en dieren, en de micro-organismen die van deze resten leven. In de korst zitten veel fossielen, meestal grote fossielen (van ammonieten). Door van boven neerdruppelend kalkwater ontstaan er stalagmieten.
De buitenmantel wordt ook wel discontinuïteit van Moho. In de binnenmantel zit magma, dat soms naar beneden gaat en soms naar boven en dan krijg je een vulkaan uitbarsting. Als magma afkoelt krijg je stollingsgesteente.
In de binnenmantel is een warmte-moter. En die laat lava door de aarde stromen. Dit is de tweede grote grenslijn, deze wordt ook wel discontinuïteit van Gutenberg genoemd (Gutenberg zo hete de ontdekker van de buitenkern). De temperatuur is daar 4000 graden Celsius. De binnenkern is het eindpunt van deze reis door de aarde. De druk in de binnenkern is 3,6 miljoen keer zo hoog als de bodem. De temperatuur is hier ongeveer 7500 graden Celsius. De binnenkern is een meteoriet, dat zijn stukjes asteroïden.
Natuurrampen.
Er zijn altijd stormen, tornado’s, orkanen, slagregens en andere extreme weersomstandigheden. De afgelopen jaren nemen deze sterk toe. Deze zijn steeds erger en gevaarlijker geworden.Hier komen een paar voorbeelden van natuurrampen:
Een tsunami is een grote overstroming. Tsunami is een Japans woord en staat voor tsu dat haven betekent en nami dat golf betekent, dus eigenlijk betekend het havengolf. Je kan het zien aankomen, want eerst zie je de zee bubbelen, daarna trekt de zee zich een heel eind en dan komt er een hele grote vloedgolf en dat is een tsunami (havengolf).
De aardbevingen maken de meeste slachtoffers van alle natuurrampen. Sinds 1976 zijn er al ruim 340000 doden gevallen. Een aardbeving ontstaat als er twee aardplaten langs elkaar schuiven.
Een tornado is een hevige storm, veel kleiner dan een orkaan, maar met nog wel sterkere wervelwinden. De lucht in een tornado wordt door veel wind in het bovenste deel van de wolk rondgedraaid tot er een draaikolk ontstaat. Als de winden sneller gaan krijgt de wolk de vorm van een trechter. Onder aan de wolk wordt er meer lucht naar binnen gezogen en de trechter bereikt de grond. De meeste tornado’s bereiken snelheden van 50 tot 450 km per uur en de schade die zij veroorzaken ligt ongeveer over een breedte van één kilometer en een lengte van 100 km. De trechter van een kleine tornado is soms slechts 3 meter breed, die van een grote tornado kan soms wel 300 meter breed zijn.
Een vulkaan ontstaat als de aardkorst scheurt. De platen waarop de werelddelen liggen worden dan uit elkaar getrokken. Dan ontsnapt er magma op de plaats waar er een scheur zit. Onder de vulkaan zit roodgloeiend magma. Als er onder de vulkaan druk komt te staan wordt het magma naar boven geduwd.
Als het magma uit de vulkaan is noemen we dat lava. Allemaal lagen lava en as uit de vulkaan vormen samen een berg.
Er zijn 6 soorten vulkanen de samen gestelde vulkaan de schild vulkaan de spleet vulkaan de koepelvulkaan de sintel vulkaan en de calderavulkaan de bekendste vulkaan is de calderavulkaan. De calderavulkaan heeft hele grote kraters. Die kraters zijn zo groot geworden dat ze instorten.
Er zijn ongeveer 850 vulkanen actief op wereld. Ook onder water kunnen er vulkanen uitbarsten.
REACTIES
1 seconde geleden
S.
S.
wrm zet je geen temparatuur erin want nu krijg ik een slecht cijfer
13 jaar geleden
Antwoorden