Disco woordenlijst t/m les 16

Beoordeling 6.6
Foto van een scholier
  • Vertaling door een scholier
  • 2e klas vwo | 9187 woorden
  • 9 maart 2017
  • 6 keer beoordeeld
Cijfer 6.6
6 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode
ADVERTENTIE
Examenstress? Niet met Examenbundel!

Over minder dan drie weken zit je jouw examens te maken. Slaat de examenstress toe? Sla nog snel Examenbundel, Samengevat en Examenbuddy in voor je probleemvakken en own je examens! Jij. Kunt. Dit.

Ik wil slagen

Woorden Tekst 9.A

1olim vroeger, eens, ooit

maritus echtgenoot

3scelus, sceleramisdaad

4intereaintussen

valdezeer, heel erg

7Dido, Didonem acc.Dido

8moxweldra, spoedig

verbumwoord

decepipf van decipere/io

decipere/iobedriegen

11aurumgoud

antea eerder

condidi pf van condere: 1 stichten 2 (op)bergen

12habere in animo van plan zijn

13socius bondgenoot, vriend

Woorden Tekst 9.B

1potuipf van posse: kunnen

2de + abl.1 vanaf2 over (bij ww

als cogitare, narrare)

3adeozo(zeer)

animushart

formagestalte, uiterlijk

6ducere leiden, voeren

9gaudere 1 blij zijn2 zich verheugen (over + abl.)

10num toch niet? leidt vraagzin in

sine + abl.zonder

agere 1 voeren2 leiden

12moenia mv (groep 3) (stads)muren

13ostendere tonen

14desiderare1 missen2 verlangen (naar + acc.)

15quidem weliswaar, echter

Woorden Tekst 10.A

1dux, ducesleider, aanvoerder

3bellum oorlog

4iussipf van iubere

iuberebevelen

5monerewaarschuwen

6nuntiareberichten

8pervenipf van pervenire

pervenire bereiken, aankomen in

10licet mihihet staat mij vrij, ik mag

fatum lot, lotsbeschikking

11petere 1 zoeken2 vragen3 trachten te bereiken, gaan naar

12iussumbevel

Woorden Tekst 10.B

1parareklaarmaken,
voorbereiden

abireweggaan

fugere/iovluchten (voor + acc.)

2postquam nadat

nonne toch zeker, toch wel? (leidt vraagzin in)

bene bijw.goed

accepipf van accipere/io

accipere/ioontvangen

3invitareuitnodigen

error, oreszwerftocht

narrarevertellen

5orare smeken (bij: per + acc.)

6propter+ acc. wegens

odi pfik haat (perf. met praes. betekenis)

laesipf van laedere: kwetsen, beledigen

8tacuipf van tacere

tacerezwijgen

9negare1 weigeren2 ontkennen

promisipf van promittere

promitterebeloven

10hodie bijw.vandaag

apparuipf van apparere: verschijnen

13sineretoestaan, laten

14cogeredwingen

15invitustegen mijn/jouw/zijn etc. zin

Woorden Tekst 11.A

2lux, luces(dag)licht, dag

3munus, munerataak

neglegereverwaarlozen

postremo ten slotte

quod voegw.omdat

nihilniets

irawoede

dolor, oresverdriet, pijn

5clam bijw.heimelijk

caelumhemel

posuipf van ponere

ponereplaatsen

vestis, eskleding(stuk)

8inferi mv1 goden (van de onderwereld)2 onderwereld

animaziel

9vixipf van vivere: leven

perfecipf van perficere/io

perficere/iovoltooien, afmaken

11effugipf van effugere/io

effugere/io wegvluchten (voor + acc.)

deseruipf van deserere

desererein de steek laten, verlaten

12poenastraf

fefellipf van fallere

fallerebedriegen, misleiden

sidus, sideraster

iurarezweren (bij: per + acc.)

14 nepos, oteskleinzoon, nakomeling

manerete wachten staan

16pectus, pectoraborst

siczo

Woorden Tekst 11.B

1coepi pfik begin, ik begon

6tunc bijw.toen, op dat moment

7nomen, minanaam

memoriaherinnering, geheugen

tenuipf van tenere

tenere(vast)hebben, -houden

8averti pf van avertere

avertere afwenden

9ut 1 zodra (+ pf)2 (zo)als

12consistereblijven staan

13constitipf van consistere

14excepipf van excipere

excipere/ioopvangen, ontvangen

Woorden Tekst 13.A

1maestusbedroefd

armatusgewapend

2quamquamhoewel

longuslang

gereredragen, voeren

3tamentoch

ignotusonbekend

meusmijn

appropinquare + dat.naderen

4virgo, virgines vmeisje, maagd

pulcher, pulchra, ummooi

tamzo

5quiaomdat

6coegipf van cogere: dwingen

7solusalleen

8caruslief, dierbaar

Mars, Martem acc.Mars

10deposuipf van deponere

deponereneerzetten, afleggen

multusveel

11territusverschrikt, geschrokken

13sci(v)ipf van scire

scireweten

Woorden Tekst 13.B 

1potestas, ates vmacht

2anxiusbang, angstig

curazorg

vexarekwellen

3regnum 1 (konink)rijk2 macht, heerschappij

pepulipf van pellere

pellereverdrijven

servusslaaf

6peperipf van parere/io

parere/iovoortbrengen, baren

7iratuswoedend

sedes, es vzetel

magnusgroot, luid

vox, voces vstem

8quomodohoe (lett.: op welke manier)

puer, pueri mv (groep 2)jongen

10interficere/iododen

flumen, mina orivier

11impiusmisdadig, goddeloos

12misipf van mittere: zenden

13ripaoever

14itazo

15postea bijw.later

pastor, ores mherder

parvusklein

portaredragen

Woorden Tekst 14.A

1itaquedus

consulere raadplegen

signumteken

2unuséén

mons, montes mberg, heuvel

RomaRome

consedipf van considere

consideregaan zitten

4qui, quae, quod die, dat betrekk. vnw

5fecipf van facere/io: maken, doen

7coluipf van colere: vereren, verzorgen

11an of (in vraag)

ostendipf van ostendere: (ver)tonen

12pugnastrijd

cecidipf van cadere: vallen, dood neervallen

14 aliusander

fabulaverhaal

quondam eens, ooit

15novusnieuw

16nondum nog niet

altus1 hoog2 diep

Woorden Tekst 14.B

1post + acc.na

labor, ores mwerk, inspanning,moeite

domum acc.naar huis

2cenamaaltijd

qui, quae, quod welkevragend vnw

3Romae gen.in Rome, te Rome

4miser, era, erumongelukkig

magnitudo, dines vgrootte, grootheid

5legatusgezant

finitimusaangrenzend, naburig

8finxipf van fingere

fingere1 vormen2 verzinnen

9Romam acc.naar Rome

10convenipf van convenire

conveniresamenkomen

11multitudo, dines v menigte

12Romanus1 Romein2 Romeins

iuvenis, es mjongeman

Woorden Tekst 15.A

2vulnerare(ver)wonden

3sials, indien

5homo, homines mmens, man

mortuusgestorven

7populusvolk

9vulnus, nera o wond

10inquithij/zij zegt, zei (staat binnen de directe rede)

11noviik ken: pf van noscere

noscereleren kennen

12bonusgoed

14opes mv (groep 3)1 rijkdom2 macht

Woorden Tekst 15.B

3putaredenken, menen

regnarekoning zijn

nondumnog niet

5servaslavin

8facere/io maken (tot + dubb. acc.)

senator, ores msenator

9ius, iura o(het) recht

iureterecht, met recht

12vis v acc. vim; abl. vigeweld

salutare(be)groeten (als: + dubb. acc.)

13se recipere/iozich terugtrekken

miles, ites msoldaat

Woorden Tekst 16.A

4hic, haec, hocdeze, dit

6pugnarevechten

7ops, opem acc. vhulp

timuipf van timere: bang zijn

8addidipf van addere

adderetoevoegen

9nisials niet

tuusjouw

10nudusnaakt

deprehendipf van deprehendere

deprehenderebetrappen, grijpen

11interfecipf van interficere: doden

12tantuszo groot

perferreverdragen

13dedidipf van dedere

(se) dedere(zich) overgeven

vicipf van vincere

vincereoverwinnen

victor, ores moverwinnaar

14victoriaoverwinning

Woorden Tekst 16.B

2alienusvreemd, andermans

3violareschenden, verkrachten

4iste, ista, istuddie, dat

animus1 hart2 geest

5abesseafwezig zijn

6peccareverkeerd handelen, zondigen

8ille, illa, illuddie, dat

9exemplumvoorbeeld

10cor, corda ohart

11-queen ...

12ex-traxipf van extrahere

ex-traheretrekken uit

13sanguis, guinem acc. mbloed

14scelestusmisdadig, schurkachtig

15tradidipf van tradere

tradere1 overhandigen
2 overleveren

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.