Amores, II, 7
Dus moet ik altijd als beschuldigde standhouden bij nieuwe midaden? Opdat ik overwin, het doet verdriet dat ik zo vaak heb moeten strijden. Hetzij ik heb teruggekeken naar het bovenste van het marmeren theater, jij kiest dan uit velen, vanwaar jij zal komen lijden, hetzij zag een stralend witte vrouw mij met een zwijgend gezicht, dan beweer jij dat in het gezicht zwijgende tekens zijn.
Als ik iemand geprezen heb, val jij de ongelukkige haren met nagels aan, als ik iemand beschuldig, meen jij dat ik een misdaad verberg.
Hetzij de kleur goed is, dan word ik gezegd ook koud te zijn aan jou, als de kleur slecht is, word ik gezegd te sterven door liefde voor een ander.
Kijk een nieuwe misdaad, Cypassis gedreven in het versieren wordt verweten het bed van haar meesteres te hebben geschonden. Hopelijk brengen de goden iets beters dan dat een smerige vriendin van een verachtelijke afkomst mij genoegen doet, als al het verlangen er zou zijn om fouten te maken!
Wie zou vrijwillig seks willen beginnen met een slaafse minares en de rug gesneden met een zweep willen omhelzen? Voeg daar nog aan toe dat zij zich bezig houdt met het versieren van de haren en dat zij een gewaardeerde dienares is aan jou met haar ervaren handen – dan zou ik toch zeker een slavin verleiden, die zo trouw aan jou is!
Waarom, tenzij opdat er een afwijzing verbonden met een onthullig zou zijn?
Ik zweer bij Venus en bij de boog van de gevleugelde jongen, dat ik de aangeklaagde ben van een misdaad die ik niet heb gepleegd.
REACTIES
1 seconde geleden