In Syrië speelt zich een groot en heftig conflict af die de hele wereld aangaat. Er zijn vele berichten over Syrië op het nieuws geweest. Ook zijn er meerdere landen en organisaties die Syrië proberen te helpen. Wij weten dat dit conflict te maken heeft met de politiek en democratie in dit land maar we weten niet hoe dit conflict ontstaan is en waarom het niet op te lossen is. Het leek ons daarom interessant om te onderzoeken hoe het conflict in elkaar zit en te weten te komen hoe Nederland Syrië nog beter te helpen. Onze hoofdvraag is: Waardoor is het conflict in Syrië ontstaan? Om de hoofdvraag verder uit te zoeken hebben wij vier deelvragen gemaakt:
1. Tussen wie zijn de conflicten ontstaan en waarom?
2. Wat heeft het conflict voor gevolgen voor de bevolking van Syrië?
3. Waarom is het conflict moeilijk op te lossen?
4. Wat doen andere landen eraan om Syrië te helpen?
Door deze deelvragen te onderzoeken hopen wij het conflict in Syrië beter te begrijpen, en de hoofdvraag te kunnen beantwoorden.
Deelvraag 1: Tussen wie zijn de conflicten ontstaan en waarom?
In 1971 kwam Hafez al-Assad aan de macht en in 2000 kwam zijn zoon Bashar el-Assad aan de macht. De onvrede groeide en wat begon als vreedzame protesten, eindigde in een bloedende burgeroorlog.
Waarom zijn er conflicten ontstaan?
De opstanden begonnen 5 maart 2011, de opstanders wilde politieke hervormingen. Ze wilde meer burgerrechten en een einde maken aan de overheersing van Assad en zijn leger. Ook wilde ze een einde aan de noodtoestand die al vanaf 1963 bestaat. Dit houd in dat de overheid handelt zonder iets van toestemming aan de inwoners te vragen. Na de eerste maanden werd de opstand gewelddadig. Op november 2013 waren er al 120.000 doden. 4 miljoen syriërs zijn binnen Syrië gevlucht, 2 miljoen vluchtelingen zijn naar de buurtlanden gevlucht en 1 op de 3 Syriërs heeft geen huis meer.
Wie strijden er tegen het leger van Assad?
In de media wordt vaak gesproken over 'de rebellen' of 'de opstandelingen', maar in werkelijkheid strijden veel heel verschillende groepen tegen het bestuur.
De regering van Assad bestaat voornamelijk uit Alawieten. 59 procent van de tegenstanders van Assad bestaan uit soennieten. In het noorden van het land leven vooral veel Koerden (9 procent van de totale bevolking in Syrië). Zij strijden voor een onafhankelijke regio.
In Syrië strijden verder extreem gelovige groeperingen tegen Assad. Jahbat al-Nusra groeit begin 2013 uit tot de sterkste rebellengroep. Die groep bestaat uit Syriërs en strijders uit andere Arabische landen, Europa en Azië. Verschillende groepen sluiten zich in 2013 aan bij de terreurgroep al-Qaida, die in Syrië vecht onder de verzamelnaam ISIS (Islamitische Staat Iraq en de Levant). Zij vinden dat Assad niet streng genoeg is.
Groepen die tegen Assad vechten, vechten onderling ook met elkaar. Zo vechten de Koerden en de leden van al-Nusra in het noorden van Syrië met elkaar. Ook christenen worden aangevallen door al-Nusra-strijders. ISIS heeft een tiental commandanten van groepen gedood.
Ook vanuit Nederland reizen radicale (extreem gelovige) moslims naar Syrië om te vechten. Er zijn zo'n honderd mensen naar Syrië gegaan om te strijden. Voor zover bekend zijn vijf van hen omgekomen bij vuurgevechten.
Diepe oorzaken
Als je diep kijkt, zijn er oorzaken op politiek, economisch, religieus en sociaal gebied. Hieronder beschrijven we hun rol in het conflict.
Politiek
Syrië is een dictatuur waar de president, Assad, alles beslist. Op belangrijke politieke posities zitten vrienden en familie van Assad waardoor niemand hem egen zit. Het parlement word met verkiezingen gekozen, maar die hebben helemaal geen invloed. Zo doet Assad alsof er wel naar het volk wordt geluisterd. Assad gebruikt geheime diensten en politieke gevangenissen waar hij tegenstanders martelt of vermoord.
Economisch
Een heel groot deel van de economie gaat naar Assad. Alle grote bedrijven moeten een deel afstaan aan de president. Nu het conflict steeds groter word, gaat het steeds slechter met de economie. Syrië heeft weinig handel met andere landen en het tekort aan voedsel en benzine groeit. Mensen zijn naast tekorten ook bang voor hongersnood. Het conflict is dus niet alleen een gewelddadig conflict tussen de regering en de rebellen, maar ook een menselijke ramp.
Religieus
In Syrië komen verschillende geloven voor. Driekwart van het volk is soennitisch islamitisch. Assad en zijn vrienden en familie zijn sjiitische islamieten. Het verschil tussen soennitische en sjiieten is vergelijkbaar met katholieken en protestanten bij het Christendom. Het overgrote deel van de soennitische bevolking is arm en is tegen de president. Er is ook een kleine christelijke minderheid maar de rebellen zijn voornamelijk soennitisch.
Sociaal
In Syrië wonen 23 miljoen mensen. Vooral op het platteland en in de kleinere steden hebben de mensen weinig geld, ze vinden dat de regering alle inkomsten voor zichzelf houd. Vandaar dat zij begonnen met de opstanden en demonstraties. In de grote steden wonen elite, zij hebben het beter en zijn minder geneigd om te demonstreren. Omdat het conflict steeds groter wordt, wordt er nu ook in de grote steden gevochten. De elite merken er dus steeds meer van.
Verloop
Tot op de dag van vandaag zijn er gevechten tussen de regering en de rebellen. Het aantal doden gaat zo snel en is zo hoog dat de VS sinds de jaarwisseling 2013-2014 geen cijfers meer kan geven over het aantal slachtoffers.
Op 17 maart 2011 was de ‘Dag van de waardigheid’. Honderden burgers demonstreerden in de grote steden van Syrië. Het bestuur van Bashar al-Assad kwamen in actie en na een maand vielen er al tientallen doden doordat de politieagenten op burgers schoten.
Heel 2011 en 2012 bleef het heel onrustig in het land. Protesten en demonstraties liepen enorm uit de hand en het leger van president al-Assad bleef hard optreden. Er vielen tienduizenden doden. Er vluchtten nog veel meer inwoners naar de buurlanden Turkije en Jordanië. Ondertussen is de helft van de bevolking al gevlucht. Al-Assad heeft een paar keer verbetering beloofd, maar er gebeurde niks. De landen om Syrië heen keuren het geweld af.
Op 21 augustus 2013 vond er een bombardement plaats in de hoofdstad Damascus. Hierbij waren chemische wapens gebruikt en er vielen honderden doden en duizenden gewonden. Dit was het punt waarbij de VN-Veiligheidsraad en de VS vonden dat ze moesten ingrijpen.
President Obama (VS) besloot alleen aan te vallen na goedkeuring van het Amerikaanse Congres. Die goedkeuring kwam er niet.
Eind 2013 veroverden het Syrische leger en de rebellen om beurten dorpen van elkaar. In december heeft het regeringsleger zogenaamde 'barrel bombs' (gifgas) op het dorp Aleppo gegooid. Dit mag absoluut niet in verband met het mensenrecht. Er zijn enorm veel doden gevallen.
Deelvraag 2: Wat heeft het conflict voor gevolgen voor de bevolking van Syrië?
In 2000 kwam Bashar el-Assad aan de macht, op dit moment zat er een burgeroorlog aan te komen. Een burgeroorlog is een conflict tussen bevolkingsgroepen binnen de grenzen van een land. In dit geval is dat dus de bevolkingsgroep die voor Bashar el-Assad zijn en de bevolkingsroep die tegen hem zijn. Ongeveer 2 jaar geleden begon de strijd in Syrië. Er zijn nu ongeveer 60.000 Syriërs om het leven gekomen en er zijn meer dan miljoen mensen op de vlucht. De gevolgen voor de bevolking worden steeds erger.
Vreedzame protesten tegen het regime liepen uit tot een burgeroorlog waarbij elke dag gevechten zijn tussen de regering en de rebellen.
Door deze protesten en gevechten is het land als ware in tweeën gedeeld. Het noorden in handen van de opstandelingen maar Damascus is nog stevig in handen van de regering. Daar tussen heb je land waar eigenlijk niemand de baas is.
Er zijn geregeld wrede slachtpartijen in dorpen of stadswijken. Daarom hebben veel Syriërs hun land verlaten en zijn naar vluchtelingenkampen gegaan in omringende landen. Zo’n vluchtelingenkamp ontstaan zo groot als de stad Utrecht. Deze vluchtelingen worden goed opgevangen, maar de grote hoeveelheid die de landen binnenkomen leidt tot problemen. Het heeft namelijk ook weer gevolgen voor de bevolking van die omringende landen. Want Syrische vluchtelingen bieden zich aan om te werken voor een prijs die lager dan gemiddeld is, zo komt een groot deel van de bevolking van de omringende landen niet meer aan werk.
Er is veel schade en de levens van de Syriërs zijn helemaal omgegooid. Ruim vier miljoen mensen hebben hulp nodig. Door de gevolgen van oorlog raken veel mensen gewond en moeten mensen gedwongen hun huis verlaten. Ze hebben medische hulp, water, voedsel en nog meer basisbehoeften nodig.
Kinderen en jongeren zijn sinds het begin van het conflict erg slecht behandeld. Veel zijn gedood, vastgehouden, verkracht, ontvoerd en gemarteld. Ze hebben dus geen normale jeugd. Geen onderwijs, vriendjes of vriendinnetjes. De kinderen worden erg meegesleept in een levenswijze met geweld, dit kan er voor zorgen dat de volgende generatie gewoon verder gaan met oorlog voeren en demonstreren. De kinderen zijn een doelwit van het geweld in Syrië.
De Syrische bevolking wordt erg geholpen door organisaties die helpen maar dat is niet genoeg. De protesten gaan gewoon door en het geweld neemt steeds meer toe.
De demonstranten kennen geen angst meer dus proberen al ver al te protesteren. De Syrische geheime politie probeert zoveel mogelijk mensen aan te houden in ziekenhuizen en thuis zodat de protesten verminderen.
Deelvraag 3: Waarom is het conflict moeilijk op te lossen?
Het conflict is erg moeilijk op te lossen. Beide partijen, het regime en de rebellen zijn niet bereid om te stoppen met vechten. De wil is er niet. De rebellen willen dat de president aftreed, maar dat gebeurt niet.
et regime vind alles prima, Assad gaat toch niet opstappen. Beide partijen winnen de strijd niet. De Rebellen hebben niet genoeg wapens en het regime wel, zoals vliegtuigen. Dit komt doordat Rusland Assad steunt en wapens blijft sturen. Poetin (de president van Rusland) heeft dus een sleutel in handen. Als hij Rusland geen wapens meer laat sturen, zou het geweld een stuk verlagen.
Het is duidelijk dat er geen einde aan de burgeroorlog komt zolang Assad door Rusland gesteund en bewapend blijft.
Het antwoord op de vraag ‘Waarom is het conflict moeilijk op te lossen?’ is niet eenvoudig. Iedereen heeft een andere mening over de “oplossing”. Zoals we hebben vertelt zijn er veel verschillende rebellen met een heel ander doel. Ook onderling hebben de partijen conflicten. Hierdoor is het natuurlijk enorm lastig om 1 oplossing te zoeken. Wanneer het regime van Assad zich overgeeft, wat dan? Wie neemt de leiding? Waarschijnlijk wordt het dan alleen maar meer chaos.
In Syrië is spraken van een politieke patstelling, dat is een situatie waarbij men geen oplossing ziet. Wij, de landen eromheen, kunnen niet veel meer doen dan hulp verlenen aan gewonden.
Deelvraag 4: Wat doen andere landen eraan om Syrië te helpen?
In Syrië zijn conflicten tussen de regering en het volk. Op dit moment neemt het geweld steeds meer toe en de levenssituaties verslechteren. Er zijn al velen doden gevallen door deze conflicten, ook zijn er veel gewonden en vluchtelingen die naar de buurtlanden zijn gevlucht.
Door deze redenen proberen andere landen Syrië te helpen. Nederland heeft dan ook vele organisaties die Syrië helpen.
- Stichting vluchteling
Stichting vluchteling verleent hulp aan Syrische vluchtelingen in Libanon, Jordanië, Irak en Syrië. Ze zorgen ervoor dat vele vluchtelingen gezondheidszorg, schoon drinkwater en sanitaire voorzieningen krijgen. Ook delen ze noodhulppakketten en voedselpakketten uit.
- Sos kinderdorpen
De SOS kinderdorpen vestigen zich al veertig jaar in Syrië. Er zijn twee SOS kinderdorpen: in Aleppo en in Damascus. Deze dorpen zorgen voor veiligheid van kinderen tijdens deze burgeroorlog.
- War Child
Helpt kinderen om een veilige plek te vinden voor kinderen uit Syrië om hun traumatische ervaringen te verwerken, zodat ze weer kind kunnen zijn. Ze vragen hiervoor geld van de bewoners uit Nederland.
- Rode kruis
Rode kruis helpt gewonden vanuit het conflict. Tienduizend vrijwilligers helpen de gewonden met gevaar voor eigen leven.
En zo zijn er nog vele organisaties in Nederland die de burgers uit Syrië proberen te helpen. Hulp komt niet alleen vanuit Nederland maar ook vanuit andere landen.
Tien landen hebben de VS-verklaring gesteund: Australië, Canada, Frankrijk, Groot-Brittannië, Japan, Italië, Saoedi-Arabië, Spanje, Zuid-Korea en Turkije. Deze landen zijn akkoord gegaan met een verbod op chemische wapens. Dit zou er dan voor kunnen zorgen dat het gebruik van chemische wapens door het Syrische regime stopt.
Iran en Turkije gaan samenwerken om de onrust in Syrië te verminderen. Ze gaan een humanitaire hulpactie opzetten. Het is nog niet bekend waaruit die hulp uit zou bestaan.
Het Duitse leger wordt ingezet om de chemische wapens in Syrië te vernietigen.
Bronnenlijst
De bronnen die we hebben gebruikt zie je hieronder.
http://conflictenteller.nl/syri%C3%AB-.html
http://www.goeievraag.nl/vraag/maatschappij/overig/oorzaak-oorlog-syrie.333142
http://www.europa-nu.nl/id/vip3ic6okipx/burgeroorlog_in_syrie
http://nos.nl/artikel/547385-wat-u-moet-weten-over-syrie.html
http://nieuwsuur.nl/onderwerp/429007-syrie-portret-van-een-land-in-verval.html
http://missingpeace.eu/nl/2011/04/de-syrische-opstand-en-de-mogelijke-gevolgen/
http://www.telegraaf.nl/buitenland/22292641/__Duitsland_helpt_Syrie__.html
https://www.vluchteling.nl/Landen-en-Themas/Syrie.aspx
http://www.rodekruis.nl/hulp-wereldwijd/onrust-midden-oosten/onze-hulp-in-syrie
http://nieuwsuur.nl/onderwerp/504929-zijn-er-oplossingen-voor-syrie.html
Ook hebben we contact gehad met Maarten Zeegers. Hij is de auteur van het boek ‘Wij zijn Arabieren‘ over Syrië. Zelf is hij ook in Syrië geweest voor zijn studie. Helaas werd die opgepakt omdat hij een “ongewenste vreemdeling” was. Hij bellande in de Syrische gevangenis tussen alle demonstranten waarna hij in Turkije vrij werd gelaten. Vanuit daar is hij weer naar Nederland gegaan en heeft hij dit boek geschreven.
Via Twitter hebben we contact opgenomen om hem telefonisch wat vragen te stellen over Syrië. Het was leerzaam en vooral interessant omdat hij het allemaal van dichtbij heeft gezien.
Nawoord
Aan het begin hadden we moeite met het bedenken van een land en hoofdvraag. Toen we dat hadden viel het enorm mee. We hebben serieus enorm veel geleerd. We hoorde wel eens de naam Syrië voorbij komen maar we hadden geen idee wat er aan de hand was. Toen we googelde zagen we hele ingrijpende foto’s wat het nog interessanter maakt. De foto’s gaven een goed beeld van het conflict. Verschrikkelijk wat die mensen meemaken. We vonden het heel interessant en hebben ons er erg in verdiept. We vonden het zeker de moeite waard om dit werkstuk te maken en we zijn er veel van opgestoken.
De samenwerking ging erg goed, we hebben de taken eerlijk verdeelt. Elke dag hebben we er een stukje aan gewerkt. Dit onderwerp vonden we zo interessant dat we geen moeite hadden om eraan te werken.
REACTIES
1 seconde geleden
S.
S.
Het is een goede verslag! maar er ziet een kleine foutje! het oorlog in Syrië begint eigenlijk op 15 maart en niet op 5 maart want ik ben een Syrische meisje en ik weet wel de datum wanneer het oorlog heeft begint.. maar de rest is prima!:)x
9 jaar geleden
AntwoordenH.
H.
Ik vind ook goede verslag, maar ziet klein foutje in het reactie, ik ben Nederlandse meisje en het oorlog is eigenlijk de oorlog
8 jaar geleden
B.
B.
Dankjewel! :) Het is alweer een tijdje geleden maar ik zal het aanpassen.
5 jaar geleden
J.
J.
mooi verslag
8 jaar geleden
AntwoordenH.
H.
Dit werkstuk is alweer een tijdje geleden gemaakt, maar ik vind het oprecht zo goed! Het heeft me enorm geholpen
Bedankt!🤍
3 jaar geleden
Antwoorden