Biologie Genotype & Fenotype

Beoordeling 7.5
Foto van een scholier
  • Toets door een scholier
  • 3e klas vwo | 394 woorden
  • 20 maart 2023
  • 2 keer beoordeeld
Cijfer 7.5
2 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode
ADVERTENTIE
Ontdek de veelzijdigheid van Scheikunde!

In de bachelor Scheikunde in Amsterdam bestudeer je alle richtingen van de chemie om bestaande processen, producten en materialen te verbeteren en nieuwe te ontwerpen. Van moleculen tot duurzaamheid, jij maakt het verschil! Ervaar zelf hoe het is om in Amsterdam Scheikunde te studeren en kom op 10 april Proefstuderen!

Lees meer en kom Proefstuderen!

Genotype

Alle erfelijke eigenschappen : Zoals onhandig, druk, rustig. Dit zijn genes die jij van je ouders van erven. Deze eigenschappen zijn dan ook niet zichtbaar net als kleur.

Fenotype

Alle zichtbare eigenschappen. zoals je oogkleur, haarkleur of de vorm van je neus. Deze eigenschappen zijn dan weer wel zichtbaar.

Dominant

Komt altijd tot uiting en overheerst altijd. Ook al is er recessief is dominant altijd sterker.

Recessief

Komt/kan alleen tot uiting komen als er geen dominant in zit. Zo niet is dominant sterker.

Fenotype = Genotype + milieu

Per eigenschap           

(^^ 1 zaadcel en 1 eicel)

  2 genen

Allelen:

variant van genen

Homozygoot

Hetzelfde van een bepaalde eigenschap

Heterozygoot

Twee verschillende van die eigenschap

Samenvatting van 3.1

Elke celkern van een lichaamscel (van een mens) bevat 46 chromosomen.

Chromosomen bestaat uit DNA. En elk stukje DNA bestaat samen uit informatie voor een gen. Elke chromosoom bevat een groot aantal genen. Genen kunnen ‘aan’ of ‘uit’ staan in een cel. In je cellen van je haarzakjes, staat er een gen waarin staat elk type haar en welke haarkleur jij krijgt. Elk gen bestaat uit twee allelen. Een allel op elke chromosoom. De twee allelen kunnen ook van elkaar verschillen (heterozygoot)  Het ene allel kan zeggen jij hebt bruin haar maar de ander kan zeggen blond. Een allel is een bepaalde variant van een gen. Hoe ontstaat het genotype; alle erfelijke informatie samen noem je genotype van dat organisme. Het genotype wordt bepaald tijdens de bevruchting. Dan komen de chromosomen van de zaadcel en de eicel samen. Daardoor de bevruchte eicel weer een chromosomenparen. Elk gen bestaat uit een Allel van moeder en een van de vader. En dan alle genen samen zijn het genotype. De bevruchte eicel groeit door middel van mitose uit tot het nieuwe organisme. Bij mitose veranderd het genotype van het lichaamscellen niet. Het genotype blijf je voor altijd houden.

Hoe ontstaat fenotype; alle eigenschappen van een organisme noem je het fenotype. Bij het fenotype behoren de zichtbare eigenschappen. Maar ook onzichtbare eigenschappen behoren daarbij (zoals bloeddruk, je karakter en de bouw van je organen). Maar door genotype zien mensen er verschillend uit. Het fenotype wordt bepaald door het genotype. Je leefstijl en je omgeving hebben er invloed op. Als daar verandering in komt noem je dat invloeden uit het milieu. Het fenotype komen van een organisme komt tot stand door het genotype en door invloeden van het milieu.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.