Scapino ballet

A) Algemene theaterkenmerken

1 – Aanvullende gegevens:

a.) In Part One 'Allegro' solo's:
- Annabelle Lopez Ochoa
- Kevin O'Halloran
Duet:
- Bryndis Brynjolfsdottir
- Massimo Molinari

'Adagio' solo's:
- Kevin O'Halloran
- Massimo Molinari

In Part two solo's:
- Ederson Rodriques Xavier
- Bonnie Doets
- Sandra Marin Garcia

b.) Ed wubbe, vanaf zijn 18e heeft hij zelf gedanst. Sinds 1992 is hij artistiek directeur van Scapino ballet Rotterdam. Hij maakt meestal avondvullende dansproducties oa.: Messiah,
Light of the sun waarvoor hij een prijs heeft gekregen in 1989, perfect skin, single manoeuvres en Tjaikovski.

c.) Try out op 28 nov. en 4 dec.
Première: 5 dec.

2 – Het toneelbeeld

a.) In de Rotterdamse schouwburg. Een half ronde zaal met twee balkons boven elkaar. Het toneel was het laagste punt. De stoelen liepen schuin af naar het podium.

b.) Het publiek zat recht tegenover het schouwspel. En doordat de zaal schuin afliep werd je als het ware gedwongen naar het toneel te kijken en werd je meer bij de dans betrokken.

c.) Citaat Ed Wubbe: 'Hoewel ik me niet met Tsjaikovski's biografie bezig ga houden, wilde ik in de vormgeving naar de wereld en de tijd van Tsjaikovski -of preciezer, de tijd dat dit vioolconcert populair werd op de concertpodia- refereren. In die tijd kwamen sporten en dan met name chique sporten als tennis en schermen, op als tijdspassering voor de rijken. De eerste sportzalen lijken in hun weelderigheid dan ook meer op paleiszalen dan op gymzalen. Dat gebruikte ik als uitgangspunt voor de vormgeving. De schermsport werd uitgangspunt voor de kostuums.' Bij het eerste deel werd het podium neutraal verlicht met weinig lichteffecten. Om de dans alle aandacht te geven. In het tweede deel werd er veel gebruik gemaakt van harde kleuren om de sfeer aan te geven. In het tweede deel waren er geen attributen behalve banken. De kostuums van de dansers waren donker en futuristisch. Het decor was tijdens het tweede deel erg typisch. Rode en blauwe schermen zorgden voor verdeling van de ruimte.

3 – Muziek en geluidseffecten

De muziek van Tsjaikovski was het uitgangspunt van de dans, de attributen, het decor en de kostuums. In het eerste werd gedanst op het originele vioolconcert van Tsjaikovski en dit was terug te zien in de choreografie. In het tweede deel werd gedanst op een bewerkte versie van het vioolconcert door Tim Simenon. Dit was terug te zien in de dans, omdat deze veel grilliger was. Het was meer muziek voor deze tijd.

B) Kenmerken bij ballet

4 – Waar gaat de voorstelling over?

a.) In het eerste deel wil Ed Wubbe ons terug in de tijd laten gaan. Terug naar de 19e eeuw waar schermen een sport was voor rijke, hooggewaardeerde mensen was. In dit deel van het ballet wordt de schermsport uitgangspunt voor de kostuums, maar niet voor de beweging. Door de virtuositeit van het Vioolconcert heeft Wubbe er een groepsstuk van gemaakt: " Er is geen ruimte voor soli, duetten en ander individualistische uitwassen." Het thema was Tsjaikovski.

In het tweede deel werkt Ed Wubbe vanuit dezelfde gedachte en hetzelfde gezelschap naar het hier en nu. En de centrale vraag was: Hoe verhouden deze mensen zich nu tot elkaar? Hij heeft gebruik gemaakt van dezelfde ruimte maar dan wat verbouwingen en renovaties later. Eigenlijk moeten de danser de achter achter achter kleinkinderen van de dansers uit de 19e eeuw voorstellen. Door de muziek van Tsjaikovski door Tim Simenon te laten bewerken krijgen we een eigentijdse versie te horen die helemaal bij het thema past.

b.) De belangrijkste theatrale middelen zijn in het eerste deel toch wel de kostuums en het decor. In het tweede deel vooral de muziek en het decor. Natuurlijk spelen de kostuums hier weer een grote rol.

c.) In het eerste deel van het ballet zijn er geen centrale momenten. Er is geen climax, het is een vlak stuk. Tijdens het tweede deel wordt de spanning duidelijk opgebouwd naar het centrale moment. Namelijk, de man met de hand die iedere danser in zijn greep lijkt te houden.

d.) In vooral het eerste deel van de dans werd weinig solo gedanst. Er was een duet wat duidelijk maakte dat twee mensen zich aangetrokken voelde tot elkaar maar uit beschaafdheid elkaar weinig aanraakte. Ze waren duidelijk in tweestrijd.

In het tweede deel was een kale man met een soort robothand, met scherpe puntige vingers. Deze man beeldde het kwaad uit van deze tijd. Verder waren er eigenlijk alleen maar groepsstukken.

5 – Het bewegen

a.) Het ballet was modern. Veel bewegingen werden op de grond uitgevoerd. Rollen en springen werd veel gedaan. Ook werd er op een klein beetje chaotische manier met stoelen geschoven. De bewegingen waren vloeiend en krachtig. Actief werd afgewisseld door passief. Dansers gingen soms onderuitgezakt op een stoel, aan de zijkant van het podium, zitten. De dans was behoorlijk explosief. Het hele podium werd voor de dans gebruikt.

b.) Emoties werden getoond door lichaamshouding. De mimiek heeft geen rol gespeeld want gezichten waren niet te onderscheiden. Als mensen verveeld waren of zich buitengesloten voelden gingen ze onderuitgezakt op een stoel zitten. Als ze bang waren maakten ze zich klein en probeerde niet op te vallen, enzovoorts…

6 - waardering

Lenny: Ik vond de voorstelling als geheel best wel indrukwekkend. Vooral het eerste deel vond ik mooi. Het tweede gedeelte was iets te ruig en de sfeer was onaangenaam. De
dansers vond ik heel goed. Vooral Bryndis Brynjolfsdottir heeft indruk gemaakt. Ik vond het heel grappig om te zien hoe stoelen een deel kunnen zijn van een modern ballet. Ik zou de voorstelling aanraden aan mensen die van modern ballet houden. Als je meer van klassiek houdt denk ik niet dat dit een aanrader is. De muziekstijl van het eerste gedeelte is lieflijk, rustig en fris. In het tweede gedeelte is de muziek echter ruig en gewaagd, niet mooi.

Suzanne: Ik ben al meerdere keren naar dansstukken van Scapino ballet geweest, ik merkte heel duidelijk dat er aan de dansvorm niks verandert. De bewegingssystemen blijven hetzelfde, dat maakte het stuk wat dat betreft saai. De dansers waren echter wel goed naar mijn zin, dat camoufleerde de afgezaagde manier van dansen. Het eerste stuk vond ik mooier dan het tweede. Dat kwam voornamelijk door de muziek en het het decor. De muziek in het tweede deel vind ik te abstract.