Bert Visscher

Beoordeling 5.7
Foto van een scholier
  • Theaterverslag door een scholier
  • 4e klas vwo | 1964 woorden
  • 22 juni 2001
  • 151 keer beoordeeld
Cijfer 5.7
151 keer beoordeeld

BERT VISSCHER

Zakelijke gegevens

Op 22 december ging ik met een aantal vrienden naar een voorstelling van Bert Visscher in De Bussel in Oosterhout. De titel van de voorstelling was ‘Geluk zit in heel grote dingen’. Stephan reed met de heenweg met mij mee. Wij waren als eerste van onze groep bij De Bussel. Na een paar minuten kwamen Stijn en Joeri. We liepen met ons vieren door naar binnen. Bij binnenkomst moesten wij onze kaartjes laten zien en werd er een scheur in gemaakt. Wij liepen gelijk door naar boven om onze plekken te zoeken. Marcel en Maarten kwamen iets later.

Samenvatting

Bert Visscher kwam met een fiets het podium op. Hij had toen een geel regenpak aan. Hij speelde de rol van een vuurtorenwachter die ruzie had met zijn broer. Zijn broer had een strandbordeel dat aan de overkant lag. Vroeger strandde er veel schepen aan en gingen naar het bordeel, maar toen de vuurtoren er kwam, strandde er geen schepen meer aan, zodat het bordeel minder klanten kreeg. Daarom hebben de broers ruzie. Op een gegeven moment schoot die broer de lamp van de vuurtoren kapot en was het donker in de zaal. Ik schrok van de harde knal. Even later pakte de vuurtorenwachter zijn geweer en richtte op het bordeel. Hij schoot op de neonletters van het bordeel en in plaats van ‘Chez Lulu’ stond er nou ‘hé lul’. Hij had de C, de z en laatste u eraf geschoten. Ik vond dat erg grappig. Tijdens de voorstelling verscheen een paar keer een postbode. Hij had in het begin een doos bij zich waar een nieuwe lamp voor de vuurtoren inzat om de oude lamp die stuk was geschoten door zijn broer te vervangen. Bert Visscher speelde voor de pauze een aantal rolletjes zoals een oud-militair, een gestresste visser en een kakkerige golfspeler. Hij speelde ook af en toe op zijn piano. Na de pauze was het decor omgebouwd tot een bordeel. Bert speelde nu de rol van de broer die pooier was. Aan de bar zaten twee hoeren en in het midden stond een biljarttafel. Hij vertelde dat hij ruzie had met zijn broer en dat er nog maar weinig mensen naar het bordeel kwamen.

Beschrijving van de ruimte

De voorstelling van Bert Visscher was in de grote zaal van De Bussel. In deze zaal is plaats voor 501 personen. Ik vond het een gezellige zaal, maar de zitplaats was klein. Ik kon nauwelijks mijn benen kwijt en het trapje om naar boven te lopen was erg smal. Ik vond dat de treden wel wat breder mochten zijn. Het publiek zat op een steil oplopende tribune dichtbij het speelvlak. Dit is een kenmerk van het vlakke vloertheater. Deze zaal heeft een oppervlakte van 300 m² en is dus voor vrijwel elk doel te gebruiken. Door een juist lichtgebruik kan de zaal een intiem karakter krijgen of juist wat abstracter. De Bussel heeft ook nog een kleine zaal. In deze zaal kunnen zo’n 120 mensen. De zaal wordt ook wel foyer genoemd en heeft een uitgesproken intiem karakter en is daardoor zeer geschikt voor bijvoorbeeld bruiloftrecepties.

Voor de pauze speelde het verhaal af op het strand bij de vuurtoren. Het decor was opgebouwd uit een vuurtoren, een bak met water (dat de zee moest voorstellen) en een steiger. Het licht voor de pauze was net als dat van een vuurtoren: eerst fel en dan weer iets minder. De kleding die Bert Visscher voor de pauze aan had waren een regenpak van een vuurtorenwachter, een kakkerig kostuum van een golfer en een uniform met medailles van een oud-militair. Na de pauze speelde het verhaal zich af in het strandbordeel. Het decor bestond dus ook uit de inrichting van een bordeel. Er was een bar, biljarttafel, dansvloer en veel glitterversieringen. Het licht was rood en de gebruikte attributen en kostuums zijn als die van een echte patser: een Rolex, een glitter pak en een sigaar in de mond.

Beschrijving van de cabaretvoorstelling

De typetjes die Bert Visscher in zijn voorstelling speelde, zijn een vuurtorenwachter waarbij de lamp van de vuurtoren door zijn broer kapot werd geschoten en een oud-militair die stotterend en overspannen verteld hoe het in de oorlog was. Verder speelde hij een kakkerige golfspeler die samen met zijn ingebeelde vrouw Liedewijn aan het golfen was en daarbij domme dingen deed, zoals in plaats van het balletje weg te slaan de stok weg te gooien. Ook speelde hij een gestresste visser die op een gegeven moment in het water valt. Na de pauze speelde Visscher een pooier met een dikke buik en een glitter pak die te weinig mensen in zijn bordeel kreeg vanwege de vuurtoren. Ook stond in het bordeel een scheefstaande biljarttafel waar hij verschillende dingen mee uit haalde, zoals een bal erop leggen die dan naar beneden rolt en niemand wist hoe dat kon. Hier links de gestresste visser. De thematiek van de voorstelling was het belachelijk maken van verschillende ‘bijzondere’ mensen. Hiermee bedoel ik mensen, zoals pooiers en golfspelers, die over het algemeen als buitengewoon worden beschouwd. De theatrale middelen die Bert Visscher in zijn voorstelling gebruikte zijn Decor en licht, Kleding en grime en Muziek en geluidseffecten. Voor de pauze speelde Bert Visscher een vuurtorenwachter. Het decor bestond daarom ook uit een vuurtoren, een steiger en een bak met water dat de zee moest voorstellen. Het licht was hetzelfde als dat van een vuurtoren. De overdreven kleding die hij droeg typeerde het typetje dat hij speelde, zoals de golfkleding en een opvallend pak van een pooier. Verder kwamen in zijn voorstelling verschillende geluidseffecten voor zoals het rinkelen van glas nadat de lamp kapot werd geschoten en de knallen van geweerschoten. Deze theatrale middelen gebruikt Bert Visscher bijna altijd in zijn voorstellingen en vullen altijd elkaar erg goed aan. Ik denk dat deze voorstelling een combinatie is van twee soorten cabaret, namelijk Beschouwend-verhalend cabaret en Fysiek cabaret. De eerste soort, omdat Bert Visscher een verhaal vertelt over een vuurtorenwachter die ruzie heeft met zijn broer die pooier is. Verder speelt hij ook nog enkele rolletjes die niks met het verhaal te maken hebben. De tweede soort omdat hij veel acrobatische grappen maakt en veel beweegt.

Doel

Ik denk dat Bert Visscher vooral de toeschouwers wil vermaken, want hij maakt het publiek aan het lachen, die zich daardoor weer ontspannen. Verder denk ik dat Bert Visscher met deze voorstelling naast het vermaken natuurlijk ook geld wil verdienen, want dat wil ten slotte iedere cabaretier of zanger.

Ik denk dat de bestaande recensie vanuit een informatief en intuïtief invalshoek is geschreven, omdat er zowel informatie als persoonlijke ervaringen worden verteld. De elementen van de kritiek van de recensent zijn: -een beschrijving van inhoud en thematiek: regel 13 tot en met regel 20 -een interpretatie van het kunstwerk of de voorstelling: regel 20 tot en met regel 23 -een oordeel over het vakmanschap: regel 23 tot en met regel 29 -een waardeoordeel: zit er niet in -informatie over de kunstenaar: regel 1 tot en met regel 13
Ik denk dat de recensent emotivistische argumenten heeft gebruikt, omdat in de recensie gevoelens van de recensent staan, zoals ‘verschrikkelijk leuk’. Ik denk dat hij verder geen andere argumenten heeft gebruikt.

Bestaande recensie

Recensie \'Geluk zit in heel grote dingen\'Door Ruud Meijer

Er komt een tijd in de carrière van ieder succesvol artiest dat er moet worden gekozen. Je kunt er voor kiezen om achterover te leunen en de kip met de gouden eieren tot het einde der tijden te laten leven. Maar de mogelijkheid bestaat ook om het beestje de nek om te draaien en op zoek te gaan naar het verborgen goud in je eigen hart. Cabaretier Bert Visscher lijkt dat keuzemoment te hebben bereikt. Zijn nieuwe voorstelling \'Geluk zit in hele grote dingen\' barst nog van de vette pret. Maar het humoristische Visscher-tapijt, geweven van hilarische grappen, absurde verhalen en aanstekelijke ongein, begint slijtageplekken te vertonen. En hier en daar gaapt zelfs een storend gat. Net als in zijn vorige voorstelling plaatst Visscher weer een personage op een afgelegen locatie met een tijdens de voorstelling op te lossen probleem. In dit raamwerk met ingebouwde spanningsboog (lukt het hem wel, lukt het hem niet) kan Visscher een aantal typetjes en conferences kwijt die verder weinig met de voorstelling te maken hebben. Dit keer situeert Visscher twee broers aan een afgelegen kust. De ene broer had een goed lopend bordeel dat zijn cliëntèle betrok van aan wal gelopen schepen. Wanneer de andere broer in de buurt een vuurtoren gaat exploiteren is het afgelopen met de aanspoelende hoerenlopers. De pooierbroer schiet regelmatig de lamp van de vuurtoren aan diggelen en de vuurtorenwachterbroer mikt graag op de neonreclame van het bordeel. Voor de pauze trakteert Bert Visscher zijn publiek op een spervuur van grappen en grollen. Hij dolt als een jonge hond met de mensen op de eerste rij. Dit is Visscher op zijn best: banaal, voorspelbaar, maar wel verschrikkelijk leuk. Na de pauze is het niveau beduidend minder. Dit deel van het programma maakt een rommelige, aarzelende, onaffe indruk. Ik denk dat Visscher een beetje aan het verdrinken is in een overdaad aan typetjes, decors en rekwisieten. Jammer, want hij heeft van naturen zoveel in huis. Visscher als stand-up comedian, zonder decors of verkleedpartijen, zou dat niet eens een keer een verademing zijn? Visscher die een gevoelig slaapliedje al \'Ze slaapt zo mooi\' ook eens als een teder liefdesliedje zong, zou dat niet ontroerend zijn? Ik denk dat Bert Visscher moet gaan kiezen. Tussen de kip met de gouden eieren en de komiek met het gouden hart. (Algemeen Dagblad)

Eigen recensie

Recensie \'Geluk zit in heel grote dingen\'Door Fons Verharen

Ik verwachtte dat Bert Visscher erg druk zou zijn, omdat ik op de tv voorstellingen heb gezien waarin hij heel erg druk was. Mijn verwachting klopte natuurlijk, want hij was net als anders erg druk. In de voorstelling ‘Geluk zit in heel grote dingen’ speelde hij voor de pauze het ene typetje na de ander. Ik kon bijna niet meer bijhouden welke typetjes hij nu gespeeld had. Na de pauze was hij erg rustig. Hij speelde maar een paar typetjes en hield zich rustig. Dit was precies het tegenovergestelde van wat Visscher nu eigenlijk was. Ik vond deze voorstelling niet zo heel leuk als de andere voorstellingen van Visscher, omdat hij vooral na de pauze het rustig aan deed. Voor de pauze deed hij meer typetjes en was het dus ook leuker. Het mooist vond ik dat de vuurtorenwachter een paar neonletters van het bordeel af schoot, waardoor er in plaats van ‘Chez Lulu’ nu ‘he lul’ stond. Tijdens de voorstelling had ik vooral voor de pauze veel plezier. Na de pauze had ik het eigenlijk wel gezien, omdat er geen leuke stukjes meer in voor kwamen. Ik vond het een redelijke voorstelling, omdat ik de grappen wel leuk vond, maar het te lang duurde zodat het saai begon te worden. Ik ben gewend dat Visscher heel de voorstelling erg druk doet, maar na de pauze was hij dat niet. Aan de andere kant denk ik dat als je nog een keer gaat kijken nieuwe dingen zichtbaar worden, want Visscher speelt zoveel typetjes en beweegt ook veel dat het onmogelijk is alles in één keer op te pakken. Ik zou wel meer voorstellingen van Visscher willen zien, omdat de manier waarop hij speelt mij aan spreekt. Hij vertelt en doet zoveel in een korte tijd dat je het gewoon niet meer bij kunt houden. Mijn houding ten opzichte van cabaret is veranderd, omdat ik nu weet dat een cabaretier niet alleen goed kan vertellen, maar dat hij ook ontzettend veel fantasie moet hebben. Waar haalt Visscher trouwens die krankzinnige teksten en zotte acties eigenlijk vandaan? Ik vond deze voorstelling tot nu toe één van de mindere voorstellingen van Bert Visscher.

REACTIES

M.

M.

Bedant

22 jaar geleden

M.

M.

top verslag

21 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.