Hoe is vuurwerk ontstaan? Niemand weet precies waar en wanneer vuurwerk is uitgevonden. Waarschijnlijk bij toeval, doordat iemand per ongeluk salpeter morste (een chemische stof die vroeger wel eens gebruikt werd als vervanger van zout), tijdens het koken. Dat poeder viel in het houtvuur en begon enorm te knetteren. Hoe dan ook, in China gebruikte men al 2000 jaar geleden vuurwerk. Voor feesten, maar ook omdat men dacht dat de knallen boze geesten weg zouden jagen.
Bij ons is vuurwerk nog niet zo lang bekend, pas sinds de middeleeuwen. Toen werd het vooral bij oorlogen gebruikt: bommen vol kruit waarmee kasteelmuren kapotgeschoten werden en vuurpijlen die de vijand doodsbang moesten maken. Vuurwerkmaker was toen een heel belangrijk en geheimzinnig beroep. Maar ze rommelden maar wat aan en er zijn dan ook heel wat vuurwerkmakers zelf met kruit en al de lucht in gevlogen.
Zo’n 200 jaar geleden werd scheikunde een echte wetenschap en toen ging de ontwikkeling van vuurwerk met sprongen vooruit. Nu kun je vuurwerk in alle soorten en maten kopen en hoef je geen expert meer te zijn om het veilig af te steken.
Over strijkers, rotjes, kanonslagen en dergelijke is in de vorige eeuwen niet veel bekend. Natuurlijk werd de jaarwisseling wel gevierd, maar de gebruiken waren heel anders dan nu. Er werd wel veel lawaai gemaakt. Dat was nodig om de kwade geesten weg te jagen die tussen kerstmis en nieuwjaar volop in de lucht zweefden. Hoe harder het lawaai, hoe beter. Daarom werd er veel met vuurwapens in de lucht geschoten.
In de loop van de 19e eeuw verdween het gebruik van buskruit op oudejaarsavond grotendeels om in de 20e eeuw volop terug te komen, vooral na 1945. Voor die tijd ging men natuurlijk ook wel tekeer, bijvoorbeeld met het melkbusgrapje. Boeren namen een melkbus en boorden er vanachter een gaatje in. Ze vulden de bus met water en carbid en hielden een vlammetje bij het gat. Met een knal werd de deksel van de melkbus gelanceerd, met of zonder voet van een enkele waaghals.
Tijdens de Duitse bezetting hoorde men knallen genoeg en piekerden de meeste mensen er niet over het nieuwe jaar met vuurwerk te begroeten. Pas rond 1965 kwamen rotjes, zevenklappers, vuurpijlen en gillende keukenmeiden weer in trek. Het afsteken van kanonslagen stond wel stoer, maar werd veelal beschouwd als uitsloverij. Na een half uurtje was alles weer bekeken.
De Chinezen in Nederland deden er nog korter over. De uitvinders van het vuurwerk bouwden vroeg op de avond grote stellages op waar ze siervuurwerk op aanbrachten. Na de klok van 12 uur staken ze dit aan en binnen 10 minuten was alles voorbij.
Natuurlijk las je toen in de krant ook over ongelukken, maar die kwamen niet vaak voor. Er werd niet geëxperimenteerd met eigen gemaakt vuurwerk en er waren geen dubieuze handelaren bij wie je al in oktober terecht kon voor onbetrouwbaar vuurwerk.
REACTIES
1 seconde geleden