Impressionisme, expressionisme

Beoordeling 6.5
Foto van een scholier
  • Spreekbeurt door een scholier
  • 6e klas vwo | 2305 woorden
  • 9 december 2001
  • 186 keer beoordeeld
Cijfer 6.5
186 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
ADVERTENTIE
Slim oefenen met Mijn Examenbundel

Wil jij onbeperkt online oefenen met examenopgaven, uitlegvideo's en examentips bekijken en je voortgang bijhouden? Maak snel een gratis account aan op mijnexamenbundel.nl. 

Ontdek Mijn Examenbundel
Impressionisme

In 1874 exposeerde Monet in zijn ‘Salon des independants’ de ‘exposition des Refuges’ zijn werk ‘Impression, soleil levant’. Een criticus typeerde het werk als ‘impressionistisch’ waarmee hij wilde zeggen dat hun schilderijen alleen een eerste indruk (impressie) vertegenwoordigen. De kunstenaars namen deze naam over en schreven geschiedenis.

Schilderkunst:

In de 19e eeuw werd de smaak van het publiek bepaald door de kunst academies en de salons waar kunst tentoon gesteld werd. De heersende stijl was voornamelijk classicistisch en realistisch en men was zeer behoudend. Steeds meer jonge kunstenaars probeerden zich van deze traditie los te maken. Eén technische uitvinding gaf aanleiding tot een radicale verandering.

Eeuwen en eeuwen zijn schilders bezig geweest met het zo goed mogelijk weergeven van de wereld om hen heen. Echter, aan het begin van de 19e eeuw werd het fototoestel uitgevonden, waarmee met 1 druk op de knop de werkelijkheid exact kon worden vastgelegd. Het was daardoor niet langer de taak van de artiest zo dicht mogelijk de werkelijkheid te benaderen omdat er simpel een betere manier gevonden was. De kunstenaars werden daardoor steeds vrijer in het bepalen van het onderwerp en de wijze van vastleggen. Het impressionisme en de daarop volgende stromingen kunnen dan ook gezien worden als het ‘interpreteren van de zichtbare werkelijkheid’.
Het impressionisme heeft met name betrekking op de schilderkunst. De kunstenaars als Monet, Manet, Renoir, Degas en Cezanne toonden veel belangstelling voor de natuur. In plaats van het werken in hun atelier verkozen velen het werken in de open lucht.
De twee sleutelwoorden met betrekking tot het impressionisme zijn licht en kleur. Met deze twee middelen gaven de schilders hun (vluchtige) indrukken van de werkelijkheid weer. Met name het weergeven van het tijdelijke van een impressie hield de kunstenaars bezig. De veranderende atmosfeer van de natuur is ook een veel gekozen thema.
Ook de manier van schilderen droeg bij tot het creëren van de indruk van een voorbijgaand moment. De kunstenaars maakten hiervoor gebruik van losse penseelstreken in vaak terra kleuren (pasteltinten) waardoor een beetje vage beweeglijke voorstellingen ontstonden.
Het schilderij waar het impressionisme eigenlijk door ontstaan is, is het schilderij ‘Impression, soleil levant’ van Monet. Het geeft een indruk van de haven van Le Havre in de vroege ochtend. Monet verklaarde dat hij geen andere bedoeling had dan de stemming, de sfeer weer te geven waarin het licht en de kleur hem hadden gebracht. Het was niet zijn bedoeling om een ‘illusie van de werkelijkheid’ te geven zoals men dat van de oudere generatie kunstschilders gewend was.
Behalve dat de impressionisten geen ‘kopieën’ van de werkelijkheid maakten was er nog iets wat de critici niet zinde. Oudere kunstenaars gebruikten hun kunst vaak om een gedachte tot uitdrukking te brengen of een boodschap te verkondigen. De schilderijen van de impressionisten waren daar echter absoluut niet voor bedoeld. Het was l’art pour l’art, dat wil zeggen kunst om de kunst. Kunst moest gewoon mooi zijn en geen andere functie hebben zoals de oudere generatie vond, die stopten er altijd een moraal bij.
Impressionistische schilders in Nederland werkten vooral in de buurt van Den Haag. Ze worden daarom ook wel aangeduid als “De Haagse School”. In vergelijking met Franse impressionisten is hun werk wat minder fleurig. Dat komt doordat in het noordelijke klimaat de vrolijke en warme kleuren van de zon minder te zien zijn. Belangrijke Nederlandse impressionisten – ook buiten de Haagse School – zijn o.a. Anton Mauve, Gebroeders Maris, Mesdag, Breitner, Jongkind en Jacob van Looy.
Muziek:

Ook in de muziek heeft het impressionisme de nodige invloed gehad. De componisten uit die tijd wilden zich net als de schilders los maken van de traditionele harmonische functies en periodieke zinsbouw.
De muziek was niet meer verbonden aan een vast tempo. Men wilde de harmonische functies doorbreken door gebruik te maken van (in die tijd) ongebruikelijke of weinig gebruikte toonladders zoals pentatonische (5-tonige) reeksen, kerktoonladders en hele toontoonladder (toonladder bestaande uit hele toonafstanden). Voorbeelden van het verbreken van de gebruikelijke periodieke opbouw is het verkorten of verlengen van de melodieën. De traditionele opbouw met 4 maten ‘vraagvorm’ en 4 maten ‘antwoord’ werd dus doorbroken. Vaak kwamen melodietjes van 1 of 2 maten voor waarin het metrum geen rol van betekenis speelde in de vrije stroom van het ritme. Ze stonden schijnbaar los naast elkaar. Ook werden de termen majeur en mineur liever niet meer gebruikt door de heren Debussy en Ravel, 2 impressionistische componisten. Door hun ‘vreemde’ gebruik van toonreeksen ontstonden er nogal eens samenklanken zonder enige tonale relatie.
Net zoals in de impressionistische schilderkunst wordt in de muziek in deze stijl de kleur, hier de klankkleur, een belangrijk structuurbepalend middel en een sfeerbepalend middel. Ze combineerden de heldere kleuren van solo-instrumenten als fluit, hobo, harp en violen in de hoge registers met diepe mysterieuze klanken van allerlei instrumenten in de lage registers. Het ritme is erg wisselend; de ene keer is het overdreven puntig en in een ander werk is het meestal dromerig en lui. Hoewel Ravel en Debussy dezelfde stijlmiddelen gebruikten leidde dit niet tot dezelfde manier van componeren. Ravel behoort dan ook duidelijk tot de componisten die oude vormen in ere herstelden en hun muzikale in houdt in die vormen gestalte gaven: de neo-klassieken. Ravel heeft 1 van de bekendste stukken geschreven uit de klassieke muziek: de Boléro.

De prelude a l' Après-midi d"un Faune wordt als een belangrijke muzikale aanzet tot vernieuwing beschouwd
- ritme is onvoorspelbaar
- toonsoort blijft onbepaald
- de melodievoering is overwegend chromatisch
- de voortgang is onzeker
- het solo-instrument wordt niet ondersteund
deze kenmerken vinden we later terug in Debussy's enige voltooide opera Pelleas et Melisande (1902) Duplicatie is dan de muzikale signatuur van Debussy geworden.
Literatuur:

Het zo nauwkeurig mogelijk uitbeelden van nuances, indrukken en gevoelens gebeurde in de literatuur door het toepassen van bepaalde stijlmiddelen. Zoals de schilders allerlei zachte kleuren naast en door elkaar gebruikten om de juiste sfeer te kunnen treffen, zo gebruikten de schrijvers talrijke bepalingen (vooral bijvoeglijke naamwoorden). Wanneer ze met bestaande woorden niet de juiste nuances konden aangeven, dan verzonnen ze nieuwe worden (neologismen) als ‘schreeuwmonden’ en ‘fladderdalen’, of gebruikten in onbruik geraakte woorden, zoals ‘zwerk’ of ‘struweel’ (archaïsmen). Ook werd er veel gebruik gemaakt van beeldspraak om gevoelens zo zuiver mogelijk weer te geven en men streefde ernaar zo origineel mogelijke beelden te gebruiken; vooral synesthesie (gewaarwordingen van twee zintuigen met elkaar gecombineerd ;schreeuwende kleuren’ , ‘een diepe stem’). Verder komen in hun gedichten veel alliteraties (beginrijm) en enjambementen (regels die worden afgebroken op een plek waar in de zin juist geen pauze valt). Een genre dat vaak gebruikt werd was het sonnet. Bekende dichters uit het impressionisme zijn Jacques Perk, Willem Kloos en Herman Gorter.

Impressionistisch gedicht:
Zie je …
Zie je ik hou van je,
Ik vin je zo lief en zo licht –
Je ogen zijn zo vol licht,
Ik hou van je, ik hou van je
En je neus en je mond en je haar
En ogen en je hals waar
Je kraagje zit en je oor
Met je haar er voor.
Zie je ik wou graag zijn
Jou, maar het kan niet zijn
Het licht is om je, je bent
Nu toch wat je eenmaal bent.
O ja, ik hou van je,
Ik hou zo vrees’lijk van je
Ik wou het helemaal zeggen –
Maar ik kan het toch niet zeggen.
Herman Gorter, Verzen, 1890
Expressionisme
Algemeen, Schilderkunst:

Het expressionisme is eigenlijk een opvolger van het impressionisme. Schilders van het impressionisme gingen in hun werk steeds meer accent leggen op het gevoel, het hart , ten koste van de waarneming, de ogen. Zo werd de band met de werkelijkheid steeds zwakker: de kunstenaars gingen over naar het expressionisme. De afbeeldingfunctie slaat dus over naar de uitdrukkingsfunctie.

Een beroemd expressionistisch schilderij is ‘De toren der blauwe paarden’ (1912).
De titel geeft al aan dat dit onmogelijk een uitbeelding van de werkelijkheid kan zijn: er bestaan geen blauwe paarden. Wat Marc wil, is de gratie en de kracht van steigerende paarden laten zien. Daartoe geeft hij ze onnatuurlijke kleuren, vervormt hun hoofden tot hoekige vlakken en tekent ze zo boven elkaar dat er als het ware een toren van paarden ontstaat. De realiteit is hier dus gedeformeerd ten behoeve van wat de kunstenaar wil uitdrukken. Tegelijk worden de zachte pasteltinten van het impressionisme vervangen door hardere en contrasterende kleuren en worden de vage contouren scherper. Hoe sterker de deformaties zijn, hoe moeilijker het is iets realistisch op het schilderij te onderscheiden. Tenslotte kan dit overgaan in abstracte of non-figuratieve kunst waarin elke herkenbaarheid is verdwenen en het schilderij alleen nog maar bestaat uit vormen en kleuren.
De expressionistische schilderkunst bloeide in Frankrijk en vooral in Duitsland. In Frankrijk heet het expressionisme fauvisme (naar ‘fauve’=wild dier). Belangrijke expressionisten zijn de Fransman Henri Matisse, de Duitsers Franz Marc, Oskar Kokoschka en de Rus Vasily Kandinsky.
De schilderkunst deformeert de realiteit op een dusdanige wijze dat de weergave daarvan in een kunstwerk het symbool kan worden van de emoties en spanningen, die de kunstenaar wil uitdrukken. Op een directe en spontane wijze wordt de innerlijke gevoelswereld tot uitdrukking gebracht. Vooral in Duitsland - met kunstenaarsgroepen als de Brücke en Der Blaue Reiter -, en in Frankrijk, Vlaanderen en Nederland was het Expressionisme sterk vertegenwoordigd.
Literatuur:

Er wordt niet zozeer iets beschreven, maar een gevoel uitgedrukt met behulp van allerlei beelden. De deformatie zie je in de literatuur in de vorm van van het aantasten van het klassieke vers. Zo ontstonden de vrije verzen. Ook maakt de normale zinsbouw plaats voor onvolledige en ongrammaticale zinnen, en verdwijnen hoofdletters en interpunctie. De dichters uit die tijd zochten naar woorden om de emotie of de gedachte zo direct mogelijk te uiten, zonder de belemmeringen van het traditionele taalgebruik. Dat ‘directe’ komt ook tot uitdrukking in het feit dat expressionisten veel minder bijvoeglijke naamwoorden gebruiken dan de impressionisten: een bijvoeglijk naamwoord geeft sfeer, werkwoorden en zelfstandige naamwoorden geven de essentie. Een inhoudelijk verschil tussen impressionisme en expressionisme is dat bij het laatste de onderwerpen eerder ontleend zijn aan het stadsleen dan aan de natuur.

Zoals de expressionistische schilderkunst kan overgaan in abstracte kunst, zo kan de expressionistische poëzie overgaan in wat genoemd wordt poesie pure: gedichten waarin het niet zozeer gaat om een concrete inhoud maar waarin een sfeer, een gevoel wordt opgeroepen. Twee bekende dichters zijn H. Marsman en de Vlaming Paul van Ostaijen.
Expressionistisch gedicht:
Bazel
Groen is de slag
Van den stroom
Voor het dal
Van den dag
Heuvlen van licht zijn de wallen
Zijn de wallen
De stad is een fort
Door de poorten
Der bruggen
Ligt zon gestort
Over de ruggen
Der golven
De stad is bedolven
Onder het haar
Van de zon.
H. Marsman, Verzamelde gedichten
Muziek:
Stijlkenmerken:

De vorm
Geen traditionele vorm, maar kleine motieven die naar believen kunnen worden verlengd of herhaald. De kleine motieven kunnen citaten zijn van andere componisten, die hem inspireerden. Deze vorm wordt collage of montage genoemd.

De ritmiek:
Een kort en krachtig ritme. Het ritme is gevarieerd en complex en tegelijkertijd primitief. Ritme is even belangrijk als de melodie.
De harmonie:
Stravinsky gebruikte tegelijkertijd verschillende toonsoorten en akkoorden die niet altijd harmonieerden.
De instrumentatie:
Strawinski beschouwde muziekinstrumenten als personen die elk hun eigen timbre (klankkleur) aan het muziekstuk geven. Zo gebruikt hij in Le sacre du printemps bijzondere instrumenten zoals: een baritonhobo, contrafagotten, basdwarsfluit, contrabasklarinet.
Muziek:

Ook in de muziek kwam er een breuk met het verleden. De nieuwe generatie wilde de diepste gevoelens van de mens bloot leggen. Ze wilden dit tot uitdrukking, tot expressie, brengen. Het ging niet langer om de impressie van de dingen op de mens, maar om de binnenkant. Om het uitdrukken van wat in zit het wezen van dingen en mensen zit. Vaak wilde men ook het onderbewuste naar boven halen. In alle kunsten werden daarbij ook nieuwe middelen gehanteerd. In de muziek uit zich vernieuwing vooral op het gebied van de harmonie. Dissonanten en consonanten werden aan elkaar gelijk gesteld. Zo ontstonden bitonaliteit (2 toonsoorten tegelijk), polytonaliteit (meer dan 2 toonsoorten tegelijk), atonaliteit (geen vaste toonsoort) en dodecafonie (compositietechniek gebaseerd op 12 gelijkwaardige tonen).
De muziek gaat soms chaotisch klinken en bizarre instrumentale combinaties bepalen de klankkleur. In de muziek van Stravinsky is het ritme net zo belangrijk als de melodie. Andere componisten uit deze periode zijn Schonberg en Bartók.

Le Sacre du Printemps:

Le Sacre du Printemps (1913) is geschreven op basis van een oude Russische traditie om de lente te vieren met zang en dans. Het is geschreven voor Les Ballets Russes. Het verhaal gaat over een jong meisje die een dodendans doet omdat zij geofferd wordt om de god van het voorjaar gunstig te stemmen. Stravinsky vertolkt het geweld van de natuur met ingewikkelde opeenstapelingen van akkoorden. Het publiek vond het maar niks omdat ze dit niet gewend waren. Later is dit stuk een echt ‘meesterwerk’ genoemd door velen.

Zie je … (Impressionistisch)

Zie je ik hou van je,
Ik vin je zo lief en zo licht –
Je ogen zijn zo vol licht,
Ik hou van je, ik hou van je

En je neus en je mond en je haar
En ogen en je hals waar
Je kraagje zit en je oor
Met je haar er voor.

Zie je ik wou graag zijn
Jou, maar het kan niet zijn
Het licht is om je, je bent
Nu toch wat je eenmaal bent.

O ja, ik hou van je,
Ik hou zo vrees’lijk van je
Ik wou het helemaal zeggen –
Maar ik kan het toch niet zeggen.

Herman Gorter, Verzen, 1890

Bazel (Expressionistisch)

Groen is de slag
Van den stroom
Voor het dal
Van den dag

Heuvlen van licht zijn de wallen
Zijn de wallen

De stad is een fort

Door de poorten
Der bruggen
Ligt zon gestort
Over de ruggen
Der golven

De stad is bedolven
Onder het haar
Van de zon.

H. Marsman, Verzamelde gedichten

REACTIES

A.

A.

dankjee kort en krachtig verschil tussen impressionisme en expressionisme in literatuur :D

10 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.