Fotograferen doe je met een fototoestel. die zijn er in alle soorten en maten. In 1965 begonnen ze met het uitvinden. De 1e fototoestellen waren houten kastjes met een opening in 1 wand. In 1568 werd de lens uitgevonden door Danielo babaro. Waardoor je scherpere beelden kreeg. In 1862 werd de 1e foto gemaakt door fransman Niepce. De 1e foto was niet bedoeld voor in zijn fotoboek, want het werd op een tinnen plaat gemaakt. De foto had een belichingstijd van 8 uur. In 1864 werd het 8 seconden, en tegenwoordig is dat zelfs minder dan een seconde.
Om een foto te maken heb je een filmrolletje nodig. De film is gemaakt van een doorzichtig materiaal met daarop een laagje broomzilverkristallen. die zijn erg lichtgevoelig. Dat laagje is melkwit, maar dat veranderd zodra er licht op valt. Hoe meer licht erop komt, of hoe langer hetlicht doordringt, hoe donkerder het filmrolletje is. De plekken waar geen licht op komt, blijven wit. Zo worden de kleuren dus negatief (dus donkere kleuren worden licht, en ook andersom). Tot het ontwikkelen mag het rolletje niet in het licht komen, anders bederf je alle foto's. Bij het ontwikkelen worden eerst de restjes kristallen van de negetieven afgehaald, anders kunnen ze nog verkleuren. Dat wordt met een vloeistof gedaan. Daarna moet er een positief worden gemaakt. Dat gebeurt in een donkere kamer (een DOKA). Het wordt in een projector gelegd. Die heet de vergroter. In de verghroter zit een lamp en een lens. Daarmee maak je een scherp beeld op het plankje onder de projector. Dan komt er een vel fotopapier op het plankje. Het fotopapier heeft een lichtgevoelige laag. Het licht schijnt er op de lichte vlekken in de negatief goeg doorheen, die plekken worden op de foto dus donker en dus ook andersom. Zo komen de kleuren dus op het fotopapier. Daarna wordt de foto nog bewerkt met vloeistoffen voor een beter resultaat. Dan kun je hem pas in je fotoboek plakken.
De filmrolletjes hebben verschillende lengtes. Normaal is die lengte 24 of 36 opnamen. Voor verschillende snelheden of lichtgevoeligheid zij er verschillende soorten films in de handel. De verschillen in de films wordt aangegeven met ISO of met ASA. Hoe feller het licht is, hoe sneller de film dus moet zijn. Op een mooie zomerse dag kun je het beste 100 ASA gebruiken.
REACTIES
1 seconde geleden
E.
E.
vergroter da staat een keer met een h: ergrhoter!!
16 jaar geleden
AntwoordenM.
M.
slecht
14 jaar geleden
AntwoordenE.
E.
Het is een beetje onduidelijk. Maak er volgende keer een overzichtelijk verhaal van...
11 jaar geleden
Antwoorden#.
#.
Mooi hoor!! Alleen wel kort
9 jaar geleden
Antwoorden