Spreekbeurt Donald Duck
Donald Duck hoeven we aan niemand voor te stellen. Iedereen kent de menselijkste eend ter wereld. Vraag een willekeurige voorbijganger in Wladiwostok, Mombassa, Delhi, Djakarta, of Timboektoe of hij Donald Duck kent en het antwoord zal enthousiast "ja" luiden!
Behalve beroemd, is Donald Duck ook geliefd! Al meer dan 68 jaar! Hij is van Amerikaanse origine en bezit alle negatieve eigenschappen die we graag bij een ander herkennen, maar die we uiteraard niet bij onszelf willen zien. Niets menselijks is Donald vreemd en vaak vergeet men zelfs dat hij een eend is. "Hij ziet er alleen toevallig zo uit," luidt een gevleugelde uitspraak. En dat terwijl hij met de achternaam 'Duck' door het leven gaat.
2 Donalds
In feite is er echter sprake van twee verschillende Donald Ducks. De één kennen we van de tekenfilms, de ander heeft gestalte gekregen in het stripverhaal. Aanvankelijk hadden beide eendvogels in hun verschillende verschijningsvormen nog heel veel gemeen, zowel wat uiterlijk als karakter betreft, maar in de loop der jaren zijn ze flink uit elkaar gegroeid.
Wie bedacht Donald?
Walt Disney is degene die Donald Duck in de eerste instantie bedacht heeft. Hij had een eigen studio,de Hyperon Avenue Studio's (in de VS), waar hij samen met zijn broer Roy en een handjevol anderen allerlei tekenfilms met dieren maakte. Walt Disney zelf was geen animator, hij wist wat mogelijk was en hoeveel tijd verschillende dingen kostten, maar het zelf uitvoeren kon hij niet. Disney was dus een ideeën man. Al snel had hij dit zelf door en nam hij enkele animators in dienst. Ook had Disney een goed gevoel voor grappige situaties: de combinatie van de uitdrukkingen op de gezichten van de dieren en de gebeurtenissen konden voor een verschrikkelijk komisch verhaal zorgen.
Disney was een perfectionist en hoewel hij natuurlijk nog geen rijk man was en zich dus aan een beperkt budget moest houden, waren zijn tekenfilms altijd van grote kwaliteit.
Walt Disney en zijn medewerkers maakte al jarenlang tekenfilms voor het echte succes begon. De reden van dit succes was de uitvinding van de geluidsfilm. Tot 1927 waren alle films die in de bioscopen werden vertoond 'stom'. Met andere woorden; er was geen gesproken tekst of muziek! Vaak stond opzij van het filmdoek een verteller als het verhaal ingewikkeld was. In plaats van muziek werd er in de bioscopen ook wel op een orgel gespeeld om de sfeer wat op te peppen. De film "The Jazz Singer", met Al Jolson in de hoofdrol was de eerste film ter wereld die van geluid was voorzien. Dat de film insloeg als een bom en maandenlang het gesprek van de dag was, valt te begrijpen.
Walt Disney besloot onmiddellijk dit voorbeeld te volgen. Hij wilde de eerste zijn die tekenfilms van geluid zou voorzien. Zo ging de korte tekenfilm 'Steamboat Willie' met Mickey Mouse in de hoofdrol op 18 november 1928 in première. Niemand minder dan Walter zelf sprak de piepstem van de muis in, die vanaf die dag wereldberoemd werd. Daarna behoorden de zogenaamde 'stomme' films voorgoed tot het verleden.
Donald's eerste optreden
Toen Donald Duck een paar jaar later, in 1934 om precies te zijn, voor het eerst in een tekenfilm zou optreden, moest hij natuurlijk ook een stem hebben. Het liefst een stem die duidelijk bij een eend paste, dus een met een hoop gekwaak dat af en toe op een verkouden gegorgel moest lijken. De man die Donald een herkenbare stem zou geven, heette Clarence Nash, ook wel 'Ducky' genoemd.
Donald Duck trad voor het eerst op in The Wise Little Hen in 1934. The Wise Little Hen was Disney's 45ste Silly Symphonie (serie tekenfilms), maar pas zijn 17e tekenfilm in kleur. Dus Donald Duck verscheen in kleur voordat Mickey ooit in kleur had opgetreden!
The Wise Little Hen gaat over een hen die allerlei pogingen doet om haar buurtgenoten over te halen te helpen met het oogsten en zaaien van haar maïs. Eerst vraagt ze het aan het varken Peter Big, die op een dramatische manier laat merken dat hij verschrikkelijke buikpijn heeft. Vervolgens probeert ze het bij Donald Duck, die op een gammele woonboot woont. Als hij gevraagd wordt om te helpen met het zaaien krijgt hij ook spontaan buikpijn. "Wie ik? Oh, nee! Ik heb buikpijn! Kwak! Kwak!"
Deze situatie herhaalt zich precies zo als de hen later hulp zoekt voor het oogsten van de maïs. Pas aan het einde van de film, wanneer het eten op tafel staat, hebben peter en Donald nergens meer last van.
Hij was toen nog een echte, herkenbare eend met een lange snavel en vleugels, waarvan de veren als vingers functioneerden. Omdat eenden bij water horen, wordt dit geaccentueerd door een matrozenpak en dito muts en diende een krakkemikkige woonboot als behuizing. Die Donald werd ontworpen en getekend door Art Babbit en Duck Huemer, twee animators.
Donald's verdere filmcarrière
Ondanks Donalds mislukte poging om niks-te-doen-en-toch-te-eten werd Donald verschrikkelijk populair en werd hij met zijn volgende film, Orphan's Benefit, de eerste Silly Symphonie figuur die in een Mickey Mouse- film zou optreden.
In Orphan's Benefit, ook een film uit 1934, werd Donald voor het eerst echt nijdig. Hij wordt door weeskinderen -allemaal muizen- tijdens zijn optreden hartelijk uitgelachen en met stenen en bloempotten bekogeld. Maar elke nieuwe vernedering maakte hem alleen maar koppiger. De film was oorspronkelijk zwart-wit maar werd in 1941 opnieuw in kleur uitgebracht.
Donald trad vervolgens op in The Band Concert (1935). Deze klassieke tekenfilm was de eerste Mickey Mouse in kleur. Donald, als pinda- en ijsverkoper met een duidelijke muzikale voorkeur neemt het daarin op tegen de ernstig toegewijde dirigent Mickey. Het lukt Donald dan ook om het hele orkest in duigen te laten lopen terwijl hij zelf toch erg tevreden is.
Donald werd razend populair en in 1935 tot 1942 trad Donald op in 26 Mickey-films. de meeste films waren films met Donald, Mickey en Goofy. Deze korte tekenfilmpje worden door vele beschouwd als de beste tekenfilms die ooit door Disney gemaakt zijn.
In 1937 werd Donald na Mickey de eerste tekenfilmfiguur die zelfstandig optrad. "Don Donald" was een van de films waarin hij de enige Disney-figuur was. Donald verzamelde zijn eigen filmfiguren om zich heen. In 1938 kwamen zijn neefjes en in 1940 werd de gemene Donna Duck omgetoverd in Katrien Duck.
In de oorlogsjaren vervulde hij allerlei rollen in het leger. In die periode werd Donald ook een belangrijke acteur in Disney's Latijns-Amerikaanse waagstuk uit 1941, waaruit twee lange films voortkwamen.
In de jaren 40 en 50 produceerde het Disney team elke drie weken een filmpje van circa. 8 minuten naast de avondvullende films. Die periode gold voor Donald als een gouden eeuw. In 1953 acteerde Donald in zijn eerste driedimensionale film "Working for Peanuts" met Knabbel en Babbel.
In de jaren 50 veranderde de smaak van het publiek en de theaters gingen 2 films achter elkaar vertonen in plaats van een korte voorfilm en dan de hoofdfilm. Er was dus geen behoefte meer aan korte Disney films. Disney kon het zich niet meer veroorloven om 75000 dollar te besteden aan een 8 minuten-filmpje. Uiteindelijk hield Disney er helemaal mee op, zijn laatste korte tekenfilm was "The Litterbug", uitgebracht in 1961.
Donald in boekvorm
"The Adventure of Mickey Mouse" was één van de eerste Disney-boekjes. Gedrukt in kleur werd het in 1931 uitgegeven door David McKay uit New York voor 50 dollarcent. Dit boekje, dat tot aan de Tweede Wereldoorlog werd herdrukt is bijzonder interessant, omdat daarin al sprake is van een Donald Duck. "Dit verhaal", zo luidde de tekst, "Gaat over Mickey Mouse, die in een knus nestje woont onder de vloer van een oude schuur... " Mickey heeft veel vrienden in de oude schuur: Henry het Paard, Carolien Koe, Patricia Varken en Donald Duck. Van een Donald Duck is ook sprake in een getekende versie van een boek dat rond 1932 door Dean & Son werd uitgegeven in Londen. De vreemde vogel afgebeeld in dit boekje lijkt maar heel vaag op de Donald die we nu kennen. Dat waren de enige twee boekjes waarin een eend-disneyfiguur voorkwam. Pas in 1935, nadat de film The Wise Little Hen was uitgekomen verscheen Donald in een eigen boekje." Donald Duck" telde 14 bladzijdes en werd uitgegeven door Whitman Publishing in Racine, Wisconsin. Dit verhaal ging over Donald's pech bij een zwemmeertje, waar hij zich met de twee neefjes van Mickey bevindt. Geen van de muisjes had een naam, maar ze spraken Donald aan met 'oom'. In 1935 verscheen ook bij McKay het verhaal van The Wise Little Hen. In 1936 verscheen er een derde boekje, alweer simpelweg Donald Duck getiteld. In al deze boeken woonde Donald in een gammele woonboot. Hij had een lange snavel, knokige knieën. een plomp lijf en vage handen.
Krantenstrips en Stripboeken
Het verhaaltje van de The Wise Little Hen. markeerde Donald's filmdebuut, en resulteerde ook voor een eerste optreden in een strip. Na het uitkomen van de film in 1934 liep het verhaal ervan vanaf 16 september 1935 enkele maanden in de zondagsbladen als een van Disney's komische Silly Symphonies strips. Donald was duidelijk een succes, en hij bleef dan ook in de strip optreden. De strips werden op dat moment geschreven door Ted Osborne en getekend door Al Taliaferro. In 1937 werd de titel van de zondagsstripjes "Donald Duck". De neefjes maakten spoedig hun entree, maar ditmaal werden zij spoedig naar huis gestuurd. Er was zelfs sprake van dat hun vader tengevolge van een van hun streken in het ziekenhuis was opgenomen. Op 5 december 1937 verscheen Donald voor het laatst in de zondagse Silly Symphonie strip. Op 7 februari 1938 echter werd Donald de ster van zijn eigen dagelijkse zwart-wit strip. Tot jullie 1974 werd deze geschreven door Bob Karp en getekend door Al Taliaferro tot zijn dood in 1969, een prestatie van 31 jaar die slechts werd overtroffen door Floyd Gottfredson voor Mickey en Goofy. Hetzelfde duo produceerde ook Donald's eigen zondagse zondagsstrip, die voor het eerst verscheen op 10 december 1930, ook al schreef Ted Osborne enkele van de eerste stripteksten. De stripverhaaltjes behandelden dezelfde thema's als Donalds tekenfilms uit die tijd: huiselijke rampen doorspekt met wat afleveringen van bergbeklimmingen of vistochtjes. Maar zij beklemtoonden altijd Donald's pech en slechte humeur. In de strips, zoals in de films en de boeken, kreeg Donald een volledige familie met vrienden en buren erbij. De neefjes arriveerden in Donald's dagelijkse strip in 1938 en op 4 november 1940 kwam Katrien hem het leven moeilijk maken. Als zijn buurvrouw werd zij een belangrijke figuur in de strips. Oma Duck maakte haar debuut in de strip op 27 september 1943. Dagobert voegde zich pas in 1960 bij de zondagsstrip-familie en in 1964 bij de dagelijkse stripfamilie, ook al werd hij al in 1947 door Carl Barks gecreëerd.
In de loop der jaren is de humor in Donald-strips steeds veranderd. De eerste grappen waren vooral visueel - Donald achtervolgd door zeehonden, geplaagd door een haan, badend in een politiezijspan. Dikwijls was er helemaal geen dialoog of werd het laatste paneeltje niet van tekst voorzien om de grap volledig tot zijn recht te laten komen.
Donalds zeer succesvolle komische stripcarrière is ook nu nog niet ten einde. In 1938 startte hij in nog een uitgeversonderneming, en wel in een die hem uiteindelijk zou brengen in situaties waarin naar plaatsen waarheen geen eend voor hem zich ooit vertoond had. De fantastische wereld van het stripboek. In 1938 begon in Amerika het verschijnsel stripboek ('Comic Book') een geweldig succes te worden. Met het eerste optreden met Superman dat jaar werden stripboeken van de ene op de andere dag een sensatie. Batman en Robin verschenen in 1939, Captain Marvel in 1940 en Wonder Women in 1941. Disney profiteerde al snel van de trend. In 1938 produceerde K.K. Publications een zwart-wit Donald Duck-stripboek in een gekartonneerde omslag. Dell publiceerde een zwart-wit stripboek met Donald in 1940. Het eerste nummer van Walt Disney Comics and Stories verscheen in oktober 1940 met Donald op de omslag.
In 1942 werden Barks en Hannah benaderd met het voorstel een Donald Duck-stripboek te tekenen en te inkten. Met permissie van de Studio werkten de twee 's avonds en in de weekeinden aan het project. Het was logisch dat de "Duck Men" gingen doen waar zij het best in waren. Daarom, wellicht op Disney's suggestie, bewerkten zij een nog niet geproduceerd filmscript. Bob Karp bracht het verhaal tot een aantal stripvakjes terug en Hannah en Barks deden elk 32 van de 64 bladzijdes. Het resultaat was Dell Four Color Comics no. 9, "Donald Duck finds Pirate Gold".
Dit is nu een gewild verzamelaarobject met een waarde van rond de 2000 dollar in 1984. Gek genoeg is de tekenaar van de omslag niet bekend. In 1943 schreef en tekende Carl Barks "Donald Duck and the Mummy's Ring" helemaal zelf, maar zijn eerste omslag tekende hij pas in juni 1948.
De krantenstrips werden na enige tijd deels herdrukt in het maandenblad Mickey Mouse Magazine, dat sinds 1933 werd gepubliceerd. Deze uitgave op vrij groot formaat, bevatte een gevarieerde inhoud aan verhalen, strips, cartoons en puzzels. Aanvankelijk was het een succesvol product, maar aan het einde van de jaren dertig verloor het terrein aan de populaire 'comic books', stripboekjes die de Amerikaanse markt plotseling overspoelden. Men besloot daarom de opzet van het blad drastisch te veranderen. In 1940 verscheen het eerste echte stripblad Walt Disneys Comics and Stories, maandelijks uitgegeven door de Dell Publishing Company.
In plaats van de gebruikelijke vorm die men voor de dagbladen hanteerde, koos men nu voor een totaal andere opzet. Afgeronde verhalen van hooguit acht plaatjes per pagina. Deze uitgave stond in 1952 model voor de Nederlandse Donald Duck- Een vrolijk weekblad!
REACTIES
1 seconde geleden
D.
D.
Waar woont Donald? Oja ik vindt het een COOLE spreekbeurt. Ik houd mijn spreekbeurt ook over Donald!
14 jaar geleden
Antwoorden