Hoewel ze erg hun best deden, is het nogal onwaarschijnlijk dat deze genezingen echt werkten. Maar voor ziektes waarvoor een paar dagen rust al voldoende is, werkt het natuurlijk wel, en dat sterkte het geloof in het heiligdom. Wel heel typerend is dat alle geschriften heel vaag eindigen, in de aard van: “en toen de dag kwam, ging de patiënt genezen naar huis.”
2.Hippocrates
a.Leven en filosofie
Hippocrates was een Griekse arts, die leefde van ca. 460 - 377 v. Chr. (ook wordt 370 v Chr. als sterfjaar genoemd). (Afbeelding 5) Hippocrates werd geboren op het Griekse eiland Kos. Dit eiland ligt dicht bij de Turkse kust en bij Rhodos en Samos.
Zijn vader (die zelf ook een arts was) wijdde h em in in de geneeskunde, de filosofie en het priesterschap. Hippocrates zelf was heel leergierig, nieuwsgierig en wilde van alles het fijne weten. Toen hij jong was heeft hij veel gereisd. Tijdens die reizen zocht hij vooral naar mensen die hem iets konden leren over de werking van het menselijk lichaam. Toen hij genoeg getrokken had, vestigde hij zich weer op Kos, waar hij alle verzamelde kennis in praktijk ging omzetten.
Zijn kennis gaf hem al snel een \"sterrenstatus\" en al snel reisde hij heel Griekenland af om mensen te genezen. Wat zijn populariteit vooral bevorderde, was zijn hulp tijdens de \"Grote Plaag\" in Athene. Dit was een vorm van de pest. Hij zag dat de smeden, die bij grote vuren werkten, de pest niet kregen, en dus gaf hij de opdracht om overal in Athene grote vuren aan te leggen. En... de ziekte verdween! En zo komen we bij een belangrijk standpunt van Hippocrates: waarneming voor alles.
Hippocrates was de eerste arts die echt naar de patiënten luisterde. Hij observeerde de zieke eerst heel erg goed, voor hij overging tot de behandeling.
Dat is al een heel belangrijk verschil. Het lijkt eigenlijk heel normaal, de pols voelen van een patiënt, naar het hart luisteren... Maar toen hadden ze daar blijkbaar nog nooit aan gedacht! Alles draaide bij Hippocrates dus om \"diagnosis\" en \"prognosis\", waarin je de woorden diagnose en prognose herkent. En dit weerspiegelt dan weer zijn nieuwe manier van genezen, de zieke waarnemen (dus de prognose), voordat je een diagnose stelt.
Maar waarop baseerde hij nu zijn diagnoses? Op zijn verre reizen per boot leerde hij de invloeden van het klimaat, de jaargetijden, het samenzijn met allerlei mensen van verschillende leeftijden en culturele achtergronden kennen. Zo kwam hij tot het beschrijven van het menselijk gedrag, de zogenaamde “temperamenten-leer”.
De stormachtige overtocht over de Middellandse Zee is een prikkel geweest om op onderzoek te gaan naar de invloeden van de seizoenen op de menselijke gezondheid, het menselijk gedrag, het karakter en het temperament.
Hij onderscheidde:
1. het sanguinische type: warmbloedig en wispelturig;
2. het flegmatische type: kalm en onbewogen;
3. het cholerische type: opvliegend en heftig;
4. het melancholische type: somber en pessimistisch.
Hippocrates was ervan overtuigd dat gezondheid bij de mens afhing van de balans tussen lichaamssappen; onbalans zou ziekte veroorzaken. Het menselijk lichaam zou
bestaan uit vier soorten lichaamssappen: slijm, bloed, gele gal en zwarte gal.
De fysieke en mentale toestand (het temperament) en ziekteverschijnselen werden verklaard uit de hoeveelheid aan de verschillende sappen. Een teveel aan slijm (flegma) zou een flegmatisch of kalm temperament tot gevolg hebben; een teveel
aan bloed (\'sanguine\') een optimistisch, gepassioneerd temperament; een teveel aan gele gal een \'cholerisch\' of prikkelbaar, opvliegend temperament; en een teveel aan zwarte gal een melancholisch, depressief temperament. Een onbalans zou behandeld
moeten worden met een dieet. Met een dieet bedoelde men niet alleen gezonde voeding, maar ook een gehele herordening van het hele levensritme.
Aangezien de sappen ook in relatie stonden met het mentale, kan je stellen dat Hippocrates eigenlijk één van de eerste psychologen was! Hij noemde de vier sappen de \"hugroi\", en hij probeerde dus die sappen in evenwicht te houden, zowel in fysieke als mentale toestand.
De vroegste beschrijvingen van patiënten met kanker vinden we in geschriften van Hippocrates. Hij beschrijft patiënten met gezwellen aan de huid, de neus en de borsten. Geïnspireerd door de vorm van sommige gezwellen spreekt hij over karkinos (kreeft) of karcinoma (kreeftgezwel). Via het Latijn wordt dit later cancer.
Gezwellen in het lichaam kent Hippocrates niet, het is in de Griekse traditie immers verboden het lichaam te openen. In de behandeling van kanker is Hippocrates uiterst terughoudend. \"Als de tumor niet zweert, kan men haar het beste geheel met
rust laten\", meent hij. Een verstandig besluit, want de enige behandeling in die tijd, wegsnijden van het gezwel, is een uiterst pijnlijke en risicovolle ingreep. Slechts weinigen overleven de ingreep door de slechte medische hygiëne.
Zijn genezingswijze steunde op een aantal basisprincipes.
1. \"Vooral niet schaden!!\"
Dit betekende eigenlijk: niet meer schaden dan nodig is en niet behandelen als het middel erger is dan de kwaal...
2. Elk lichaam bezit een grote kracht om te genezen en te herstellen.
3. De oorzaak van ziekten is terug te voeren tot een ophoping van afvalstoffen.
4.Geest en lichaam bezitten een grote kracht tot genezing en herstel.
5.En tot slot : \"waarneming voor alles\".
Hippocrates vond het ook nog heel belangrijk om veel respect te hebben voor de patiënten. Hij zei ooit eens: \'De geneeskunst is lang, het leven is kort, de ontmoeting met de arts is vluchtig en zijn proefneming hachelijk, zijn oordeel over gezondheid is moeilijk. Een geneesheer behoort een open oog en oor te hebben voor de leefomstandigheden van de patiënt, de invloed van de jaargetijden, de leeftijd en andere omstandigheden die inwerken op de patiënt.´ Hieruit blijkt dus dat hij het heel erg belangrijk vond om respect te hebben voor de patiënt, iets wat vroeger niet echt het geval was.
Daarom stelde hij een eed op, die alle artsen moesten afleggen, de wereldberoemde \"Eed van Hippocrates\".
b.De eed van Hippocrates (zie Afbeelding 6)
-Ik zweer bij de geneesheer Apollo en bij Esculaap en bij Hygia en bij Panakia en bij alle goden en godinnen, die ik hierbij tot getuige roep, dat ik deze eed en dit contract zal nakomen naar vermogen en geweten.
-Dat ik diegene die mij deze wetenschap heeft onderwezen als gelijke van mijn ouders zal beschouwen en dat ik hem deelgenoot van mijn leven zal maken, en dat ik hem van mijn bezit alles zal aanbieden wat hem van node zal zijn. Zijn nakomelingen zal ik als mijn broeders beschouwen, en ik zal hun deze wetenschap onderwijzen, als zij die willen leren, zonder loon en overeenkomst.
-Dat ik de regels van het beroep, de theoretische lessen en de overige verschillende oefeningen zal doorgeven aan mijn zonen, aan de zonen van mijn leermeester en aan leerlingen die door een eed en contract met mij verbonden zijn, overeenkomstig de gewoonten van de geneesheren, en aan niemand anders.
-Ik zal het genezende dieet slechts toepassen in het belang van de zieken, in zoverre dit afhangt van mijn kracht en oordeel, en ik zal ze beschermen tegen ieder letsel en onrecht. -Ik zal aan niemand dodelijk medicijn toedienen, hoe dringend mij er ook om gevraagd zal worden, ook zal ik nooit een dergelijk advies geven. Eveneens zal ik nooit een abortusmiddel toedienen aan een vrouw.
-Ik zal mijn leven en mijn wetenschap rein en integer houden.
-Ik zal in geen geval diegenen die last hebben van stenen opereren, maar deze handeling overlaten aan diegenen die daar ervaring mee hebben.
-In alle huizen waar ik genodigd word zal ik binnengaan in het belang van de patiënten, waarbij ik mezelf verre houd van enig gewild onrecht of andere corruptie en vooral verre van iedere geslachtsdaad met de betrekking tot de lichamen van vrouwen en mannen, zowel vrijen als slaven.
-Al datgene wat ik tijdens de behandeling zal zien of horen of ook buiten mijn dagelijkse bezigheden om, dat nooit openbaar gemaakt zal worden aan de buitenwereld, zal ik verzwijgen, er rekening mee houdend dat het heilige geheimen betreft.
-Zolang ik dus deze eed zal nakomen en hem niet zal schenden, moge ik dan in mijn leven en mijn wetenschap succesvol zijn en altijd een goede naam hebben onder de mensen. Als ik hem echter overtreedt en een meinedige word, laat mij dan het tegendeel overkomen .
In Alexandrië werden alle boeken en geschriften over de geneeskunde bewaard. Dit kreeg de naam: \"Corpus Hippocraticum\" en bevat de geschriften van vele schrijvers. Er komen verhandelingen in voor over anatomie, fysiologie, algemene pathologie, therapie, diagnose, prognose, chirurgie, gynaecologie geestesziekten en ethiek.
Om tot besluit Hippocrates nog eens te illustreren, op een meer persoonlijke manier, zijn hier enkele citaten:
-“Wandelen is de beste medicijn.”
-“Doe geen kwaad”
-“Wat gebruikt wordt ontwikkelt zich; wat niet gebruikt wordt gaat verloren.”
-“Uw voeding is uw geneesmiddel, uw geneesmiddel is uw voeding.”
-“Niet de geneesheer maar de natuur geneest. De geneesheer is de dienaar van de natuur. Hij mag alleen maar het natuurlijke proces ondersteunen.”
-“Wat niet genezen kan worden met medicijnen, wordt genezen met het mes, wat niet met het mes genezen kan worden, wordt met het brandijzer genezen en hetgeen hiermee niet genezen kan worden moeten we beschouwen als ongeneeslijk.”
Andere Griekse “dokters”
a.Chalcedon
Omdat we nu al veel nadruk hebben gelegd op Hippocrates, zou je bijna vergeten dat er nog andere grote namen waren! Neem nou Herophilus Chalcedon (vierde eeuw voor Christus).Hij was de \"vader van de anatomie\". Dit wil zeggen dat hij zowat de eerste wasdie zich serieus bezig hield met de bouw van het menselijk lichaam. Door dissectie van (waarschijnlijk) dode lichamen, ontdekte hij de werking van vele organen en spieren. Hij maakte een onderscheid tussen aders en zenuwbanen en hij ontdekte dat de hersens ons denkwerk sturen. Hij gaf de 12-vingerige darm zijn naam (die zo heet omdat ze dachten dat hij de lengte van twaalf duimdiktes had), maar hij had vooral een bijzondere interesse voor de hartslag. Om die te bestuderen mocht hij de stervende gevangenen bezoeken. Als apotheker was hij veel minder populair! Hij schreef bijvoorbeeld krokodillenmest voor als oogzalf...
b.Galenus van Pergamon
Galenus leefde in de tweede eeuw na Christus. Hij was de arts van een gladiatorenschool in Rome, en daar leerde hij heel erg veel over anatomie en geneeskunde. Later werd hij zelfs de lijfarts van Marcus Aurelius (bekender vanuit \"The Gladiator\"). Hij gaf demonstraties van zijn geleerdheid, en hij had een eigen apotheek in de Via Sacra te Rome. Desondanks zijn enorme kunde vluchtte hij uit Rome toen de pest daar uitbrak. Maar toch had deze lafheid niet echt invloed op zijn reputatie, want hij bleef lange tijd een populaire dokter. Galenus verzamelde alle medische kennis van de Oudheid en ook nu worden zijn werken gerekend tot de belangrijkste medische standaardwerken.
4.De geneeskunde vroeger
a.Wat de Grieken wel en niet konden.
Om mensen te genezen, gebruikten de Grieken vooral planten. Maar ze gebruikten nooit messen om dingen weg te snijden. Simpelweg omdat dat te gevaarlijk was. Ze wisten namelijk nog niet hoe je een ader moest afbinden. Verder konden ze wonden genezen,verstuikingen en botbreuken behandelen, tanden trekken en etters veroorzaken omdat ze daarmee al het kwade wilden verdrijven. Daarentegen waren enkele domeinen nog onbekend voor de Grieken zoals hechten, pijnstillers gebruiken, infecties voorkomen en bloedvaten afbinden.
b.Afbeeldingen van ziekten
Dat beeldhouwers en schilders nooit veel aandacht hebben besteed aan ziektes, heeft een paar oorzaken. Ze vonden ziektes het afbeelden niet waard, en ze dachten dat ziektes nauwelijks voorkwamen bij het ‘geniale Helleense volk’.
5.Bij de Romeinen
a.Galen
Claudius Galen leefde van 129 tot 201 na Christus. Hij was akelig slim, en voordat hij dertien was, had hij al 3 boeken geschreven. In zijn verdere leven schreef hij er nog zo’n 500, waaronder: “Botten voor beginners” en “Over het nut van sommige lichaamsdelen”. Ooit liet hij op één dag 12 boeken opschrijven. Van zichzelf dacht hij dat hij de enige was die verstand had van geneeskunde. Niemand durfde dat tegen te spreken, want hij was goeie vriendjes met de keizer, die iemand zomaar kon laten onthoofden. Het probleem met hem was dat hij zowat alles mis had. Hij baseerde zijn theorieën op opengesneden dieren, en niet op mensen! Zo dacht hij ook dat een mens maar zestien tanden en kiezen had!
b.Volkse geneesmiddelen
Over volkse geneesmiddelen zijn we tamelijk goed ingelicht. Cato (234-149 v.Chr.) prees de granaatappel aan als doeltreffend tegen wormen in de ingewanden. Munt, wijnruit en koriander tegen open en etterende wonden en zweren, en kool tegen zowat alle andere kwalen. Tandpijn werd dan weer bestreden met vruchtvlees van pompoen met alsem en zout of met het sap uit de stengel van de mosterdplant. Je kon je gebit in goede staat houden door \'s morgens een beetje zout onder de tong te laten smelten, of door op wortels van anemonen te kauwen. Loszittende tanden herwonnen hun stevigheid door het drinken van warme azijn en pompoensap.
Rijke Romeinen hadden thuis een slaaf die zich uitsluitend bezighield met kruiden verzamelen en verwerken tot geneeskrachtige brouwsels en die (uitsluitend aan de huisgenoten) toe te dienen, in de juiste dosis en op het geschikte moment. Sommige Romeinen, zoals de hierboven reeds vermelde Cato, vonden dat die taak uitsluitend toekwam aan de pater familias en ze vervulden in hun gezin dan ook met toewijding de rol van kruidendokter.
Omdat niet iedereen de deskundige artsen kon betalen, waren er ook veel bedriegers. Zulke “dokters” stonden dus ter beschikking van het gewone volk. Ze voorzagen de simpele burgers van allerlei middeltjes die even goedkoop waren als ze onwerkzaam bleken. Een volksmens die een goeie dokter raadpleegde, kon alleszins al rekenen op een serieuze financiële aderlating! De dokter kwam dan bij de simpele burger thuis, met in zijn kielzog een reeks wat wij stagiairs zouden noemen (mensen die een tijdje bij de dokter in de leer kwamen om de stiel te leren). Dokter en \"leerjongens\" voerden een geweldige show op, waarbij waslijsten vragen werden afgewerkt en waarbij de patiënt door tientallen handen werd betast. En als je al niet echt ziek was toen de dokter en zijn gevolg binnenkwamen, dan was het heel goed mogelijk dat je aan zijn bezoek koude koorts overhield - zo beweert althans Martialis...
9.Bronnen
Geneeskunde bij de Romeinen:
http://satura-lanx.telenet.be/Vita%20Romana/02_Vita%20Romana_dagelijks%20leven/20_3J.htm
Epidauros en Asclepius:
Het spijt ons heel erg, maar we zijn de bron van het stuk tekst kwijtgeraakt, maar als u wilt, kunnen we de originele tekst wel geven.
Hippocrates: http://www.gerdie.nl/hippocrates.htm
Galenus van Pergamon : http://nl.wikipedia.org/wiki/Claudius_Galenus
Galen
-Je spetterende spijsvertering: Nick Arnold
Algemene informatie over alle onderwerpen (basisinformatie en anekdotes):
-handboek Thalassa 2 pagina
-De geschiedenis van de geneeskunde: Dieter Jetter
Algemene informatie over alle onderwerpen (basisinformatie en anekdotes):
-handboek Thalassa 2 pagina
-De geschiedenis van de geneeskunde: Dieter Jetter
REACTIES
1 seconde geleden
L.
L.
ik doe de opleiding voor natuurgeneeskunde en op zoek naar de tempel van Epivadros kwam ik dit werkstuk tegen. Ik vind het erg leuk en heb er dingen uit geleerd die ik nog niet wist, terwijl ik toch mythologie op school heb gehad en mijn hele leven al verpleegkundige ben. Jammer dat de afbeeldingen niet zichtbaar zijn.
Dank en succes met de studie verder. groet, lotte
13 jaar geleden
Antwoorden