Het begin
De Tweede Wereldoorlog begon vooral door de Eerste Wereldoorlog. De Eerste Wereldoorlog was van 1914 tot 1918.
Na 1900 was er onrust in de Balkan (Balkan = de landen Albanië, Servië, Roemenië, Bulgarije en Griekenland). Dat kwam omdat de Balkan steeds meer macht verloor, doordat Oostenrijk-Hongarije (dat was vroeger 1 land) en Rusland er steeds meer macht kregen.
De Eerste Wereldoorlog begon toen de Oostenrijkse troonopvolger, Franz Ferdinand en zijn vrouw werden doodgeschoten in de stad Sarajevo, de hoofdstad van Bosnië-Hercegovina. Een Bosniër had het gedaan, maar Servië kreeg de schuld, omdat er Servische plannen waren om gebieden in de Balkan te veroveren. Oostenrijk-Hongarije wachtte nog een maand en uit wraak viel Oostenrijk-Hongarije Servië aan. Maar Rusland zou Servië gaan helpen. De Eerste Wereldoorlog was in 1914 begonnen!
Voordat de Eerste Wereldoorlog begonnen was, hadden andere landen zich al bewapend, omdat ze verwachtten dat er een oorlog zou komen.
Nederland en België wilden niet deelnemen aan deze oorlog en bleven neutraal, maar gebieden van België werden toch veroverd door de Duitsers (dat was een bondgenoot van Oostenrijk-Hongarije). Toen begon ook Engeland tegen de Duitsers te vechten. Later ging Amerika ook mee doen, omdat de Duitsers steeds hun schepen lieten zinken.
In 1918 was de Eerste Wereldoorlog voorbij. In totaal waren er ongeveer 10 miljoen doden en 20 miljoen gewonden gevallen.
Huizen lagen in puin, er was veel werkloosheid en ook geldgebrek. Landen werden gesplitst, bijvoorbeeld Oostenrijk - Hongarije werden nu twee aparte landen.
In 1919 kwamen de belangrijkste landen van de Eerste Wereldoorlog bij elkaar in Parijs en maakten een plan, dat plan heette “de Vrede van Versailles”. In dat plan stond onder andere dat Duitsland miljarden terug moest betalen aan Frankrijk wegens de schade.
Omdat Duitsland alles terug moest betalen, heerste er armoede en werkloosheid in Duitsland. De werkloosheid kwam omdat veel mannen mee hadden gevochten met de Eerste Wereldoorlog, maar nu die voorbij was hadden zij geen werk meer. Toen kwam Hitler en hij zei dat hij alle mensen een goede baan en een rijk leven ging bezorgen. Omdat de mensen zo arm waren en graag rijk wilden worden, kreeg Hitler veel aanhangers. Hitler wilde meer macht en ging veel landen veroveren. Hierdoor ontstond de Tweede Wereldoorlog. Hitler veroverde bijna heel Europa en Noord-Afrika. Alleen Engeland wist stand te houden tegen de Duitsers, daarom vluchtten veel militairen uit Belgie, Nederland en Frankrijk naar Engeland. De Amerikanen hadden een sterk leger op de been gekregen en gingen naar Engeland. Iedereen was het er over eens dat er iets moest gebeuren. De Geallieerde troepen (zo noem je het verzetsleger) bereidden in het geheim een aanval voor op de stranden bij Frankrijk met de codenamen: Utah Beach, Omaha Beach, Sword Beach, Gold Beach en Juno Beach. Van daaruit wilden zij heel Frankrijk terug veroveren en de Duitsers terugdringen.
Het plan werd uitgewerkt door de Britse luitenant-generaal Fredrick Morgan, hij werd de Chief of Staff to the Supreme Allied Commander of te wel COSSAC genoemd. Morgan werkte in het begin de grote lijnen van de invasie uit. Maar doordat het grootste deel van de troepen voor de invasie Amerikaans was, werd de opperbevelhebber een Amerikaan. In december 1943 werd door Franklin Roosevelt (toen president van Amerika) Eisenhower benoemd tot opperbevelhebber van de geallieerde strijdkrachten. Eisenhower had zijn originele plan “Operatie Roundup” genoemd, deze naam werd veranderd in “Operatie Overlord.”
Het plan
De operatie bestond uit twee onderdelen:
1. Het marine onderdeel: Operation Neptune;
2. De landing van grondtroepen: Operation Overlord.
Operation Neptune:
Voor Operation Neptune (het marine onderdeel) waren veel schepen nodig. Vele Europese landen gaven schepen om de operatie uit te voeren. Patrouilles in de Atlantische Oceaan werden verminderd en sommige Amerikaanse boten werden van de Grote Oceaan naar Engeland gestuurd. Toch moesten de Engelsen wat boten in Schotland laten, uit angst voor een eventuele aanval vanuit Noorwegen. De vloot bestond uit 4126 boten. Veel van die schepen zouden op D-day een bombardement op de stranden bij Normandië geven. Na dat bombardement was het tijd voor de landing van de soldaten. Wanneer die de stranden hadden veroverd, kwamen de tanks en andere voertuigen.
Operation Overlord:
Operation Overlord was zelf ook gesplitst in twee delen:
• De luchtlandingstroepen;
• De landingstroepen.
Op 6 juni 1944 (deze dag is de geschiedenis ingegaan als D-day) was het dan eindelijk zover. De aanval ging beginnen. Om de landende soldaten op het strand bescherming te geven en om te voorkomen dat ze in de flank aangevallen zouden worden, moesten er parachutisten gedropt worden. De parachutisten zouden er ook voor zorgen dat Duitse versterkingen er lang over deden om naar de stranden te gaan. De parachutisten zouden een belangrijke rol spelen. Als zij hun taak niet uit zouden kunnen voeren, was de kans groot dat de landingstroepen in de val liepen. Daarom moesten de allerbeste luchtlandingstroepen uitgekozen worden: de Amerikaanse 101ste en 82ste en de Britse 6e Airborne divisie.
Operatie Neptune verliep perfect volgens plan. Er kon ook weinig misgaan, behalve dat enkele schepen getroffen werden door Duitse artillerie (geschut).
Operatie Overlord verliep niet helemaal zoals gepland. De luchtlandingstroepen werden verspreid door Normandië gedropt en moesten elkaar eerst terugvinden voordat hun taak uitgevoerd kon worden. Bunkers konden niet direct veroverd worden, maar veel artillerie en de belangrijke bruggen en steden werden veroverd. Voor de landingstroepen van de Britse en Canadese divisies verliep het plan goed en zij hadden de stranden snel veroverd en probeerden meteen contact te zoeken met de Amerikanen. De invasie op de stranden verliep zoals gepland en er vielen minder slachtoffers dan verwacht. Alleen op Omaha Beach werden de Amerikaanse troepen door de Duitsers afgeslacht met hun zware beschietingen. In korte tijd vielen er 3000 doden en gewonden. Dat was veel, omdat er die dag ongeveer 4000 soldaten sneuvelden.
Hindernissen
Op de stranden waren door de Duitsers onder bevel van veldmaarschalk Rommel hindernissen en obstakels voor eventuele aanvallen geplaatst (in juni 1944 stonden er 500.000 hindernissen op de stranden). Deze waren zeer goed ontworpen en bedoeld om de bodem van landingsboten en tanks open te scheuren. Het materiaal voor deze hindernissen werd overal vandaan gehaald. Zo werden de verdedigingswerken van de Tsjechen naar Normandië versleept en werden de
stalen deuren uit de Franse Maginotlinie (Franse bunkers en andere verdedigingswerken) ook gebruikt als obstakel. Behalve deze obstakels lagen er mijnenvelden. Rommel was van plan als eerste verdedigingslinie zo\'n 50 miljoen mijnen te leggen, maar zoveel waren er niet beschikbaar. Uiteindelijk werden er “maar” 6,5 miljoen gelegd). Tankgrachten en blokken beton lagen er in heggen en zandheuvels om de tanks de doorgang te beletten. Verder werden de velden en weides achter de duinen onder water gezet als verdedigingsmiddel (dat heet: inundatie), waardoor er slechts smalle doorgangen naar de stranden openbleven. Dit was zo aangelegd, dat er geen zweefvliegtuigen en parachutisten konden landen. Deze inundaties waren vooral uitgestrekt in de buurt van Varreville (Utah Beach). Waar het onder water zetten niet mogelijk was, zette men palen schuin in de grond, ook als middel tegen zweefvliegtuigen. Veel van deze hindernissen waren bedacht door Rommel zelf en waren zeer effectief. Heel veel parachutisten waren gestorven door deze hindernissen, bijvoorbeeld omdat ze in het water terechtkwamen en daardoor gemakkelijk door de Duitsers neergeschoten konden worden.
Belangrijke commandanten
Ik begin aan de Duitse kant.
Hitler: Hij was eigenlijk geen commandant maar de leider van Duitsland, die de oorlog begon. Adolf Hitler werd geboren op 20 april 1889, \'s avonds om half zeven, in een herberg in een klein stadje (Braunau am Inn). Dat stadje ligt vlak bij Duitsland, maar het ligt in Oostenrijk. De vader van Hitler, Alois Hitler, werkte bij de douane. Zijn moeder was thuis en was erg lief voor Adolf. Tijdens zijn jeugd was Adolf Hitler een gewoon jongetje, niet anders dan anderen. Toen Hitler een jaar of zestien was, stierf zijn vader. Sindsdien ging het niet zo goed meer op school. Hij deed zelfs zo slecht zijn best, dat hij van school werd gestuurd. Hij wilde toen kunstschilder worden, maar dan moest je achttien zijn. Hij was nog maar zestien, dus moest hij nog twee jaar wachten. Hij was een paar jaar heel erg arm. Soms moest hij zelfs buiten slapen. Hij probeerde overal aan werk te komen, maar hij had geen diploma\'s. Daarom hielp hij mensen door koffers te dragen, sneeuw te ruimen en soms bedelde hij zelfs! De mensen zagen hem als een zwerver, een schooier. De rijke burgers haalden hun neus voor hem op. Zo kreeg Hitler een hekel aan de rijke mensen, vooral de rijke Joden. De Joodse bevolking in Duitsland had vaak een goede baan (advocaat, juwelier, handelaar). In 1914 brak de Eerste Wereldoorlog uit. Hitler vocht met de Duitsers mee. Hij deed dat vrijwillig. Hij vond de Duitsers een volk naar zijn hart. In die oorlog kreeg hij zelfs 2 medailles voor zijn dapperheid. Gewond raakte hij ook, maar niet zo ernstig. Toen Duitsland in 1918 de oorlog verloren had, bleef Hitler in het Duitse leger. De Duitse officieren waren tevreden over hem. Ze merkten dat hij heel mooi kon spreken. Met zijn toespraken wist hij mensen te overtuigen. Daarom gaven ze Hitler de taak om les te geven aan nieuwe soldaten. Na de Eerste Wereldoorlog moest Duitsland de schade aan veel landen terugbetalen. In het Verdrag van Versailles stond dat Duitsland 269 miljard goudmark moest terugbetalen. Je snapt wel dat de Duitsers (en ook Hitler) ooit nog eens wraak wilden nemen.
Veldmaarschalk Rommel: De Duitse veldmaarschalk Erwin Rommel werd geboren in 1891 te Heidenheim, Wurttemberg. Erwin Rommel koos in 1910 voor een militaire loopbaan. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd hij wegens zijn betoonde moed onderscheiden met een hoge militaire onderscheiding. Rommel diende in Frankrijk, Roemenië en Italië.
In 1940 voerde Rommel het bevel over de 7e pantserdivisie, waarmee hij in snel tempo de Franse Kanaalkust bereikte. Begin 1941 werd hij tot bevelhebber van het Duitse korps in Afrika benoemd. Rommel moest daar de Italianen te hulp komen, die in Libië aan de verliezende hand waren. Rommel rukte met zijn pantserdivisie op tot El Alamein. Tijdens de tweede Slag om El Alamein werd Rommel gedwongen zich tot in Tunesië terug te trekken. In 1943 en 1944 was Rommel commandant van legergroep B in Italië en Noord-Frankrijk. In de zomer van 1944 raakte Rommel ernstig gewond tijdens een inspectietocht. Tijdens zijn verblijf in Frankrijk had Rommel contacten gelegd met tegenstanders van Hitler. Toen deze contacten uitlekten, werd hij door Adolf Hitler tot zelfmoord gedwongen. Op 14 oktober 1944 nam Rommel in Herrlingen bij Ulm vergif in, waarna hij met militaire eer kon worden begraven.
Veldmaarschalk Von Rundstedt: Von Rundstedt werd op 12 december 1875 te Aschersleben (vlakbij Maagdenburg, Duitsland) als Karl Rudolf Gerd von Rundstedt geboren.
Op zijn achttiende (in 1893) ging hij als officier bij het leger werken. Tijdens de Eerste Wereldoorlog maakte hij snel veel indruk en uiteindelijk werd hij stafchef van een legerkorps.
Duitsland verloor de Eerste Wereldoorlog en mocht volgens het Verdrag van Versailles maar een klein leger hebben. In het geheim werd echter weer gewerkt aan de opbouw van een groot leger. Dit begon met de opkomst van Hitler en Von Rundstedt was hier zowel voor als na de machtsovername door Hitler in Duitsland bij betrokken. Dit alles terwijl hij een hekel had aan Hitler en het Nazisme(dictatuur).
Nu vertel ik over wat belangrijke commandanten aan de Geallieerde kant.
Eisenhower: De Amerikaanse generaal en president (vanaf 1953 tot 1961) Dwight David Eisenhower werd geboren in Abilene, Kansas. Eisenhower werkte na de middelbare school tot 1911 bij het bedrijf Belle Springs Creamery. In 1911 werd Eisenhower toegelaten tot de militaire academie West Point.
Eisenhower maakte snel carrière in het leger. Tijdens de Eerste Wereldoorlog was Eisenhower gestationeerd op diverse locaties in Amerika. Eisenhower trad in 1916 in het huwelijk met Mamie Geneva Doud. In de jaren twintig was hij gelegerd in Panama en de Verenigde Staten. In 1925 werd hij toegelaten tot de hoge militaire opleiding in Fort Leavenworth in Kansas. Tijdens het examen in 1926 bleek Eisenhower de beste van zijn klas te zijn. In november 1942 leidde Eisenhower als commandant van de Amerikaanse strijdkrachten in Europa de invasie in Frans Noord-Afrika. In februari 1943 werd Eisenhower aangesteld als opperbevelhebber van de geallieerde strijdkrachten in Noord-Afrika en leidde de veldtocht in Tunesië en later de landing op Sicilië. In 1944 werd Eisenhower benoemd tot opperbevelhebber van West-Europa. Hij voerde in juni 1944 het commando bij de invasie in Normandië. Op 7 mei 1945 gaf het Duitse leger zich in Reims onvoorwaardelijk aan hem over.
Omar Bradley: De Amerikaanse generaal Omar Nelson Bradley werd geboren op 12 februari 1893 in de omgeving van Clark, Missouri. Toen hij achttien was, volgde hij een opleiding bij de militaire academie West Point (net als Eisenhower). Omar Bradley studeerde af aan de militaire academie West Point in 1917. Bradley was commandant van de infanterieschool in Fort Benning toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak. Hij voerde het bevel over de Amerikaanse divisies 82 en 28.
In 1943 kreeg hij het opperbevel over het Amerikaanse 2e legerkorps. In Noord-Afrika veroverden zijn troepen de Tunesische stad Bizerta, waardoor de Duitse en Italiaanse troepen in Tunesië tot capitulatie werden gedwongen. Ook speelde Omar Bradley een belangrijke rol bij de geslaagde landing op Sicilië in 1943.
In de herfst van 1943 werd Bradley benoemd tot opperbevelhebber van het 1ste Amerikaanse legerkorps. Door deze functie was Bradley betrokken bij de voorbereidingen en de
landingen in Normandië, die bekend werden onder de codenaam Overlord. Na de succesvolle landing in Normandië, kreeg Bradley het commando over de Amerikaanse 12e legergroep. Onder zijn leiding werden Frankrijk, België, Luxemburg en Nederland veroverd. Het was de legereenheid van Bradley, die in 1945 bij de Elbe het eerste contact maakte met het uit het oosten oprukkende leger van de Russen.
Henry Duncan Graham Crerar: luitenant-generaal Crerar werd geboren te Hamilton (Ontario, Canada) op 28 april 1888. Tijdens de Eerste Wereldoorlog vocht hij als jonge luitenant in Frankrijk. In 1941 werd hij lid van het Canadese hoofdkwartier in Engeland en kreeg hij het commando over de Tweede Canadese Divisie. Twee jaar later werd hij bevelhebber van het Eerste Canadese Leger. Hij nam deel aan de invasie van Normandië en de West-Europese veldtocht in 1944. Hij leidde de operaties aan de Scheldemond, waardoor de Duitsers Antwerpen moesten opgeven. Toen de Duitsers in de tweede helft van december 1944 met een wanhoopsaanval probeerden door de geallieerde linies te breken, ging het mis en de geallieerden namen Tilburg over. Onder druk van de barre winterse oorlogsomstandigheden ontstond er een hechte band tussen de Canadese militairen en de Tilburgse bevolking. Vele gezinnen hadden Canadezen te logeren. Daardoor kwamen de Canadezen in 1945 voor een rustperiode terug naar Tilburg.
Alle Geallieerde militairen werden ondersteund door Roosevelt, de president van Amerika toen die tijd en Churchill, toen die tijd de minister-president van Engeland.
Atlantikwall
Al in december 1941 beseften de Duitsers dat het westelijk deel van Europa kwetsbaar was. Terwijl het grootste deel van het Duitse leger aan het oostfront tegen de Russen vocht, moest aan de andere kant een kustgebied verdedigd worden. In totaal strekte dit kustgebied zich uit over een lengte van 4800 kilometer. De Atlantikwall bestond uit een serie van zware fortificaties (vestingwerken) die vanaf Nederland, via de kust van Het Kanaal tot aan de kust van de Middellandse Zee in Zuid-Frankrijk reikte. Hitler had opdracht gegeven tot de bouw van 15.000 verdedigingswerken, die door 300.000 man bemand zouden worden. Met de bouw werd officieel in het voorjaar van 1942 begonnen. Twee jaar lang waren een kwart miljoen arbeiders er dag en nacht aan bezig. De Atlantikwall is grotendeels door dwangarbeiders gebouwd. De arbeiders werden scherp bewaakt en maakten de hele week dagen van 12 uur lang. Ze kregen niet meer dan 10 minuten tot een half uur pauze voor het middagmaal. De voeding was slecht voor het zware werk en ook werd er geen werkkleding gegeven. Eenmaal per maand kregen de arbeiders een halve zondag vrij. Wie het werk niet meer aankon werd vervangen. Er werd meer dan een miljoen ton staal in verwerkt en er werd meer dan 20 miljoen kubieke meter beton voor gestort.
Eind 1943 gaf Hitler Rommel de taak de verdedigingswerken van de Atlantikwall te inspecteren, maar het rapport dat Rommel terugstuurde was voor Hitler een zware klap. Rommel had veel kritiek op de anti-invasie maatregelen. Hij noemde de Atlantikwall een \"verzinsel uit Hitler’s droomwereld\".
Rommel wilde dat de kustverdediging verzwaard zou worden, zodat de aanvallers, als ze kwamen, geen stap konden zetten en hij wilde dat er vlak achter de stranden pantserdivisies werden geplaatst, die de vijand, nog voordat ze voet aan land hadden gezet, zouden verpletteren. Rommel kreeg toestemming van Hitler om de kustverdediging zo te versterken als hij nodig vond.
Na D-day
Aan het eind van de dag van D-day, stonden er alleen al op de Britse landingsstranden (Gold en Sword Beach) 8900 en ongeveer 1900 ton aan voorraden. Er werd een kunstmatige haven aangelegd, de Mulberry-haven, bij Arromanche (Gold Beach). De voorraden werden aangevoerd door logistieke ad hoc teams. Dit was erg moeilijk, want de Duitse kanonnen bij Le Havre bleven Sword Beach bestoken, daarom had Sword Beach ook veel minder voorraden dan Gold Beach. De Duitse kanonnen waren nog geen eens het ergste, want er gebeurde nog iets veel vervelenders. Op 7 juni vergiste namelijk een piloot van een Lancaster (dat is een piloot van de Gealieerde troepen) zich, want hij liet bommen vallen op het grootste voorradendepot van de Britten. Het gevolg was verschrikkelijk, er vloog namelijk 370.000 liter brandstof en 400 ton munitie de lucht in.
Er was veel tijd gestoken in het uitdenken hoe de troepen en voorraden aan wal moesten komen, waardoor er bijna geen tijd was gestoken in de problemen die de troepen zouden kunnen krijgen wanneer ze eenmaal van het strand af waren. De troepen hadden in een heel andere omgeving getraind dan dat ze nu waren. Het verloop ging niet helemaal goed, want er lagen Britse troepen tegenover de industriële gebieden van Caen, die door de Duitsers zwaar werden bewaakt. Een paar kilometer ten westen van Caen lag de bocage. Dat is een gebied waarin veel landweggetjes lopen en kleine velden liggen, die door hagen verbonden waren. Deze hagen waren heel hoog en breed. In dit bocagegebied stonden veel grote boerderijen en kleine dorpjes. Hoe verder landinwaarts, hoe heuvelachtiger het landschap werd. Dit landschap was ideaal voor de Duitsers, omdat er zoveel natuurlijke obstakels waren.
Het plan was dat de Britten het zuidoosten van Caen moesten innemen, zodat de Amerikanen ongestoord ten noordwesten van Cherbourg en bij de grote havensteden van Bretagne konden toeslaan. Als dit was gelukt, moesten vervolgens de Amerikanen naar het oosten gaan en zich aansluiten bij de Britten. De gevechten bij Caen werden bijna allemaal gewonnen door de Britten. De Duitsers kwamen namelijk niet door hun verdedigingslinie heen en bleven eigenlijk op het zelfde punt, als waar ze waren begonnen.
De Amerikaanse opperbevelhebber Bradley wilde in westelijke richting oprukken om het noorden van het schiereiland Cotentin te gebruiken als uitvalbasis voor de inname van Cherbourg en het zuiden als uitvalbasis naar Coutances en Saint Lô. Hier was het gevecht anders dan bij de Britten rond Caen. Er kwamen namelijk bijna geen tanks aan te pas, maar het waren infanteriepelotons die elkaar te lijf gingen met machinegeweren en mortieren vanuit de lage landweggetjes en vanachter de heggen. De Duitsers waren in de minderheid, maar ze verzetten zich goed. De 101st Airborne divisie had op 12 juni Carentan ingenomen, maar had hiervoorl veel verliezen moeten lijden. Twee dagen later rukten de Amerikanen op naar het westen. Toen ze hier aankwamen, was er geen Duitser te bekennen. Ze hadden zich allemaal teruggetrokken, omdat de luchtaanvallen en de aanvallen van het Franse leger de Duitse munitievoorraden hadden laten krimpen. Op 20 juni vochten de Amerikanen zich een weg door de belangrijkste Duitse verdedigingslinie. Dit was een 10 kilometer lange cirkel vol stalen en betonnen versterkingen ten zuiden van Cherbourg. Het grootste gedeelte van het Duitse garnizoen bij Cherbourg bestond uit oude mannen en krijgsgevangenen. Het was dus makkelijk om dit in te nemen.
Op 17 juni sprak Hitler met Von Rundstedt en Rommel. Deze waren zo overstuur, dat Hitler besloot om twee pantserdivisies van het Oostfront naar Normandië over te plaatsen. Zo dacht hij de Geallieerden tegen te kunnen houden. Op 20 juni besloot Hitler dat Bayeux moest worden aangevallen met zes divisies. Het doel was om het bruggenhoofd van de Geallieerden in tweeën te delen. Ondertussen bereidden de Britten ook weer een nieuwe aanval voor. Dit keer was het doel dichter bij Caen. Op 21 juni om 4.15 uur vielen ze aan, terwijl er dichte mist was. Hierdoor vielen de Britse troepen niet op en konden ze zonder problemen aanvallen. Op 22 juni voerden de Geallieerden massale luchtaanvallen uit. Binnen 24 uur waren al drie Amerikaanse divisies op vele plaatsen door de verdedigingslinie gebroken en op 25 juni gaf de Duitse opperbevelhebber Rommel zich over in de kustgebieden.
Op 26 juni werd de aanval verder ingezet met meer dan 700 artilleriestukken. Ze hadden succes, want ze namen een intacte brug in beslag bij het dorpje Baron. Een tijd lang rukten de Britten verder op, maar toen werden ze tegengehouden door de Duitsers. De operatie van de Britten was dus niet gelukt, maar er was wel iets anders belangrijks bereikt, namelijk dat de enige echte kans van de Duitsers om Normandië weer in te nemen de grond was ingeboord.
Op 7 juli werd Caen plat gebombardeerd door 500 bommenwerpers van de Geallieerden. Het gevolg was dat bijna heel Caen was verwoest. Daarnaast gingen er meer dan 6.000 Franse burgers door deze actie dood. De Duitsers hielden nog stand in de ene helft van Caen tot 9 juli, toen hebben ze zich overgegeven. De andere helft van Caen was nog steeds in handen van de Duitsers. De verliezen waren groot voor deze stad, 6.000 Duitsers vonden hier de dood en ongeveer 3.500 Britten en Canadezen.
Halverwege juli zaten de Britten en Canadezen vast in hun gebieden, doordat de Duitsers hen tegenhielden bij Parijs. Ook bij de Amerikanen ging het niet goed. Op 15 juli waren vier Amerikaanse divisies 10 kilometer meer landinwaarts gekomen, maar dat kostte de Geallieerden wel 10.000 slachtoffers. Bij het plaatsje Saint Lô waren ook veel slachtoffers gevallen. Het was nu 6 weken na D-day. In deze 6 weken hadden de Geallieerden al meer dan 122.000 soldaten verloren, daarnaast hadden ze het mooie Normandië verwoest en hadden ze tienduizenden Franse burgers gedood. Maar dankzij deze acties, waarbij de Geallieerden uiteindelijk wonnen van de Duitsers, zijn wij wel verlost van de oorlog.
Dodenaantallen
Er zijn in de Tweede Wereldoorlog ongeveer 55 miljoen mensen dood gegaan. Ik laat nu een overzicht met dodenaantallen van een paar landen zien. Op D-day zelf vielen 486.976 doden.
Duitsland 7,3 miljoen doden
Nederland 280 duizend doden
Engeland 512 duizend doden
Amerika 290 duizend doden
Frankrijk 610 duizend doden
Rusland 20 miljoen doden
Italië 400 duizend doden
Wat is er nog over van D-day
Er is heel veel informatie te vinden over D-day. Er zijn veel boeken over geschreven en meerdere films over gemaakt, waaronder The
longest day. Deze film is gebaseerd op het boek van Cornelius Ryan, dat ik heb gelezen. Ook op internet staat veel informatie.
In Normandië zijn er veel musea over D-day. Ik ben in verschillende musea geweest. Ik vertel over twee musea:
- het Airborne museum, daar was veel informatie over de parachutisten van de 101st en 82st divisie;
- het Omaha museum, dat ging voornamelijk over de gevechten bij Omaha Beach.
Als je op de stranden kijkt waar de Geallieerden zijn geland, zie je ook nog kogels. Bij Point Du Hoc zie je nog veel kraters van bominslagen. In Arromanche kun je nog stukken zien van de kunstmatige haven Mulberry. In Saint-mere Eglise hangt als herdenkingsteken een parachutist in de kerktoren, omdat op D-day een parachutist daar in terecht was gekomen. Hij is doof geworden van het lawaai van de klokken, want die luidden om het hele dorp te waarschuwen voor een brand. Hij heeft het wel overleefd.
Filmverslag The longest day
Samenvatting:
Het is juni 1944. De Duitsers zijn klaar voor een mogelijke aanval van de Geallieerden bij de kust van Het nauw van Calais. Door het slechte weer wordt niet direct een aanval verwacht, omdat de Geallieerden bij vorige landingen altijd bij goed weer en bij zonsopgang aanvielen. Toch blijven de Duitsers goed opletten. In Engeland wachten meer dan 3 miljoen man op het aanvalsbevel. Ongeduld en vermoeidheid beginnen bij de soldaten op te treden. Maar dan komt het bericht dat generaal Eisenhower het bevel heeft gegeven om aan te vallen. In de nacht van 6 juni 1944 in de stromende regen begint de Geallieerde invasie. Bijna 11.000 vliegtuigen worden ingezet. De meeste vliegtuigen droppen parachutisten die belangrijke plekken moeten veroveren. Als dat ze niet lukt, kan de hele invasie mislukken. Om de Duitsers in verwarring te brengen, worden op sommige plekken rubberen poppen gedropt, genaamd Rupert. De echte parachutisten landen bij verschillende dorpjes, maar niet overal landen de mannen op de juiste plaats. Veel soldaten worden in de lucht al neergeschoten. Via codeberichten wordt het Franse verzet ingelicht over de invasie. De verzetstrijders zorgen er onder andere voor dat de telefoonlijnen vernietigd worden, waardoor de Duitsers geen contact meer met elkaar kunnen opnemen. Ondertussen steken 4.000 schepen en honderdduizenden manschappen Het Kanaal over voor een landing op de kust in Normandië.
Mijn mening:
Ik vind dat de film The longest day heel duidelijk een indruk achterlaat van de slag om Normandië. In de film zijn opnames gebruikt die op 6 juni 1944 zijn gemaakt. Dat heb ik onder andere in het Airborne museum gezien. Wat mij opviel bij het kijken van de film is dat deze in het zwart-wit is en dat de Duitsers Duits spreken; de Franse Frans en de Engelsen, Amerikanen en Canadezen Engels spreken. In de meeste films spreken alle acteurs dezelfde taal ook al komen ze uit een ander land.
D-Day + filmverslag The Longest Day
6.9- Spreekbeurt door een scholier
- 1e klas vwo | 4194 woorden
- 29 januari 2009
- 50 keer beoordeeld
6.9
50
keer beoordeeld
Bewaar of download dit verslag!
Om dit verslag toe te voegen aan je persoonlijke leeslijsten of te downloaden moet je geregisteerd zijn bij Scholieren.com.
27.680 scholieren gingen je al voor!
Ook lezen of kijken
Nuno en Arwa over de nieuwe bachelor ST&I: 'De perfecte combinatie'
Jongeren over fake news: 'Ik heb hem nog gewaarschuwd'
Hoe is het om een zusje met het Downsyndroom te hebben?
REACTIES
1 seconde geleden
L.
L.
super spreek burt
13 jaar geleden
Antwoorden