Wijn

Onderwerp: wijn

Inleiding: Ik houd mijn spreekbeurt over wijn. Over deze onderwerpen ga ik vertellen:

1. wijnsoorten
2. de geschiedenis van de wijn
3. klimaat en bodem
4. wijnstreken van Frankrijk. 5. van druif tot wijn
6. etiketten
7. wijn op de wereld

1. wijnsoorten Omdat er veel soorten druiven zijn zijn er ook veel soorten wijnen. Er zijn wijnen die wit of rood, maar er zijn ook nog andere soorten. Ik ga nu wat vertellen over allerlei soorten wijn: -Rode wijn: wordt gemaakt uit blauwe druiven, een voorbeeld is Coteaux du languedoc -Witte wijn: wordt gemaakt uit blauwe of witte druiven, een voorbeeld is de pinot blanc -Rosé: wordt gemaakt uit blauwe druiven, een voorbeeld is Domaine de la Gayolle .Sommige mensen denken dat rosé een mengeling van witte en rode wijn is, dat is niet zo. In sommige plaatsen is dat zelf verboden. -Likeur wijn: wordt gemaakt uit witte of blauwe druiven een voorbeeld is porto - Schuimwijn: wordt gemaakt uit blauwe of witte druiven, een voorbeeld is champagne.

2. geschiedenis van de wijn Wijn bestaat al heel lang, dat weten we uit opgegraven druiven pitten. Aan deze pitten kun je zien of het gekweekte druiven of wilde druiven zijn. Ook weten we het uit oude afbeeldingen. Bijvoorbeeld bij de egyptenaren zien we op afbeeldingen dat de mensen wijn maken of het drinken. De Grieken hadden een wijn god, Dionysus. Hij werd soms afgebeeld op wijnkruiken. Vroeger smaakte wijn waarschijnlijk wel anders maar het was wel wijn. Hoe mensen op het idee kwamen om wijn te maken weten we niet, waarschijnlijk merken ze dat als je druiven lang laat liggen, de smaak veranderd. Toen gingen de mensen wijnstokken planten. Daarna gingen ze alle wijn stokken in nette rijen zetten, zo ontstonden de wijngaarden. Tussen 6000 v. Chr. En 4000 voor Chr. Begon de wijnbouw in de Kaukasus. Vanaf daar breide het rond 3000 v. Chr. Naar Egypte uit. Van Egypte ging het rond 2000 v Chr. weer naar Griekenland. Door de overbevolking trokken de Grieken naar het gebied rond de Middellandse Zee. Zo leerde rond 1000 v. Chr. Italië en noord Afrika wijn kennen. Daarna ging het verder met Spanje, Portugal en Zuid-Frankrijk, rond 500 v. Chr. En tenslotte naar Noord-Europa.

3. klimaat en bodem het klimaat is erg belangrijk voor de wijnbouw. Het aantal zonne-uren, de gemiddelde temperatuur, de neerslag en de soort en hoeveelheid wind bepalen de smaak van de druiven en dus ook van de wijn. Druiven groeien het beste in gebieden met redelijk warme zomers en winters waar het weinig vriest. Ook moet het er regelmatig regen. Waar dit voor komt noemen het gematigde klimaat. Er is genoeg zon om zoete, sappige druiven te kweken. Bij te veel zon blijven ze namelijk zuur. Het mag ook niet te veel regenen want dat is niet goed voor de plant. Ook in gebieden zonder een gematigd klimaat, kunnen druiven groeien. Want op sommige plekken zijn er goede gunstige weeromstandigheden bijvoorbeeld op een berghelling, daar heb je iets meer zonne uren, of achter een heuvel, die de wind tegen houd. Die plek heeft dan een ander klimaat dan het gebied wat er omheen ligt. Dat noemen we een micro klimaat. In een Nederlandse tuin kan ook wel eens een micro klimaat voorkomen, zodat er een goed plekje is om een druif te laten groeien. De bodem is ook erg belangrijk voor de groei van de druif. Een wijnstok groeit goed op arme grond. Dat is grond die niet erg vruchtbaar is. Als er teveel voedingsstoffen in de grond zitten, krijgt de plant te veel bladeren en druiven. Die druiven hebben dan veel minder smaak. Als de grond weinig voedingsstoffen heeft, moeten de wortels heel diep in de grond gaan om bij voedsel te komen. Daardoor wordt de plant sterker. Ook de manier waarvan de grond is opgebouwd, is belangrijk. Dat heet bodemstructuur. Een losse bodem structuur, is beter voor de plant, omdat de wortel dan goed diep in de grond kunnen doordringen. Kalk, leisteen, mergel en klei, zijn grond waarop druiven goed kunnen groeien. De grond is opgebouwd uit verschillende lagen. Afhankelijk van de bodemsoort vertakken de wortels zich meer of minder vaan beneden. Meestal heeft een bepaald gebied een grond waar er meer kalk in zit dan klei bijvoorbeeld. Dat geeft ook een aparte smaak aan de wijn. (plaatje**) De losse structuur is ook goed voor de afwatering. Dat betekent dat het water gemakkelijk weg kan stromen, en de onderste laag het water goed vast houd. Heuvels hebben een goede afwatering. Daarom worden ze vaak voor wijnbouw gebruikt.

4. wijnstreken van Frankrijk

Frankrijk heeft veel bekende wijnstreken en minder bekende. Door de vele wijnstreken heeft Frankrijk natuurlijk ook veel druiven soorten. Nu ga ik iets vertellen over de bekendste wijnstreken:

Champagne
De Champagne is waarschijnlijk de bekendste Franse wijnstreek. Dit gebied ligt in het noorden van Frankrijk. De wijn die uit dit gebied komt heet ook champagne, het is een beschermde naam en daarom mogen alleen wijnen die uit dat gebied komen deze naam dragen. Het Champagne gebied bestaat uit ongeveer 28.000 hectare wijngaard. De totale hoeveelheid Champagne die jaarlijks geproduceerd wordt is meer dan 250 miljoen flessen per jaar. De champagnes worden bijna altijd gemengd met druiven uit verschillende jaren. In deze wijnstreek komen maar drie druiven rassen voor: Pinot Noir
Pinot Meunier
Chardonnay
Champagne wordt bereid volgens een speciale methode: de Méthode Champenoise. De bodem bestaat vooral uit krijt. Dit krijt is één van de beslissende factoren in de kwaliteit van de Champagne. Sterk kalkhoudende bodems geven een wijn veel finesse. Champagne is zo duur omdat er het hele jaar veel vraag naar is en er niet veel van is.

Bordeaux
De Bordeaux is een grote wijnstreek met ongeveer 100.000 hectare wijngaard. De Bordeaux ligt in het zuidwesten van Frankrijk. Het gebied wordt doorsneden door 2 grote rivieren: de Garonne en de Dordogne. Zo\'n 20 kilometer ten noorden van de stad Bordeaux verenigen zij zich en heet de rivier de Gironde.