Konijnen

Konijnen

1. Inleiding:

Ik houd mijn spreekbeurt over konijnen, omdat ik het hele lieve dieren vind. Ik heb zelf ook een konijn. Het is een gezellig huisdier, maar het is wel een grote verantwoordelijkheid want je moet hem goed verzorgen.
Een mannetje = een rammelaar of ram.
Een vrouwtje = voedster.

2. Verzorging:

Een verzorging van een konijn houdt in:
• Elke dag eten geven.
• Elke dag zijn fles of waterbakje verschonen.
• Elke dag nieuw hooi en stro geven.
• En vooral aandacht geven.
• En kijken of je konijn gezond is.
• En zorgen dat hij beweging heeft.

3. Hok:

Als je een konijn hebt dan zetten de meeste mensen hem in een hok. Maar konijnen willen en moeten net als mensen ook beweging krijgen. Je kunt hem bijvoorbeeld binnen laten lopen, of een buitenren maken of kopen.

Je kunt hem ook los in de tuin laten lopen, maar pas op want hij kan zo wel ontsnappen. Als je een konijn een maand of 2 in zijn hok laat zitten dan gaat hij steeds moeilijker lopen. Terwijl hij in de natuur wel 40 km per uur kan rennen, dat is net zo hard als een scooter. Als je een konijn laat lopen, gaat het soms van plezier sprongetjes maken.
Het maakt niet uit in wat voor hok je het konijn doet. Een konijn dat altijd buiten heeft gestaan moet je niet opeens binnen zetten, want de temperatuur van binnen en van buiten verschilt te veel. Mijn konijn staat buiten, er staat een hok met een ren er omheen. Hij heeft een trappetje in zijn hok want dan kan hij naar buiten! En nog een tip, doe er een net omheen want dan is het veiliger voor je konijn, bijvoorbeeld tegen katten.

4. Vijanden:
In de natuur hebben konijnen veel vijanden bijvoorbeeld: de vos, de marter, de fret en een heleboel roofvogels. In het buitenland hebben konijnen nog meer vijanden daar heb je ook nog: de wilde kat, lynx, slangen, de wolf en grotere roofvogels bijvoorbeeld de arend.

5. Voortplanting :

Ik wil het nu hebben over de voortplanting!! De paartijd gaat van Februari tot Oktober. In de natuur mag een mannetje met veel vrouwtjes paren. Het vrouwtje maakt een bedje van gras en haartjes uit haar buikvacht, dan krijgt ze 5 tot 12 jongen en dit ongeveer 5X per jaar. Een vrouwtje kan wel 40 tot 50 jongen per jaar krijgen.
De kleintjes worden na ongeveer 1 maand geboren. De jongen zijn naakt, blind en doof. Ze wegen ongeveer 50 gram (= ongeveer 8 suikerklontjes).
Na 3 dagen begint de vacht te groeien. De oogjes gaan open na 10 dagen. Na 2 weken komen de oren overeind. Na 5 weken zorgen ze voor zichzelf. Na 6 weken wegen ze 350gram.

6. Konijnenplaag:

Als alle konijnen zouden blijven leven, zou Nederland al gauw miljoenen konijnen tellen. Maar de kans daarop is klein. Er is hier niet zoveel ruimte voor konijnen en ze hebben hier heel wat vijanden, maar in Australië was er ooit een enorme konijnenplaag. Oorspronkelijk kwam deze diersoort niet in Australië voor. Tot er in 1859 een stuk of 20 werden losgelaten. De dieren konden zich in dat werelddeel razendsnel voortplanten. Ze beschikten er over ruimte, rust,voedsel en grote eenzame natuurgebieden. En vijanden hadden ze er nauwelijks; op het laatst waren er zoveel konijnen, dat Australië er ernstig onder te lijden kreeg. De beesten richtten er grote schade aan. Zoiets noemen we een “ Plaag” .

Een Franse ingenieur vond er wat op. Hij besmette planten met een soort ziektekiemen. De konijnen die er van aten raakten verlamd en gingen dood. De ziekte heette: Myxomatosis! In korte tijd gingen toen miljoenen konijnen dood.

7. Waar leven wilde konijnen:

Ze leven in de vrije natuur, liefst op zandgronden. Ze zitten graag in half open landschappen tussen struiken en bossen en leven in grote groepen, die noemen we “kolonies”. De konijnen graven een doolhof van gangen en vluchtpijpen. De ondergrondse holen worden “wrangen” genoemd”.
De woonruimte is de “ketel” en wordt gegraven door de vrouwtjes. Op de ketel komen een paar ‘ pijpen” uit. Jonge konijntjes worden in speciale gangen geboren, deze heten “wentels”. Het vrouwtjeskonijn bekleedt dit met haren uit haar buikvacht. Hoe langer ze er wonen hoe meer pijpen en holen ze hebben kunnen maken.

8. Voedsel:

Konijnen eten graag:
• bladeren
• wortels
• gras
• sla
• kool
Maar je moet een konijn niet teveel sla of nat gras geven want dan kan hij diarree krijgen. Er zijn ook speciale snoepjes voor konijnen, daar mogen ze er maximaal maar 3 per dag van.

9. Beroemde konijnen:

• stampertje
• bugs bunny
• peter rabbit (peter konijn)