De ramp
In de nacht van 1 februari werd Zeeland overvallen door een zware stormvloed.
Op een heleboel plaatsen braken er dijken door.
Er zijn nog veel mensen die de ramp van dichtbij hebben mee gemaakt.
Weerberichten uit de krant voor de storm.
1 Op 29 januari: zacht weer matige westen wind volle maan om 16 voor 1.
2 Op 30 januari: tijdelijk regen matige tot krachtige zuidwestenwind.
3 Op zaterdag 31 januari: guur weer krachtige tot stormachtige west tot noordwesten wind.
Het was die zaterdag springvloed die na volle- en nieuwe maan voor komt.
De noordwesterstorm joeg het water naar Zeeland en België.
Door de nauwe doorgang van Het Kanaal kon het niet snel genoeg weg.
Waardoor het water nog hoger kwam.
Het was een zware storm waarin windstoten van 144 km per uur voorkwamen.
Hij duurde ook erg lang.
Ongeveer 24 uur achter elkaar.
De slachtoffers en de schade
In die dagen liep 250.000 hectare land onder water.
In dat gebied woonden naar schatting 600.000 mensen.
De totale schade werd op meer dan een miljard gulden geschat.
Veel erger was het verlies aan mensen en dieren.
's Zondags werd bekent dat 58 mensen waren verdronken.
Het radionieuws van maandagavond 7 uur meldde 420 doden.
Dinsdagavond waren het 873 doden.
Vrijdag waren er 1355 doden gemeld.
Het zou nog vele maanden duren voor het totale aantal slachtoffers van de ramp bekent was.
Uiteindelijk bleken 1835 mensen verdronken te zijn.
Bovendien zijn er 1750 paarden , 25000 koeien en 12000 varkens verdronken.
Toen de vloedgolf losbrak , stonden ze vaak nog vastgebonden in de stal.
Er was geen tijd geweest om de dieren los te maken.
Ook verdronken er veel paarden en varkens.
Ze bleven nog lang rond drijven met opgezwollen lichamen.
De mensen in de polders waren volkomen geïsoleerd.
Ze vluchten naar de zolders en zelfs op de daken om daar te wachten tot de redding komt.
De dijken
Rond het jaar 1000 begint de dijkenbouw door kloosters.
Eerst met schep een manden met klei later met kruiwagens.
Zeewater buiten regen water binnen het probleem was nog niet opgelost.
Er werd een organisatie opgericht om de dijken te beheren dat is nu waterschap.
In de 15e en 16e eeuw werd de bedijking beter.
Nieuwe dijken aangelegd oude afgebroken dus als er een overstroming was stond alles onder water.
Rond 1600 werd er beter bedijkt en ingepolderd.
Er werd veel land gewonnen.
In de 18e eeuw had men veel last van de paalworm die de houten palen aan vreet.
In het begin van de 20e eeuw werd er weer een verbetering aangebracht.
Er werd gewapend beton gebruikt om dijk- en duin glooiingen te verstevigden.
Of om strand- en zeedammen aan te leggen die de golven moeten breken.
De dijken werden na overstromingen weer verhoogd.
Na de stormvloed van 12 maart 1906 was er geen geld voor en werden er betonnen muurtjes op de dijk gezet.
Deze zijn op Schouwen-Duiveland nog steeds te zien.
Eind jaren dertig ging men niet meer uit van de laatste overstroming maar berekent men de hoogte.
Tijdens de oorlog werd de studie voort gezet en na de oorlog kon men die kennis gelijk benutten.
De dijken waren door de Duitsers vernietigd en moesten hersteld worden.
Hiervoor gebruikte men een nieuwe techniek: caissons.
Er werden allerlei plannen gemaakt om het land te beschermen.
Hieruit ontstond tenslotte het Deltaplan.
Het Deltaplan
Na de watersnoodramp werd er een commissie opgericht die moest bekijken hoe men een nieuwe ramp kon voorkomen.
Er werd veel gerekend en bekeken.
Men koos voor een basispeil van 5 meter boven N.A.P.
Men wilde Nederland beschermd zien tegen een stormvloed van ruim 1 meter hoger dan op 1 februari 1953.
Men koos een radicale oplossing.
Het afsluiten van de zeearmen was het beste.
De dammen werden zover mogelijk zeewaarts geplaatst, zodat de kust korter werd en de bestaande dijken konden dienen als tweede zeekering.
Er zou zo ook een groot zoetwaterreservoir opgebouwd kunnen worden, waardoor de verzilting kon worden bestreden.
Al op 21-10-1955 werd een schematische opzet gegeven voor het huidige Deltaplan.
Er moest nog veel bestudeerd worden, maar de plannen lagen er.
Er werd een schema opgezet en op 8-5-1958 werd de wet door de koningin ondertekend.
Het Deltaplan omvatte:
- stormvloedkering in de Hollandse IJssel.
- afsluiting van het Veerse Gat,.
- afsluiting van het Haringvliet.
- afsluiting van het Volkerak.
- werken in het gebied van de Oude Maas.
- dam door de Grevelingen.
- afsluiting van het Brouwershavense Gat en de Oosterschelde.
- versterking van de hoogwaterkeringen aansluitend op de dammen.
- overige werken.
De uitvoering van het Deltaplan
Er werd gekozen voor een schema waarbij het laatste werk in 1978 klaar zou zijn.
Ze werkten van klein naar groot.
Dus eerst het Veerse Gat en als laatste de Oosterschelde.
Ook moesten er gemalen komen om het water uit de polders te pompen en de dijken moesten verhoogd worden.
Men begon met het bouwen van een stormvloedkering in Krimpen aan de IJssel die bij dreigend hoog water gesloten kon worden.
Er werd voor de scheepvaart een schutsluis gebouwd.
De eerste stormvloedkering en de schutsluis kwamen in 1958 gereed, de tweede stormvloedkering in 1976.
Daarna begon men met het aanleggen van een dam in de Zandkreek, die werd geopend op 10 oktober 1960 als rijweg.
Men ging er toen toe over om het Verse Gat te sluiten en op 27 april 1961 werden de schuiven gesloten en werd het Veerse Gat het Veerse Meer.
In 1964 was de Grevelingendam klaar.
Voor het sluiten van de twee noordelijke geulen gebruikte men een kabelbaan.
Voor de Volkerakdam werden eerst 2 grote schutsluizen aangelegd, zodat het scheepvaartverkeer tussen Rotterdam en Antwerpen kon blijven varen. De Volkerakdam was in 1969 klaar.
Toen de Volkerakdam klaar was begon men met de Haringvlietdam die het Haringvliet afsloot.
Deze werd met behulp van een kabelbaan in 1971 gesloten.
Door de afsluiting van het Brouwershavense Gat met de Brouwersdam ontstond het Grevelingenmeer.
Deze was in 1972 af.
Toen men de Oosterschelde wilde sluiten kwam daar veel protest tegen.
Men zou weer een natuurgebied vernietigen als dit zou doorgaan en ook de visserij was er erg op tegen.
Door deze protesten werd het beleid veranderd.
Ere zou geen dam komen maar een stormvloedkering met schuiven die men bij dreigend hoog water dicht kon doen.
In het traject kwamen vaste dammen op de ondiepe plaatsen en beweegbare schuiven in het diepere gedeelte.
De Oosterschelde stormvloedkering was gereed in
Hierna werden de overige werken uitgevoerd en het Deltaplan was klaar.
REACTIES
1 seconde geleden
O.
O.
Hooooowh!! Groovy!!]
wat een prachtig werrkstuk, we zijn helemaal van onz apropo, en nu gaan we hem jatten *tututut*
Nou deoeoeoi
en Ineke love Reejnor, ghehehe
mazzle
Onz
22 jaar geleden
AntwoordenF.
F.
Wat een stom werkstuk zeg! Er zitten allemaal schrijffouten in!
13 jaar geleden
AntwoordenF.
F.
ik vind het heel erg slecht
12 jaar geleden
Antwoorden