De Stijl

Beoordeling 5.5
Foto van een scholier
  • Scriptie door een scholier
  • 3e klas vwo | 2234 woorden
  • 14 november 2002
  • 39 keer beoordeeld
Cijfer 5.5
39 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
ADVERTENTIE
Slim oefenen met Mijn Examenbundel

Wil jij onbeperkt online oefenen met examenopgaven, uitlegvideo's en examentips bekijken en je voortgang bijhouden? Maak snel een gratis account aan op mijnexamenbundel.nl. 

Ontdek Mijn Examenbundel
De stijl

De stijl was oorspronkelijk een naam van een tijdschrift dat in 1917 door Theo van Doesburg in Leiden werd opgericht.
Het was een tijdschrift voor groepen van schilders, architecten, beeldhouwers en schrijvers. Medeoprichters zijn: Piet Mondriaan, Vilmos Huszar, de architect J.J.P. Oud en de schrijver A. Kok.
Andere kunstenaars traden later ook toe tot de groep.
Onder hen bijvoorbeeld de architect Gerrit Rietveld en G. Schröder-Schräder.
De beginselen die deze kunstenaars van verschillende herkomst en verschillende karakters bij elkaar bracht zijn: de volstrekte abstractie dwz. rechte lijnen en rechte hoeken.
Ook gebruikten ze alleen de primaire kleuren: rood, geel en blauw en de primaire niet-kleuren: zwart, grijs en wit.
Met deze beperking wilden de kunstenaars alles wat er in de werkelijkheid te zien was op hun manier in hun kunstwerk verwerken die uitsloot dat er iets niet te zien was.
Hun eerste manifest, verschenen in 1918, beschrijft de gedachte dat er een oud en een nieuw tijdsbewustzijn is.
Het oude is gericht op het individuele en het nieuwe richt zich op het algemene.
De strijd tussen deze twee soorten zie je zowel in de wereld als in de kunst in die tijd.
Het was net na de eerste wereldoorlog en die oorlog hield volgens hen het individuele in: namelijk het alleen heersen over de wereld.
De oprichters van de Stijl hebben ook elk hun bijdrage geleverd aan het ontstaan van een nieuwe schilderkunst in 1917: de oudste, Mondriaan, had het kubisme tot het uiterste van de abstractie gebracht.
En zo was van der Leck, komend van de beginselen van de wandschilderkunst, composities gaan maken waarin de primaire kleur in grote geometrische blokken met lijnen er omheen was samengevat.
De beginner van de stijl van Doesburg had van de werken met figuren teruggebracht tot een samenstel van geometrische vormen, waarin je het onderwerp haast niet meer kon zien.
Huszar had werken ontworpen waarin de vormen tot een rechthoekig samenstel waren geordend.
In de zomer van 1917 verschenen toen de eerste werken van een nieuwe stijl: doeken waarop rechthoeken in de primaire kleuren op een witte achtergrond stonden.
Al snel werden deze rechthoeken tussen zwarte lijnen gezet (zie plaatje2), zodat in 1918 een eenheid van kleur en donkere lijnen ontstond.
Dat was de stijl die later als nieuwe beelding of neo-plasticisme de kunstgeschiedenis in is gegaan.

Bij het ontstaan van deze nieuwe beelding hebben niet slechts de ervaringen van de kunstenaars een rol gespeeld.
Zo was bijvoorbeeld ook het algemene tijdsbewustzijn een belangrijk uitgangspunt en de filosofie van Schoenmaeckers.
Zijn boeken hebben vooral invloed gehad op de schilderkunst van Mondriaan.
Het algemene tijdsbewustzijn heeft de kunstenaars vooral doen letten op de prestaties die in die tijd met z’n allen geleverd waren.
Zoals de grote steden en de organisatievormen in het alledaagse leven.
Vooral tijdens de eerste wereldoorlog was dit van grote betekenis.

Plaatje 2
Schilderij van Piet Mondriaan.
Compositie met rood, geel en blauw
Gemaakt tussen 1939 en 1942
http://www.cs.vu.nl/~frankh/martin/mondriaan.html
Ook Nederland het land waar de stijl ontstond is belangrijk geweest voor hoe deze kunstenaars werkten en dachten.
Het Nederlandse landschap was niet hun inspiratiebron, maar toch is de rechte lijn iets wat hier veel voorkomt in het landschap.
Want hier heeft de menselijke geest het gewonnen van de grilligheid van de natuur.
Deze kunstenaars waren ook vaak met streng geloof opgevoed en dit had invloed op hun werk.
De schoonheid van de stijl ligt in hun zuiverheid.
Deze werken kenden geen onderwerp maar hebben wel een echte inhoud namelijk: de algemene harmonie, hiervoor gebruikten ze de geometrie.
Vooral voor Mondriaan biedt de schilderkunst de mogelijkheid om de mensen de algemene harmonie te laten zien, die een richtlijn voor hun leven moet zijn.

De architectuur in de stijl

De stijl heeft ook zeker zijn invloed gehad op de architectuur in die tijd.
Bekende architecten zoals bijvoorbeeld Rietveld en Ouds hebben zich laten inspireren door de stijl.
De huizen die ze bouwden waren net als dingen van andere kunstenaars in de stijl geometrisch en in de primaire kleuren en niet-kleuren.
Ouds project voor een fabriek in Purmerend (1918) is het eerste resultaat van de nieuwe stijl in de architectuur.
Kort hiervoor kwam Rietveld met een leunstoel in de nieuwe stijl.
Na experimenten in ruimtelijke vormgeving door van Eesteren, van Doesburg en Rietveld samen ondernomen in 1923, ontstond Rietvelds Schröder-huis (zie plaatje 3) in Utrecht, van Eesterens ontwerp voor een huis aan de rivier en vóór 1928 zowel van Doesburgs binnenarchitectuur voor restaurant L´Aubette in Straatsburg en Ouds wijk ‘Kiefhoek’ in Rotterdam.
Van Eesteren heeft later de beginselen van de stijl tot basis voor een nieuw stadsontwerp gemaakt in zijn uitbreidingsplan voor Amsterdam-West.

Plaatje 3
Het Schröder-huis in Utrecht.
Architect is Gerrit Rietveld.
Gebouwd in 1924.
http://www.rnw.nl/cultuur/html/rietveld001214.html

De invloed van de stijl

De groep en het tijdschrift hielden op na van Doesburgs dood in 1931, maar de invloed van de stijl bleef je zien in de schilderkunst, de architectuur, de boekdrukkunst en de toegepaste kunsten.
De vertegenwoordigers van de stijl hebben jaren lang in grote afzondering gewerkt en er waren maar weinig mensen bij wie het aansloeg.
Pas later gingen kunstenaars van over de hele wereld zich bezighouden met de stijl.
De stijl heeft de kunst een nieuwe rol toegewezen.
De bekendste collecties van werk van de Stijlgroep-leden zijn te vinden in onder andere het Gemeentemuseum in Den Haag en het Willem-Hack-Museum in Ludwigshafen in Duitsland.

Gerrit Rietveld

Gerrit Thomas Rietveld (zie plaatje 4), beter bekend als Gerrit Rietveld is geboren op 24 juni 1888 in Utrecht en gestorven op 26 juni 1964 in Utrecht.
Rietveld was architect en meubelmaker.
Meubelmaker had hij geleerd bij zijn vader in de werkplaats en tussen 1906 en 1911 volgde de toen nog jonge Rietveld cursussen architectuurtekenen bij onder andere P. Houtzagers in Utrecht.

Plaatje 4.
Gerrit Thomas Rietveld die een schaalmodel bouwt van het Schröder-Schräderhuis.
http://www.rnw.nl/cultuur/html/rietveld001214.html
In 1911 opende hij zijn eigen meubelmakerij, maar in de avonden volgde hij nog steeds architectuurcursus bij P.J.C. Klaarhamer.
In die jaren maakte hij kennis met van’t Hoff, van der Leck, van Doesburg en andere leden van de stijl, waarbij hij zich in 1919 aansloot.
Zijn meubelontwerpen in die tijd waren precies volgens de stijl, dus heel geometrisch en helemaal in de primaire kleuren (rood, geel, blauw) en de primaire niet-kleuren (wit, grijs, zwart).
In 1919 vestigde hij zich als zelfstandig architect in Utrecht.
In 1921 begon Rietveld samen te werken met binnenhuisarchitecte Truus Schröder-Schräder.
Dit resulteerde onder andere in het Schröderhuis (ook wel bekend als Rietveldhuis) aan de Prins Hendriklaan in Utrecht.
Meer hierover wordt verteld in het hoofdstuk “Het Rietveldhuis”.
Hierin verwerkt Rietveld helemaal volgens de stijl de functie, de constructie, de vorm en de ruimte.
Maar hij gebruikte in dit huis ook dingen die hij had geleerd als meubelmaker.
Vanaf 1923 ging Rietveld soms ook samenwerken met Cornelis van Eesteren en Theo van Doesburg en in 1928 was hij één van de oprichters van de CIAM.
Toen in 1943 de stijl werd opgeheven brak er voor Rietveld een moeilijke tijd aan, want de mensen raakten steeds minder geïnteresseerd in moderne architectuur.
Het duurde ongeveer tot 1955 voordat Rietveld de reputatie die hij verdiende herwon.
Van zijn latere opdrachten kunnen nog worden genoemd: het beeldenpark ‘Sonsbeek’ in Arnhem, de Julianahal in Utrecht en een kantoorgebouw in Zwolle.
In 1961 ging hij samenwerken met J. van Dillen en J. van Tricht.
De ontwerpen die dit bureau heeft voltooid zijn de Rietveld-academie in Amsterdam en het wijkcentrum de ‘Hoeksteen’ in Uithoorn.
Één van de laatste ontwerpen van Gerrit Rietveld was dat van het Rijksmuseum Vincent van Gogh in Amsterdam.
Evenals zijn rood-blauwe stoel van 1918 een revolutionair ontwerp was, zo waren ook zijn latere ontwerpen zeer apart.
Zo ontwierp hij in 1927 een stoel die maar uit één stuk bestond en in 1932 een stalen buisstoel.
Rietveld heeft bij het maken van zijn stoelen veel geleerd van Hendrik Petrus Berlage (die ook de beurs van Berlage heeft ontworpen) en op Frank Lloyd Wright.
De verbreiding van de Stijl, de Nieuwe Zakelijkheid en het functionalisme in de moderne Nederlandse architectuur is voor een groot deel te danken aan Gerrit Rietveld.
Hiervoor kreeg hij in 1964 in Delft een eredoctoraat.

De Rietveldstoel

De rood-blauwe Rietveldstoel (zie plaatje op de voorpagina) is met recht het internationale icoon.
Deze wereldberoemde stoel is gebouwd rond 1925 en ontworpen in de typische vormen en kleuren van de stijl: primaire kleuren rood, geel en blauw gecombineerd met de primair niet-kleur zwart.
De Rietveldstoel werd voor het eerst gepubliceerd in het tijdschrift voor de leden van de stijl.
Rietveld wilde een stoel maken in eenvoudige nieuwe vorm die bovendien makkelijk zou zijn te produceren door machines.
Hij koos daarom ook voor een standaard houtsoort (beuken) en maakte de stoel uit slechts twee multiplex planken en wat latjes.
Toch zit de stoel constructief goed in elkaar.
Rietvelds ideaal was om een stoel te ontwerpen die met eenvoudige en goedkope materialen waren gebouwd en die makkelijk te fabriceren waren.
Met het idee dat het een makkelijk te fabriceren stoel moest worden die voor alle standen te koop was, was Rietveld zijn tijd ver vooruit

Het Rietveldhuis

Het Schröderhuis-Schräderhuis, beter bekend als het Rietveldhuis staat aan de Prins Hendriklaan in Utrecht.
Het is het enige huis dat helemaal volgens de principes van de stijl is gebouwd. Het huis is ontworpen door Rietveld en gebouwd samen met binnenhuisarchitecte Truus Schröder-Schräder.Het huis werd ongeveer in 1924 gebouwd.Het Rietveld-Schröderhuis wordt ook wel de driedimensionale Mondriaan genoemd, omdat Mondriaan ook zo hoekig en in dezelfde primaire kleuren schilderde als dat het huis gebouwd is.
Rietveld gebruikte de typische stijlkleuren rood, blauw en geel gecombineerd met de niet-kleuren wit grijs en zwart.
De meubels die in het huis staan zijn door Rietveld zelf ontworpen.
Jaarlijks bezoeken ongeveer 10.000 mensen het huis.

Piet Mondriaan

Pieter Cornelis Mondriaan werd in Amersfoort aan de Kortegracht geboren.
Toen Mondriaan acht jaar oud was, ging hij van de lagere school en bereidde zich met de hulp van zijn vader en zijn oom, die landschapschilders aan de Haagsche School waren, voor op de schilderopleiding.
In 1911, toen hij 39 jaar was, bracht hij aan Parijs een 10-daags bezoekje. Hij zag het werk van Cézanne, Braque en Picasso en besloot naar Parijs te verhuizen om daar ook te gaan schilderen.
Zijn werk liet vanaf toen ook veel kubistische invloeden zien.
Drie jaar later gaf hij een expositie in Zürich en Praag en stuurde zijn compositie van zestien werken naar Den Haag.
In de zomer bezocht hij zijn zieke vader en kon wegens het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog niet terugkeren naar Parijs.
Hij verbeef daarom in Arnhem, Amsterdam, Domburg en Laren.
Hij vergat al zijn Parijse invloeden en werkte weer aan Domburgse motieven. Mondriaan schilderde het liefst bij donker, mistig weer dan vielen de contouren en randen een beetje weg en werd alles vervaagd.
In zijn atelier schreef hij in zijn schetsboekje en filosofeerde over kunst. Mondriaan zette niet zomaar een paar vlakken met kleuren en lijnen op papier, maar dacht lang over zijn composities na.
Hij wou geen landschappen meer schilderen maar iets wat voor de mensenziel te hoog gegrepen zou zijn.
Hij ging op zoek naar evenwicht, iets wat hij ook in het echte leven heel belangrijk vond.
Om dit evenwicht te krijgen ging hij steeds abstracter schilderen, hij gebruikte uitsluitend rechthoeken en vierkanten soms ingekleurd met één van de drie primaire kleuren.
In 1917 werd de kunstenaarsgroep De Stijl opgericht. Hieraan deden Mondriaan, Van Doesburg, Van der Leck en Rietveld aan mee. Mondriaan was hier één van de belangrijkste leden.
Zijn werk in primaire kleuren en horizontale en verticale lijnen gaf hij de naam neoplasticisme.
Toen de oorlog in 1939 begon gingen ze naar New York, maar Mondriaan bleef, want hij kon het niet opbrengen om te verhuizen.
In 1940 schreef Mondriaan een boek over het kwaad van het nazisme en communisme en besloot toch naar New York te verhuizen, waar hij op 3 oktober aankwam.
Hij ging op de hoek van de First Avenue wonen en maakte zijn eigen woning zoals hij dat wou door op de witte muren zijn gekleurde panelen te hangen.
Het appartement was maar simpel, omdat hij een duur atelier niet kon betalen. Hieruit bleek dat hij niet schilderde voor het geld.
Na een tijdje vroeg hij ook het Amerikaanse staatsburgerschap aan en besloot definitief in New York te blijven wonen. De verkoop van zijn werk stelde Mondriaan in staat te verhuizen naar een groter appartement aan de East 59th Street 15, dat hij geheel wit liet schilderen. Hij bracht kleurvlakken op de wanden aan en maakte meubels van fruitkisten, spanlatten en ander afvalhout.
Mondriaan luisterde veel naar jazz en ‘Boogie-woogie’.
Hij werkte op dat moment aan Victory Boogie–Woogie.
De drukte, maar toch statigheid van de stad en de muziek op dat moment (de Boogie-woogie) verwerkte hij in zijn schilderijen.
De stad New York had aan het einde van zijn leven zijn stijl een beetje losser gemaakt.
Mondriaan maakte vanaf toen ook gebruik van secundaire en tertiaire kleuren, bijvoorbeeld groen en oranje.
Zijn composities werden hierdoor wat minder strak.
Een opgelopen verkoudheid ontwikkelde zich tot een fikse longontsteking. Zijn arts liet hem opnemen in het ziekenhuis, waar Mondriaan in de vroege ochtend van 1 februari 1944 op 71-jarige leeftijd overleed. Op 3 februari werd Mondriaan onder grote belangstelling van de kunstwereld begraven op het Cypress Hill Cemetery.
Het schilderij ‘Victory Boogie-woogie’ heeft hij nooit af kunnen maken.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.