Tekenen SE3
toetsstof:
- KB: 5.10 – 7.9
- BB: H2 CSE Syllabus
- Voorbeeldig: p. 67
- beschrijving 7, 10, 11, 12
6.1 Postmodernisme 1945-1990
ontstaan van de Europese Unie en bezig met de wederopbouw. er heerst vrede en welvaart
kunstenaars gingen tijdens WOII naar Amerika, in deze kunst staat het verheerlijken van de consumptiemaatschappij centraal. Amerika wordt het middelpunt van kunst in de wereld.
Amerika is een mengelmoes van verschillende culturen, en tijdens de 20e eeuw vervaagt het onderscheid tussen de verschillende culturen.
gastarbeiders - mensen uit andere landen komen naar West-Europa om te werken en nemen hun cultuur mee. Anything goes, wordt de nieuwe stelling.
de media maakt veel reclame voor nieuwe producten (via televisie, radio, kranten en tijdschriften)
Door de komst van massamedia krijgt de muziekindustrie een boost: muziek wordt nu overal geluisterd, Amerikaanse artiesten zijn bekend in Nederland.
Jongeren zetten zich af tegen de oudere generatie en zo ontstaan subculturen
Hippies:
- zetten zich af tegen de geldende normen en waarden
- vrede en liefde
- kleurrijke kleding, wijde broeken en lang haar
- oorlog en materialisme wordt verworpen
kunst en de massacultuur gaan samen
beeldende kunst na WOII
- citeren van bestaande werken
- teruggrijpen op oude (bouw)stijlen
- experimenteren met nieuwe technieken en materialen
- nieuwe media: fotografie en video worden als kunst erkend
de komst van de computer zorgt ervoor dat beelden makkelijk bewerkt kunnen worden.
kunst kan op de computer worden gepresenteerd
feminisme
- strijden voor gelijke rechten
- groepen kunstenaars bestrijden seksisme en racisme
American Dream = vrijheid en gelijkheid. Als je maar hard genoeg werkt bereik je het
6.2 Postmodernistisch denken
filosofische stroming → het idee van het ontbreken van de waarheid /werkelijkheid staat centraal
Jean-François Lyotard: er bestaan enkel individuele waarheden. jou interpretatie is afhankelijk van je persoonlijke geschiedenis en context.
De betekenis wordt gemaakt door degene die het kunstwerk zien en verandert dus constant
postmodernistische kunstenaars combineren verschillende stijlen uit het verleden (eclectisme)
‘less in a bore’ en ‘form follows fun’ = uitgangspunt postmodernisme
- uitvergrote classicistische bouwelementen (zuilen en timpanen)
- kleur en decoratie
- eigentijdse materialen zoals spiegelend glas.
de grens tussen wat kunst is en wat kitsch vervaagt.
intertekstualiteit = alle kunst die ooit is gemaakt, staat met elkaar in verbinding.
6.3 abstract expressionisme
Abstract expressionisme was de eerste vernieuwende stijl na de Tweede Wereldoorlog. Het had specifiek New York als bakermat. Het was niet de enige term, die gebruikt werd voor het werk van Amerikaanse kunstenaars uit de jaren veertig en vijftig. Ze schilderden abstract, veelal met groot gebaar.
Het concept van het schilderij, is belangrijker dan de hanteringswijze van de verf. In de stroming komen ook veel kleurvlakken voor. Dit zorgt voor ruimtelijkheid.
Er zijn twee stromingen in het abstract expressionisme:
- Color field painting. Deze stroming is ontstaan vlak na de tweede wereldoorlog, in New york. Subtiele techniek. Invloed van Mondriaan. Heeft soms meditatieve werking.
- Action painting. Deze stroming is grof, en laten veel aan het toeval over. Actie staat centraal, kleurvlakken.
- Hard edge, geen handschrift kunstenaar zichtbaar.
- ze hebben gemeen dat beide stromingen tradities en conventies breken.
kenmerken:
- onnatuurlijk kleurgebruik
- vervorming
Jackson Pollock is een kunstenaar in het abstract expressionisme. Willem de Kooning ook (action painting).
6.4 cobra
De naam cobra komt van de steden van de mensen die deze groep oprichtte. Spontaniteit en vrijheid waren de uitgangspunten van deze stroming. Kindertekeningen en andere culturen waren ook inspiratie voor cobra.
In volkskunst werd door cobra eerlijkheid en oprechtheid terug. De betekenis van de kunstwerken kwam centraal te staan.
doel: kunst voor iedereen maken.
voorstelling:
- fantasie figuren
- primitive
vormgeving:
- expressief kleurgebruik
- handschrift duidelijk zichtbaar
- vereenvoudigde vormen
6.5 popart
de kunstenaars van pop art zette zich af tegen de consumptiemaatschappij. De gebruiken hierbij reclamesen beeldtaal van strips.
Popart zette zich af tegen het abstract expressionisme. Kenmerken zijn:
- grafische, vlakke manier (penseelstreek)
- populair bij de massa
- letterlijke foto’s uit kranten en tijdschriften
- zeefdruktechniek
- felle, heldere kleuren
- herhaling
- banaal (alledaags)
- contourlijnen
De voorstelling van Engelse pop art kunst heeft vaak een minder duidelijke relatie tot de reclame wereld die van de Amerikaanse. In amerika was er geen kritiek op de maatschappij. In engeland was er ook een mindere relatie met commercie. Ook afval werd gebruikt voor kunst van popart.
beeldhouwkunst:
- kleur: fel kleurgebruik
- uitvergrote voorwerpen (vormen)
- dagelijkse maatschappij
harde pop:
- commercie is belangrijk
- kunstenaar heeft geen emotionele binding met het werk
Belangrijke pop arts kunstenaars:
- Andy Warhol
- Roy Lichtenstein
- Arman
6.6 hyperrealisme vanaf 1960
Hyperrealisme = nog meer echt dan het realisme
- wordt ook wel fotorealisme genoemd
- Kunstenaars vergroten hun onderwerpen sterk uit en schilderen de werkelijkheid dusdanig levensecht.
- Het onderwerp is vakkundig en afstandelijk geschilderd, is t net echt
- Het is heel gedetailleerd
- Hyperrealisten schilderen vaak aan de hand van foto’s
- Typisch Amerikaanse stijl
- Gaat bij hyperrealisme meer om virtuoze techniek en nauwelijks soever de inhoud of de emoties die de kunstenaar verbeeldt.
- > daarom populair marktproduct.
kenmerken:
- alledaagse voorwerpen
- streven naar objectieve weergevae
- foto’s in details schilderen
- grote rol voor: spiegelen, plasticiteit en stofuitdrukking
- beeldhouwkunst: verwarring en spanning
- levensechte beelden met kleding aan
Echter dan echt
- je kan hyperrealisme omschrijven als ‘echter dan echt’
- Twee derde van het schilderij bestaat uit een ruit met ingewikkelde reflecties
- Willekeurige compositie
Fotografische scherptediepte
- veel hyperrealisten geven elk detail in een schilderij haarscherp weer
- Chuck close > andere aanpak
- Hij houdt wel rekening met fotografische scherptediepte
- > niet alles op de foto is even scherp
- Geringe scherptediepte
Scherpte diepte = het gebied dat scherp is vanaf een punt dichtbij tot een punt veraf (een grote scherptediepte betekent dat een groot gebied op de foto scherp wordt weergegeven, een kleine scherptediepte betekent dat bijvoorbeeld hetgeen waarop je op de voorgrond focust, scherp wordt weergegeven en de achtergrond is vager.
Sculpturen naar levend model = het model, een levend persoon, wordt ingesmeerd met vaseline. Elk lichaamsdeel wordt met siliconenrubber overgoten. Als het rubber wat gedroogd is en elastischer is geworden, wordt het op verschillende plekken opengesneden, zodat het van het lichaam gehaald kan worden. Daarna moet het verder uitharden. Dit zijn de mallen. Die worden volgegoten met kunststof en verwijderd als de kunststof is uitgehard. Tot slot beschildert Duane Hansen de beelden en voegt hij er details als echte haren en glazen ogen aan toe.
Levensechte beelden
- Duane Hanson maakt levensgrote beelden.
- Hansons beelden vormen, in tegenstelling tot de meeste hyperrealistische kunst, een kritisch commentaar op de consumptie maatschappij.
- Hij verbeeldt onder meer Amerikaanse toeristen, zwervers, poetsvrouwen en een winkelende dame.
- > vooral onaantrekkelijke types uit de onderste lagen van de bevolking
- Die van Hanson zijn niet met de hand gemodelleerd, maar afgegoten van levende modellen.
6.7 Opart 1960-1980
Andrea Mantegna: maakt gebruik van een trompe-l’oeil (= misleiding van het oog, een optische illusie.
> je wordt voor de gek gehouden.
- dat optische is precies waar de naam opa vandaan komt = optical art.
- Opart kunstenaars laten zich inspireren:
- Trompe-l’oeil en pointillisme
- zij gaan alleen nog een stap verder door hun kunst abstract te maken.
- > er is geen inhoudelijke betekenis; je hoeft je alleen te concentreren op dat wat je ziet en de er
6.8 minimalisme
vormgeving:
- eenvoudig
- abstract, geometrische vormen
- onpersoonlijk
- objectief
- abstract
- regelmatige patronen van lijnen
- industrieel
- restvormen
minimal art is minimaal, al het overbodige weggelaten.
6.10 happening, performance en bodyart
happening: een kunstwerk waarin iets gebeurd. Bij een happening kunnen ook andere kunstdisciplines aan bod komen. Het publiek doet mee met een happening. Het verloop wordt deels bepaald door het publiek. Happenings zijn uniek omdat ze altijd een andere uitkomst hebben.
Performance: Immateriële kunst. Het is tijdelijk, en het is een fysiek optreden van de kunstenaar. Vaak stelt de kunstenaar zijn eigen lichaam op proef.
Bodyart: Het lichaam als ‘materiaal’ bewerkt wordt. Body Art verandert het lichaam tijdelijk of blijvend.
6.12 landart
Land Art is een kunstvorm waarbij je iets aan het landschap toevoegt. Kenmerken:
- groot
- buiten, in de vrije natuur
- afgelegen gebieden
- specifieke locatie
- niet te verplaatsen
- beïnvloed door weer en andere natuurkrachten
Het doel is om een boodschap meegeven over hoe de natuur om moeten gaan. Concept staat centraal. Twee manieren:
- vervorming
- toevoegen van elementen uit de cultuur
6.13 Arte povera
kunstvorm met de volgende kenmerken:
- stellen zich kritisch op tegenover de consumptiemaatschappij en sociale misstanden
- eigen werkwijze
- armoedige materialen
- het proces van maken
- luxe grondstoffen
6.14 kinetische kunst
Verschil tussen kinetische kunst en popart:
- beweegbaar
- aangedreven door motoren
- natuurkracht
- magneten
- water, wind motoren of mens
6.15 lichtkunst
Lichtkunst is wanneer het licht de kunst is op zichzelf de kunst is. Een voorbeeld hiervan is kunstlicht. Licht is ook een belangrijk materiaal voor kunst.
6.16 graffiti en streetart
Graffiti is kunst van kunstenaar die zich als openbare ruimte toe-eigenen. Kenmerken van deze stroming:
- markeringen
- metro
- spuitbus
- jeugdcultuur
- illegaal
- symbool
- logo
- letters sterk vervormd
- kritische en politieke statements
- maatschappelijke kwesties aan het licht brengen
- openbare ruimte
6.17 Anish Kapoor
kenmerken:
- abstract
- ervaren
- veelzijdig achtergrond
een voorbeeld hiervan is een kunstwerk met kwetsbaar poeder. Hier worden de kwetsbaarheid van de sculpturen benadrukt.
7.7 Atelier Van Lieshout
Deze stroming bevindt zich op het grensgebied tussen kunst, architecture design. Joep van Lieshout maakt mobiele huizen. Polyester is het materiaal dat hij het meest gebruikt.
Van lieshout wordt gefascineerd door het menselijk lichaam. Daarom komt dit ook terug in zijn kunst.
7.8 Takashi Murakami
Inspiratie van deze stroming is manga en videospellen van Walt Disney. Tradities mengt hij met vormen van populaire cultuur. Hij brengt oud en nieuw, en Oost en West bij elkaar.
Hij overtreedt de regels van hoge en populaire kunst.
7.9 Assemble
Kenmerken:
- publiek mee laten doen aan het ontwerp en de uitvoering
- nieuwe functies aan afgedankte gebouwen
Er worden sociale projecten gedaan binnen deze stroming, bijvoorbeeld het Cinereum. Ook renoveren ze probleemwijken in Engeland.
Assemblage is een kunstzinnig proces waarbij driedimensionale gevonden voorwerpen bedacht samengevoegd worden tot een nieuwe compositie. De kunstwerken die op deze wijze ontstaan, noemt men assemblages.
REACTIES
1 seconde geleden