Alle Begrippen voor het Havo-Examen Tekenen
Alle begrippen die je volgens de syllabus moet kennen, de moeilijke met definitie erbij.
Aanzicht
Absis:
Een halfronde, of veelhoekige, nisvormige ruimte aan een basilica, kerk, kathedraal of tempel
Abstract:
Kunst waar kleuren vormstructuren en lijnen de plaats ingenomen van de figuratieve voorstelling. Ook wel non-figuratief.
Abstraheren:
Van een herkenbaar beeld een minder herkenbaar of zelfs een non-figuratief beeld maken; het is ook mogelijk van beeldende aspecten zoals vorm, kleur, ruimte en licht te abstraheren.
Affiche
Afsnijding:
Wanneer delen van een kunstwerk worden afgesneden door het kader, hierdoor wordt je als toeschouwer dichter bij het beeld betrokken.
Altaar
Ambachtelijk
Analoog
Animatie
Aquarel
Arcade:
Boogstelling, rustend op pijlers of zuilen, vrijstaand of blind (met de muur verbonden).
Arceren:
Een herhaling van kleine lijntjes om een vlak te vullen.
Arcering
Architectuur
Assemblage
Assembleren
Asymmetrie:
Tegenovergestelde van symmetrie(spiegelbeeld)
Atmosferisch perspectief:
Een vorm van ruimtesuggestie in een landschap door middel van kleurverloop
Attribuut:
Een voorwerp dat een persoon altijd bij zich heeft en deze herkenbaar maakt.
Aureool:
Een stralenkrans rond het hoofd van een heilig of goddelijk persoon.
Basement:
Voet van een zuil of pilaster of onderkant van een gebouw.
Basiliek:
Een langwerpige kerk met minstens drie beuken.
Bedrukken
Beeldhouwen
Beeldhouwkunst
Beeldhouwwerk
Beeldmerk:
Een teken waarmee instellingen, bedrijven, kantoren en verenigingen door het publiek herkend willen worden.
Beeldvlak:
Oppervlak met daarop een voorstelling
Beton
Betonskeletbouw
Boetseren
Bouwen
Bovenaanzicht:
Een hoog standpunt waarvan je naar beneden kijkt.
Brons
Buste
Camerastandpunt:
Standpunt van de camera.
Cartoon
Cd-rom
Centraal perspectief:
Een vorm van perspectief waarbij dat wat gezien wordt, op een plat vlak wordt uitgebeeld vanuit het standpunt van het oog van de waarnemer.
Centraal compositie:
Een compositie waarin een centraal punt is waar alle andere element naartoe gericht lijken.
Clair-obscur:
Een overdreven contrast tussen licht en donker om een dramatisch effect te bereiken.
Close-up
Collage:
Techniek waarbij allerlei stukjes materiaal opgeplakt worden.
Commercial
Complementair kleurcontrast:
Het contrast tussen twee kleuren die tegenover elkaar staan in de kleurencirkel.
Complementaire kleuren
Compositie:
Een schema van een kunstwerk.
Compositievormen
Computeranimatie
Computergame
Computerkunst
Constructie
Constructief
Construeren
Contour:
Een lijn die om een vorm heen getekend is(omtreklijn).
Coulissewerking:
Een soort kijkdooseffect, je kan het als ware schilderij binnen kijken.
Decor
Decoratie:
Bedoeld als verfraaiing of verhoging van de status van een persoon of gebouw.
Dekkend
Design
Diagonaal
Diagonaalcompositie:
Een compositie die van de ene naar de andere hoek loopt. Het maakt een dynamische indruk.
Diepdruk:
Druktechniek waarbij alleen dieperliggende delen van de drukvorm worden afgedrukt.
Diepte
Digitaal
Digitale beeldwerking
Digitaliseren
Documentaire
Driedimensionaal:
Ruimtelijk, drie dimensies; lengte, breedte en hoogte.
Driehoek compositie:
Wanneer de beeldelementen gerangschikt zijn volgens een al dan niet zichtbare driehoek vorm.
Dvd
Dwarsbeuk:
Tussen koor en middenschip gelegen dwarspand in een kerk.
Dwarsdoorsnede
Dwarsschip:
Een kruisarm in een basiliek, die een rechte hoek vormt met het schip en dit gewoonlijk afscheidt van de apsis
Dynamisch:
In beweging, veranderlijk
Editen
Egaal:
Een oppervlak waar de kleur overal even verzadigd is.
Eigen schaduw:
De beschaduwde kant van een object zelf.
Ensceneren:
In scène zetten.
Environment:
Een kunstwerk waarin de toeschouwer kan rondlopen.
Esthetisch:
Ander woord voor mooi of smaakvol.
Ets:
Een proces waarbij een tekening in metaal wordt uitgebeten door zuur met het doel een afdruk te maken.
Exterieur:
Buitenkant van ene gebouw.
Façade:
De voorgevel.
Figuratief:
Kunst die herkenbare overeenkomsten met de werkelijkheid vertoont.
Figuurstuk:
Voorstellingen met als hoofdmotief een of meer menselijke gestalten
Film
Filmen
Filmstill:
Foto gemaakt van een filmbeeld.
Foto
Fotograferen
Fotografie
Fotomontage:
Een soort collage maar met foto's gemaakt met fotobewerkingprogramma's.
Fotonegatief:
Het negatief van een fotografisch beeld.
Fotoserie
Fragment
Galerij
Gebrandschilderd glas:
Beschilderd glas wordt verhit om er kleuren in te branden.
Gedeformeerd:
Het veranderen van herkenbare vormen.
Gedetailleerd:
Gebruik van veel details.
Gefragmenteerd:
In stukken verdeeld of verspreid.
Geluid
Geometrisch:
Wiskundige vormen als vierkanten, driehoeken etc.
Gesloten vorm
Gestileerd:
Alle onderdelen zijn vereenvoudigd weergegeven maar het blijft herkenbaar.
Gestroomlijnd
Gevel
Buitenmuren van gebouwen.
Gietijzer
Gieten
Gietmal:
Een mal om materiaal in te gieten.
Glas
Glas in lood:
Een vensterraam bestaande uit stukken glas gevat in loodlijsten.
Glasgevel(vliegevel):
Gevel gemaakt van glas.
Glazuur:
Een dunne, glasachtige afwerklaag op keramische producten.
Glimlicht:
Een lichte vlek die vooral op glanzende oppervlakken zichtbaar is.
Gouache:
Een met dekkende waterverf gemaakt schilderij waarbij de ondergrond niet meer zichtbaar is.
Grafiek
Grafische technieken
Graffiti:
Afbeeldingen of teksten die op straat of op een andere min of meer openbare plaats met verf, verfstift (paintmarker), inkt of krassen zijn aangebracht.
Groot voor- klein achter
Happening:
Combinatie van beeldende kunst, toneel en dans.
Harmonie:
Juiste verhoudingen.
Herhaling
Hoogdruk:
Een druktechniek waarbij alleen de hoger liggende delen van de drukvorm worden afgedrukt.
Horizon
Horizontaal
Hout
Houtskool
Houtsnede:
De voorstelling wordt op een vrij zachte houten plaat getekend.
Idealiseren:
Iets voorstellen of vormen zodat het beantwoordt aan het ideaal.
Illusionistisch:
Gebruik maken van optische illusies.
Illustratie
Industriële vormgeving:
Vormgeving van industrieel gefabriceerde gebruiksvoorwerpen.
Installatie:
Ruimtelijk kunstwerk die ontworpen is voor een speciale locatie en tijdelijk is.
Interieur:
Binnenkant van gebouwen.
Inzoomen
Kader:
De beeldrand
Kapel:
Kleine ruimte of apart gebouwtje voor kerkdiensten.
Kapiteel:
Een soort gebeeldhouwd kussen bovenop de zuilen.
Karikatuur
Kathedraal:
De kerk waar een bisschop zetelt.
Keramiek
Kikvorperspectief:
Laag standpunt.
Kinetische kunst:
Kunstwerken die een vorm van beweging bevatten.
Kitsch:
Meer een filosofisch oordeel over de kwaliteit van kunst, kitsch is de gemakkelijke weg om mensen te raken en werkt op de gemakkelijke emoties.
Klei
Kleur
Kleur als kleurcontrast:
Contrast van primaire kleuren naast of tegen elkaar.
Kleurencirkel
Kleurcontrasten
Kleurfamilie:
De kleuren die bij elkaar lijken te horen
Kleurgebruik
Kleurhelderheid:
Helderheid van een kleur; heldere kleuren weerkaatsen meer licht.
Kleurmenging
Kleurperspectief:
Dieptewerking in een kunstwerk door middel van kleur.
Koepel:
Een bol dak.
Koor:
Ruimte in een kerk waar zich het hoofdaltaar bevindt.
Kooromgang
Kostuum
Krijtsoorten
Kruisgewelf:
Afgeleid van de spitsboog, de ribben vormen het skelet waar het gewelf op rust.
Kruisribgewelf
Kunstlicht
Kunststof
Landschap
Lay-out:
Vlakverdeling van een pagina.
Lengtedoorsnede
Licht
Lichtbeuk:
Het torenvormige bovengedeelte van een koepel of gewelf; de opbouw bevat ramen die voor het benodigde licht zorgen.
Lichteffecten
Lichtrichting
Lichtval
Lijn
Lijndikte:
De dikte van een lijn.
Lijnperspectief:
Een meetkundige of constructieve manier om diepte in een voorstelling te suggereren.
Lijnrichting
Lijnsoort:
De manier waarop een lijn getekend is, recht, gebogen etc.
Lijnwerking:
Het effect van het gebruik van lijnen.
Lijst
Lineair:
Ander woord voor lijnachtig
Linoleumsnede:
Een snede in hoogdruk in linoleum.
Logo
Luchtboog:
Een boog in een kathedraal om een opening te overspannen.
Maatverhouding
Machinaal
Manifest:
Tekst waarin kort en duidelijk de opvattingen van een organisatie staan
Maquette
Marmer
Massaproductie
Massief:
Helemaal gevuld en niet hol.
Meelicht:
Licht dat van voren komt, met de kijker mee.
Metalen
Miniatuur:
Een kleine, gedetailleerde tekening.
Mixed media
Mobile
Mode
Monochroom:
In één kleur.
Monteren
Monument
Monumentale kunst:
Kunst die aan een gebeurtenis of belangrijk persoon herinnert.
Moskee
Mozaïek:
Afwerkingsvorm met kleine stukjes keramiek of glas ter decoratie.
Multimedia
Mythologisch
Naar de fantasie
Naar de waarneming
Naturalistisch:
Figuratief en de werkelijkheid nabootsend maar niet per se realistisch.
Natuurlijk licht:
Licht van zon en maan.
Non figuratief:
Abstract
Objet trouvé:
Industrieel voorwerp uit de alledaagse context gehaald.
Ontwerp
Open vorm:
Toegankelijke vorm, je kunt de binnenkant zien.
Organisch:
Vloeiende, golvende en gebogen vormen.
Ornament
Over-all compositie:
Het hele beeldvlak wordt gevuld.
Overlapping:
Het ene object wordt gedeeltelijk door het andere overlapt.
Paneel
Papier
Pastel
Pasteus:
Schildertechniek van zeer dikke stroken/klodder verf
Performance:
Een optreden van kunstenaars. Het optreden staat centraal niet het kunstwerk.
Fotoshoppen
Pictogram:
Een grafisch symbool dat in computerprogramma’s als logo wordt gebruikt.
Pigment
Pijler:
Pilaar, vrijstaande drager van een boog, hoofdgestel, gewelf of balk.
Pilaar:
Paal of zuil die een deel van een gebouw ondersteunt
Pilaster:
Decoratieve zuil die half in een wand opgenomen zijn.
Pixel
Plaatsing
Plasticiteit:
Het effect van ruimtesuggestie in figuratieve voorstellingen.
Plastisch
Plat
Plattegrond
Polychroom:
Veelkleurig.
Portaal:
De hoofdingang van een kerk of ander groot gebouw.
Portret:
Afbeelding van het gezicht van iemand.
Prefab:
Geprefabriceerde onderdelen; van tevoren in de fabriek gemaakt.
Prent
Primaire licht kleuren
Primaire verf kleuren
Printen
Projectie
Proportie:
De ene opmeting in vergelijking met de andere. Bijvoorbeeld Gulden Snede of Mens van Vitrivius.
Raster:
Een regelmatig patroon of structuur.
Ready-made:
Alledaags voorwerp dat, doordat het in een bepaalde omgeving wordt tentoongesteld beschouwd wordt als een kunstvoorwerp.
Realistisch:
Natuurgetrouw
Reflectie:
Weerkaatsing van licht.
Reflecterend
Reliëf:
Een half ruimtelijk beeldhouwwerk, de vormen steken naar voren of liggen wat terug.
Reportage
Restvorm:
De open ruimte in een vorm of enkele vormen.
Rib:
Een stenen strook tegen de onderzijde van een gewelf of aan de zuil van een bouwwerk.
Richting
Ritme:
Herhaalde vormen die steeds iets veranderen.
Rondboog:
Een boog in de vorm van een halve cirkel(bouwkunst).
Ruimte
Ruimte suggestie:
Ruimtelijkheid of diepte suggereren op een plat vlak door overlapping, plasticiteit, perspectief etc.
Ruimtewerking:
Ruimtelijk effect door tegenstellingen in licht en donker.
Scène
Schema:
Tekening die op simpele manier aangeeft hoe iets werkt.
Schematisch
Scherptediepte:
Het vermogen van de camera om niet alleen het kunt waarop de camera scherp gesteld is maar ook verder en dichterbij gelegen punten scherp op te nemen.
Schets:
Een vorm van onderzoek om voorlopige indruk te krijgen, niet in detail uitgewerkt.
Schetsen
Schetsmatig:
Vereenvoudigd voorgesteld.
Schilderachtig
Schilderij
Schildertechnieken
Sculptuur:
Een beeldhouwwerk.
Secundaire kleuren:
Kleuren die ontstaan door twee primaire kleuren te mengen; groen, oranje en paars.
Silhouet
Sjabloneren
Sjabloon
Skeletbouw:
Het gewicht van het gebouw wordt gedragen door een geraamte van pijlers en balken.
Slagschaduw:
De schaduw van een object op zijn eigen omgeving.
Sokkel:
Voetstuk onder een beeld.
Spiegelend
Spitsbouw
Staalskeletbouw
Standpunt:
Kunst met een standpunt heeft meestal een sociale of politieke bedoeling.
Stapeling:
Een oude bouwwijze waarbij de wanden van gebouwen bestaan uit opgestapelde bouwmaterialen.
Statisch:
Maakt een rustige indruk door symmetrie en horizontale en verticale lijnen, weinig dynamiek.
Stedenbouw
Steen
Steunbeer:
Een verticale versteviging van een muur.
Stileren:
Alle onderdelen op vereenvoudigde manier weergeven maar het blijft herkenbaar.
Stilleven:
Een afbeelding van levenloze dingen op een bepaalde manier bi elkaar geplaatst.
Stofuitdrukking
Straalkapel:
Kapel in de kerk rondom het koor.
Strijklicht:
De lichtstralen lopen bijna evenwijdig aan een oppervlak, er ontstaan langgerekte schaduwen.
Structuur-zie raster
Symbool:
Een teken om een bepaalde betekenis uit te drukken (getallen, onderscheidingstekens).
Tableau vivant:
Een levend schilderij.
Tapijt
Tegenlicht:
Licht dat je tegenmoet schijnt.
Tekenachtig
Tekening
Tekenmaterialen
Tekentechnieken
Textiel
Textiele technieken
Textuur:
Het voelbare oppervlak.
Theatraal:
Dramatisch en overdreven.
Thema:
Een idee dat door middel van beeld wordt overgebracht.
Toetsmatig
Zo schilderen dat de toetsen verf nog zichtbaar zijn.
Tongewelf:
De oudste gewelven, een gewelf in de vorm van een halve cilinder
Transparant:
Een ander woord voor doorzichtig.
Trompe l'oeuil:
Een vorm van ruimtesuggestie bij muur- en plafondschilderingen.
Tv-film
Tweedimensionaal:
Vlak, alleen hoogte en breedte of lengte en breedte.
Tympaan:
Driehoekig bovenstuk van een gevel.
Typografie:
De vormgeving van gedrukte of nog te drukken teksten.
Uitsnede
Uitzoomen
Verdwijnpunt:
Het punt waar de vluchtlijnen bij perspectief samenkomen.
Vereenvoudigd:
De details zijn weggelaten.
Verfsoorten
Verkorting:
Kleiner zien of tekenen van de werkelijke lengte om ruimte te suggereren.
Verticaal
Vervaging:
Schaduw vervaagt verderweg.
Vervreemdend:
Bekende voorwerpen die vreemd of onbekend afgebeeld worden
Videoclip
Video-installatie
Videokunst
Videotape
Vlak:
Egaal óf tweedimensionaal.
Vlakdruk:
Grafische techniek waarbij afdrukken worden gemaakt van een vlakke drukplaat.
Vlakverdeling:
Ordening van een vlak.
Vliesgevel:
Een gevel van glas.
Vogelvluchtperspectief:
Een hoog standpunt waarvandaan je naar beneden kijkt.
Volume
Vooraanzicht:
Het beeld wordt recht van voren gezien.
Vorm:
Uiterlijke gedaante van een object.
Vormcontrast:
Wanneer twee vormen die sterk tegen elkaar afsteken tegelijk in één beeld worden gebruikt.
Vormsoort:
Een groep vormen dezelfde kenmerken of vormaspecten.
Vrijstaand:
Iets dat los in de ruimte staat.
Wandtapijt
Warm koud kleurcontrast:
Tegenstelling tussen warme en koude kleur naast elkaar.
Webdesign
Woningbouw
Zijaanzicht:
Het beeld wordt vanaf de zijkant gezien.
Zijbeuk:
Een ruimte die evenwijdig loopt aan het middenschip van de kerk.
Zijlicht:
Het licht komt van opzij.
Zijschip:
Een ruimte aan de zijkant van een kerk door pilaren gescheiden van de hoofdruimte.
Zuil:
Onderdeel van een bouwwerk dat de vorm ondersteunt.
Zuivere kleuren:
Kleuren met zo weinig mogelijk sporen van andere kleuren.
REACTIES
1 seconde geleden