Hoofdstuk 4.1

§4.1 Kenmerken van reacties

Als je een mengsel wilt scheiden, treden er meestal geen veranderingen in de stofeigenschappen toe, soms gebeurt dat wel.
Als je bijvoorbeeld iets verhit en bijvoorbeeld het brandpunt verandert, is er een stofeigenschap verandert
De beginstof is dan verdwenen en in plaats daarvoor is het reactieproduct gekomen, deze verandering noem je een chemische reactie.
Dat gebeurt niet altijd, soms als je iets smelt en het wordt weer vast op hetzelfde brandpunt is er geen chemische reactie, maar een faseverandering.

Als er bij een reactie energie vrijkomt, noem je dat een exotherme reactie.
Als de reactie energie opneemt, noem je dat een endotherme reactie.
Bij elke chemische reactie treedt een energie-effect op.
Voorbeeld: Als de tandarts licht gebruikt voor het uitharden van de vulling, is dat een voorbeeld van endotherme reactie.

De Franse scheikundige Antoine Laurent Lavoisier, heeft tijdens zijn experimenten een wet verzonnen die kennen we nog steeds als de wet van Lavoisier:

Bij een chemische reactie is de totale massa van de beginstoffen gelijk aan de totale massa van de reactieproducten.

Deze wordt ook wel de wet van het behoud van massa genoemd, er gaan tijdens de reactie geen atomen verloren, en er komen ook geen atomen bij.
Ook al lijkt het alsof de massa groter of kleiner wordt, toch is de massa even groot voor en na de reactie.
Het behoud van massa is een kenmerk van een chemische reactie.

De minimale temperatuur die nodig is voor een chemische reactie, noem je de reactietemperatuur, als de temperatuur lager is verloopt de reactie niet vanzelf.
De reactietemperatuur is meestal veel hoger dan de kamertemperatuur.
Witte fosfor is een voorbeeld van een stof waarbij de reactietemperatuur heel laag is, en dus ook gevreesd.

Kenmerken van een reactie zijn: 

• beginstoffen veranderen in reactieproducten, de stofeigenschappen veranderen.
• er is een energie-effect
• de totale massa van voor de proef is hetzelfde als na de proef.
• er is altijd een bepaalde reactietemperatuur nodig om een reactie te laten verlopen.

Er zijn 5 factoren die invloed hebben op de snelheid waarmee een chemische reactie verloopt:

• De soort beginstof heeft ook invloed op de reactiesnelheid.
• Een grotere verdelingsgraad zorgt voor een grote reactiesnelheid.
• Hoe hoger de concentratie, hoe groter de reactiesnelheid
• De reactiesnelheid wordt groter als de temperatuur hoger wordt.
• Je kunt een hulpstof (katalysator) gebruiken om de reactiesnelheid te beïnvloeden, een katalysator wordt gebruikt maar raakt niet op.