Hoofdstuk 2

Beoordeling 6.2
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas havo | 758 woorden
  • 19 oktober 2012
  • 22 keer beoordeeld
Cijfer 6.2
22 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode
ADVERTENTIE
Slim oefenen met Mijn Examenbundel

Wil jij onbeperkt online oefenen met examenopgaven, uitlegvideo's en examentips bekijken en je voortgang bijhouden? Maak snel een gratis account aan op mijnexamenbundel.nl. 

Ontdek Mijn Examenbundel

2.2 Elektrisch geleidingsvermogen en naamgeving

Moleculaire stof

      Dit bestaat uit moleculen en dus atomen.

      Ze geleiden geen elektrische stroom.

      Zijn niet-metalen

Voorvoegsels in namen van moleculaire stoffen. Indexen zijn de getalletjes in subscript achter een molecuul.

         Index           Voorvoegsel

         1                 mono

         2                 di

         3                 tri

         4                 tetra

         5                 penta

         6                 hexa

         7                 hepta

         8                 octa

Een triviale naam (in het dagelijks leven gebruikte naam voor moleculaire stoffen) kan je geven aan een systematische naam (de officiële naam).

2.3 Atoombindingen

Atoombinding

Dit is de onderlinge binding tussen twee atomen. Deze binding bestaat uit twee elektronen, van elk atoom één afkomstig. Deze elektronen heten bindingselektronen.

      Elektronen worden volledig gedeeld

      Elektronen bevinden zich dichter bij het ene atoom dan de andere

à Polaire atoombinding

      Kan alleen worden verbroken tijdens een chemische reactie

Structuurformule

Geeft het volgende aan:

      Het aantal atomen

      De soorten atomen

      Hoe ze met elkaar verbonden zijn

Covalentie

Aantal verbindingen bij een structuurformule.

         Atoomsoort           Covalentie

         H, F, Cl, Br, I                   1

         O, S                      2

         N, P                      3

         C, Si                      4

2.4 Vanderwaalsbindingen

De fasedriehoek

Vanderwaalsbindingen

Een binding tussen moleculen

In de vaste of vloeibare fase, dan houden ze elkaar namelijk “vast”

Hoe zwaarder de moleculen, des te sterker is de Vanderwaalsbindingen en dus ook des te hoger is het kookpunt van de stof

Vanderwaalsbindingen verbreken

Ze kunnen worden verbroken bij:

Verdamping

Oplossen

2.5 Waterstofbruggen

Waterstofbruggen

Tussen moleculen waarin OH-groepen of NH-groepen (dipool moleculen) voorkomen, treedt behalve Vanderwaalsbindingen nog een extra binding op: de waterstofbruggen (H-brug).

Hoe hoger het aantal OH-groepen of NH-groepen, des te sterker de waterstofbruggen à des te hoger het kookpunt van deze stof.

Waterstofbruggen geef je aan met een stippellijn.

Tussen methaanmoleculen en watermoleculen worden geen H-bruggen gevormd.

2.6 Mengsels van moleculaire stoffen

Hydrofiel

Stoffen die oplossen in water. Dit zijn stoffen met OH-bruggen en/of NH-bruggen, want deze kunnen gemakkelijk met water waterstofbruggen vormen.

Hydrofoob

Stoffen die niet oplossen in water.

Oplosbaarheid

Geeft aan hoeveel gram van een stof maximaal kan oplossen in 100 gram vloeistof.

Hoe hoger de temperatuur:

 Des te hoger de oplosbaarheid van vaste stoffen

 Hoe lager de oplasbaarheid van gassen.

Zeep

Dit is een soort stof die een hydrofiele staart en een hydrofobe kop heeft. Hierdoor kan die vetten op laten lossen van vetten (olie) op laten lossen in water. Zeep is hierbij de emulgator.

Verzadigde stoffen

Als de stof het maximale heeft opgenomen, dus als de oplosbaarheid is bereikt.

ste stof en gas.

REACTIES

.

.

fcccc

6 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.