• Stofeigenschappen = zijn eigenschappen van een stof.
- Bekende: Kleur, geur, smaak, brandbaarheid, kookpunt, smeltpunt.
• Elke stof heeft een unieke combinatie van stofeigenschappen
• Stofconstante = Eigenschap van een stof die wordt uit gedrukt in een getal gevolgd door een
eenheid.
Vb.: -Corrosiebestendigheid -dichtheid
-Kookpunt -uitzetting
• Fasen: 4 verschillende soorten: 1) Vast (s, Solid)
2) Vloeibaar (l, liqued)
3) Gas (g, gas)
4) Opgelost in water (ag, aguia)
Van vast Vloeibaar = smeltpunt
Van vloeibaar Gasvormig = kookpunt
1. Elke stof kent een smeltpunt en een kookpunt.
2. Smelt- en kookpunt worden uitgedrukt in Kelvin (K)
3. K = temp. in C° + 273
C = temp. in K - 273
4. Een stof is vast bij een temperatuur die lager is dan het smeltpunt
5. Een stof is vloeibaar bij een temp. die tussen het smeltpunt en het kookpunt ligt.
6. Een stof is gasvormig bij een temp. die hoger is dan het kookpunt.
8. Als een stof verdampt(gasvormig) verspreiden de moleculen zich over een zeer groot volume.
• Rekenen met Massa:
1.66 EXP-27
1 zwavelatoom heeft een massa van 32.0 u
Omrekenen naar KG: Wat is dan de massa in KG?
32.0 u komt overeen met 32.0*1.66EXP-27=
5.312*10-26 kg
Atoom x heeft een massa van 2.04*10-23 kg
Omrekenen naar U: Wat is dan de massa in U?
2.04*10-23 kg komt overeen met 2.04*10-23
1.66*10-27 = 1.2289*10^4 U
Regel is dus: Van U naar KG = x1.66*10^-27
Van KG naar U = : 1.66*10^-27
• Molecuul = Kleinste deeltje van een stof dat alle eigenschappen van een stof bezit
• Tijdens verdamping komen de moleculen door beweging in de gasvormige fase.
niet de moleculen zelf. De identiteit van de stof blijft behouden dus er treedt geen chemische reactie plaats.
• Scheikunde = Als je de verandering van een stof blijvend kunt houden, dan is het scheikunde.
• Verbinding = een ontleedbare stof
• Element = een niet ontleedbaar gedeelte van een stof
• Atoom = een submoleculair deeltje van een atoom
• Je moet alle symbolen + de namen kennen van een aantal atoomsoorten. Zie blz. 60.
• Je moet het stencil van de zoutformules kennen:
+1: KNaAgLi -1: ClBrIF
+2: alle overige -2: OS
+3: AlCrAu -3: NP
-4: C
REACTIES
1 seconde geleden
M.
M.
heb je toevallig ook hoofdstuk 3?
15 jaar geleden
Antwoorden