Curie hoofdstuk 2
2.1
koolstof belangrijk voor voortbestaan v. leven
2.2
steenkool, aardgas en aardolie -> fossiele brandstoffen
steenkool
ontstaan in moerasbossen en veengebieden->houtachtige stoffen onder water bedekt geraakt onder lagen klei en zand, door grote druk van gesteenten en hoge temp. hebben zich allerlei scheikundige veranderingen voorgedaan, stikstof en water is uit de lagen geperst en methaan (ontstaat bij rottingsprocessen) voor het grootste deel uit deze lagen verdwenen.
aardolie
planten en dieren gaan dood en zakken naar bodem (voornamelijk plankton). Lagen hiervan kunnen bedekt raken onder klei en zand, ondergaan veranderingen (door temp, en hoge druk)
winning van aardolie->boortoren, buis in de grond geboord en steeds een nieuwe pijp op de boorstang gezet.
benzine uit naftafractie
kraken-> proces waarbij grote moleculen worden afgebroken tot kleinere moleculen
hoe meer CO2 in lucht hoe warmer het word
duurzame ontwikkeling-> economische groei die niet ten koste gaat van toekomstige generaties.
duurzame brandstoffen-> biogas, bioalcohol, waterstof (in combi met zonne-energie)
2.3
structuurformule->geeft aan hoe de atomen in een molecuul met atoombindingen aan elkaar verbonden zijn.
molecuulformule->geeft aan uit welke atomen een molecuul is opgebouwd, en uit hoeveel atomen per atoomsoort.
halogenen: fluor, chloor, broom, jood
halogenen->twee atomen en één atoombinding per molecuul
element (niet-ontleedbare stof) covalentie
H, F, Cl, Br, I 1
O, S 2
N, P 3
C, Si 4
2.4
Alkanen (algemeen onvertakt) -> algemene formule CnH2n+2
verzadigd
methaan CH4
ethaan C2H6
propaan C3H8
butaan C4H10
pentaan C5H12
hexaan C6H14
cijfers voor formule of methyl/ethyl is vertakt, anders onvertakt
dus zonder zijtakken onvertakt, met zijtakken vertakt
Isomeren-> stoffen die dezelfde molecuulformules hebben maar verschillende structuurformules
meth- staat voor één C atoom, eth- staat voor 2 C atomen
di voor 2 groepen, tri voor 3 groepen.
2.5
Alkenen (algemeen onvertakt) -> algemene formule CnH2n
onverzadigd
etheen C2H4
propeen C3H6
buteen C4H6
penteen C5H10
hexeen C6H12
moleculen met één binding zijn verzadigde verbindingen (koolwaterstoffen)
moleculen met 2 of meer bindingen zijn onverzadigde bindingen (koolwaterstoffen)
2.6
Alkynen (CnH2n-2)
onverzadigd
triviale namen->andere namen
etheen ethyleen
ethyn acetyleen
2.7
Homologe reeksen
Een homologe reeks is een verzameling van stoffen waarbij de moleculen van de volgende stof steeds één C atoom en twee H atomen meer bevatten
Halogeenalkaan: een halogeenalkaan is een verbinding die men krijgt door in het molecuul van een alkaan één of meer H atomen te vervangen door één of meer atomen van een halogeen: F, Cl, Br of I.
CH4->CH3Cl . Een atoom of atoomgroep die op deze wijze een H atoom vervangt noemt men een substiuent.
Alkanolen: een alkanol is een verbinding die men krijgt door in het molecuul van een alkaan één H atoom te vervangen door een OH groep.
ethanol->alcohol->vergisting suikers
C6H12O6(aq) -> 2 C2H5OH(aq) + 2 CO2 (g)
glucose->ethanol+koolstofdioxide
Alkaanaminen: een verbinding die men krijgt door in het molecuul van een alkaan één H atoom te vervangen door een NH2 groep.
Alkaanzuren: een verbinding die men krijgt door in het molecuul van een alkaan één CH3 groep te vervangen door een COOH groep.
2.8
Ringverbindingen
De koolstofverbindingen kan men onderverdelen in alifatische en cyclische verbindingen.
Moleculen van een alifatische hebben een open koolstofketen.
Hoofdstuk 2
6
ADVERTENTIE
Een rechtenstudie met betekenis, waar wil jij je hart voor inzetten?
Bij de bacheloropleiding Law in Society aan de VU ontdek je hoe je actuele maatschappelijke thema’s kunt aanpakken met een juridische bril.
REACTIES
1 seconde geleden
J.
J.
Hoi, mag ik vragen wat je voor je toets had gekregen doormiddel van deze samenvatting?
12 jaar geleden
Antwoorden