Werkwoordspelling
Import-werkwoorden
- laat de Engelse uitgangs-e staan, als je uitspraakproblemen krijgt:
Racen – ik race, hij racet
Lastig is deleten – ik delete, hij deletet, hij deletete, hij heeft gedeletet
- gebruik in de verleden tijd gewoon ’t ex – f o k s ch aa p
Schema werkwoordspelling
Is het de persoonsvorm? Gebruik een van de volgende manieren: 1. maak van de zin een vraag 2. zet de zin in een andere tijd 3. verander het getal van de zin |
||
ja |
ja |
nee |
Tegenwoordige tijd (tt) 1. ik erbij of jij/je erachter: Alleen de stam 2. anders is het enkelvoud: Stam + t 3. in het meervoud: Het hele werkwoord |
Verleden tijd (vt) 1. zwakwerkwoord – enkelvoud: stam + de of te – meervoud: stam + den of ten 2. sterke werkwoord: Klankverandering. Zo kort en eenvoudig mogelijk |
Geen persoonsvorm Laatste letter –d of –t? Gebruik de verlengproef? Altijd: Schrijf het woord zo kort en eenvoudig mogelijk op. |
Infinitief: spelen
Gebiedende wijs: stam: speel
Onvoltooid deelwoord: infinitief + d(e): kijkend(e)
Voltooid deelwoord: meestal naast een vorm van hebben, zijn of worden: had verstuurd
Bijvoeglijk naamwoord: zo kort mogelijk tenzij vanwege de uitspraak: bestrate, gejatte
REACTIES
1 seconde geleden