Stijlfiguren en Beeldspraak

Beoordeling 6.5
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas vwo | 562 woorden
  • 26 augustus 2008
  • 165 keer beoordeeld
Cijfer 6.5
165 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Beeldspraak :

Personificatie: Iets levenloos wordt levend voorgesteld.
Voorbeeld: De oude auto kwam hoestend en proestend op gang.

Metafoor: Alleen het beeld wordt gegeven, terwijl het object waarnaar verwezen wordt, niet genoemd wordt.
Voorbeeld: Hoe heb je ooit met zo’n rund kunnen trouwen? ( rund = sufferd )

Synesthesie: Waarnemingen van twee verschillende zintuigen worden gecombineerd.
Voorbeeld: Warme stem ( gevoel en gehoor )

Metonymia: Bij een metonymia is sprake van een verband.
o Pars pro toto: Je noemt een deel in plaats van het
geheel
Voorbeeld: De blinde darm van zaal drie wil de dokter spreken.
o Totum pro parte: Je noemt het geheel in plaats van het deel.
Voorbeeld: Nederland werd na zoveel jaar eindelijk wereldkampioen hockey.
o Materiaal i.p.v. het product: Met rubber vrij je veilig. ( condoom is van rubber gemaakt )
o Maker van het product i.p.v. het product zelf: Het rijksmuseum heeft een van Gogh gekocht. ( schilderij )
o Stuk servies i.p.v. inhoud: Ik hou wel van een glaasje ( drinken )
o Merknaam i.p.v. het product: Mijn nieuwe Nikes lopen heerlijk. ( schoenen )

Stijlfiguren :

Eufemisme: een verzachtende uitdrukking
Voorbeeld: Is uw vader al geholpen aan zijn prostaat?

Understatement: Om ernstige (of grote) zaken als minder ernstig (of minder groot) voor te stellen. Soms ook spot.
Voorbeeld: Wel een leuk optrekje merkte de dictator op toen hij zijn nieuwe paleis voor het eerst bewonderde.

Litotes: je beweert iets door het tegendeel daarvan te ontkennen.
Voorbeeld: Dat vind ik niet fijn.

Ironie: milde vorm van spot.
Voorbeeld: ach hoe kon ik zo onbeleefd zijn zij de oude vrouw toen 2 jongens van 14 zich voor haar de bus in drongen.

Hyperbool: overdrijving
Voorbeeld: Ik lach me altijd dood om jouw grapjes.

Middelen om iets extra nadruk te geven:

Prolepsis en anticipatie: Een zinsdeel of woord dat de nadruk moet hebben wordt uit de zin gehaald en voorop gezet.
Voorbeeld: Die schurk, als ik hem te pakken krijg zal ik hem zijn streken betaald zetten.

Anticipatie: De zaak die je wilt bespreken eerst met verwijswoorden zeggen en later pas noemen.
Voorbeeld: Iedereen kent hem, iedereen houd van hem, Wesley Sneijder is de beste voetballer!

Repetitio: Latijnse term voor herhaling, je herhaalt letterlijk hetzelfde woord om de nadruk er op te leggen.
Voorbeeld: Uw bedrijf groeit, groeit, groeit.

Tautologie: Een begrip wordt herhaald door een synoniem.
Voorbeeld: Nooit of te nimmer, stukje bij beetje etc.

Pleonasme: Een eigenschap van het woord wordt nog eens nadrukkelijk omschreven.
Voorbeeld: vierkante blokkendozen, ronde cirkels.

Enumeratie: Opsomming.
Voorbeeld: O wat waren ze schijnheilig, de dorpsbewoners: de boeren, de schoolmeesters, de huismoeders, etc…

Climax: De elementen in de opsomming nemen in sterkte toe.
Voorbeeld: Uren, dagen, maanden, jaren vliegen als een schaduw heen.

Omgekeerde Climax: De onderdelen van een opsomming nemen in kracht af.
Voorbeeld: De officieren, de onderofficieren, de korporaals en zelfs de gewonde soldaten kwamen in opstand.

Antithese: Tegenstelling
Voorbeeld: Color Reus, wast een berg en kost een beetje.

Middelen om de lezer aan het denken te zetten:

Paradox: Een schijnbare tegenstelling.
Voorbeeld: Als mensen zich voor alles interesseren, interesseren zij zich eigenlijk nergens voor.

Retorische vraag: Een vraag die eigenlijk een mededeling is, je verwacht er geen antwoord op.
Voorbeeld: Zijn ze nou helemaal gek geworden? Mij om 3 uur ’s nachts wakker bellen.

Middel om een grappig effect te bereiken:

Woordspeling: een taalgrapje.
Voorbeeld: Het leven hangt van verraad aan elkaar, je bent nog niet geboren of je wordt al aangegeven.

REACTIES

M.

M.

Er staat:
Litotes: je beweert iets door het tegendeel daarvan te ontkennen.
Voorbeeld: Dat vind ik niet fijn.

het voorbeeld klopt in mijn ogen niet. Want volgends mij is het nu alleen een ontkenning. En zou een goed voorbeeld zijn: het is niet ondenkbaar.
Want hier wordt iets beweert door een tegendeel ( ondenkbaar) te ontkennen (niet)

Ik hoop dat dit klopt en anders mijn excuses voor het ongemak

15 jaar geleden

S.

S.

"ach hoe kon ik zo onbeleefd zijn zij de oude vrouw..." moet zijn: "...ZEI de oude vrouw..."

6 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.