Nederlands - Spelling & Stijl
Spelling
Spelling van werkwoorden
Persoonsvorm
Kan van tijd veranderen.
Komt vooraan te staan als je de zin zonder een vraagwoord vragend maakt.
In de gebiedende en aanvoegende wijs kan de persoonsvorm niet van tijd veranderen.
1. Houd je mond. (persoonsvorm staat bijna altijd vooraan in de zin)
2. Men neme een snufje zout. (beleefdheidsvorm, die een mogelijkheid, waarschijnlijkheid of wenselijkheid aangeeft)
Voltooid deelwoord Kan niet van tijd veranderen. Komt voor in combinatie met de hulpwerkwoorden zijn, hebben of worden. Het begint vaak met ge. Dit ontbreekt wanneer de werkwoorden beginnen met be, ge, her, er, ont, ver, of mis.
Voltooid deelwoord bijvoeglijk gebruikt Kan niet van tijd veranderen Deelt iets mee over het zelfstandig naamwoord. 1. De aanvaarde functie
Heel werkwoord (infinitief/onbepaalde wijs) Kan niet van tijd veranderen
Schrijfwijze
Schrijfwijze van de persoonsvorm
Schema zie boek.
Schrijfwijze van het voltooid deelwoord
Schema zie boek.
Schrijfwijze van het voltooid deelwoord bijvoeglijk gebruikt
Schema zie boek.
Tussenletters in samenstellingen
Tussenletter S in samenstellingen Je schrijft de tussenletter S als je deze hoort in de gesproken taal: beroepsmilitair, scheidsrechter, stationshal, verkeerslicht. Soms kun je deze S niet horen. Het tweede deel van de samenstelling begint dan met een S, Z of met CH: stationsstraat, verkeerszuil, personeelschef.
Tussenletter N in samenstellingen Je schrijft de tussenletter N als het eerste deel van de samenstelling uitsluitend een meervoud op EN heeft: vriendendienst, bessensap, boerendochter, perenboom, kippenei, ziekenhuis pannenkoek. Is het eerste deel van de samenstelling een zelfstandig naamwoord dat NIET op een toonloze E eindigt en een meervoud op EN of S heeft, dan schrijf je de tussenletter N: lerarenkamer (leraars en leraren), ambtenarencentrale (ambtenaren en ambtenaars) Uitzonderingen op de regel: Het eerste deel van de samenstelling noemt men een persoon of zaak die enig is in zijn soort: Onze-Lieve-Vrouwekerk, Koninginnedag, maneschijn. Het eerste deel is een dierennaam; het tweede deel is een plantkundige aanduiding: paardebloem, kattekruid, vliegezwam. Het eerste deel heeft een versterkende betekenis en het geheel is een bijvoeglijk naamwoord: beregoed, boordevol, apezat. Het eerste deel is een lichaamsdeel en het geheel is een versteende uitdrukking: ruggespraak, kakebeen, kinnebak. Een van de delen is niet meer herkenbaar als afzonderlijk woord: flierefluiter, bolleboos, schattebout.
Tussenletter E in samenstellingen Je schrijft een tussenletter E als het eerste deel van de samenstelling geen meervoud op EN heeft: tarwebrood, rijstepap, aspergesoep, horlogemaker. Is het eerste deel van de samenstelling een zelfstandig naamwoord dat op een toonloze E eindigt en een meervoud op EN en S heeft, dan schrijft je de tussenletter E: gedachtestroom (gedachten en gedachtes), lindeboom (linden en lindes) Je schrijft de tussenletter E als het eerste deel een bijvoeglijk naamwoord is: goedemorgen, rodekool, hogeschool. Je schrijft een tussenletter E als het eerste deel een werkwoord is: huilebalk spinnewiel, dwingeland. Meervoudsvormen
Woorden uit een andere taal krijgen in het meervoud een S: cahiers, cadeaus, cafés milieus.
Woorden die eindigen op een A, I, O, U of Y krijgen in het meervoud \'S: thema\'s, ski\'s, auto\'s.
Als de klemtoon NIET op de laatste lettergreep valt, zet je er een N achter en plaats je op de E een trema: bacteriën, poriën
Als de klemtoon WEL op de laatste lettergreep valt, zet je er ЁN achter: harmonieën fantasieën
In woorden op de onbeklemtoonde lettergreep ik, es, et of it verdubbel je de slotmedeklinker niet: perziken, monniken, luiwammesen, dreumesen, lemmeten, kieviten.
Verkleinwoorden
Bij woorden die eindigen op een A, Ė, O of U verdubbel je de klinker; woorden op I krijgen IE:
camera - cameraatje video - videootje menu - menuutje taxi - taxietje
Bij woorden op Y (met een medeklinker ervoor) en bij afkortingen en letters schrijf je een apostrof: hobby - hobby\'tje tv - tv\'tje b - b\'tje
Bijzonderheden: aspirine - aspirientje
chocolade - chocolaatje
diner - dineetje
jongen - jongetje
pudding - puddinkje
souvenir - souveniertje
vakantie - vakantietje
woning - woninkje
Sommige of sommigen?
Alle(n), beide(n), sommige(n) enz. Met of zonder N? Je schrijft deze woorden ZONDER N wanneer ze bijvoeglijk worden gebruikt, als ze voor een zelfstandig naamwoord staan: 1. Alle auto\'s hebben een schuifdak. 2. Beide tafels zijn gelakt. Wanneer deze woorden zelfstandig gebruikt worden, krijgen ze ook GEEN N, als ze op zaken slaan (en niet op personen): 1. De auto\'s hebben alle een schuifdak. 2. De tafels zijn beide gelakt. Wanneer ze zelfstandig worden gebruikt en op personen slaan, krijgen ze WEL een N: 1. De deelnemers hebben allen betaald. 2. Enkelen waren met de fiets gekomen. Let op: Sommige ouders waren voor het plan, maar de meeste stemden tegen. = Sommige ouders waren voor het plan, maar de meeste ouders stemden tegen. Leestekens
Punten Aan het eind van een zin plaats je en punt. Na een afgekort woord zet je een punt. 1. Als je een woord afkort zet je een punt: namelijk = nl. 2. Als je meerdere woorden afkort, zet je achter ieder woord een punt: in plaats van = i.p.v. 3. Uitzonderingen: zie ommezijde = z.o.z. aanstaande = a.s. vanaf = v.a. Sommige afkortingen schrijf je zonder punten: NOB, KRO, mbo, havo. Je schrijft geen punt achter afkortingen die maten, gewichten, en scheikundige en natuurkundige namen aangeven: 3m, 35 km, 1000 g, Fe (ijzer), W (watt). Komma\'s Tussen de delen van een korte opsomming plaats je een komma: In deze straat staan leuke, moderne, kleine huizen. Voor en achter een bijstelling plaats je een komma: Sylvia, de dochter van onze buren, is gisteren getrouwd. Achter en/of voor een aangesproken persoon, tussenwerpsels en dergelijke woorden zet je een komma: Mehmed, we moeten rechtsaf. Dat is mooi, zeg! Voor een voegwoord plaats je een komma: Het bleek achteraf niet nodig te zijn, want de wedstrijd werd afgelast. Je zet een komma achter een bijzin, wanneer de zin nog niet is afgelopen: De man die daar staat, is mijn vader. Je plaatst een komma tussen twee werkwoorden die naast elkaar staan, maar niet tot hetzelfde gezegde behoren: Als je zaterdag komt, neem dan een fles wijn mee. Je plaatst een komma voor en achter een uitbreidende bijvoeglijke bijzin (een bijzin die extra informatie geeft): Mijn ouders, die de avondvierdaagse hebben gelopen, krijgen een medaille. Je plaatst een komma na een beperkende bijvoeglijke bijzin (een bijzin die onmisbare informatie geeft): Ze vindt wel iemand die haar een lift wil geven, of anders vraagt ze Joachim maar. Let op: 1. De bomen die door de iepziekte zijn aangetast, worden omgehakt. (enkele bomen) 2. De bomen, die door de iepziekte zijn aangetast, worden omgehakt. (alle bomen) Puntkomma De puntkomma geeft een langere pauze aan dan de komma: De trein had vertraging, daardoor kwam ik te laat. Je kunt de puntkomma gebruiken na de delen van een puntsgewijze opsomming: Er zijn vier seizoenen: - de lente; - de zomer; - de herfst; - de winter; Als de delen van de puntsgewijze opsomming uit zinnen bestaan, mag je de onderdelen met een hoofdletter laten beginnen en eindigen met een punt: Enkele voorbeelden zijn: - U kunt al deelnemen met een premie van f 100.000,- per maand. - De premies zijn tot een bepaald maximum fiscaal aftrekbaar. Dubbele punt Voor aanhalingen in de directe rede gebruik je een dubbele punt: Moeder zei: \'Jan-Willem, kom eens hier.\' Als er sprake is van een verklaring of uitleg, plaats je een dubbele punt: De straten waren kletsnat: het had hard geregend Voor een opsomming zet je een dubbele punt: Er zijn drie problemen: ten eerste…… Vraagteken Gebruiken aan het einde van een vragende zin. Uitroepteken Na een uitroep: Wat een hitte! Na een dringende wens: Als hij maar komt! Na een bevel: Ga weg! Na een waarschuwing: Pas op!
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
1 seconde geleden
E.
E.
handig!
12 jaar geleden
AntwoordenL.
L.
ik zou elliptische zin niet verwarren met een beknopte zin
hier zit toch een verschil in
12 jaar geleden
Antwoorden