Poëzie

Beoordeling 6
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • Klas onbekend | 399 woorden
  • 6 januari 2002
  • 99 keer beoordeeld
Cijfer 6
99 keer beoordeeld

Poëzie Poëzie: dichtkunst en gedichten - korte lengte - gebruik klank en metrum

Metrum: de regelmatige afwisseling tussen beklemtoonde en onbeklemtoonde klanken
Beklemtoonde lettergreep: - Onbeklemtoonde lettergreep: v
1. Jambe: v- 2. Trochee: -v
3. Anapest: vv- 4. Dactylus: -vv

Antimetrie: Wanneer een metrum wordt doorbroken

Strofe: een aantal bij elkaar horende regels in een gedicht, ze worden van elkaar gescheiden met witregels
Strofe van 2 dichtregels: distichon
Strofe van 3 dichtregels: terzine of terzet
Strofe van 4 dichtregels: kwatrijn
Strofe van 5 dichtregels: kwintet
Strofe van 6 dichtregels: sextet
Strofe van 7 dichtregels: septet
Strofe van 8 dichtregels: octaaf

Enjambement: als een dichtregel afbreekt op de plaats waar de zin logischer wijze wou moeten doorlopen, omdat er geen natuurlijke pauze valt
Effecten enjambement: 1. het rijmschema kan gehandhaafd blijven
2. verrassingen op het niveau van de betekenis doordat het laatste of het eerste woord geïsoleerd komt te staan.

Rijm: klankherhaling
Gedichten zonder rijm: blanke verzen
Eindrijm: als er klankovereenkomsten zijn tussen de laatste woorden van verschillende regels: volrijm/halfrijm

Rijmschema: het patroon van rijm - gekruist rijm: abab - gepaard rijm: aabb - omarmend rijm: abba - verspringen rijm: abc abc

Assonantie: (halfrijm) klinkerrijm/klankrijm
Je hoort klankovereenkomst van klinkers binnen een of opeenvolgende versregels

Alliteratie: beginrijm
De beklemtoonde medeklinkers aan het begin van woorden in de zin (of regel) zijn gelijk.

Binnenrijm: de vorm van klankherhaling binnen 1 versregel
Stijlfiguur: een opvallende kenmerkende vorm van uitdrukken. Met het gebruik van een stijlfiguur benadrukt de schrijver de inhoud van wat hij zegt

Stijlfiguren: (zie ook formuleren)

Anticlimax: er wordt naar een hoogtepunt toegewerkt, maar dit wordt juist niet gegeven, de lezer voelt zich bedrogen.

Climax: er wordt naar een hoogtepunt toegewerkt

Cynisme: verbitterde vorm van spot

Hyperbool: sterke overdrijving

Ironie: milde vorm van spot die niet kwetsend bedoeld is

Paradox: schijnbare tegenspraak

Sarcasme: bijtende spot die persoonsgericht is

Understatement: sterke overdrijving, een hyperbool, maar dan naar de zwakke kant.

Beeldspraak: een vorm van speciaal taalgebruik

Metafoor: vergelijkingsbeeldspraak

Cliché: afgezaagde uitdrukking

Metonymia: zie formuleren

Typografie en lay-out: het gebruik van (verschillende) lettertypen en zetwijzen (vet, cursief) en de opmaak van een tekst kunnen ervoor zorgen dat deze extra opvalt.

Acrostichon: een gedicht waarin op een vindingrijke manier een naam of spreuk verborgen is (Wilhelmus)

Sonnet: gedicht met een speciale vorm

Klassiek sonnet: 14 regels verdeeld over 2 kwatrijnen van 4 regels (octaaf) en 2 terzetten van 3 regels (sextet) Rijmschema is abba abba cdc dcd
Tussen het octaaf en het sextet is er een wending.

REACTIES

R.

R.

Dit is gewoon een formulier dat je van je docent krijgt!!! Toch geen werkstuk!!!!

22 jaar geleden

A.

A.

wat mooi

20 jaar geleden

A.

A.

Dit is super ookal is het misschien niet zelf gemaakt maar superveel mensen zullen dit waarderen

11 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.