Hoe goed is jouw kennis over wachtwoorden? 🔐
Test jezelf met deze quiz!

Doe de quiz!

Formuleren

Beoordeling 4.3
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • Klas onbekend | 170 woorden
  • 14 juni 2004
  • 29 keer beoordeeld
Cijfer 4.3
29 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
ADVERTENTIE
Welke studie past bij jou? Doe de studiekeuzetest!

Twijfel je over je studiekeuze? Ontdek in drie minuten welke bacheloropleiding aan de Universiteit Twente het beste bij jouw persoonlijkheid past met de gratis studiekeuzetest.

Start de test
Samenvatting formuleren Nederlands.

Onzijdige het woorden.

- aanwijzende verwijzen met dit & dat
- bezittelijke verwijzen met zijn.
- Landen, steden clubs en verkleinwoorden.

Mannelijke & vrouwelijke de woorden.

- aanwijzende verwijzen met deze & die.
- Betrekkelijke verwijzen met die
- Vrouwelijke woorden:
• de woorden eindigen op -heid, - nis, -ing, -st, -schap, -te, -de, -ie, -ij, -iek, -theek, -teit, -uur.
• Persoonlijke voornaamwoorden verwijzen met zij, ze en haar (d’r) (ze en zij niet gebruiken bij levenloze dingen)
- mannelijke woorden:
• persoonlijke voornaamwoorden verwijzen met hij en hem.
• Bezittelijke verwijzen met zijn (z’n).

Meervoudige zelfstandige naamwoorden.

- persoonlijke voornaamwoorden verwijzen met: ze, zij, hen en hun.
- Bezittelijke voornaamwoorden verwijzen met: hun.
- Aanwijzende verwijzen met: deze en die.
- Betrekkelijke verwijzen met: die.

Begrippen.

Tautologie = foute dubbel op 2x met andere woorden het zelfde zeggen.
Pleonasme = foute dubbel op nadruk verkeerd leggen op eigenschappen.
Contaminatie = foute dubbel op soort van verkeerde samentrekken (optelefoneren)
Congruentie = foute woordkeuze: enkelvoud + meervoud kan niet.
Tangconstructie = zindelen zitten niet helemaal op de juiste plaats.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.