Magnetisme

Magnetisme

Rechterhandregel stroomdraad: duim met stroom mee, vingers met magneetveld mee.

Rechterhandregel spoel: duim richting noordpool, vingers met stroom mee.

Linkerhandregel lorentzkracht: B steekt in handpalm. I met vingers mee. Flz met duim.

Magneetveldlijnen gaan van noord- naar zuidpool.

Magneetveld van spoelen bereken je met formule [homogeen magneetveld in spoel]:

B = μ0 * N * I / l                             

B = sterkte magneetveld. μ0 = 4π* 10 ^-7. N = aantal windingen. I = stroomsterkte.

L = lengte spoel van uitgang tot uitgang.

Fl = B * I * l * N

Magneetveldsterkte draad [r is afstand tot draad]:        μ0 * I / (2π * r)

Fl = lorentzkracht in N, B = magnetische veldsterkte in T, I is stroomsterkte in A, l is lengte draad onder invloed van kracht, N is aantal draden.

Rondje met kruisje = kracht gaat papier in. Rondje met punt = kracht komt papier uit.

Elektromotor: stator (magneet), rotor (houdt spoel vast), commutator (draait rond) en koolborstels (vaste plaats + en –pool). Richting ronddraaien bepalen met linkerhandreg.

M = F*r*cos(a)                     M=moment, F is kracht in N, r is arm in m

Inductie = met magnetisme stroom maken. Stroom werkt magneet tegen [wet van Lenz].

Uind = - N *Δφ/Δ t  à        Δφ /Δt = (A*ΔB + ΔA*B)/t

Φ  = B * A

U_ind = inductiespanning. N is aantal windingen spoel. Φ is flux in Wb. B is sterkte magneetveld in T, A is opp.in m2 van opening spoel met B loodrecht op A. SosCasToa.

Dynamo: magneet rond spoel ronddraaien. Wisselspanning door inductie.

Generator: spoel rond magneet ronddraaien. Wisselspanning door inductie.

Ueff = Utop /

Ideale transformator:

U_primair * N_secundair [windingen] = U_secundair * N_primair

I_primair * N_primair = I_secundair * N_primair

P_primair = P_secundair

P_verlies = R_draad * I_secundair²