Hoofdstuk 4, Elektriciteit

Beoordeling 5.2
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 3e klas vwo | 471 woorden
  • 27 mei 2004
  • 162 keer beoordeeld
Cijfer 5.2
162 keer beoordeeld

Natuurkunde Samenvatting. Hoofdstuk 4. Elektriciteit.

Lading: als je bepaalde materialen (stoffen) langs elkaar wrijft, krijgen deze materialen een elektrische lading. Dat een voorwerp geladen is, kun je op verschillende manieren merken. Er kunnen vonkjes overspringen. Die kun je horen (als geknetter) en soms ook zien of voelen. Bijv. het geknetter dat je hoort als je een trui over je hoofd trekt als je haar erg droog is. Beide voorwerpen zelfde lading= afstoting. Voorwerpen verschillende lading= aantrekken Alleen negatief geladen deeltjes (elektronen) kunnen overspringen. Als de elektronen overspringen, heeft het voorwerp waar het vanaf komt een positieve lading en het voorwerp waar ze naartoe gesprongen zijn heeft een negatieve lading. Evenveel positief als negatief geladen= neutraal. Een geladen voorwerp trekt andere voorwerpen aan, of stoot ze juist af. Elektronen: kleine negatief geladen deeltjes. Vermogen: het vermogen van een elektrisch apparaat geeft aan hoeveel elektrische energie het per seconde verbruikt. Je kunt het vermogen berekenen met de formule: vermogen = spanning ¡Á stroomsterkte. Of in symbolen: P = U ¡Á I. (bijv. 30 seconden = 30: 3600= 0,00833 uur) Watt : Volt = Amp¨¨re Volt : Amp¨¨re = Ohm 1 kilowatt= 1000 Watt. Van milliamp¨¨re (mA) naar Amp¨¨re (A) = §ç 1000 en andersom natuurlijk : 1000. Vervangingsweerstand: als weerstanden parallel zijn geschakeld, wordt de totale weerstand in een stroomkring kleiner. De totale weerstand in de stroomkring (vervangingsweerstand) kun je berekenen met de formule:

Weerstand: de weerstand is gelijk aan de verhouding tussen spanning U en stroomsterkte I. In formule: spanning in Volt. Weerstand in ohm= stroomsterkte in Amp¨¨re. Als je de spanning invult in volt en de stroomsterkte in amp¨¨re, vind je de weerstand in ohm. Constantaan: constantaan is een legering van koper, nikkel en mangaan. Het bijzondere aan deze legering is dat haar weerstand ook bij hogere temperatuur constant blijft. (I,U)-diagram: een (I, U)-diagram is de grafiek waarin de stroomsterkte is uitgezet tegen de spanning. Joule: de joule is de eenheid van (alle soorten) energie. Kilowattuurmeter: hierop kun je aflezen hoeveel elektrische energie thuis verbruikt is. Formule: E= P §ç t t = tijd in uren P= vermogen in kilowatt E= energieverbruik
Bijv. 3 apparaten staan allen 3 uur aan, vermogens v.d. apparaten optellen en dan in 1 keer berekenen hoeveel ze hebben verbruikt. Klein vermogen= per sec. weinig energie verbruikt. Groot vermogen= per sec. veel energie verbruikt. Parallelschakeling: dit is een schakeling (stroomkring) met vertakkingen. De stroom verdeelt zich over de paralleltakken. Stroommeter: hiermee kun je de grootte van de stroom meten in amp¨¨re (A) of milliamp¨¨re (mA). Stroomkring: hierin kan alleen een elektrische stroom lopen als de stroomkring gesloten is. Een stroomkring kun je sluitend maken met een schakelaar. Denk maar het aanzetten van een elektrisch apparaat. Spanningsmeter: hiermee meet je de spanning. Deze meter sluit je parallel aan op de spanningsbron of het apparaat. Serieschakeling: een serieschakeling is een schakeling (stroomkring) zonder vertakkingen. In een serieschakeling is de stroomsterkte overal even groot.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.