Elektriciteit

De elektriciteit komt je huis binnen via een hele dikke kabel. Elk huis heeft in de Die kabel gaat langs de hoofdschakelaar naar de kilowattuurmeter. Hierop kun je aflezen hoeveel stroom er in het hele huis is verbruikt. Na de kilowattuurmeter gaat de stroom door de aardlekschakelaar. Deze is voor de veiligheid. De elektrische installatie in huis vormt met het elektriciteitsnet een stroomkring. De aardlekschakelaar vergelijkt de stroom die het huis binnenkomt met de stroom die teruggaat naar het elektriciteitsnet. Als er meer stroom het huis binnenkomt dan er teruggaat, lekt er stroom uit de elektrische installatie in huis. (bijvoorbeeld via je lichaam als je een defect apparaat onder spanning aanraakt.) De aardlekschakelaar schakelt de stroom dan uit.Vanuit daar gaat het naar de groepenkast. De stroom wordt verdeeld in verschillende groepen: één voor de keuken en één voor de woonkamer en één voor de slaapkamers en er is één speciale voor de wasmachine en de wasdroger. In de groepenkast zit voor elke groep een stop. Een stop is een stenen kokertje met een heel dun draadje. Als er te veel stroom door deze stop gaat wordt deze te heet. De dunne smeltdraad in deze stop smelt dan. Doordat de draad breekt springt de stop los. We zeggen dan dat “de stop is gesprongen”. De stop springt als er kortsluiting is. Ook kan de stop springen als er teveel elektrische apparaten op één groep zijn aangesloten (overbelasting). Door dit smelten wordt de stroomkring voor die groep verbroken en is er geen stroom meer.

Om stroom te kunnen vervoeren heb je materialen nodig die stroom doorlaten bijvoorbeeld koper of metaal. Dit soort stoffen noem je geleiders. Je hebt ook stoffen die juist geen stroom doorlaten, bijvoorbeeld rubber of plastic. Dit noem je isolatoren.

Wat is elektriciteit?

Elektriciteit is een belangrijke energiebron voor de apparaten in huis. Om een apparaat te laten draaien heb je energie nodig. Deze energie komt uit elektriciteit. Je hebt allerlei verschillende elektriciteitsbronnen, bijvoorbeeld een batterij, een stopcontact, een dynamo, zonnecel en een accu. Als je het goed wil laten werken dan moet er een gesloten kring zijn,
In een gesloten kring moet wel een apparaat tussen zitten. Als er geen apparaat tussen zit dan heb je grote kans op kortsluiting. Als een stekker kapot is dan veroorzaak je ook kortsluiting. De stoppen zullen dan doorbranden. Met een ampèremeter kun je de volt aflezen. Zo kan je zien of er op sommige apparaten nog stroom staat. 45 volt kan al voor een mens gevaarlijk zijn. Dus je moet goed oppassen met een stopcontact want die geeft 220 volt dus erg dodelijk. De elektriciteit kan 3 dingen maken: als 1e warmte, als 2e licht en als 3e beweging.