7.1, 7.2 en 7.3

Beoordeling 0
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 2e klas vwo | 363 woorden
  • 9 maart 2017
  • nog niet beoordeeld
Cijfer
nog niet beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode
ADVERTENTIE
Slim oefenen met Mijn Examenbundel

Wil jij onbeperkt online oefenen met examenopgaven, uitlegvideo's en examentips bekijken en je voortgang bijhouden? Maak snel een gratis account aan op mijnexamenbundel.nl. 

Ontdek Mijn Examenbundel

Samenvatting Natuur- en Scheikunde actief, §7.1, §7.2 en §7.3

§7.1 Energiebronnen en energiesoorten

Een energiebron (waar we energie uit halen) is bijvoorbeeld: Ons eten, benzine. De belangrijkste is de zon. Die zorgt ervoor dat planten groeien. De zonne-energie wordt in de plant omgezet in chemische energie. We hebben drie soorten energiebronnen:

·       Fossiele energie (Steenkool, aardolie, aardgas). Vroeger gevormd uit planten-  en dierenresten.

·       Herwinbare energie (Biomassa). Biomassa is al het biologische materiaal waaruit we energie halen.

·       Duurzame energie (wind, water, zon, aardwarmte).

Elke energiebron levert zijn eigen energiesoort. Bijv.: De zon (Stralingsenergie), wind (bewegingsenergie) , batterij (elektrische energie), aardgas (chemische energie) en uranium (kernenergie). De energiesoorten kunnen worden omgezet in een andere energiesoort (Omzetting). Er kan ook alleen een overdracht plaatsvinden.

§7.2 Energie in en om het huis

In het huis gebruiken we vooral elektrische en chemische energie. Die wordt in apparaten omgezet. Elektrische apparaten werken doordat ze verbonden zijn met de elektriciteitscentrale. De energie wordt via het stopcontact doorgegeven. Sommige apparaten halen hun energie uit een batterij.

Soms ontstaat er bij een apparaat niet alleen de gewenste energiesoort, maar ook een niet-nuttige of ongewenste energiesoort. Bij een zaklamp kan dat bijvoorbeeld warmte zijn. De verhouding tussen deze toegevoerde energie en nuttige energie noemen we rendement. Het rendement reken we uit met de volgende formule: . Het rendement kan ook in vermogen worden berekend (met P i.p.v E. Zie onder). Hoe hoger het rendement, hoe energiezuiniger het apparaat. Energie wordt niet verbruikt, alle energie wordt gebruikt.

§7.4 Vermogen

Als je langzaam de trap oploopt gebruik je dezelfde energie als wanneer je dat snel doet. Het verschil is dat je er langer over doet. Je gebruikt meer energie per seconde oftewel vermogen (P). De eenheid van vermogen is watt (W). De hoeveelheid energie (E) die een apparaat gebruikt berekenen we met deze formule:  . De eenheid van energie is Joule (J). Een vermogen van 1 watt is gelijk aan 1 joule per seconde. En andersom (wattseconde Ws). Dit kan ook kilowattuur (kWh) (de energie die een apparaat in 1 uur tijd verbruikt) zijn.

Omrekening

Ombouwing

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.