Paragraaf 1
Aardolie, aardgas en steenkool zijn fossiele brandstoffen.
Brandstoffen worden voor meerdere dingen gebruikt:
- verwarming voor gebouwen;
- wegvervoer en vliegverkeer;
- opwekking van elektriciteit,.
Chemische energie --> warmte + elektriciteit
Je maakt een energie-stroomdiagram om te zien welk gedeelte nuttig is.
Energie wordt gemeten in Joule!
Paragraaf 2
Dingen die bewegen hebben bewegingsenergie.
Energie bronnen vergelijken:
- Hoeveel kost de opgewekte energie?
- Kan de energiebron op den duur uitgeput raken?
- Is de energiebron altijd of alleen of af en toe beschikbaar?
- Wat zijn de gevolgen voor het milieu?
Paragraaf 3
De energie in zonlicht word stralingsenergie genoemd.
Bij planten gebeurt dit ook; dit heet fotosynthese.
Rendement = Nuttig gebruikte energie / Totaal opgenomen energie
Paragraaf 4
Zwaarte energie: Ez = m x g x h
E= energie in Joule
M = massa
H = hoogteverschil
G IS ALTIJD 10!
Zie bijlage voor schematisch overzicht
P = vermogen = watt
T = tijd = uren
E = energie = Joule
REACTIES
1 seconde geleden