Hoofdstuk 11, Eigen vermogen

Beoordeling 7.1
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas vwo | 1756 woorden
  • 25 februari 2008
  • 138 keer beoordeeld
Cijfer 7.1
138 keer beoordeeld

Hoofdstuk 11. – Eigen vermogen.

Permanent vermogen ; Vermogen waarover een onderneming kan blijven beschikken. (Bijvoorbeeld: Het aandelenvermogen).

Garantiefunctie ; Het eigen vermogen vervult een garantiefunctie, wanneer het een buffer vormt om mogelijke verliezen op te vangen.

Aandeel ; Een aandeel(bewijs) is een bewijs van deelname in het aandelenvermogen van een nv.

Het aandeelbewijs (het waardepapier) bestaat uit 2 gedeelten ;
» Een mantel – Dit is het eigenlijke aandeel. Hierop staan de belangrijkste gegevens vermeld, zoals ;
De naam van de nv;
De nominale waarde van het aandeel;
De plaats van vestiging;
Het maatschappelijk aandeelvermogen;
Het nummer van het aandeel.
» Een dividendblad – Het gedeelte van de winst dat de nv of bv aan de aandeelhouders uitkeert, heet het dividend. De aandeelhouder kan een dividendbewijs van zijn dividendblad afknippen en dit inleveren bij de nv of, wat gebruikelijker is, bij zijn bank. Hij krijgt dan het bedrag waar hij recht op heeft in contanten uitgekeerd.

Bij een aandeel maken we onderscheid tussen de nominale waarde en de koerswaarde ;
» De nominale waarde – Dit is het bedrag dat op het aandeel staat vermeld. Deze nominale waarden kan van onderneming tot onderneming verschillen. De nominale waarde is in het algemeen niet het bedrag dat je voor zo’n aandeel moet betalen. Deze word namelijk bepaald op de effectenbeurs door invloed van vraag en aanbod.
» De koerswaarde – Dit is het bedrag dat voor een aandeel moet worden betaald als je het wilt kopen.

Emissiekoers ; Bij een emissie van aandelen stelt de onderneming een prijs (koers) vast waartegen het publiek en/of de institutionele beleggers deze nieuwe aandelen kunnen kopen.

Bij een bv en nv kennen we 2 begrippen wat het aandelenvermogen betreft ;
» Het maatschappelijk aandeelvermogen ; Het maatschappelijk aandeelvermogen is het totaalbedrag dat de onderneming aan nominale aandelenvermogen nodig denkt te hebben.
» Het geplaatst aandelenvermogen ; Het geplaatst aandelenvermogen is het maatschappelijk aandelenvermogen verminderd met het bedrag van de niet-uitgegeven aandelen (aandelen in portefeuille of ongeplaatst aandelenvermogen bij een bv). Dus Bijvoorbeeld ;

Maatschappelijke aandelenvermogen 10.000 aandelen à 10 = 100.000
Aandelen in portefeuille 4.000 aandelen à 10 = 40.000
Geplaatst aandelenvermogen 6.000 aandelen à 10 = 60.000

De grootte van winsten zijn afhankelijk van de risico’s die aan de manier van beleggen zijn gebonden. ;
» Geld op een bankrekening => Weinig risico – Een lage winst.
» Aandelen kopen => Veel risico – Een grote winst (of een groot verlies).

Dividend ; Dit is vaak een bepaald bedrag per aandeel. Het komt ook voor dat het dividend word berekend als een percentage van de nominale waarde.

Het is verstandig om aandelen te kopen met geld dat je over 5 à 10 jaar pas weer nodig hebt. Je maakt dan altijd wel een periode van koersstijging mee, waarin je je gekochte aandelen tegen een hogere koers kan verkopen en zo dus winst kunt maken.

Tantième ; Directieleden en commissarissen (personen die toezicht houden op de directie en advies geven) krijgen vaak een gedeelte van de winst als tantième (een winstuitkering).

Optie ; Directieleden (in enkele gevallen ook werknemers van de onderneming) hebben het recht om over een bepaald aantal jaren een aantal aandelen te kopen tegen een koers (prijs) die nu wordt vastgesteld. Stijgt de koerswaarde, dan wordt ook hun optie (het recht om aandelen te kopen) meer waard. Op een gegeven moment zullen zij hun optierecht uitoefenen. Ze kopen dan de aandelen tegen de vastgestelde koers en verkopen ze tegen de (veel) hogere beurskoers.

Naast ‘gewone’ aandelen zijn er ook aandelen die op een bepaald gebied voorrang hebben op gewone aandelen. Dit noemt men ‘preferente’ aandelen.
De preferentie kan betrekking hebben op ;
» De winstuitkering – De nv/bv keert eerst aan de houders van preferente aandelen het dividend uit waarop ze recht hebben; pas daarna keert ze dividend uit aan de houders van gewone aandelen.
» Zeggenschap – Het recht van de houders van perferente aandelen om een bindende voordracht van 2 personen voor de benoeming van een bestuurslid op te stellen. Uit deze voordracht moeten de houders van gewone aandelen dan een keuze maken.
» Uitkering bij liquidatie – Wanneer de onderneming, al dan niet gedwongen, wordt opgeheven, krijgen de verschaffers van het vreemd vermogen eerder hun geld terug dan de aandeelhouders van de bv/nv. Zij er aandelen met preferentie met de betrekking tot de uitkering bij liquidatie, dan ontvangen de houders van deze aandelen eerder hun vermogensdeelname terug dan de gewone aandeelhouders.

De houder van een gewoon aandeel ondervindt ten opzichte van de houder van een preferent aandeel de volgende nadelen ;
» Bij liquidatie ontvangen de houders van gewone aandelen pas geld, nadat preferente aandeelhouders hun volledige vermogensdeelname hebben terugontvangen.
» De gewone aandelen zijn meestal duurder dan de preferente aandelen.
» De zeggenschap van de houder van gewone aandelen kan erg worden beperkt doordat preferente aandelen worden uitgegeven.

Ook voor de onderneming zijn er voor- en nadelen verbonden aan het gewone aandelenvermogen ten opzichte van het preferente aandelenvermogen.
Voordelen voor de nv ;
» De opbrengst bij plaatsing van gewone aandelen is in het algemeen hoger dan de opbrengst bij plaatsing van preferente aandelen.
» De houders van gewone aandelen bemoeien zich meestal niet of nauwelijks met het beleid van de nv.

Nadelen voor de nv ;
» Wanneer het in de onderneming slecht gaat is het best mogelijk dat het bedrijf met behulp van nieuw vermogen uit de slop kan worden gehaald. Maar nieuwe aandeelhouders zijn niet bereid dat tegen dezelfde voorwaarden te doen als waartegen in het verleden vermogen is ingebracht. Wel is men vaak bereid nieuw vermogen in de onderneming te steken, als hiertegenover bepaalde preferenties staan.
» Door preferente aandelen uit te geven wordt het lastiger om nog gewoon aandeelvermogen aan te trekken.

In een prospectus worden de volgende punten besproken ;
» Het doel van de emissie.
» Een overzicht van de bedrijfsresultaten van de voorafgaande jaren en de verwachtingen voor de toekomst.
» De winstverdeling zoals deze in de statuten is vastgesteld.
» De prijs (de koers) waartegen de uit te geven aandelen geplaatst worden.
» De datum waarop de aandelen kunnen worden afgehaald en moeten worden betaald.

Creatie ; Het maken van aandelen. De meeste aandelen worden geadministreerd bij het Centrum voor Fondsenadministratie.

Emissiekosten ; Emissiekosten zijn onder andere: de kosten voor het administreren van de aandelen bij het Centrum voor Fondsenadministratie, de provisie die de bank berekent voor haar bemiddeling en de kosten van de emissieprospectus.

Voor het vaststellen van de emissiekoers zijn 3 mogelijkheden ;
» A pari – Dit houdt in dat de waarde die op het aandeel vermeld staat, de waarde is waartegen het aandeel gekocht kan worden.
» Boven pari – Dit houdt in dat de waarde die op het aandeel staat lager is dan de waarde waartegen je het aandeel in werkelijkheid koopt.
Een nv kan aandelen boven pari uitgeven om de volgende redenen ;
- De toekomstverwachtingen van de nv zien er goed uit. De
aandeelhouders zijn hierdoor namelijk bereid om meer dan de
Nominale waarde te betalen.
- Bij uitbreiding van het aandelenvermogen van reeds bestaande
nv’s komen er nieuwe aandeelhouders als mede-eigenaar bij. Ze
worden hiermee dus ook mede-eigenaar van de opgebouwde
reserves en zijn hierdoor dus bereid een hoger bedrag te betalen
voor de aandelen.
» Beneden pari – Dit houdt in dat de waarde die op het aandeel vermeld staat hoger is dan de prijs waartegen je het aandeel in werkelijkheid koopt. Dit is maar in 1 situatie toegestaan: wanneer de nv de aandelen overdraagt aan een bank. Dit doet een nv alleen wanneer het dringend nieuw vermogen nodig heeft. De minimumkoers waartegen dan kan worden geplaatst is 94% van de nominale waarde.

Agio = Het verschil tussen de emissiekoers en de nominale waarde van een aandeel.

Reserves ; De reserves zijn gelijk aan dat deel van het eigen vermogen dat aanwezig is boven het geplaatste aandelenvermogen en het winstsaldo.

De reserves zijn naar hun ontstaanswijze als volgt in te delen ;
» Winstreserve – Dit is het deel van de winst dat niet wordt uitgekeerd aan de winstgerechtigden maar in de onderneming blijft.
» Agioreserve – Dit ontstaat doordat aandeelhouders bij een aandelenemissie voor de door hen gekochte aandelen meer betalen dan de nominale waarde.
» Herwaarderingsreserve – We verantwoorden waardestijgingen van bijvoorbeeld het gebouw van een onderneming op de herwaarderingsreserve.

Er worden binnen een onderneming reserves gevormd om de volgende redenen ;
» Het vergroten van het weerstandsvermogen van de onderneming. - Elke onderneming maakt goede en slechte tijden mee. Wanneer de onderneming in goede tijden wat apart legt, dan kan ze in slechte perioden eventuele tegenvallers opvangen.
» Het vervangen van vreemd vermogen door eigen vermogen. - Wanneer een onderneming bedragen uit de winst reserveert en daarmee vreemd vermogen aflost, wordt vreemd vermogen vervangen door eigen vermogen.
» Dividendstabilisatie. - Om Dividendstabilisatie toe te passen, keert de onderneming in de jaren dat het goed gaat, een deel van de winst niet uit waardoor er in de jaren dat er minder winst of zelfs helemaal geen winst is, toch dividend aan de aandeelhouders kan worden uitgekeerd.
» Uitbreiding. – De onderneming reserveert gelden om in de toekomst te kunnen groeien en uitbreiden.

Reserves kunnen op de volgende manieren minder worden of zelfs van de balans verdwijnen ;
» Geleden verliezen worden afgeboekt ten laste van de reserve.
» Na een waardedaling van activa neemt de herwaarderingsreserve af.
» De reserve wordt gebruikt voor het doel waarvoor zij is gecreëerd. (Bijvoorbeeld: De dividendreserve).
» Uit de reserve worden aan de aandeelhouders gratis aandelen uitgekeerd. Dit gebeurt meestal ten laste van agioreserve.

Intrinsieke waarde ; De waarde van de onderneming volgens de balansgegevens.

We kunnen de intrinsieke waarde op 2 manieren berekenen ;
» Intrinsieke waarde is gelijk aan bezittingen – vreemd vermogen.
» Intrinsieke waarde is gelijk aan het eigen vermogen.

Winst na belasting ; Van de gemaakte winst moet men nog de vennootschapsbelasting aftrekken. Wat overblijft is de winst na belasting.

De intrinsieke waarde per aandeel wordt als volgt berekend ;

Intrinsieke waarde per aandeel = Eigen vermogen __
Aantal geplaatste aandelen

Op de effectenbeurs is de intrinsieke waarde niet het enige gegeven voor de koersvorming. Ook: toekomstverwachtingen, speculanten (zij proberen winst te maken door aandelen tegen een hogere prijs te verkopen) en geruchten.

Het geplaatste aandelenvermogen wordt als volgt berekend ;

geplaatste aandelenvermogen =
aantal geplaatste aandelen x de nominale waarde per aandeel.

Een bv/nv is verplicht om op het dividend 25% dividendbelasting in te houden bij wijze van voorheffing van de inkomstenbelasting.

Cashdividend ; De winstuitkering in contanten.
Stockdividend ; De winstuitkering in aandelen.

Men kan nooit uitsluitend stockdividend uitkeren. Er moet een cashdividend uitgekeerd worden dat ten minste zo groot is, dat daarvan de dividendbelasting kan worden betaald.

Het dividendpercentage wordt als volgt berekend ;

Dividendbedrag vóór aftrek van dividendbelasting x 100%
Geplaatst aandelenvermogen

Een nv/bv keert liever stockdividend uit, omdat dit geld binnen de onderneming blijft, waardoor deze middelen voor bijvoorbeeld investeringen of overnames gebruikt kunnen worden. Daarnaast groeit het eigen vermogen naar het uitkeren van stockdividend. Dit zorgt ervoor dat er gemakkelijker vreemd vermogen kan worden aangetrokken.

Het eigen vermogen kun je als volgt berekenen ;

Geplaatst aandelenvermogen
Alle reserves
Winst na belasting +
= Eigen vermogen

REACTIES

S.

S.

Woow goeie samenvatting ! Thanks a lot! veel minder typwerk dit keer :D

13 jaar geleden

A.

A.

Wauw je hebt het hele boek overgetypt! Klasse

11 jaar geleden

J.

J.

Nou niet het boek hoor, dit is een samenvatting. In het boek staan ongeveer 20 bladzijdes, maar als je meer zin hebt om 20 bladzijdes te lezen dan dit stuk tekst dat alles bevat moet je dat vooral doen!

11 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.