klas 4 boek van m&o in balans toets h1 en h2
Hoofdstuk 1 Interne organisatie
1.1 Inleiding
- een organisatie is een samenwerkingsverband van mensen die bepaalde doelen willen bereiken.
- profit-organisaties: streeft naar winst (bv. ahold (ah)).= commerciele organisatie
- non profit-organisatie: streeft niet naar winst (bv.greenpeace).= niet-commerciele organisatie
- een onderneming is een organisatie die deelneemt aan het economisch verkeer met het doel winst te maken.
- Organiseren is het scheppen van doelmatige verhoudingen tussen mensen, middelen en handelingen om een bepaald doel te bereiken.
- Interne organisatie: betreft de organisatie binnen een onderneming.
- Externe organisatie: alles wat buiten de organisatie ligt.
1.2 Management
- Manegement omvat enerzijds het bepalen van de doelstellingen van d eorganisatie, en anderzijds het bepalen van het beleid, het plannen, het organiseren en het inzetten van mensen en middelen om de gestelde doelen te bereiken.
- Taken van het management: 1. Het vormen van het beleid voor de onderneming, 2. Het uitwerken van het beleid, 3. Het besturen van het bedrijfsproces, 4. Het controleren.
1.3 Doelstellingen van een organisatie
- doelstellingen voor commerciele organisaties, -zorgen voor het voortbestaan (de continuiteit) van de onderneming-maken van winst-vergroten van het marktaandeel-zorgen voor werkglegenheid.
- In de doelstellingen van een organisatie kunnnen we een bepaalde rangorde aanbrengen: 1 strategische doelstellingen, 2. Tactische doelstellingen, 3. Operationele doelstellingen.
- Strategische doelstellingen: zaken die pas op lange termijn door de directie gerealiseerd kunnnen worden (voor de komende 10 jaar).
- Tactische doelstellingen: moeten door de directie en het hoger management gerealiseerd worden, de periode waarin deze doelstellingen gerealiseerd moeten worden bedraagt 1 tot 3 jaar.
- Operationele doelstellingen: worden door het midden- en lager management uitgevoerd en bestrijken een zeer korte periode.
- Eisen aan doelstellingen: 1. Doelstellingen moeten duidelijk worden geformuleerd. 2. Doelstellingen moeten acceptabel zijn. 3. Doelstellingen moeten haalbaar zijn. 4. Doelstellingen moeten consistent(niet-strijdig) zijn.
1.4 Organisatieschema's
1. lijnorganisatie
2. lijn-staf organisatie
3. functionele organisatie
4. project organisatie
1. Lijnorganisatie
Voordelen: -systeem is eenvoudig
-eenheid van leiding
-bazen kunnen zich uistekend ontplooien, doordat zij een afdeling leiden
-opdrachten worden mondeling verstrekt, zodat er weinig geschreven hoeft te worden = kostenbesparend
Nadelen: -de opdrachten vd directeur moeten via een lange weg terechtkomen bij de uitvoerders, onderweg kan er makkelijk iets vergeten worden
-elke afdeling staat te veel op zich zelf, als je te maken hebt met een onderneming waarvan de afdelingen goed met elkaar moeten samenwerken, is dit systeem dan ook minder geschikt
-gebrek aan gespecialiseerd personeel
-bazen krijgen een te zware verantwoordelijkheid en te veel taken
2. De lijn-staforgansiatie
taken van een staf:
- het voorbereiden van uitvoerende werkzaamheden
- voorlichting geven
- adviezen verschaffen aan het management
- controlewerkzaamheden verrichten
- onderzoek doen en productontwikkeling realiseren
voordelen:
- eenheid van leiding
- er worden deskundigen ingeschakeld
- door de staf kan een beter samenwerking tussen verschillende afdelingen tot stand worden gebracht
nadelen:
- de staf kan veel te theoretisch bezig zijn en de ogen sluiten voor de praktijk
- de staf heeft geen bevoegdheid om haar adviezen dwingend op te leggen
- de staf draagt geen verantwoordelijkheid voor de verkregen resultaten
- de staf heeft snel de neiging om te proberen een expansie(uitbreiding) te realiseren
3. De functionele organisatie
Bij een functionele organsiatie heb je niet 1 iemand boven je staan, je hebt meer dan 1 chef boven je staan.
Bij een functionele organsiatie kan je onderscheid maken in een functionele organsiatie zonder hulpdiensten en een functioneel organsiatie met hulpdiensten.
- een hulpdienst neemt geen deel aan de uitvoerende werkzaamheden
4. De project organsiatie
Een projectgroep is een tijdelijk samenwerkingsverband, dat bestaat uit verschillende specialisten die opdracht hebben een bepaald doel te realiseren.
Als het doel bereikt is wordt de projectgroep ontbonden.
1.5 administratieve organisatie
-onder administratie verstaan we het geheel van handelingen dat nodig is om financiele en andere gegevens vast te leggen
-onder administratieve organisatie verstaan we alle maatregelen van organisatorische aard die betrekking hebben op de goede werking van de organisatie
1.6 functiescheiding
- een functie hoort bij een bepaald persoon (bijvoorbeeld: leraar)
- een functietaak hoort bij het werk (bijvoorbeeld: lesgeven)
- we onderscheiden 4 soorten functies
* 1. Beschikkingsfuncties
* 2. Bewaarfuncties
* 3. Registrerende functies
* 4. Controlerende functies
- beschikkingsfunctie: hoort bij mensen die kunnen beschikken over de bezittingen van een organisatie maar ze niet in bewaring hebben.
- Bewaarfunctie: die mag alleen goederen afgeven na een opdracht te hebben ontvangen van iemand met een beschikkingsfunctie
- Registrerende functie: dan verzorg je de administratie van de onderneming
- Controlerende functie: dan moet worden gecontroleerd of de werkzaamheden die verricht dienden te worden, ook zijn uitgevoerd en of ze geod zijn uitgevoerd.
1.7 De begroting
- een begroting is een op de toekomst gericht overzicht van cijfermatige gegevens
1.8 Controle mogelijkheden
- Interne controle: de controle die wordt uitgevoerd door mensen die in dienst zijn van de organisatie.
- Accountantsdienst: controleert ook maar kan ook iemand zijn van buitenaf
- Externe controle: de controle die word uitgevoerd door mensen die niet in dienst zijn van de organisatie
- Verbandscontrole: hierbij gaat men ervan uit dat er tussen verschillende grootheden een bepaald verband aanwezig is
Hoofdstuk 2 Personeelsbeleid
2.1 Inleiding
Tot het personeelsbeleid behoren:
- prognose van personeelsbehoeften: hoeveel mensen met welke kwaliteiten zijn in de toekomst nodig?
- Werving, selectie en introductie
- Opleiding en vorming (scholing)
- Beoordeling en promotie
- Beloningssystemen
- Ontslag en pensioen
2.2 de prognose van de personeelsbehoefte
1. prognose
prognose = uitspraak over het aantal personeelsleden van het vereiste niveau waarover de onderneming in de toekomst wil of moet beschikken
2. ontslag en pensioen
- iemand die de 65-jarige leeftijd gepasseerd geeft gaat met pensioen (in sommige organisaties nog eerder
- flexibele pensionering: werknemers kunnen zelf kiezen op welek leeftijd zij stoppen met werken: hoe eerder des te lager wordt het pensioen.
3. flexwerk
flexwerkers: uitzendkrachten, mensen met een tijdelijke aanstelling en oproepkrachten.
2.3 De arbeidsovereenkomst
1. De Individuele en de collectieve arbeidsovereenkomst
- inidividuele arbeidsovereenkomst: overeenkomst tussen werkgever en werknemer
- CAO: een overeenkomst tussen de vakbonden en de werkgeversorgansiaties (deze arbeidsvoorwaarden tellen voor alle werknemers van het bedrijf/bedrijfstak die dezelfde werkzaamheden verrichten)
- FNV: Federatie Nederlandse Vakbeweging
- CNV: Christelijk Nationaal Verbond
- VNO: Verbond van Nederlandse Ondernemingen
- NCW: Nationaal Christelijk Werkgeversverbond
2. Arbeidsvoorwaarden
Primaire arbeidsvoorwaarden: vakantiegeld, onregelmatige werktijden
Secundaire arbeidsvoorwaarden: werktijden, werkkleding, auto van de zaak
Verplichtingen van een werkgever zijn:
- op tijd het loon uitbetalen
- een getuigenschrift uitreiken aan het einde van de dienstbetrekking
- minderjarige werknemers in de gelegenheid stellen een opleiding te volgen
getuigschrift: als de werknemer hierom vraagt is de werkgever verplicht om een getuigschrift uit te reiken, hierin moet worden opgenomen:
- een nauwkeurige beschrijving van de werkzaamheden die de werknemer heeft verricht
- in welke periode dit is gebeurd
een werknemer moet:
- de arbeid zo goed mogelijk verrichten
- de arbeid zelf verrichten
- zich houden aan de voorschriften die betreffende de te verrichten werkzaamheden zijn verstrekt
- zich gedragen zoals van een goed werknemer verwacht mag worden
2.4 Selectie van personeel
1. Hoe te selecteren?
- personeelsadvertenties
- raambiljetten
- bemiddeling van arbeidsbureaus
- via scholen
- externe bureaus (zetten advertenties)
- headhunters (benadert geschikte kandidaten, mensen die op zoek zijn naar een baan melden zich ook bij hem aan)
Selectie:
1. Gegevens uit het verleden
2. psychotechnisch onderzoek
3. vaardigheidsproeven
4. interviews (sollicitaiegesprekken)
2.5 Beoordeling en promotie
Functioneringsgesprek: vind plaats tussen medewerker en zijn directe chef
Beoordelingsgesprek: enkele maanden na het functioneringsgesprek volgt vaak een beoordelingsgesprek
2.6 Scholing
Bijscholen: je blijft hetzelfde werk doen maar leert er wat bij
Omscholen: je leert ervoor om zo een andere functie te krijgen
2.7 wet gelijke behandeling
nix bijzonders iedereen weet toch wat discriminatie is????
2.8 Ondernemingsraden en medezeggenschapsraden
OR (ondernemingsraad) en MR (medezeggenschapsraad):
Twee hoofdlijnen van hun taken:
- het leveren van een bijdrage an het geod functioneren van de onderneming of de school
- het behartigen van de belangen van de werknemers
Ze hebben 3 bijzondere bevoegdheden:
1. het adviesrecht
2. instemmingsrecht
3. informatierecht
REACTIES
1 seconde geleden