Scholieren tussen 13 en 17 jaar gezocht!

Doe mee aan dit korte onderzoek over statiegeld en maak kans op 20 euro Bol.com tegoed

Meedoen

Pluriforme samenleving hoofdstuk 1 t/m 7

Beoordeling 7.6
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas havo | 2938 woorden
  • 14 april 2008
  • 353 keer beoordeeld
Cijfer 7.6
353 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
ADVERTENTIE
Examenstress? Niet met Examenbundel!

Over minder dan drie weken zit je jouw examens te maken. Slaat de examenstress toe? Sla nog snel Examenbundel, Samengevat en Examenbuddy in voor je probleemvakken en own je examens! Jij. Kunt. Dit.

Ik wil slagen
Pluriforme samenleving hoofdstuk 1 tot en met 7
Hoofdstuik 1. Nederland als pluriforme samenleving

Welk land heeft zijn eigen gewoontes, regels en afspraken dat zijn rechtsnormen. dit hoofdstuk gaat om de vraag: wat verbindt mensen met elkaar en waarin kunnen ze verschillen.

Wat is cultuur?
Cultuur is alle waarden, normen en andere aangeleerde kenmerken die de leden van een groep of samenleving met elkaar gemeen hebben en dus als vanzelfsprekend beschouwen.

Cultuur en natuur
Cultuur staat tegenover natuur, natuur is datgene wat aangeboren is. gedrag van mensen is combinatie van die twee: het is aangeboren en aangeleerd.

Cultuurkenmerken
Vrijheid van meningsuiting is een belangrijke waarde in de meeste westerse landen, ook de norm om mensen gelijk te behandelen. normen en waarden zijn belangrijke cultuurkenmerken. andere cultuur kenmerken zijn kennis, gewoonten, kunst, sport, symbolen en feestdagen.

Pluriform
Mensen met een gemeenschappelijke cultuur vormen samen een cultuurgroep. Nederland is multicultureel. dat betekend dat veel culturen naast elkaar wonen zoals Gothics, Marokkanen, Duitsers, Friezen, Jehovagetuigen, arbeiders enzovoorts.
een pluriforme samenleving . Daarin:
• leven veel verschillende cultuurgroepen ( religieus, etnisch, leeftijd)
• hebben cultuurgroepen ieder hun eigen cultuurkenmerken

Deze pluriformiteit is vastgelegd in de grondwet
- iedereen heeft recht op eigen godsdienst/levensovertuiging
- mag gedachtens en gevoelens openbaar maken

Dominante cultuur en subcultuur
een dominante cultuur als de kenmerken van deze cultuur geaccepteerd worden door de meeste mensen binnen een samenleving. ( spreken van nederlands, koninginnedag, gelijkheid van mannen en vrouwen). Nederland staat er om bekend om zijn grote mate van tolerantie ( softdrugs, open uiting van homoseksualiteit)
een subcultuur is wanneer binnen een groep bepaalde waarden, normen en andere cultuurkenmerken afwijken van de dominante cultuur.

Tegencultuur
een tegencultuur zijn groepen die zich duidelijk verzetten tegen de dominantie cultuur of daar zelfs een bedreiging voor vormen. de subcultuur probeert de dominante cultuur te veranderen. de basis van tegencultuur wordt dus gelegd door het creëren van een conflictsituatie. ( feministen, streden voor gelijkheid met mannen, kregen die, waren geen tegencultuur meer omdat het geaccepteerd werd) Nu hebben we de anti globalisten zij vormen de tegencultuur omdat ze tegen sterk economische groei en de overheersende westerse landen zijn.
veranderingen
een cultuur maakt altijd veranderingen door, bijvoorbeeld doordat mensen uit een ander land hier komen wonen met een andere cultuur of door protesten van een tegencultuur (het feminisme)
een cultuur is dynamisch de opvattingen over kleding, omgangsvormen en vrijetijdskleding veranderen. cultuur verschilt per tijd, per plaats en ook per groep. dat wat nomraal en abnormaal is, verschilt per generatie en per samenleving.

Hoofdstuk 2: Cutuuroverdacht

De belangrijkste kenmerken van een cultuur worden overgedragen via socialisatie, sociale controle en internalisatie. we bekijken de vraag: hoe verloopt cultuuroverdracht?

Socialisatie
socialisatie is het proces waarbij iemand de waarden, normen en andere cultuurkenmerken van zijn samenleving of groep aanleerd. Het doel: aanpassing van individu aan zijn omgeving en zorgt er voor dat de cultuur blijft bestaan. zonder socialisatie kan een cultuur, of individu, niet overleven en dreigt een samenleving uitelkaar te vallen.

socialiserende instituties
socialiserende instituties: instellingen, organisaties en overige collectieve gedragspatronen waarmee de cultuuroverdracht in een samenleving plaats vindt. collectieve gedragspatronen zijn gebeurtenissen als carnaval en ramadan.
socialiserende instituties zijn gescheiden:
• het gezin vanaf de geboorte leren kinderen allerlei gedragingen. naarmate je als kind ouder wordt, gaat het steeds minder om het imiteren van gedrag en steeds meer om ontwikkeling naar zelfstandigheid
• de school kinderen leren hier discipline. verder leren ze taken te verrichten binnen een bepaalde tijdsduur en worden hun prestaties beoordeeld. ook leer je samewerke
• het werk hier moet je een prestatie leveren: je moet het werk op tijd af hebben. verder bepaalt het werk heel strikt je leefritme
• geloofsrichtingen mensen leren zich gedragen naar de normen en waarden van hun geloof.
• maatschappelijke groeperingen zoals sportclubs en actiegroepen.
• de overheid in onze maatschappij gelden talloze wettelijke regels. ook van nieuwkomers wordt verwacht dat ze deze overnemen.
• de vriendenkring van vrienden neem je vaak gedachten en gedragingen over, je beinvloedt elkaar. zij hebben grote invloeden op je normen en waarden.
• de media bevloed je gedrag ze zijn steeds belangrijker geworden voor de verspreiding van onze cultuur.

sociale controle
sociale controle is de wijze waarop mensen andere mensen stimuleren of dwingen zich aan de geldende normen te houden. zorgt ervoor dat men zich niet onmaatschappelijk gaat gedragen. sociale controle noemen we formeel als deze is gebaseerd op geschreven regels. sociale controle vind vaak plaats in de vorm van sancties, belonen of bestraffen
zo komen we op vier vormen van maatregelen:
• formele positieve sancties zoals een koninklijke onderscheiding, diploma of promotie
• formele negatieve sachties, zoals strafwerk een boete of een gevangenisstraf
• informele positieve sancties zoals een compliment een fooi of een applaus
• Informele negatieve sachties, zoals een kind dat naar zijn kamer wordt gestuurd of een popgroep uitfluiten na een slecht concert.

internalisatie
het doel van socialisatie en sociale controle is bereikt wanneer internalisatie van de cultuur plaatsivndt; mensen maken zich bepaalde aspecten van hun cultuurgroep zo eigen dat zij zich automatisch gaan gedragen zoals de groep dat van hen verwacht. socialisatie en internalisatie vinden ook plaats door imiteren.

ik wij en zij
tegelijk met de deelname aan de samenleving en aan groepen binnen die samenleving is er bij ieder mens sprake van de ontwikkeling van een eigen identiteit. de nederlandse samenleving is individualistisch; er ligt veel nadruk op eigen ontwikkeling van individuele ontplooing. in andere culturen staat het collectief boven het individu, dat noemen we collectivistisch.

Hoofdstuk 3: cultuurverschillen

de een is de ander niet
in ons land is een sterke culturele diversiteit; er zijn grote culturele verschillen tussen groepen mensen in ons land. subculturen mogen zich onderscheiden van de dominante cultuur zolang hun normen niet botsen met de rechtsregels van de rechtsstaat.

cultuurverschillen
mensen kunnen ook verschillen per regio, generatie, beroep, sekse en godsdienst. kernvraag is hoe ziet de culturele diversiteit van Nederland eruit?

regio: stad en platteland
stedelingen verschillen van plattelanders. in een stad is grote individuele vrijheid. daarnaast kan er onverschilligheid heersen. in een plattelandscultuur is meer betrokkenheid van mesnen, er is ook een grote sociale controle.

Generatie: jong en oud
je bent opgegroeid in een andere tijd dan je ouders en dus in een ander soort samenleving. er is dus sprake van bepaalde generatieverschillen die soms leiden naar een generatieconflict.

Beroep: bankmedewerker en timmerman
bedrijven ontwikkelen hun eigen cultuur: bedrijfscultuur: alle waarden, normen en gewoonten die er in een bedrijf gelden.

Sekse: vrouwen en mannen
onder mannen en vrouwen waren langetijd rolpatronen: verwachtingen hoe iemand zich moet gedragen. voor het grootste deel zijn de verschillen tussen man en vrouw cultureel bepaald.

Godsdienst: katholiek, moslim of joods
bij elke godsdienst of kerk horen bepaalde gebruiken en opvattingen die van elkaar kunnen verschillen.

Hoofdstuk 4: Nederland is veranderd

vraag van deze paragraaf: hoe was nederland voor de Tweede Wereldoorlog, en wat is daarna veranderd?

Nederland voor de tweede wereldoorlog
Voor de tweede wereldoorlog:
• er waren veel sterkere gezagsverhoudingen dan nu. werknemers hadden ontzag voor hun baas, maar ook kinderen waren gehoorzaam aan het gezag van hun ouders en onderwijzers.
• er was een groot verschil tussen de sociaaleconomische klassen. het was veel moeilijker dan nu om te klimmen op de maatschappelijke ladder. de baan die je had, zou je je hele leven blijven hebben.
• er was een sterke verzuiling: mensen die zich organiseren rondom hun geloof of overtuiging.
• het gezin stond centraal. man was het hoofd en verdiende geld, vrouw zorgde voor het huishouden en de kinderen. tot 1965 waren gehuwde vrouwen niet handelingsbekwaam: zij mochten geen grote aankopen doen zonder toestemming van hun man.
• kinderen van lagere klassen gingen zsm werken en droegen hun loon af aan hun ouders.

Nederland na de tweede wereldoorlog
met de steun van VS kwam de economie weer opgang na de oorlog. tijdens de wederopbouw werd er hard gewerkt voor lage lonen. van de jaren 50 ging het weer wat beter. met de welvaart en de economische groei nam ook de culturele pluriformiteit toe.

meer welvaart
de groeiende welvaart zorgde ervoor dat kinderen makkelijk een opleiding konden volgen. dat zorgde voor meer sociale mobiliteit : de mogelijkheid om te stijgen of te dalen op de maatschappelijke ladder. door de welvaart en opleidingsniveau kregen mensen een grotere mondigheid. ze zetten zich af en er kwam meer aandacht voor het individu. deze individualisering maakte de weg vrij voor veel nieuwe samenlevingsvormen.

welvaart en jongeren
de economische positie van jongeren verbeterde. ze konden uitgaan en dingen kopen. de eerste jongeren cultuur ontstond: de nozems in de jaren 50. in jaren 60 kwamen de hippies en de provo's. daarna de punks.

jongeren culturen ontstonden dus omdat de jongeren meer geld en vrije tijd hadden. ze konden hierdoor een eigen leefstijl ontwikkelen. andere reden voor ontwikkeling jeugdculturen is dat bij sommige jongeren de band met eigen gezin losser is geworden: ze zoeken geborgenheid bij groep leeftijdsgenoten.

ontkerkelijking
vanaf 1960 nam het aantal gelovigen af. veel katholieke kerkgangers vonden de regels die werden gesteld in Rome te streng. bij de hervormden en de strengere gereformeerden verliep dit langzamer. met de ontkerkelijking verdween ook de verzuiling. bij de ontzuiling speelde de tv een belangrijke rol. mensen kwamen zo in contact met andere zuilen.
secularisatie: door de ontzuiling en ontkerkelijking maakten organisaties als scholen en verenigingen zich los van de kerk. hiernaast is een sterke groei nieuwe spiritualiteit. (New Age) .

vrouwenemancipatie
de handelingsonbekwaamheid van vrouwen verdween uit het wetboek. binnen het gezin was de man niet langer het hoofd. in de jaren 60: meisjes gingen naar school, meer vrouwen werden economisch onafhankelijk. mannen deden meer aan het huishouden en aan de kinderen. als gevolg van actie's van feministen kwam er een abortuswetgeving en werd de pil vergoed.

Hoofdstuk 5: cultuurverschillen door migratie

Deelvraag deze paragraaf: hoe is Nederland een multi-etnische samenleving geworden?

verschillende termen
benamingen voor mensen uit een ander land: buitenlanders, migranten, vreemdelingen, gastarbeiders. etnisch komt van griekse woord etnos: volk. Iemand is een allochtoon als ten minste een van de ouders in het buitenland is geboren. hun kinderen die hier geboren worden en opgroeien noemen we tweede generatie allocthonen. Autochtonen zijn mesnen van wie de ouders en vaak ook hun voorouders al in het land wonen.

de eerste Nederlanders
Romeinen, Batavieren, Caninefaten, Tubanten en Friezen.

religieuze vluchtelingen
in de zestiende eeuw leefden in nederlans naast katholieken ook calvinisten. in landen als fr, du, en, sp stonden de koningen slechts een religie toen en andere werden vervolgd. er kwamen duizenden joden en een eeuw later 60.000 protestanten naar nederland. nu zouden we hen politieke vluchtelingen noemen.

opkomende industrie
buitenlanders kwamen naar nederland op zoek naar werk. de veengebieden werden ontgonnen door duitsers. later werden allochtonen gebruikt voor aanleg van het Noordzeekanaal en als mijnwerker in de Limburgse mijnen. ook voor de textiel.

na de oorlog
nieuwkomers na oorlog in vijf groepen:
• mensen uit de vroegere koloniën
• arbeidmigranten
• illegalen
• mensen uit westerse landen
• vluchtelingen

Mensen uit de vroegere koloniën
na de WO2 werden Indonesië en Suriname zelfstandig. veen Nederlands Indiërs emigreerden na de onafhankelijkheid naar Nederland, met hoop op een betere toekomst. Molukkers kwamen hierheen omdat zij niet in dienst wouden van het indonesische leger en voelden zich in het nieuwe indonesië bedreigd. Surinamers kwamen al sinds wij een kolonie waren. De Antillen zijn nog steeds een kolonie van Nederland.

Arbeidsmigranten
In de jaren zestig haalde Nederland de eerste gastarbeiders uit Italié en Spanje, later voornamelijk uit Turkije en Marokko. Ze zouden met het hier gespaarde geld terug keren, maar door de economische crisis raakte veel arbeiders werkeloos. Vanaf de jaren 70 geen gastarbeiders meer, behalve met een bijzonder beroep (arts).

Illegalen
Mensen vanbuiten de EU die naar Nederland willen komen om economische redenen worden niet toegelaten. Illegalen wonen en werken hier zonder toestemming. Zij werken vaak zwart en zo is er niet bekend hoe groot deze groep werkelijk is.

Mensen uit westerse landen
Immigranten uit het rijke westen ( Japan, Duitsland) komen hier om voor grote bedrijven te werken. Het gaat om ongeveer 50.000 mensen die geen aandacht van de media krijgen. Ze vallen niet op.

Vluchtenlingen
Asielzoekers zijn mensen die naar ons land komen vanwege politieke overtuiging of omdat ze hun leven niet zeker zijn vanwege oorlog. Het aantal asielzoekers schommelt: sommigen worden na een asielproceduren weer het land uitgezet. Anderen mogen blijven en worden als politieke vluchteling erkent.

Hoofdstuk 6: het toelatingsbeleid

Deelvraag: Welke nieuwkomers worden in Nederland toegelaten, en welke niet?

Het immigratiebeleid
Sinds 1985 kunnen burgers binnen de EU zich in elk land van de EU vestigen. Voor mensen buiten geld het restrictief toelatingsbeleid.: De EU is heel voorzichtig bij het toelaten van buitenlanders.

Wetten verdragen
bij toelating moeten de EU landen zich aan de volgende wetten en verdragen houden:
• vongens de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens mag NL niet discrimineren en moeten de rechten en vrijheden worden nagekomen
• nederland moet volgens het verdrag inwoners de gelegenheid geven tot gezinshereniging
• van het Vluchteingenverdrag van Genève moet NL volgens vastgestelde regels beoordelen of een asielzoeker voor de status van erkende vluchteling in aanmerking komt. Als dat zo is dan krijgt iemand een vluchtelingenstatus en kan niet worden terug gestuurd zolang het niet veilig is in land van herkomst.

Mensen uit niet EU landen komen om diverse redenen:
• politieke redenen: op de vlucht voor oorlog
• economische redenen: men wil hier werken of studeren
• gezinshereniging/hervorming: men komt bij fam. wonen of wil gezin stichten.

Vluchtelingen en asielzoekers
Volgens het vluchtelingen verdrag van Genève is een vluchteling iemand die gegronde reden heeft te vrezen voor vervolging wegens godsdienstige of politieke overtuiging of nationaliteit, dan wel wegens het behoren tot een bepaald ras of tot een bepaalde sociale groep. in de EU is afgesproken dat een asielzoeker asiel moet vragen in het land van aankomst, deze moet ook behandeld worden. Omdat nederland verplicht is asielzoekers op te nemen als deze in aanmerking komen voor de status van erkende vluchteling, is er een grondige procedure.
Strengere regels door invoer Vreemdelingen 2000 wet voor een verblijfsvergunning:
• moet hij geldige identiteitspapieren bij zich hebben.
• Moet hij aannemelijk maken dat hij bij uitzetting risico loopt om te worden mishandeld in zijn eigenland
• Of moet hij om humanitaire redenen niet terug kunnen (godsdienst word niet gerespecteerd)

Procedure nieuwe vreemdelingenwet 2000
• binnen 48 uur wordt bepaald of iemand een geloofwaardig vluchtverhaal heeft en dus recht op een vluchtelingenstatus. Men moet zich aanmelden bij het aanmeldingscentrum: AC
• als iemand wordt toegelaten > naar een asielzoekerscentrum: AZC daar wacht men de beslissing af
• mensen die worden afgewezen gaan naar een uitzetcentrum.

Als uitgeprodeceerde asielzoekers niet vrijwillig terug keren, worden ze uitgezet maar veel uitgeprocedeerde verdwijnen in de illegaliteit.

Arbeidsmigranten
Economische migranten komen het land niet meer in. Toch komen er honderdduizenden armen naar europa via smokkelroutes waar veel geld voor word betaald. Eenmaal in europa verdwijnen ze de illegaliteit in en onderhouden zich met zwartwerk. Als ze door de douane worden opgepakt als ze geen papieren bij zich hebben worden ze in de gevangenis gezet tot er een oplossing is. Terug sturen kan niet, ze weten niet waar ze vandaan komen.

Gezinsvormers en -herenigers
Gezinshereinging: als mensen al deel uitmaakten van het gezin voordat de nieuwkomer naar Nederland kwam. Gezinsvorming betekent dat een inwoner van Nederland wil trouwen of samenwonen met een buitenlander. Aan gezinsvorming worden hogere eisen gesteld dan aan gezinshereniging.

Politieke visies
Het strengere toelatingsbeleid word vooral gesteund door rechtse partijen: VVD, SGP, PVV, CDA. Zij willen alleen uitzondering maken voor echte vluchtelingen.
Ook linkse partijen zijn voor: PvdA, GroenLinks, SP. Zij hebben echter wel een generaal pardon voorgesteld voor alle uitgeprocedeerde asielzoekers die al voor de invoering van de nieuwe vreemdelingen wet in NL waren. Motief: kinderen zijn hier geboren en gaan hier naar school; zij hebben geen enkele band met land van hun ouders.
Ook demografische en economische redenen zijn er voor toelating. Nederland vergrijst en wij kunnen werknemers straks goed gebruiken, vooral in de zorg.

Hoofdstuk 7: botsende culturen en grondrechten

Hoe kunnen cultuurgroepen in een samenleving met elkaar omgaan, en welk soort botsingen kunnen er ontstaan?

Drie modellen
Drie mogelijkheden voor het omgaan van de overheid en de oorspronkelijke bevolking met andere etnische groepen:
• segregatie
• assimilatie
• integratie

segregatie
als culturen langs elkaar heen leven spreken we van segregatie, het opdelen van een samenleving in gescheiden delen. Vaak wordt segregatie opeglegd on der overheidsdwang met onderdrukking en discriminatie.

Assimilatie
het tegenovergestelde van segregatie is assimilatie, een bevolkingsgroep past zich volledig aan een ander groep dat de eigen culturele ID verdwijnt. Vaak verbied de overheid culturele uitingen die afwijken van de dominante cultuur. Het kan ook zijn dat nieuwkomers helemaal nederlands willen worden, maar dat is meestal alleen bij tweede of derde generatie

integratie
de nederlandse regering gaat uit van integratie, een gedeeltelijke aanpassing aan de dominante cultuur van een land met behoud van eigen cutluurkenmerken.
. In de praktijk is er sprake van wederzijdse aanpassing, nieuwkomers moeten zich aanpassen, en de dominante cultuur neemt ook delen van de subcutluur over.

Culturele tegenstellingen
Soms zijn er botsingen tussen culturen die het nieuws halen. Er ontstaan botsingen met normen en waarden van een kleine groep met die van anderen.

Botsende normen en waarden
Met de immigratie van grote groepen nemen de tegenstellingen toe. De SGP staat als orthodox christelijke partij niet toe dat vrouwen politiek fuchties in de partij vervullen. De emancipatiebeweging heeft jarenlang gestreden voor de gelijkberechtiging van vrouwen en homo's. dit uitgangspunt vormt nu één van de belangrijkste grondslagen van onze huidige samenleving.

Botsende grondrechten
Veel conficten over verschillen in ormen en waarden zijn op te lossen met een beroep op de wet. Drie grondrechten botsen nog weleens met elkaar:
• het verbod op discriminatie
• de vrijheid van godsdienst
• de vrijheid van meningsuiting ( behouden een ieders verantwoordelijkheid jegens de wet.
Dit betekent dat je een eigenmening mag hebben, maar je wel aan de wet moet houden. Je mag niemand discrimineren, en smaad mag ook niet.
In situaties dat men niet uitkomt wanneer iemand de wet overtreed met zijn uitspraken, kan men naar de rechter stappen.
Pim Fortuyn was voor het afschaffen van grondwet artikel 1: het verbod op discriminatie. Hij vond dat men hierdoor te beperkt werd in het recht van meningsuiting.
De grondrechten zijn zo vast verankerd in deze samenleving, dat men vind dat deze rechten niet ter discussie staan om af te schaffen.

REACTIES

J.

J.

Zeer goeie samenvatting, helemaal uitstekend. Jammer dat hoofstuk 8 er niet bij zat!

14 jaar geleden

Y.

Y.

super samenvatting!

13 jaar geleden

R.

R.

Jammer van de vele fouten...
'sachties' ipv sancties.
'de media bevloed je gedrag..' ipv beïnvloed. etc ;)

verder goede samenvatting.

12 jaar geleden

Q.

Q.

Het is een heel handige samenvatting, alleen erger ik me aan de spelling-, interpunctie- en stijlfouten die er gemaakt worden. In hoofdstuk 2 worden ontzettend veel hoofdletters, punten en komma's vergeten.

9 jaar geleden

..

..

Is dit kader niveau ofzo??

8 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.