Pluriforme samenleving

1 Nederland als pluriforme samenleving.

Onder cultuur verstaan we alle normen, waarde en andere aangeleerden kenmerken die de leden van een groep of samenleving met elkaar gemeen hebben en dus als vanzelfsprekend beschouwen.

Vb hoe we gekleed gaan etc.

Cultuur staat tegenover natuur, cultuur is aan geleerd, natuur aangeboren.

Een cultuur kenmerk is een kenmerk van een cultuurgroep bijv. kennis, gewoonte, kunst, sport, symbolen en feestdagen. Een cultuur groep is een groep mensen met het zelfde cultuur.

Pluriforme samenleving daarin :

leven veel verschillende cultuurgroepen (religieus, etnisch, leeftijd, etc.)

hebben cultuurgroepen hun eigen cultuur kenmerken.

De pluriformiteit is vastgelegd in de grondwet.

Niet alle culturen in een samenleving zijn even sterk : we spreken van een dominante cultuur als de kenmerken van deze cultuur geaccepteerd word door de meeste mensen binnen een samenleving.

Vb hollandse samenleving.

En van een subcultuur wanneer binnen een groep bepaalde waarden, normen en andere cultuurkenmerken afwijken van de dominante cultuur.

Vb jongerenculturen.

Een subcultuur hoeft niet tegenstrijdig te zijn met de dominante cultuur, een tegencultuur wel. Een tegencultuur is een cultuur groep die zich duidelijk verzet tegen de dominante cultuur of daar zelfs een bedreiging voor vormt.

Vb feministe van de jaren 70 en de Antiglobalisten van nu.

Cultuur is dynamisch, veranderlijk.

Cultuur verschillen niet alleen in loop van tijd, maar ook per plaats en per groep

Wat verbindt mensen met elkaar en waarin kunnen ze verschillen ?
Het gene wat mensen verbind is een cultuur. In een cultuurgroep hebben mensen mensen dezelfde normen, waarde en andere aangeleerde cultuurkenmerken. Een groep mensen kan verschillen met de dominante cultuur, omdat hun cultuurkenmerken afwijken van de dominante cultuur, en dus een sub cultuur of tegencultuur zijn.

2 Cultuuroverdracht.

Dit hoofdstuk gaat over het “verspreiden/overdragen” van cultuurkenmerken.

Dit proces verloopt via Socialisatie, Sociale controle en internalisatie.

Socialisatie is het proces waarbij iemand de waarden, normen en andere cultuurkenmerken van zijn samenleving of groep aanleert.

Sociale controle is de wijze waarop mensen andere mensen stimuleren of dwingen zich aan de geldende normen te houden. Dmv straffen en beloningen zoals.

Formele positieve sancties, zoals een koninklijke onderscheiding, een diploma of een promotie.

Formele negatieve sancties, zoals strafwerk, een boete of een gevangenisstraf.

Informele positieve sancties, zoals een compliment, een fooi of een applaus na een voorstelling.

Informele negatieve sancties, zoals een kind dat naar zijn kamer word gestuurd of een popgroep uit fluiten tijdens een concert.

Internalisatie is het eind product van sociale controle en socialisatie. Het automatisch gedragen naar cultuurkenmerken van een cultuur.

Socialiserende instituties: instellingen, organisaties en overige collectieve gedragspatronen waarmee de cultuuroverdracht in een samenleving plaats vind.

Het gezin. Het imiteren van je ouders. En daardoor socialiseren.

De school. Samenwerking met andere en discipline.

Het werk. Prestatie leveren. Bepaling van leefritme.

Geloofsrichting. Het manier van denken en handelen.

Maatschappelijk groepering(sport). Rekening met andere houden.

De overheid. Taal over laten nemen.

De vriendenkring. Gedachte en gedragingen.

De media. Reclame etc. vooral internet.

De Nederlandse cultuur noemen we individualistisch, geconcentreerd op de ik persoon.

Afrikaanse culturen zijn meestal collectivistisch, geconcentreerd op het gastvrij.

Hoe verloopt cultuuroverdracht?
Cultuuroverdracht verloopt door het “onbewust” doorgeven van cultuur, door socialiserende instituties. Dit proces heet socialiseren, op de mensen van de groep ligt meestal sociale controles, dat betekent dat ze worden beloond en worden gestrafd op het overnemen van de cultuur.

3 Cultuurverschillen.

In Nederland spreken van een sterke culturele diversiteit, je kan niet meer spreken van de nederlander. Als voorbeeld kijken we naar:

Regio: In een plattelandscultuur zie je meer betrokkenheid van mensen.

Generatie: Soms leiden verschillen in generatie tot een generatie conflict.

Beroep: bedrijfstakken ontwikkelen een eigen bedrijfscultuur. Dit bestaat uit alle waarden, normen en gewoonte die in een bedrijf gelden.

Sekse: in sommige culturen is de vrouw ondergeschikt aan de man dit noem je een rolpatroon, verwachting hoe iemand zich moet gedragen. Dit is ook cultureelbepaald.

Godsdienst : joods, katholiek, moslim of joods.

Hoe ziet de culturele diversiteit van Nederland eruit?
In Nederland zie een sterke culturele diversiteit, grote verschillen tussen godsdiensten. Maar ook tussen andere subculturen.

4 Nederland is veranderd

voor de tweede wereld oorlog zag de Nederlandse samenleving er heel anders uit.

Veranderingen in : gezagsverhoudingen; werknemers ontzag voor hun baas. Maar ook kinderen gezag voor ouders, grotere mondigheid bracht hier verandering.

gezin; man als hoofd van het gezin, individualisering bracht verandering in.

Sociaal-economische klassen; het was heel lastig om de sociale ladder op te klimmen. Sociale mobiliteit bracht hier verandering in.

Verzuiling; mensen organiseerde zich rondom geloof of overtuiging.

Secularisatie: het losmaken van de kerk.

5 cultuurverschillen

Allochtoon : ten minste 1 van je ouders is i n het buitenland geboren.

Autochtoon : van wie de beide ouders in nederland zijn geboren

7

Segregatie , het opdelen van een samenleving in gescheiden delen.

Assimilatie, het aanpassen van een bevolkingsgroep dat de culturele identiteit verdwijnt.

Integratie, een gedeeltelijke aanpassing aan de dominante cultuur.

8

Het belang van sociale-cohesie

Sociale-cohesie: het wij gevoel, als mensen het gevoel hebben bij elkaar te horen.

Sociale-cohesie is gebaseerd op de bindingen die we met elkaar hebben.

Affectieve bindingen: het nodig hebben van elkaar en het gevoel te krijgen erbij te horen. Saamhorigheid.

Economische bindingen: elkaar nodig hebben om te kunnen leven. Zonder de andere is er geen geld om van te leven. Globalisering door betere vervoers- en communicatie middel het steeds nauwer met elkaar in verband staan.

Cognitieve bindingen. Tot het verkrijgen van kennis ben je afhankelijk van anderen.

Politieke bindingen. Mensen met de zelfde overtuiging zorgt voor saamhorigheid. Sociaal contract, een soort stilzwijgend afspraak tussen de bevolking en de politici dat de bevolking zich aan de regels houd van de poltici.