Samenvatting Maatschappijleer
Pluriforme Samenleving
1. Cultuur
Pluriforme samenleving - basiskenmerk:
Er wonen mensen met verschillende normen, waarden, gewoonten en leefstijlen. Verschillende etnische achtergronden.
Cultuur - alle waarden, normen en andere aangeleerde kenmerken die leden van een groep of samenleving met elkaar gemeen hebben en als vanzelfsprekend beschouwen.
Functies cultuur:
1. Gedragsregulierend kader:
Cultuur doet het gedrag van mensen geordend verlopen.
Hoe je je gedraagt ten opzichte van een leraar en ten opzichte van je ouders en andersom.
2. Bron van sociale identiteit:
het draagt ertoe bij dat je bent wie je bent en hoe je je naar anderen toe presenteerd.
3. Gemeenschappelijk referentiekader:
Door dezelfde normen en waarden ect, begrijpen de mensen elkaar beter. Gevoelens uiten gaat makkelijker door het spreken van dezelfde taal.
Normen - gedragsregels
Waarden - sancties
Socialisatie - cultuuroverdracht, belangrijkste kenmerken van een cultuur worden telkens aan een nieuwe generatie (nieuwe leden) doorgegeven.
Indentificatie - imiteren
Socialiserende instuties - plaatsen waar socialisatie plaatsvind
1. Gezin: immitatie van ouders; discipline, omgangsvormen
2. School: discipline, samenwerken, prestaties leveren
3. Werk: prestaties leveren, discipline, beleefdheid, samenwerken
4. Vrienden: normen en waarden, gevoelens uiten
5. Sportclubs ect: samenwerken, tegen je verlies kunnen
6. Geloof: normen en waarden van een geloofsovertuiging
7. Overheid: regels en wetten (op basis van normen en waarden)
8. Media: beïnvloeding en verspreiding van cultuur
Sociale controle - de manier waarop mensen anderen stimuleren of dwingen zich aan de geldende normen te houden
Formeel: - Arbeidscontract Informeel: - familieleden
- Sportregelement - vrienden
- Wetten - mensen uit de groep met gezag
Gevolg --> Sancties
Enculturatie - vanaf je geboorte - aanleg (nature)
Acculturatie - kenmerken van een andere cultuur op latere leeftijd overnemen - aangeleerd (nurture)
Internalisatie - als je aspecten van een cultuur of samenleving zo automatisch
doet dat je je precies gedraagt zoals de groep dat van je verwacht.
Dominante cultuur - het geheel van normen, waarden en kenmerken dat door de meesten uit de samenleven wordt geaccepteerd.
Subculturen - cultuur waar van de waarden, normen en andere culturele kenmerken op bepaalde onderdelen afwijken van de dominante cultuur.
Tegencultuur - in tegenstrijd met de dominante cultuur
2. Sociale cohesie.
Sociale cohesie - sociale binding, sociale eenheid.
Gevormd door; de (economische, sociale en politiek) bindingen en het wij-gevoel dat
hieruit ontstaat.
Soorten bindingen:
1. Economische bindingen: waar je je geld uit geeft en waar je het verdient
2. Politieke bindingen: overheid die ons regels voor schrijft en waar je op kunt stemmen
3. Affectieve (informele sociale bindingen): je vrienden, met wie je privé omgaat
4. Cognitieve (formele sociale bindingen): bijv. een leraar, met wie je zakelijk omgaat
Niets gemeenschappelijk - geen samenleving!
4. Toenemende immigratie:
Eisen voor een verblijfsvergunning van een vluchteling:
- geldige indentiteitspapieren
- vluchteling loopt bij uitzetting risico in eigen land
- kan om humantiare redenen niet terug gestuurd worden
Procedure:
1. aanmeldcentrum
- beoordeling op geloofwaardigheid
2. ja: asielzoekerscentrum | nee: uitzetcentrum
- beslissing afwachten
3. ja: verblijfsvergunning | nee: uitzetcentrum
5. Verschillende vormen van samenleven
- segregatie - het opdelen van de samenleving in gescheiden groepen
- apartheidsregime
- apart wonen en leven
- assimilatie - past een bevolkingsgroep zich volledig aan, dat alle oorspronkelijke
cultuur zo veel mogelijk verdwijnt
- onder dwang: culturele minderheden - dominante cultuur wil meer eenheid
- zonder dwang: assimilatie meestal vrijwillig
- integratie - als bevolkingsgroepen zich aanpassen aan de dominante cultuur, maar gedeeltelijk hun eigen cultuur behouden.
- taal: aanpassen
- eten: nee
meltingpot - cultuuruniversalisme - een gezamelijke dominante cultuur gevormd door meerdere subculturen
saladbowl - cultuurrelativisme - iedere cultuur behoudt zijn eigen kenmerken
Oorzaken Sociale Ongelijkheid
- teruglopende economie: minder vraag naar laagopgeleiden
- omvang en concentratie immigranten: segregatie, apart wonen
- gezinsvroming: partnet uit het land van herkomst
- taalachterstand: als peuter geen Nederlands geleerd
- discriminatie en beeldvorming: stereotypen
6. Botsende grondrechten
1. Verbod op discriminatie
2. Vrijheid van godsdienst
3. Vrijheid van meningsuiting
7. Pluriformiteit tussen kerk en staat
Mogelijkheden voor een samenleving om met geloof om te gaan;
- één staatsgodsdienst die andere religies uitsluit
- geen enkele godsdienst toestaan
- religies toestaan, maar kerk en staat zijn scherp gescheiden
- religies toestaan, en zelfs actief ondersteund door de staat.
REACTIES
1 seconde geleden