Cultuur
Pluriforme samenleving is een samenleving die bestaat uit veel verschillende culturen.
Alle waarden, normen en andere aangeleerde kenmerken die de leden van een groep of samenleving met elkaar gemeen hebben en als vanzelfsprekend beschouwen behoren tot het begrip cultuur.
Functies van cultuur
• Het werkt als een gedragsregulerend kader: cultuur doet het gedrag van mensen geordend verlopen.
• Vormt een bron van je sociale identiteit; het draagt ertoe bij dat je bent wie je bent en hoe je je naar anderen presenteert.
• Zorgt ervoor dat mensen een gemeenschappelijk referentiekader hebben. Door de gemeenschappelijke aspecten begrijpen mensen met dezelfde achtergrond elkaar beter.
Socialisatie is het overbrengen van de belangrijkste kenmerken van een cultuur aan nieuwe leden. Hierbij krijgt iemand bewust en onbewust de waarden, normen en andere cultuurkenmerken aangeleerd. Het resultaat hiervan is aanpassing. Bovendien zorgt het voor het in stand houden van een cultuur.
Identificatie is dat een individu het gedrag van een persoon met wie het een sterke binding heeft wilt nadoen. Ze imiteren gedrag.
De plaats waar socialisatie plaatsvindt, noemen we socialiserende instituties, voorbeelden hiervan;
• Gezin
• School
• Werk
• Vriendenkring
• Geloofsrichtingen
• Maatschappelijke groeperingen
• Overheid
• Media
Sociale controle is de manier waarop mensen anderen stimuleren of dwingen zich aan de geldende normen te houden. Deze is formeel als het is gebaseerd op geschreven regels. De controle is informeel als het om beleefdheidsvormen en ongeschreven regels gaat.
De sociale controle vindt vaak plaats door middel van sancties, maatregelen waarmee mensen ervoor zorgen dat anderen zich gedragen naar de geldende normen
Socialisatie > sociale controle > sancties > internalisatie > cultuur > normen en waarden > socialiserende instituties > socialisatie > etc.
Het aanleren van kenmerken van een cultuur waarbij je oorspronkelijk hoort noemen we enculturatie. Het aanleren van kenmerken van een cultuur waartoe je niet oorspronkelijk behoort heet acculturatie.
Men spreekt van internalisatie als je bepaalde aspecten van een cultuur zo eigen hebt gemaakt, dat je je automatisch gaat gedragen zoals de groep dat van je verwacht.
De personen die nadruk leggen op aanleg (nature) gaan ervan uit dat het menselijk gedrag bepaald wordt door biologische eigenschappen.
Nurture-aanhangers zeggen dat gedrag aangeleerd is en benadrukken culturele factoren als verklaring voor menselijk gedrag.
Tegenwoordig weten we dat dit een combinatie is.
Onder dominante cultuur verstaan we het geheel van waarden, normen en kenmerken dat door de meeste mensen binnen een samenleving wordt geaccepteerd.
Subculturen worden gedragen door groepen waarvan de waarden, normen en andere cultuurkenmerken op bepaalde onderdelen afwijken van de dominante cultuur.
Een tegencultuur wordt gedragen door mensen die zich verzetten tegen de dominante cultuur of die daar een bedreiging voor vormen.
Subculturen en tegenculturen beïnvloeden de dominante cultuur.
Sociale cohesie
Sociale cohesie wordt gevormd door de bindingen die we met elkaar hebben en het wij-gevoel dat hieruit kan ontstaan. Hiervan zijn verschillende vormen
• Affectieve bindingen (vriendschap, steun, liefde van andere mensen, gevoel ergens bij te horen)
• Economische bindingen (om te voorzien in voedsel, onderdak en kleding)
• Cognitieve bindingen (ontwikkelen van kennis en deze overdragen. Hiervoor moet er een minimum aan historische kennis zijn en moet iedereen toegang hebben tot kennis)
• Politieke bindingen (de politiek beïnvloedt ons leven via wetten en regelgeving. Het is van belang dat mensen zich betrokken voelen bij maatschappelijke vraagstukken, zodat ze eerder gaan stemmen)
Bindingen dragen toe aan het begrip samenleving en aan het verantwoordelijk voelen hiervoor.
Globalisering is dat mensen wereldwijd door betere vervoers- en communicatiemogelijkheden steeds nauwer met elkaar in verband staan en ook sterker van elkaar afhankelijk zijn.
Het nadeel hiervan is dat de vereenzelviging van inwoners van een land in combinatie met dat land minder vanzelfsprekend worden.
Karaktertrekken van Nederlandse samenleving voor 1940
• Geringe sociale mobiliteit (het was moeilijk om te stijgen op de maatschappelijke ladder)
• Gezinsgericht (en weinig individugericht)
• Hiërarchische verhoudingen (samenleving was opgebouwd uit rangen en klassen)
• Verzuiling (maatschappelijk leven werd bepaald door geloofsovertuigingen)
In 50-tiger jaren was er meer homogeniteit (eenvormigheid van samenstelling van bevolking) van de samenleving.
In de jaren 60 ontstond er meer diversiteit (verschil) tussen groepen mensen en kwam er meer ruimte voor het individualisme.
Veranderingen in de Nederlandse samenleving
• Grotere sociale mobiliteit (In de jaren 60 nam de mogelijkheid om te stijgen of dalen op de maatschappelijke ladder toe. Ook wordt er tegenwoordig meer van werk veranderd)
• Meer aandacht voor het individu (Mensen wilden niet meer gezien worden als onderdeel van gezin, maar als persoon. Hierdoor nam de variëteit van samenlevingsvormen toe. Deze keuzemogelijkheid werd mogelijk gemaakt door gestegen welvaart en de opbouw van de verzorgingsstaat)
• Emancipatie vrouw (Vrouwen waren beter opgeleid en kregen een eigen inkomen. Er ontstonden actiegroepen van en voor vrouwen voor onder andere gelijk loon en zelfbeschikkingsrecht over hun eigen lichaam)
• Emancipatie homoseksuelen (zij kregen dezelfde rechten als ieder ander)
• Minder hiërarchische verhoudingen (Door stijgende welvaart en het hogere opleidingsniveau werd gezag niet meer als vanzelfsprekend aanvaard. Dit leidde tot deels verdwijnen van respect en dus tot onverschilligheid en afzijdigheid. Door bijvoorbeeld zinloos geweld zijn mensen minder bereid om anderen op hun gedrag aan te spreken)
• Ontkerkelijking en ontzuiling (Ontkerkelijking is dat er een groeiend aantal mensen niet meer actief lid is van een bepaald kerkgenootschap. Hierdoor kwam er een einde aan de verzuiling. Mensen van verschillende zuilen kwamen meer met elkaar in contact. De ontzuiling ging gepaard met een proces van secularisatie, waarbij organisaties zoals scholen en verengingen zich losmaken van de kerk. Tegenover afname van kerkbezoek staat een opkomst van religie en spiritualiteit. Religie vertaalt zich steeds meer in persoonlijke vormen van spiritualiteit)
• Opkomst jeugdculturen (dankzij langere opleidingsweg, mee vrije tijd, meer geld. Het basiskenmerk van de jeugdculturen werd dat jongeren zich op het terrein van kleding, muziek, vrijetijdsbesteding, gewoonten, normen en waarden meer op leeftijdsgenoten gingen richten dan op hun ouders)
Toenemende migratie
Iemand is een allochtoon wanneer hij of zij of ten minste één van de ouders in het buitenland is geboren en getogen. Een autochtoon is, net als zijn ouders en grootouders, hier geboren en opgegroeid.
De factoren om een land te verlaten noem je pushfactoren. De redenen om naar een land te komen, noem je pullfactoren (in Nederland waren dit: godsdienstvrijheid, relatieve drukpersvrijheid en bovendien had Nederland als handelsnatie veel ervaring met andere culturen en gebruiken)
In Nederland komen
• Immigranten (Nederlandse Indiërs, Molukkers, Surinamers en Antillianen die dus vanuit een ander land komen)
• Gastarbeiders (Italianen, Grieken, Marokkanen, Turken die tijdelijk vuil en zwaar werk zouden doen)
• Asielzoekers en vluchtelingen (met name uit Joegoslavië, Afrikaanse landen en uit Azië)
Iemand wordt als vluchteling gedefinieerd als ‘iemand die de gegronde reden heeft te vrezen voor vervolging wegens godsdienstige of politieke overtuiging of nationaliteit, dan wel wegens het behoren tot een bepaald ras of tot een bepaalde sociale groep’
Als hij op basis van de verdragsregels van de VN als vluchteling wordt erkend, moet het land waar hij aankomt hulp en opvang bieden. Binnen de EU is afgesproken dat hij in het land waar hij als eerste aankomt, asiel moet aanvragen.
Economische vluchtelingen trekken weg vanwege grote armoede in het land van herkomst.
Een vluchteling kan een verblijfsvergunning krijgen als
• Hij aannemelijk kan maken dat hij bij uitzetting risico loopt in zijn eigen land
• Hij om humanitaire redenen niet kan worden teruggestuurd naar zijn land
Het komt nog wel eens voor dat een uitgeprocedeerde asielzoeker het land uitgezet wordt. Veel hiervan gaan met de trein weer terug en verdwijnen in de illegaliteit. Ook kan het zijn dat ze vrijwillig vertrekken en een financiële bijdrage krijgen voor een nieuwe start in hun eigen land.
Over gezinshervorming van vluchtelingen zijn nog twijfels. Soms is er geen sprake van vrije partnerkeuze (omdat meisjes uitgehuwelijkt worden om zo een familielied of dorpsgenoot in Europa te kunnen laten vestigen) en bovendien beheersen veel partners de Nederlandse taal niet.
Verschillende vormen van samen leven
Er zijn drie manieren waarop overheid en mensen omgaan met de pluriforme samenleving
• Segregatie > het opdelen van de samenleving in gescheiden delen, dus wanneer cultuurgroepen langs elkaar heen leven. Dit wordt meestal veroorzaakt doordat één cultuurgroep andere groepen buitensluit. Het kan ook zijn dat een minderheidsgroep zich bewust afsluit van de overheersende cultuur.
• Assimilatie > als een bevolkingsgroep zich zo volledig aanpast dat de oorspronkelijke cultuur zo veel mogelijk verdwijnt. Als dit onder dwang plaatsvindt, verbidt de overheid culturele uitingen als taal en religie. Het gevolg hiervan is dat men een deel van zijn eigen identiteit opgeeft, maar dit kan ook vrijwillig om de kans op succes in een nieuw land te vergroten.
• Integratie > vindt plaats als bevolkingsgroepen zich aanpassen aan de dominantie cultuur, maar voor een deel hun eigen cultuur behouden. Beide partijen moeten zich hierbij aanpassen. Er is sprake van integratie als er sprake is van gelijke juridische positie, gelijkwaardige deelname op sociaal-economisch terrein, kennis van de Nederlandse taal en wanneer normen, waarden en gedragspatronen worden gerespecteerd. Hierbij zijn twee mogelijkheden:
- Melting pot > culturen van etnische groepen versmelten zich met dominante cultuur zodat er een nieuwe cultuur ontstaat.
- Salad bowl > vermenging van culturen die wel hun eigen typische kenmerken behouden.
Cultuurrelativisten vinden dat je niet over een andere cultuur mag oordelen en dat deze in beginsel gelijkwaardig zijn. Je kunt normen en waarden het beste begrijpen vanuit de cultuur waarin ze gelden. Cultuuruniversalisten daarentegen zeggen dat bepaalde waarden en universele mensenrechten in elke cultuur zouden moeten gelden en dat een cultuur beter is, naarmate deze basiswaarden beter worden gegarandeerd.
Bij de komst van gastarbeiders was het beleid gericht op integratie met behoud van eigen cultuur. Deze visie werd versterkt door het cultuurrelativisme. Gaandeweg ontstond er sociale ongelijkheid door o.a.
• Taalachterstand
• Discriminatie en beeldvorming
Toen in de jaren zeventig de economie terugliep verloren veel migranten hun baan. Terugkeer was geen optie meer en hierdoor ontstonden wijken waarin met name Turken en Marokkanen woonden. Hier kwamen moskeeën, islamitische scholen en eigen winkels. Het beheersen van de Nederlandse taal was dus niet nodig en er ontstond een sociale scheiding tussen Nederlanders en de allochtone bevolking.
Pas in 1978 dankzij het verschijnen van het advies ‘etnische minderheden’ werd officieel geconstateerd dat immigranten niet tijdelijk zouden verblijven. De Nederlandse overheid moest een emancipatiebeleid ontwikkelen. Dit paste ook bij de opbouw van de verzorgingsstaat.
Genomen maatregelen om de sociaal-economische achterstand en sociale ongelijkheid te bestrijden
• Investeringen in achterstandswijken
• Taalniveau van peuters en kleuters meten om eerder problemen te signaleren
Botsende culturen en grondrechten
Door meer recente immigratie lijkt de kans op tegenstellingen toe te nemen
• Man-vrouwverhouding en homoseksualiteit
• Opvoeding en onderwijs
• ‘wij-zij denken’ > dat er twee groepen tegenover elkaar staan.
Met name drie grondrechten kunnen botsen
• Het verbod op discriminatie
• De vrijheid van godsdienst
• De vrijheid van meningsuiting
Bij de laatste twee wordt gevoegd ‘behoudens een ieders verantwoordelijkheid jegens de wet’. Door deze beperkende formulering is er veel ruimte voor verschillende interpretaties.
De overheid is seculier, niet religieus. Kerk en staat zijn in Nederland gescheiden.
In tegenstelling tot sociale grondrechten zijn klassieke grondrechten in principe altijd afdwingbaar.
Omdat sommige grondrechten ernstig geschonden worden zoekt de overheid manieren om ervoor te zorgen dat iedereen in Nederland de grondrechten respecteert en naleeft.
De toekomst van de pluriforme samenleving
Een samenleving heeft historisch steunberen nodig om met tegengestelde groepsbelangen en religieuze verschillen om te gaan. Ze vormen een noodzakelijke tegenkracht.
Deze steunberen zijn
• Eerlijk rechtsproces
• Religieuze tolerantie
• Zoeken naar wetenschappelijke waarheid
• Niet-gewelddadige conflictbeslechting
Alle vier zijn ze niet aan één partij gebonden en bieden ze ruimte aan meningsverschillen.
Toch kan er ook te veel sociale cohesie bestaan. Dan ontstaat er een bijna onontkoombaar wij-gevoel, waar iedereen die daarbuiten valt als vijandig wordt beschouwd en behandeld.
Integratie geeft aan dat de Nederlander beter is dan de nieuwkomer. Om van deze verhouding af te komen moeten we participatie bevorderen en uitgaan van positieve krachten en gemeenschappelijke gronden. Mensen moeten het gevoel hebben dat ze in hun waarde worden gelaten.
We moeten een transnationaal burgerschap vormen waarbij we leven vanuit verschillende culturen en identiteiten.
Als we de arbeidsmarkt liberaliseren is dit een enorme stimulans voor de wereldeconomie, omdat mensen over de hele wereld onderzoeken, nieuwe inzichten en ideeën brengen, plaatselijke culturen verrijken.
REACTIES
1 seconde geleden
G.
G.
hallo iedereen,
dit vind ik een uiterst mooie samenvatting van dit mooie hoofdstuk de pluriforme samenleving. alleen het 1206e woord id verkeerd gespelt.
Guus
14 jaar geleden
AntwoordenH.
H.
8 jaar geleden
H.
H.
watjefack is dat voor autisten reactie. vooral dat stukje over dat 1206 woord!!!!! Jou 21ste woord is ook verkeerd geschreven.
8 jaar geleden
I.
I.
@guus meijer: je 1206e woord klopt niet eens want 'terug' is goed gespelt.
7 jaar geleden
N.
N.
het is niet slim om voor maatschappijleer een samenvatting uit te printen! want voor de toetsen moet je meestal de verbanden tussen de begrippen kennen, wel is het slim om zelf een samenvatting te maken maar dan alleen het maken is goed voor het leren, want anders leer je alsnog alleen de begrippen maar
14 jaar geleden
AntwoordenN.
N.
@ guus 4 havo:
jij spelt "is" verkeerd.
13 jaar geleden
AntwoordenJ.
J.
@guus niet waar
13 jaar geleden
AntwoordenL.
L.
Bedankt!!
13 jaar geleden
AntwoordenC.
C.
het is niet slim om voor maatschappijleer een samenvatting uit te printen! want voor de toetsen moet je meestal de verbanden tussen de begrippen kennen, wel is het slim om zelf een samenvatting te maken maar dan alleen het maken is goed voor het leren, want anders leer je alsnog alleen de begrippen maar
12 jaar geleden
Antwoorden