Massamedia, politiek en beleid

Beoordeling 5.8
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas vmbo | 2883 woorden
  • 26 mei 2004
  • 79 keer beoordeeld
Cijfer 5.8
79 keer beoordeeld

Politiek en beleid Hoofdstuk 1: Kenmerken van een dictatuur: - Leider is niet gekozen. - Mensen hebben geen grondrechten - Politici mogen alles doen met de burgers wat ze willen
Kenmerken van een rechtstaat of democratie: - de bevolking kies de leiders - iedereen moet zich aan de wet houden - iedere burger hebben grondrechten - onafhankelijke rechter
De taken van de regering:: - wetten bedenken - goedgekeurde wetten uitvoeren
De taken van het parlement: - wetten goedkeuren - controleren of de regering de wetten goed uitvoert
De gevolg als het vertrouwen in de politiek afneemt: - minder mensen gaan stemmen
Waarom is politieke besluitvorming een onderwerp bij maatschappijleer 2? Omdat het een maatschappelijk probleem is
Politieke besluitvorming: De manier waarop politici belangrijke beslissingen voor de maatschappij nemen. Dictatuur: Land waar een niet gekozen leider alles beslist. Democratie en Rechtsstaat: land waar het volk zijn eigen leiders kiest via vrije verkiezingen, waar iedereen zich aan de wet houdt, waar iedere burger grondrechten heeft en waar de rechters onafhankelijk zijn. Volksvertegenwoordiging, Tweede kamer en Parlement: via vrije verkiezingen door het volk gekozen. Politieke partij: Groep mensen met dezelfde ideeën over het besturen van Nederland. Regering: Ministers onder leiding van de minister-president. Ministers: Leden van de politieke partijen die samen de meerderheid in het parlement hebben en met de minister-president de regering vormen. Compromis: Een besluit waarbij alle partijen een beetje toegeven. Burgerlijke ongehoorzaamheid: Mensen verzetten zich openlijk en zonder eigen belang tegen een maatregel van de regering. Zij overtreden de wet zonder geweld te gebruiken. Hoofdstuk 2: Hoe beïnvloeden de ambtenaren het parlement en de regering? Door de minister informatie te geven, ambtenaren hebben veel kennis en ervaring. Dus ook veel macht. Hoe belangengroepen parlement en regering beïnvloeden: - demonstreren - lobbyen - adviezen geven of naar de rechter gaan
hoe individuen parlement en regering beïnvloeden: - vergaderingen bezoeken om politici te overtuigen - brieven schrijven naar de krant
ambtenaar: iemand die werkt op een ministerie voor en minister of op het stadhuis voor een wethouder of burgemeester. regeerakkoord: politieke partijen spreken tijdens de formatie af welke belangrijke beslissingen de regering de komende vier jaar moet nemen. belangengroep: een georganiseerde groep mensen met en bepaald belang. lobbyen: belangengroepen overleggen achter gesloten deuren met politici over maatregelen die ze nodig vinden. Hoofdstuk 3: Hoe kan de burger volgens de overheid meer invloed krijgen? - een referendum te houden over een bepaald onderwerp. Hoe kan het parlement meer invloed krijgen? - door de macht te vergroten ten opzichte van de regering van belangengroepen
Wat vinden liberalen belangrijk? - individuele vrijheid - zo weinig mogelijk ingrijpen van de overheid
Wat vinden sociaal-democraten belangrijk? - hechten veel belang aan de overheid - ze hechten veel waarde aan gelijkheid van kansen voor alle mensen
Wat vinden christen-democraten belangrijk? - mensen moeten in de 1e plaats voor elkaar zorgen, als dat niet lukt moet de overheid het doen - overheid moet wel in het privé-leven van mensen ingrijpen als zij hun vrijheid niet aankunnen
Wat vinden rechts-extremisten belangrijk? - dat er een groot verschil is tussen Nederlanders en Buitenlanders - de multiculturele samenleving levert een groot probleem op volgens hen - dat is de schuld van de vreemde culturen. Referendum: Raadpleging van het volk, met de mogelijkheid om voor of tegen een bepaalde beslissing te stemmen. Liberalisme: stroming in de politiek die de vrijheid van het individu het belangrijkste vindt. Sociaal-democraat: Aanhanger van een politieke stroming, die vindt dat de overheid de sociale gelijkheid moet vergroten
Christen-democraat: Aanhanger van een politieke stroming die vindt dat mensen voor elkaar moeten zorgen. Rechts-extremisten: Stroming in de politiek die vindt dat de regering eerst voor de Nederlanders moet zorgen en daarna pas voor anderen. Hoofdstuk 4: Wat houd burgemeesterschap in? De burgemeester is ‘’het gezicht’’ van een gemeente, maar niet de baas. Hij leidt vergaderingen van het college van Ben W en de gemeenteraad. Ook is de burgemeester verantwoordelijk voor politie en brandweer. Wie bepaalt wie er burgemeester wordt, wie helpt hem daarbij? De minister van binnenlandse zaken bepaalt dat. De gemeenteraad en de Commissaris van de Koningin (Balkenende) geven adviezen. De standpunten van de voorstanders voor een gekozen burgemeester zijn: - het verbeterd de democratie - de gemeentepolitiek wordt levendiger, omdat kandidaten een verkiezingscampagne moeten voeren - de politiek komt dichter bij de mensen te staan
de standpunten van de tegenstanders voor een gekozen burgemeester zijn: - ze vinden dat de benoemde burgemeester prima werkt - bij een gekozen burgemeester bestaat het risico dat de bevolking een ongeschikt iemand kiest - je krijgt alleen maar strijd tussen raad, wethouders en de burgemeester. (zo kun je een gemeente dus niet goed besturen). Standpunten van politieke partijen: - CDA en VVD zijn tegen een gekozen burgemeester - PvdA wil dat de gemeenteraad de burgemeester kiest - D66 is voor een gekozen burgemeester. Wie proberen de politieke beslissing te beïnvloeden? - bevolking - politieke partijen - burgemeesters - massamedia - adviescommissie
benoeming van een burgemeester in 4 stappen: - gemeente raad maakt in een vergadering een profielschets van wat voor soort burgemeester zij wil hebben - bij de vertrouwencommissie(een vertegenwoordiging uit de gemeenteraad) solliciteren kandidaten. De commissie geeft een rangorde van de drie beste kandidaten. - De Commissaris van de Koningin, zeg maar de burgemeester van de provincie(Ed Nijpels) krijgt het lijstje. De commissaris mag het lijstje veranderen en stuurt het naar de regering: - De minister van Binnenlandse Zaken beslist uiteindelijk wie de burgemeester wordt. De koningin benoemt de nieuwe burgemeester. Een goed compromis: 1. het regeringsstandpunt luidt zo: 2. kandidaten solliciteren bij de gemeenteraad
3. de bevolking kiest uit een aantal namen
4. gemeenteraad kan de twee kandidaten met de meeste stemmen doorgeven aan de minister via de Commissaris van de Koningin. 5. de minister beslist. 6. koningin benoemt de burgemeester officieel. burgemeester: onafhankelijk voorzitter van de gemeenteraad en van het college van burgemeester en wethouders. wethouders: vormen samen met de burgemeester het dagelijks bestuur van de gemeente. gemeenteraad: neemt de beslissingen in een gemeente en controleert het college van B en W
Hoofdvragen: Wat is democratische besluitvorming? In een democratie nemen mensen zelf de beslissingen over hoe de samenleving eruit moet zien. Omdat er zo veel mensen zijn, wijzen ze anderen aan om voor hen beslissingen te nemen. Dat zijn de politici. Zij moeten zich aan de grondrechten houden. Heeft het parlement de macht? Ja, het parlement is in theorie de baas. Toch zijn er allerlei belangengroepen die proberen het parlement te beïnvloeden. In de praktijk staat het parlement constant onder druk. Wat zijn de gevolgen als het parlement minder macht heeft? Dan neemt het vertrouwen af en ze moeten dan een compromis sluiten. En burgers houden zich niet meer aan politieke beslissingen. Welke rol speelt de regering? Ambtenaren zijn er in de eerste plaats voor de regering. De regering beschikt daarom over veel meer kennis dan het parlement. Het regeerakkoord en het dreigen met aftreden door de regering beperken verder de invloed van het parlement. Welke rol spelen belangengroepen? Belangengroepen oefenen druk uit op regering en parlement om bepaalde beslissingen wel of niet te nemen. Dat doen zij onder meer door het houden van demonstraties, brievencampagnes, grappige acties of lobbyen. Omdat belangengroepen vaak deskundig zijn, veel aanhangers hebben en politici kunnen chanteren, zijn zij vrij machtig. Wil de overheid de democratie verbeteren? De overheid probeert ervoor te zorgen dat meer mensen bij verkiezingen gaan stemmen. Ook kunnen burgers meer invloed krijgen door een referendum over een bepaald onderwerp te houden. Vooral het parlement zelf moet haar macht vergroten ten opzichte van de regering en belangengroepen. Wat willen liberalen en sociaal-democraten? Liberalen vinden individuele vrijheid belangrijk en willen zo weinig mogelijk ingrijpen van de overheid. Sociaal-democraten hechten veel belang aan de overheid, die vooral de zwakkeren moeten beschermen. Zij hechte veel waarde aan gelijkheid van kansen voor alle mensen. Wat willen christen-democraten en rechts-extremisten? Volgens christen-democraten moeten mensen in de eerste plaats voor elkaar zorgen. Als dat niet lukt, moet de overheid het doen. De overheid moet wel in het privé-leven van mensen ingrijpen als zij hun vrijheid niet aankunnen. Rechts-extremisten vinden dat er een te groot verschil is tussen Nederlanders en buitenlanders. Verder levert de multiculturele samenleving volgens hen veel problemen op. Dat is helemaal de schuld van de vreemde culturen. Massamedia: Hoofdstuk 1 De verschillende soorten massamedia zijn: - populaire media - serieuze media - politieke kleur - linkse media - rechtse media
De taken van de massamedia: - mensen informeren over wat er in de wereld gebeurt - mening geven - mensen amuseren - reclameboodschappen doorgeven. De Nederlandse media geeft nooit dé werkelijkheid weer. De verschillende theorieën over de beïnvloeding door de massamedia zijn: - injectienaaldtheorie - agendatheorie - selectieve-waarnemingstheorie
massamedium: middel waarmee je een boodschap aan een grote groep mensen kunt doorgeven. audiovisuele massamedia: media waarnaar je luistert en kijkt, bijvoorbeeld radio en televisie
interactief massamedium: massamedium dat niet alleen informatie geeft, maar ook informatie van je vraag. onjuiste beeldvorming: verkeerd beeld van de werkelijkheid, zonder dat je dat weet. nieuwsselectiekenmerken: kenmerken die bepalen of iets nieuws is. serieuze kranten/ tv-zenders: media met veel informatie over politiek en samenleving, waarbij je je goed moet concentreren om het te volgen, met rustige vormgeving of presentatie. populairder kranten/ tv-zenders: media met veel amusement en praktische informatie, waarbij je alles ontspannen kunt volgen, met drukke vormgeving of presentatie. linkse media: media met veel aandacht voor sociale ongelijkheid, armoede en vrijheid. rechtse media: media met minder aandacht voor sociale ongelijkheid, maar wel voor minder vrijheid op bepaalde gebieden. doelgroep: bepaalde lezers- of kijkersgroep. injectienaaldtheorie: massamedia beïnvloeden rechtstreeks wat mensen denken en doen
agendatheorie: massamedia bepalen over welke zaken mensen praten. selectieve-waarnemingstheorie: mensen nemen uit massamedia alleen over wat ze zelf belangrijk vinden en waar ze het al mee eens zijn. Hoofdstuk 2: Waarom bemoeit de overheid zich met de media? Omdat die ook een deel moeten betalen
Wat doet de overheid met de media? Publieke omroepen regels opleggen. Ze krijgen hun inkomsten uit belastingen. Welke rol speelt geld bij commerciële omroepen? Reclame levert alle inkomsten voor die zenders op en geld speelt een grote rol (TMF, Veronica, RTL4, SBS6). Welke rol speelt geld bij publieke omroepen? Zei krijgen hun inkomsten vooral uit belastinggeld. En krijgen zij geld uit de STER-reclame van abonnees op de programmabladen. Geld speelt een minder grote rol (TROS, VARA, NCRV). Welke rol speelt geld bij kranten en tijdschriften? Hele belangrijke rol bij populaire bladen en kranten is winst belangrijker dan bij de serieuze bladen en kranten. Hebben massamedia verschillende waarden? Ja, politiek links, politiek rechts, christelijk en niet-christelijk. Zullen de waarden invloed hebben op de amusements programma’s, informatieve programma’s en artikelen? Ja, de waarden leiden tot verschillende amusementsprogramma’s en informatieve programma’s en artikelen. Een christelijke krant zal veel over het geloof schrijven. Een rechtse krant zal willen dat de uitkeringen lager kunnen worden. De 3 punten van commerciële omroepen om meer winst te maken: 1. meer geld uit reclame krijgen
2. programma’s zo goedkoop mogelijk maken (veel herhalingen, telefoonspelletjes en soapafleveringen) 3. veel sponsoring toestaan
vrijheid van meningsuiting: journalisten mogen in alle vrijheid schrijven en programma’s maken. pluriformiteit: veel verschillende vormen. Bij massamedia: verschillende tv-zenders en kranten. onafhankelijkheid: overheid en bedrijven die reclame maken, morgen de informatie in de media niet beïnvloeden. publieke omroepen: zenders die hun inkomsten vooral uit belastinggeld krijgen en in mindere mate uit de STER-reclame en van abonnees op de programmabladen. commerciële omroepen: zenders die hun inkomsten uit reclame krijgen. De overheid heeft geen invloed. kijkcijfers: aantal kijkers naar een programma
sponsoring: adverteerders maken reclame in een programma en betalen mee aan de kosten. linkse massamedia: media met veel aandacht voor sociale ongelijkheid, armoede en vrijheid
rechtse massamedia: media met minder aandacht voor sociale ongelijkheid, maar wel voor minder vrijheid op bepaalde gebieden. christelijke massamedia: media met veel aandacht voor leven en dood, de zin van het leven hier op aarde, discussies over het geloof en kerkdiensten. niet-christelijke massamedia: media die niet veel aandacht schenken aan het geloof. Hoofdstuk 3: Wanneer zijn artikelen of programma’s beledigend? · Als de informatie onwaar is · Privacy van de mensen is aangetast · Een groep wordt gediscrimineerd · Er is sprake van grove schuttingtaal, geweld of seks. Waarom mensen vinden dat er veel publieke omroepen moeten zijn: Omdat ze veel goede, onafhankelijke en pluriforme informatie wensen. Publiek bestel:zenders die hun inkomsten vooral uit belastinggeld krijgen en in mindere mate uit de STER-reclame en van abonnees op programmabladen. Commercieel bestel: Zenders die hun inkomsten uit reclame krijgen. De overheid heeft geen invloed. Hoofdstuk 4: Wat is het doel van reclame: · Gedrag of opvattingen van mensen beïnvloeden · Naamsbekendheid te vergroten · Levert veel banen op · Kwaliteit naar voren te brengen · Meerwaarde aan te geven. Soorten reclame: Merkreclame: Hierbij gaat het om de naamsbekendheid van het product(volkswagen, wie anders?). Productreclame: Hierbij wil men vooral de kwaliteit van het product naar voren brengen (deze boter smeert beter) Meerwaardereclame: Hierbij laat de reclame zien dat het product meer doet dan waar voor het gemaakt is. (‘dit luchtje zorgt voor meer vrienden’) Ideële reclame: Reclame die bepaalde waarden en normen overdragen. Commerciële reclame: Wil een product verkopen om de winst te verhogen. Gedachten politieke partijen reclame: Liberalen: positief
Christen-democraten: je moet erg streng optreden tegen reclames die bepaalde waarden en normen overschrijden
Sociaal-democraten: invloed van reclame zo veel mogelijk beperken. Reclameregels: 1. reclame in het algemeen: · beledigen en liegen is verboden. · Het moet duidelijk zijn, dat het om reclame gaat. · Publieke zenders mogen informatieve programma’s niet sponsoren. 2. reclame van bijzondere producten: · tabak: geen tv-reclame, niet bij sport, waarschuwing voor gezondheid verplicht op reclamebiljetten. · Softdrugs: reclame verboden · Alcohol: waarschuwing verplicht, verboden te zeggen dat alcohol problemen oplost. · Auto’s: reclame mag niet oproepen tot agressief, milieuonvriendelijk of onveilig gedrag. Van de auto mag je niet zeggen dat hij absoluut veilig en milieuvriendelijk is. 3. reclame voor minderjarigen: · reclame mag niet gebruikmaken van goedgelovigheid van kinderen. · Reclame mag kinderen niet aanzetten om hun ouders te overtuigen een product te kopen. · Kinderen mag je niet tonen in gevaarlijke situaties. · Leerkrachten en ouders mogen geen producten aanprijzen. · Tabak- en alcoholreclame is verboden in media voor jongeren en op plaatsen waar veel jongeren komen. De Reclame Code Commissie, die bestaat uit vertegenwoordigers van adverteerders en reclamebedrijven, controleert het opvolgen van de regels. Hoofdvragen: Wat is onjuiste beeldvorming? Massamedia brengen nieuws, amusement en reclame. Ook hebben massamedia als taak om hun mening te geven. Precies weergeven wat er is gebeurd, is onmogelijk. Maar als taken door elkaar worden gehaald, is er sprake van onjuiste beeldvorming. De media geven dan geen betrouwbaar beeld van de werkelijkheid. Geven massamedia een betrouwbaar beeld? Er zijn verschillen tussen massamedia. Je hebt serieuze media en populaire. Daarnaast zijn er meer linkse en meer rechtse bladen. Serieuze bladen en tv-zenders zijn betrouwbaarder dan populaire bladen en tv-zenders. Hebben massamedia invloed? Iedere krant of tv-zender heeft een publiek met bepaalde opvattingen. De vraag is of de media deze opvattingen bij de mensen bepalen. Over de invloed van massamedia zijn er drie belangrijke theorieën: de injectienaaldtheorie, de agendatheorie en de selectieve-waarnemingstheorie. Hoe beïnvloedt de overheid massamedia? De overheid heeft vooral invloed op de publieke omroepen. Die omroepen worden voornamelijk met belastinggeld betaald. Daarom kan de overheid eisen van de omroepen dat ze niet alleen amusement, maar ook nieuws laten zien. Beïnvloedt geld de massamedia? Elk massamedium heeft geld nodig. Maar niet elk massamedium laat zich even sterk door geld beïnvloeden. Bij commerciële omroepen is geld het belangrijkst. Als een programma niet genoeg kijkers trekt en daardoor niet genoeg adverteerders, verdwijnt zo’n programma. Beïnvloeden waarden de massamedia? Omroepen, kranten en tijdschriften hebben bepaalde waarden. Massamedia brengen nieuws en amusement dat overeenstemt met hun waarden. Moet je sommige programma’s verbieden? Er zijn programma’s die beledigend zijn voor sommige (groepen) mensen. Verbieden van die programma’s is moeilijk, want dat is in strijd met de vrijheid van meningsuiting. Moet de overheid massamedia steunen? De overheid wil goede informatieve programma’s daarom is er een publiek bestel in Nederland. De vraag is of het juist is dat de overheid de omroepen betaald. Wat is reclame? Reclame wil gedrag of opvattingen van mensen beïnvloeden. Er is commerciële reclame en ideële reclame. Reclame kan gaan om de naamsbekendheid te vergroten, kwaliteit naar voren te brengen of meerwaarde aan te geven. Er gaat veel geld om in de reclame. Dat levert veel banen op. Hoe kun je over reclame denken? Voorstanders vinden reclame goed voor de werkgelegenheid. Bovendien zorgt het voor inkomsten van media en verenigingen. Reclame geeft consumenten productinformatie. Tegenstanders vinden dat reclame producten onnodig duur maakt. Reclame geeft een verkeerd beeld van de werkelijkheid. Reclame vergroot het milieuprobleem. Reclame stoort en heeft een negatieve invloed op mensen. Wat is het overheidsbeleid? Politieke partijen denken verschillend over reclame. Liberalen zijn positief. Christen-democraten vinden dat je strenger moet optreden tegen reclames die bepaalde waarden en normen overschrijden. Sociaal-democraten willen de invloed van reclame zovee mogelijk beperken. De overheid heeft algemene reclameregels en strengere regels voor speciale producten en reclames voor jongeren. Hoe beïnvloeden groepen de overheid? Individuele personen en belangengroepen proberen hun ideeën op de politieke agenda te krijgen. Via actievoeren en lobbyen proberen ze medestanders te vinden in Den Haag. Als er een besluit genomen is, probeert iedereen dat in zijn eigen voordeel uit te leggen.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.