Hoofdstuk 6 Criminaliteit

Beoordeling 5.2
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 3e klas vmbo | 1406 woorden
  • 2 juli 2008
  • 7 keer beoordeeld
Cijfer 5.2
7 keer beoordeeld

Maatschappijleer samenvatting hoofdstuk 6 ‘Criminaliteit’:

Par 1:

Als je voordringt bij de kassa vinden mensen dat asociaal, je houdt geen rekening met anderen. Asociaal gedrag is niet verboden want het staat niet in de wet. Het is pas strafbaar als je regel die in de wet staat overtreed, zoals te hard rijden of door het rood rijden. Je straf ligt eraan hoe erg je “misdaad” is. Als je door het rood rijd is dat minder erg als dat je een inbraak pleegt. Door het rood rijden hoort tot de overtredingen, dat is minder erg als een misdrijf. Je krijgt dan ook meestal alleen een boete. Een misdrijf is erger, zoals vernieling, diefstal, inbraak, verkrachting, moord en handel in drugs. Als je iets steelt pleeg je een misdrijf ook al is het alleen een pakje kauwgom. Als je word betrapt word je opgepakt door de politie en word je verhoord en word je misschien vast gehouden op ´t politiebureau. Als je een heel ernstig misdrijf pleegt bijvoorbeeld verkrachting, moord of handel in drugs. Moet je voor de rechter komen deze geeft je dan een straf dat kan een taakstraf zijn maar ook een (voorwaardelijke) gevangenis straf zijn. Als je door de rechter word veroordeeld krijg je een strafblad. Dit heeft gevolgen voor als je later een baan wilt zoeken. Criminaliteit is eigenlijk alles wat verboden is, maar we noemen iemand die een verkeersovertreding maakt geen crimineel een dief of een verkrachter wel. Criminaliteit kun je daarom het best beschrijven als alle misdrijven die in de wet staan. Veelvoorkomende criminaliteit is: winkeldiefstal, vernieling, zakkenrollen en voetbalvandalisme. Ze zorgen ervoor dat mensen zich minder veilig gaan voelen. Zware criminaliteit is bijvoorbeeld: Verkrachting, moord of roofovervallen. Belasting fraude, het onterecht aanvragen van een uitkering en internetcriminaliteit zijn soorten criminaliteit die verborgen zijn. Criminaliteit kost de maatschappij geld. Materiële schade bedraagt miljarden euro’s per jaar. Er bestaat ook niet-materiële schade. Als er bij je word ingebroken heb je daar slapeloze nachten van.

Par 2:

Iedere maatschappelijke klasse heeft zijn eigen soort criminaliteit: winkeldieven en vechtersbazen zijn meestal personen met een lage maatschappelijke positie. Terwijl belastingfraudeurs en computercriminelen vaak mensen zijn uit hogere milieus. Geweldsmisdrijven worden meestal gepleegd door mannen omdat mannen sterker zijn dan vrouwen en vaak een stoer imago willen hebben. Door een slechte opvoeding krijgen jongeren een crimineel gedrag. Jongeren die thuis geen (of de verkeerde) waarden en normen hebben meegekregen plegen eerder een criminaliteit. Bij jongen criminelen zie je vaak groepsgedrag, als je vrienden fietsen kapot maken is het moeilijk niet mee te doen. Jongeren zonder diploma of die veel spijbelen komen vaker in aanraking met justitie dan jongeren die het ‘goed’ doen op school. De laatste jaren zijn de normen sterk veranderd zo vinden sommige het normaal als je een fiets ‘terugsteelt’ als de jouwe net is gestolen. De sociale controle is minder geworden bij mensen daarbij letten ze erop wat andere doen, daardoor is de pakkans voor een crimineel kleiner geworden. Door het toegenomen gebruik van alcohol en drugs zijn de geweldsmisdrijven ook toegenomen maar liefst 40 procent van de geweldsmisdrijven worden gepleegd onder invloed. De meeste mensen gedragen zich netjes omdat we bindingen hebben met familie, vrienden, school, werk en bij sommige het geloof.

Par 3:
Als de politie een melding krijgt van een misdrijf dan gaan agenten de zaak onderzoeken. De politie wil alles weten. Als de politie denkt dat je iets strafbaars hebt gedaan ben je in de ogen van de politie een verdachten. In Nederland mag de politie niet zomaar iedereen arresteren je moet daarvoor wel een verdachten zijn. Als je dat bent mag de politie je fouilleren, je arresteren en je huis onderzoeken hiervoor is wel een huiszoekingsbevel voor nodig. Als de politie klaar is met het onderzoek word er een proces-verbaal geschreven dit is een speciaal politieverslag over het misdrijf en de verdachten. Als je tussen de 12 en de 18 jaar oud bent en je misdaad is licht dan kan de politie je in contact brengen met Halt (Het Alternatieve) Je moet dan je eigen schade herstellen.
Als het geen zaak voor Halt is gaat de zaak via de officier van Justitie (dat is een speciale ambtenaar die beslist wat er met de verdachten gaat gebeuren. Als de misdaad ernstig genoeg is beslist hij of de zaak voor de rechter komt er komt dan een rechtszaak. Het proces-verbaal gaat dan naar de rechter. De officier van justitie kan dan 3 dingen doen: Seponeren (dat betekend dat er geen verdere stappen worden ondernomen tegen je), een boete geven (ook wel een schikking genoemd) of vervolgen (de officier van Justitie stuurt dan het dossier op naar de rechtbank. De rechter zal dan beslissen of je schuldig bent en welke straf je krijgt.

Par 4:
Als je voor de rechtbank moet verschijnen krijg je enkele weken van te voren een dagvaarding, dat is een oproep om voor de rechter te verschijnen. Daarin staat de precieze datum, tijdstip en plek van de rechtszitting. De rechter moet tijdens de rechtszaak beslissen of iemand wel of niet schuldig is. Je bent als verdachten pas schuldig als de aanklager dat heeft bewezen en de rechter je heeft veroordeeld. Bij zware misdrijven zoals mishandeling en moord komt iemand voor de meervoudige kamer. Deze bestaat niet uit 1 maar 3 rechters. Bij een rechtszaak zijn de belangrijkste personen de verdachten (die meestal word geholpen door zijn advocaat, de officier van justitie (die wil bewijzen dat de verdachten schuldig is), de rechter (die beslist of de verdachten schuldig is en de straf bepaalt). Voordat de verdachten de rechtszaal binnenkomt heeft zijn advocaat al verteld wat er precies gaat gebeuren. De rechter controleert de persoonlijke gegevens van de verachten (zoals zijn naam, geboortedatum, adres etc). De officier van justitie leest de aanklacht voor. Hierin staat precies wat de verdachten heeft gedaan. De rechter, de officier van justitie en de advocaat gaan de verdachten nu vragen stellen. Daarna moet de getuige moet vertellen wat er is gebeurd en mag niet liegen. Na alle vragen legt de officier van justitie uit waarom de verdachten schuldig is en eist een straf. De advocaat kan reageren op de straf. De verdachten mag iets zeggen bijvoorbeeld dat hij er spijt van heeft. De rechter veroordeelt de verdachten dat heet ook wel het vonnis. De verdachten kan ook nog in hoger beroep gaan, dat betekend dat de zaak nog eens word bekeken maar dan door een hogere rechter. De rechter kan verschillende straffen opleggen bijvoorbeeld: een geldboete, een gevangenisstraf of een taakstraf. Een taakstraf betekend dat de verdachten onbetaald bushokjes moet schoonmaken of plantsoenen moet onderhouden. Soms geeft de rechter de verdachten ook nog een bijkomende straf, als iemand regelmatig te hard of dronken in zijn auto rijdt kan de rechter zijn rijbewijs invorderen. Als iemand een gevaar is voor andere mensen door een geestelijke afwijking, kan de rechter besluiten de verdachten (na zijn celstraf) tbs (ter beschikking stellen) te geven. Als iemand tbs krijgt komt hij pas vrij als de psychiaters er zeker van zijn dat de persoon is genezen.

Par 5:
Als iemand een misdrijf pleegt moet hij straf krijgen vind iedereen maar waarom?
De straf dient als afschrikking als je kan stelen zonder straf te krijgen word het wel heel erg makkelijk om aan je geld te komen. Het volgende doel is om het gedrag van de verdachten te verbeteren. Het opnieuw aanleren van belangrijke normen en waarden in onze samenleving wordt ook wel resocialisatie genoemd. Sommige mensen zijn een gevaar voor de maatschappij, als ze vast zitten zijn ze dat niet meer. Het laatste doel is wraak, als je slachtoffer bent wil je dat de dader daarvoor moet boeten. De straf geldt daarom als wraak. De gevangenissen zitten propvol dus de straffen werken niet. Daar zijn 4 oplossingen voor: nog strengere straffen (Sommige mensen denken dat hogere gevangenisstraffen nog meer afschrikken), lik-op-stukbeleid (Een inbreker moet vaak lang wachten op een plaatsje in de gevangenis. In sommige steden worden voetbalhooligans na het weekend op maandag meteen veroordeeld en vastgezet), meer taak- en leerstraffen (Halt geeft jongeren als straf een taak waar ze iets van leren. Word je gepakt voor het bekladden van banken in de bus mag je het ook zelf schoonmaken) en betere preventie (de beste oplossing om te voorkomen is meer sociale controle bijvoorbeeld meer conducteurs in de trein. Criminaliteit kan ook voorkomen worden door technische middelen zoals bewakingscamera’s. Tot slot is het belangrijk dat er genoeg werk is anders gaan mensen zich vervelen en gaan ze eerder misdrijven plegen).

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.