1 Idee en oorsprong van de rechtstaat
1.1 Beginselen van de rechtsstaat
Overheid mag niet alles. NL -> Democratische rechtsstaat: biedt burgers een dubbele garantie of waarborg. -> Mogen meedoen aan vrije verkiezingen -> indirect meebeslissen over politieke kwesties. Rechtsstaat bied ook bescherming tegen de machthebbers -> regels voor burgers en overheid.
Bestuurders moeten zich aan de wet en aan rechtsbeginselen houden -> tegen machtsmisbruik.
Sociaal contract
Rechtsstaat: een soort sociaal contract tussen burgers en bestuurders -> Je moet je aan de democratisch vastgestelde regels houden en de overheid ook. -> Deze regels worden dan niet toegepast op je gedrag.
Maat en regel
Dictatuur -> 1 machthebber: China, Noord-Korea, Cuba en Iran.
Rechtsstaat bindt bestuurders aan maat en regel. -> Ze zijn gebonden aan regels en kunnen niet zomaar buitensporige straffen opleggen zonder tussenkomst van een onafhankelijke rechter (maat).
Gekozen meerderheden moeten rekening houden met minderheden.
1.2 Ontstaan van de rechtsstaat
Begon 17e/ 18e eeuw -> werd duidelijk dat de feodale koningen naar willekeur regeerden en absolute macht bezaten. Bvb Lodewijk XIV -> Zonnekoning.
Trias politica
Montesquieu: Er moest tegenover de macht van de koning een door het volk gekozen parlement komen, dat wetten mocht maken + onafhankelijke rechterlijke macht. Drie staatsmachten die elkaar in evenwicht houden: Trias politica.
Grondrechten
-> Leidde tot Amerikaanse Rev in 1776 -> ‘Wie belasting betaalt, heeft ook het recht zijn vertegenwoordigers te kiezen’ -> Franse Rev 1789 ‘Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap.’
è Maakte een einde in West-Europa aan absolute macht.
Koningen zijn nu in een constitutionele monarchie gebonden aan de grondwet. Rechtsstaat -> grondwettelijke bescherming (godsdienst, meningsuiting, vereniging en vergadering).
Na WO II
Door fascisme in Du + It en communisme in Oost-Europa -> rechtsstaatgedachte na WO II (39-45) weer actueel en opnieuw geformuleerd.
1948: Universele Verklaring van de Rechten van de Mens -> door VS
1950: Europees Verdrag van de Rechten van de Mens -> in Europa
Zonder mensenrechten -> geen rechtstaat.
Grondrechten: rechten die zo fundamenteel zijn voor de vrijheid, de ontplooiing, het welzijn en de bescherming vh individu en van groepen, dat ze in de grondwet zijn vastgelegd.
De rechtsstaatgedachte is springlevend
De rechtsstaat is de maatstaf bij het beoordelen van de overheid en van wat wel en wat niet meer is toegestaan. -> belang rechtsstaat neemt toe naarmate levensovertuigingen leefstijlen verder uiteenlopen. De waarden en normen vd rechtsstaat vormen een minimale binding –> delen burgers en groepen met elkaar -> rechtsstaat grondslag voor parlementaire democratie, verzorgingsstaat em pluriforme samenleving.
2 De grondwet en de grondrechten
Grondwet = constitutie (bottenstelsel) -> bindend middel in pluriforme samenleven (bestaat uit veel verschillende culturen.
Doel van de Grondwet:
- Beperking macht vd staat -> vrijheid v burgers
- Fundamentele rechten v burgers vast te leggen
- Eenheid vd staat uit te drukken
- Aan te geven hoe belangrijkste organen zijn georganiseerd
Geschiedenis vd Grondwet
Franse Rev -> In Ned 1798 de Staatsregeling vd Bataafse Republiek. -> gecentraliseerde staat -> voorloper vd grondwet.
1806: Constitutionele monarchie
1814: Eerste Grondwet -> vaak gewijzigd
1848: Thorbecke -> Ministeriële verantwoordelijkheid; ministers verantwoordelijk voor het beleid niet koning, verkiezingen voor Tweede Kamer, Provinciale Staten en gemeenteraad voor mannen die belasting betaalden = Censuskiesrecht.
1917: Algemeen kiesrecht + alle scholen bekostigen
1922: vrouwen kiesrecht
1983: Algehele herziening vd grondwet, klassieke + sociale grondrechten nu.
2.2 Inhoud van de grondwet
Klassieke grondrechten
è Gelijkheids- vrijheidsbeginsel
Beperking van de bevoegdheden vd overheid tegenover de burgers -> passief.
Burger kan naar rechter stappen wanner grondrecht geschonden is.
Sociale grondrechten
De overheid heeft een zorgplicht tegenover de burgers op het gebied van:
- werkgelegenheid en vrije arbeid
- bestaanszekerheid en welvaart
- leefbaarheid en milieu
- volksgezondheid
- onderwijs
Grote verschil met klassieke grondrechten: overheid moet actief opreden om sociale grondrechten waar te maken -> burgers kunnen niet naar rechter
2.3 De grondwet in discussie
Horizontale/ verticale werking
Grondrechten hebben een horizontale werking -> verhoudingen tussen burgers onderling
Grondrechten hebben een verticale werking -> verhouding tussen burgers en overheid
Botsende grondrechten
Vooral binnen horizontale werking -> sprake botsende grondrechten -> de grondrechtelijke belangen van burger botsen ten opzichte van elkaar.
Bv vrijheid v meningsuiting -> politieke partij racistisch -> verboden worden door discriminatie?
In huidige grondwet -> geen rangorde omdat die onvoldoende recht doet aan de bijzonderheid v afzonderlijke gevallen. + wisselende voorkeur v burgers.
Objectieve criteria voor zo’n rangorde ontbreken.
è toetsing vd grondrechten onderling -> rechter
Ander voorstel: sommige botsingen v grondrechten zoals de vrijheid v godsdienst en meningsuiting in Europees verband te laten beoordelen. -> nationale rechter.
3 Trias Politica: scheiding of evenwicht v machten?
3.1 Ontstaan Trias Politica
Montesquieu -> ‘De l’esprit de lois’ (Over de geest vd wetten 1748) -> ideale taakverdeling binnen de samenleving.
Montesquieu leefde tijdens Absolute macht ->
Drie Taken verdeeld moeten worden:
1e Wetgevende -> algemene wetten maken/wijzigen/intrekken
2e Uitvoerende -> wetten in praktijk te brengen/ concrete gevallen toe te passen
3e Rechterlijk -> Onenigheid over wetten/ Conflicten -> rechtsregels worden opgelost -> recht mochten spreken
Doel
Verschillende organen die niets over elkaar te zeggen zouden hebben wel elkaar kunnen controleren. Vooral rechterlijke macht vrij -> corruptie/ vriendjespolitiek verkomen.
Tegenwoordig: ‘checks and balances’: De drie machten weerhouden elkaar in het veroveren van teveel macht (‘checks’) en houden elkaar daarmee in balans. Weerhouden, en vullen elkaar aan.
Wetgevende macht -> uitvoerende macht ter verantwoording. Bv Tweede Kamer -> minister.
Wetgevende -> rechterlijke macht corrigeren. Bv als rechters een wet ruimer uitleggen.
Rechterlijke macht -> Wetgevende macht corrigeren.
Rechter heeft geen toetsingsrecht: niet bevoegd vast te stellen of wet in strijd is met grondwet.
Wel bevoegd om oordelen of in strijd is met internationaal gesloten verdrag/andere NL’se wet.
Rechterlijke macht -> uitvoerende macht controleren op rechtmatigheid: ministers + ambtenaren wet juist toegepast?
3.2 De Drie machten
Wetgevende macht:
- Regering (koning + ministers)
- Parlement (Eerste + Tweede Kamer -> Staten-Generaal
Minister en hun departementen -> wetsvoorstellen -> voor advies naar Raad v State, belangrijkste adviesorgaan van de regering. -> wetsontwerp + advies -> Tweede Kamer, meerderheid -> Eerste Kamer
Tweede Kamer leden mogen ook wetsvoorstel doen.
Montesquieu -> wetgevende macht vertegenwoordigd orgaan door het volk zoals Parlement. Bevolking oefent indirect invloed uit op het maken van wetten.
Montesquieu-> wetgevende macht – verschillende kamers -> wetsvoorstel v alle kanten wordt bekeken. 1+2 Kamer in NL
Goede wetten:
- Moeten algemeen zijn
- Duidelijk
- Haalbaar en uitvoerbaar
Je behoort alle wetten te kennen
Uitvoerende macht
Ministers -> zorgen dat eenmaal aangenomen wetten goed worden uitgevoerd.
Ministers -> bijna alle wetsontwerpen -> scheiding v machten in NL niet zuiver is doorgevoerd, combinatie 1+2e macht.
Ministers -> uitvoerende macht -> bevoegd allerlei zaken te realiseren. Bv wegen aanleggen.
Talloze ambtenaren vertegenwoordigen ministers.
Ministeriële regelingen : aantal gevallen regels opgesteld -> uitvoerregels
De macht van de ambtenaren
Ambtenaren -> bij de uitvoering v wetten zelfstandig beslissingen die de minister niet kan controleren. -> Daarom 4e macht genoemd
Minister -> gecontroleerd door parlement + hij is verantwoordelijk voor zijn ambtenaren: ministeriele verantwoordelijkheid -> controlering van 1e+ 2e macht.
Rechterlijke macht
In handen v onafhankelijke rechters -> voor het leven benoemd, zijn niet af te zetten.
è onpartijdigheid en niet bang te zijn.
3.3 Samenspel tussen de 3 machten
Minister van Justitie -> voorstel Wet op de uitgebreide identificatieplicht -> aangenomen door parlement (wetgevende macht)
Er moet een redelijk noodzaak, concrete aanleiding zijn om iemand aan te houden.
Scheiding of evenwicht
Rechters, niet gekozen en niet gecontroleerd -> toch niet machtiger, gebonden aan wetten die het parlement heeft goedgekeurd.
Rechter -> kijkt achterom wat er gebeurd is, met wetten die al bestaan
Wetgever -> kijkt vooruit en maakt regels en wetten voor toekomst
Jurisprudentie: het geheel van uitspraken door rechters.
Parlement -> uitspraken niet ongedaan maken, wel wetswijziging.
Rechters, wel advies over nieuwe wetten
Trias politica ter discussie
In theorie: zijn de drie machten in balans en vullen elkaar aan.
In praktijk anders -> Bvb Kamerlid -> rechter voor hogere straf
Femke Halsema -> voorstel rechters -> ‘toetsingsrecht’ aan grondwet.
Voordeel: burgers nog beter grondwettelijke bescherming als parlement wet aanneemt die in strijd is met grondwet.
Nadeel: Rechters niet representatief -> macht te groot
4 De rechtsorde
Rechtsorde = het geheel v rechtsregels en rechtsbeginselen en de manier waarop het recht is georganiseerd, geheel v recht in een land
Rechtstaat = een specifieke soort staatsvorm
4.1 Soorten regels
Rechtsregels = zijn gedragregels die wettelijk door de overheid zijn vastgelegd.
2 Redenen voor het opstellen van rechtsregels:
- Doelmatigheid -> duidelijke afspraken
- Zedelijk bewustzijn -> normen en waarden in samenleving
Rechtsregels -> een beoordeling van gedrag in termen van legaal of illegaal.
Sociale en morele regels
Rechtsregels -> opgeschreven
Sociale regels -> meestal niet opgeschreven, beoordeling v gedrag in termen van wel of geen rekening houden met anderen.
Morele regels -> een beoordeling v gedrag in termen van goed en kwaad.
Als regels met elkaar botsen
De 3 soorten regels kunnen ook botsen -> welke regel gaat voor? -> Veranderen ook steeds, waarden en normen veranderen.
Rechtsnormen -> moeten overeenstemmen met de morele opvattingen die we als burgers hebben over goed en kwaad -> gaan we eraan houden.
Soms gaan rechtsregels in tegen het gevoel van rechtvaardigheid van mensen.
4.2 Rechtsgebieden
Systeem v rechtsregels -> indeling in (soorten rechten) rechtsgebieden -> belangrijkste:
- Privaatrecht: regelt alle relaties tussen burgers onderling
- Publiekrecht: regelt alle relaties tussen burgers en de overheid
Privaatrecht
Horizontale relaties. Regels van privaat recht: burgerlijk recht, zijn neergelegd in het Burgerlijk Wetboek (BW).
Privaatrecht -> rechten en plichten. Bvb werknemer op tijd, werkgever gezonde werkomstandigheden.
Privaatrecht, volgende gebieden:
- Het personen- en familierecht
- Ondernemingsrecht (Bvb voorwaarden regelt waaronder je een bedrijf kan oprichten)
- Vermogenrecht, regelt alle zaken die te maken hebben met iemands vermogen en in geld zijn uit te drukken (Bvb overeenkomsten)
Publiekrecht
Volgende indeling:
- Staatsrecht: regels voor de inrichting vd Nederlandse staat (Bv grondwet etc)
- Bestuursrecht: bestuursactiviteiten van de overheid (Bv café beginnen -> ruimtelijke ordening, belastingrecht) ook bescherming tegen de overheid. (Bv bezwaar maken bij aanleg v weg)
- Strafrecht: alle wettelijke strafbepalingen
Dus verticale relaties: tussen burgers en de overheid. -> Publieke belang komt aan de orde. Wat publiek belang is (publiekrecht) en wat tot het vrije domein van burgers onderling behoort (privaatrecht) -> door politiek uitgemaakt.
Lib -> Publieke terrein moet klein zijn.
Soc -> Overheid moet meer doen
De organisatie van het recht
Ruime zin: Talloze (overheids)organisaties betrokken bij de toepassing en uitvoering vh recht. (Bv politie, Tweede Kamer)
Beperkte zin: rechterlijke macht -> 3e macht -> hele juridische organisatie van de rechtspraak.
19 Rechtbanken
5 Gerechtshoven
1 Hoge Raad
5 Strafproces in een rechtsstaat
5.1 Rechtsbescherming en procesregels
Rechtsbescherming
Iedereen valt onder grondwettelijke rechtsbescherming
Eerst: onschuldvermoeden: een verdachte is onschuldig tot het tegendeel is bewezen
Daarnaast: gevangenen recht op voeding, ontspanning etc
Toestand in gevangenissen -> herken je een regime.
Procesregels
Procesregels -> alle fasen vd opsporing en berechting v strafbare feiten -> in het Wetboek v Strafvordering.
Alle handeling v politie, rechter etc -> strakke regels: strafprocesrecht.
5.2 Het strafproces
Zes fasen in het traject:
- aanhouding
- opsporing (onderleiding v officier v justitie)
- vervolging door OM
- berechting
- eventueel hoger beroep en cassatie
- feitelijk uitvoeren v straf
Aanhouding
Als je verdacht bent -> politie mag je staande houden: laten stilstaan en vragen naar je personalia.
Men mag verdacht ook aanhouden -> gearresteerd en meegenomen naar het politiebureau voor verhoor.
Bij heterdaad is iedereen bevoegd iemand aan te houden tot politie komt.
Politie en justitie mogen ook aanhouden als er voldoende verdenking is.
Opsporing
Tijdens het opsporingsonderzoek mag politie drangmiddelen gebruiken Bvb fouilleren.
Soms toestemming nodig van vd rechter-commissaris -> gebeurt wanneer de bevoegdheden de grondrechten vd mensen kunnen aantasten Bvb huiszoekingen.
Een verdachte langer vasthouden
Na eerste 6 uur -> hulpofficier v justitie kan toestemming geven 3 dagen langer vast te houden. -> rechter-commissaris toestemming geven, maximaal 110 dagen.
Rechtstaat: iemand niet lang wachten op proces + weten waar hij aan toe is.
In VS -> terreurverdachten jarenlang zonder strafproces gevangen gezet op Guantanamo Bay. -> Sumpreme Court (3e) -> droeg president Bush (2e) op ze voor het gerecht te brengen.
Vervolging
Officier van Justitie (vertegenwoordigd OM) -> beslist of een zaak bij rechtbank komt. = Vervolgingsmonopolie.
Andere manier om een strafzaak af te doen door OM:
- schikking/transactie – geldboete/ taakstraf
- seponeren – besluiten een zaak niet verder te volgen
Berechting
Officier v justitie brengt een strafzaak bij een rechtbank door: tenlastelegging: waarin precies de aanklacht tegen de verdachte staat geformuleerd. -> dagvaardig thuisgestuurd
1) Rechterbank
Eenvoudige misdrijven -> politierechter
Zwaardere misdrijven -> meervoudige kamer (door 3 rechter berecht)
Aan het eind: Officier v Justitie houdt zijn requisitoir en vraagt om een bepaalde straf -> daarna advocaat houdt pleidooi.
Hoger beroep?
2) Hoger beroep bij het gerechtshof mogelijk -> zaak helemaal overgedaan.
3) Hoge Raad -> gaat na of het recht juist is toegepast.
Uitvoering van de opgelegde straf
Door rechter opgelegde straf -> uitgevoerd door uitvoerende macht: Ministerie van Justitie. Recht voor gedetineerden -> recht op ondersteuning bij terugkeer naar de maatschappij etc.
Deze rechtsgang -> ideaal van de rechtstaat, het tegengaan van machtsmisbruik, nagestreefd.
Helderheid vh strafproces en bewaking daarvan is een vd belangrijkste pijlers vd rechtstaat.
6 Het strafrecht
De regels van het strafrecht -> dé maatstaaf voor een beschaafde samenleven, bepalen het verschil tussen een rechtsstaat en een totalitaire samenleving.
6.1 Strafbepalingen
Beginselen
Het strafrecht ondersteunt de rechtstaat met drie belangrijke beginselen.
- Legaliteitsbeginsel -> mensen kunnen niet veroordeeld worden voor iets dat niet van te voren strafbaar is gesteld.
- Strafbepaling moet duidelijk zijn. -> iedereen moet weten wat wel en niet mag.
- Ne bis in idem -> nooit twee keer vervolgd worden voor hetzelfde feit. -> opkomst van DNA-technieken brengt dit in gevaar.
Wetboek van Strafrecht
Meeste strafbepalingen -> Wetboek van Strafrecht (WvS) -> 3 delen
- 1e Algemene bepalingen: Wanner is iemand medeplichtig? Etc.
- 2e Alle misdrijven opgesomd -> meer ernstige strafbare feiten. Blijft langer in je justitiële documentatie staan.
- 3e Alle overtredingen -> minder ernstige strafbare feiten.
Materiële strafrecht
= De inhoud van alle strafbepalingen. -> Hierdoor weet iedereen waar hij aan toe is.
Ook bestaan er strafbepalingen in aparte wetten Bvb. Wegenverkeerswet, Opiumwet (welke drugs, welke straf etc)
5.3 Bestraffing
Strafuitsluitingsgronden
Rechtbank moet niet alleen oordelen of het ten laste gelegde is bewezen, maar ook of in de specifieke situatie het feit en de dader strafbaar zijn. -> dader moet dit willens en wetens gedaan hebben, volle verstand en eigen wil. Soms -> strafuitsluitingsgronden
Onderscheid tussen:
Rechtvaardigingsgronden -> Het gepleegde feit in het licht v bijzondere omstandigheden niet meer strafbaar.
- Noodweer -> Beschermd jezelf of een ander tegen geweld.
- Overmachtnoodtoestand -> Overtreding is te rechtvaardigen, Bvb kind dat een bord negeert.
- Ambtelijk bevel -> Bv door een agent vluchtstrook opgestuurd -> aangehouden door een ander -> op deze rechtvaardigingsgrond beroepen.
Schulduitsluitingsgronden
Feit is wel strafbaar, maar dader heeft geen schuld.
- Psychische overmacht -> Door een ander gedwongen.
- Noodweer-exces -> Bij verdediging van jezelf of een ander overtreding van de grenzen van noodzakelijk verdediging -> vanwege hevige gemoedstoestand. Bvb Paniekreactie.
- Ontoerekeningsvatbaar -> Als iemand echt niet weet wat hij doet. -> geen straf maar wel voor onbepaalde tijd ter beschikking gesteld voor regering -> tbs, max 4 jaar -> kan worden verlengd.
- Afwezigheid van schuld -> Bvb als winkelpersoneel gestolen goederen doorverkoopt en dit niet weet.
Soorten straffen
Hoofdstraffen:
- Geldboete -> anders gevangenis.
- Taakstraf -> Ipv vrijheidsstraf. Opvoedend karakter.
- Vrijheidstraf -> Overtredingen: Hechtenis (maximaal 1 jaar) Misdrijven: Gevangenisstraf.
Rechter kan ook bijkomende straffen opleggen -> Bvb intrekking van rijbewijs etc.
Ook kunnen er maatregelen worden opgelegd -> Bvb schadevergoeding, verplichtte behandelingen etc.
Functies van straffen
Nut van straffen te beoordelen -> waarom we straffen.
- Wraak en vergelding.
- Afschrikking
- Voorkomen van eigenrichting -> tegengaan dan men het recht in eigen handen neemt.
- Resocialisatie -> heropvoeding
- Beveiliging van de samenleving -> tegen herhaling
Strafrecht voor minderjarigen
Kinderen < 12 - kunnen niet worden vervolgd, maar wel te maken krijgen met de Raad voor de Kinderbescherming.
12 Tm 18 – Jeugdstrafrecht -> kleine misdrijven vooral via Haltbureau -> niet naar rechter, taakstraf.
Zwaardere misdrijven komen jongeren voor de kinderrechter -> jeugdgevangenis, wordt gewerkt aan achterliggende problemen, omgaan met geld etc.
Ook verblijf in behandelcentrum mogelijk bij ernstige persoonlijke stoornissen. Verder: taakstraf, boete, volgen van een opleiding.
Jeugdstrafrecht veel sterker gericht op resocialisatie, terug op het rechte pad.
6.3 Strafrecht in discussie
Veel discussies over de hoogte van straffen
Bij heel ernstige misdrijven zijn sommige strafmaxima de afgelopen jaren veranderd.
Leiders terroristisch organisaties -> mogelijk levenslang
Maximale tijdelijke straf van 20 -> 30 Aanleiding : vervroegde invrijheidsstelling -> 2/3e = 13,4 jaar -> erg groot gat tussen 13,4 en levenslang -> vaker levenslang -> nu minder groot gat.
7 Crimineel gedrag: oorzaken en bestrijding
Gevoelens van onveiligheid
In NL criminaliteit een van de grootste maatschappelijk problemen -> gevoel van onveiligheid versterkt door ruime aandacht in de media. NL echt onveilig?
Wat zeggen de cijfers?
Angst voor criminaliteit is deels terecht -> cijfers vd politie en CBS. Meer geweldsmisdrijven en straatroven maar minder huisinbraken en moordslag. Veelkomende delicten Bvb zakkenrollerij en mishandeling -> werkelijke aantallen moeilijk vast te stellen. -> slachtofferenquêtes.
Hoe wordt crimineel gedrag veroorzaakt?
Voor crimineel gedraag bestaan maatschappelijke oorzaken.
- Geweldsmisdrijven toegenomen door meer alcohol gebruik.
- Sociale controle in samenleving afgenomen -> pakkans kleiner.
- Mensen die maatschappelijk gezien weinig perspectieven hebben
Persoonlijke oorzaken: crimineel karakter?
Aanpak van criminaliteit
Om criminaliteit tegen te gaan -> tweesporenbeleid
- Preventieve maatregelen: zijn gericht op het voorkomen van crimineel gedrag.
è Versterking v sociale controle, bv wijkagenten.
è Sociale begeleiding, bieden van maatschappelijk perspectief aan jonge delinquenten
- Repressieve maatregelen: strengere bestraffing -> wint terrein.
Vullen elkaar aan.
Maatschappelijke gevolgen
Criminaliteit -> veel maatschappelijk gevolgen:
Materiële schade loopt in de vele miljarden euro’s per jaar.
Immateriële schade -> gevoelens van onveiligheid en vermijdingsgedrag, psychosomatische problemen (angst, slaapproblemen etc) en aantasting van het rechtsgevoel van mensen.
Theorieën
- De biologische theorie van Lombroso gaat ervan uit dat je criminelen aan bepaalde kenmerken kan herkennen.
- De aangeleerd-theorie van Sutherland gaat ervan uit dat crimineel gedrag is aangeleerd.
- Volgens de persoonlijkheidstheorie van Sigmund Freud is er een verband tussen crimineel gedrag van volwassenen en hun ervaringen tijdens de kindsfase. Volgens Freud is elke persoonlijkheid opgebouwd uit 3 delen: het id (het onderbewuste), het ego (het bewuste deel) en het superego (het geweten)
- Volgens de bindingstheorie van Hirschi is iedere mens voor een deel tot het slechte geneigd. De meeste van ons gedragen zich echter netjes, omdat zij bindingen hebben die ze niet zomaar op het spel zetten. Als deze bindingen ontbreken zijn mensen eerder geneigd tot onmaatschappelijk en crimineel gedrag.
- Volgens de anomietheorie van Merton treedt er criminaliteit op als mensen er niet in slagen om hun levensdoelen te bereiken. Sommigen zullen hun doelen bijstellen, anderen gebruiken illegale middelen om toch aan de gewenste welvaart te komen.
Wat vinden politieke partijen?
Door deze maatschappelijke gevolgen zien politici criminaliteit als een bedreiging van de rechtsorde. -> meer politie, meer cellen, politie en justitie meer bevoegdheden etc.
Linkse partijen: nadruk op de maatschappelijke oorzaken
Rechtse partijen: benadrukken meer de eigen verantwoordelijkheid van gedrag.
- CDA:
Oplossing: Normen en waarden, Bvb bevorderen onderling respect. Herstel vd saamhorigheid, een vitaal verenigingsleven en politie die er voor de samenleving is -> preventief volgens CDA. Duidelijkheid in normen en straffen noodzakelijk.
- PvdA:
Oplossing: Hardere aanpak + preventief te werk gaan. Gezinscoaches, wijkagenten etc.
- SP:
Oplossing: Lokale aanpak + sterkere binding vd politie met de gemeenten.
- VVD:
Oplossing: Meer politie, hogere gevangenisstraffen, gevangenissen ontlasten -> meerpersoonscellen en vrijlating op borgtocht. Taakstraffen langer en zwaarder.
8 Burgerlijk recht en rechtsbescherming
Verreweg de meeste zaken gaan over burgerlijk recht -> 2 partijen tegenover elkaar.
Naar de rechter
Iedereen vanaf 18 kan een conflict met een andere partij voorleggen aan een onafhankelijke rechter.
Burgerlijk recht: mensen + rechtspersonen zoals stichtingen en BV’s.
In het burgerlijk recht gaat het om een conflict waarbij een eiser tegenover een gedaagde staat.
Eiser: degene die de zaak aan de rechter voorlegt
Gedaagde: persoon van wie iets wordt geëist en daarom voor de rechter wordt gedaagd.
Verschil strafrecht en burgerlijk recht
Strafrecht: De verticale verhouding tussen burger en overheid aan de orde. Initiatief door overheid, nadat er een wetsovertreding is geconstateerd -> officier van justitie begint een strafzaak. -> rechter actieve rol, onderzoekt werkelijke toedracht vd situatie.
Burgerlijk recht: De horizontale verhouding tussen burgers onderling. -> Beginnen zelf een rechtszaak, rechter heeft passieve rol, in feite buitenstaander in conflict tussen 2 partijen.
Verloop burgerlijke rechtszaak
- Begint: Als jij als eiser een dagvaarding laat studeren aan de gedaagde. -> Moet voor de rechter verschijnen.
- In zaken bij de kantonrechter hoef jij en de tegenpartij niet vertegenwoordigd te worden door advocaat. Bij ingewikkelde zaken in rechtbank wel vertegenwoordigen door een procureur (advocaat die optreedt als procureur) -> kent alle regels. Gedaagde hoeven niet bij de rechtszaak aanwezig te zijn -> reactie schriftelijk opsturen. Rechter beoordeelt de eis en het verweer vd gedaagde.
- Eerst onderling vragen naar oplossing -> indien niet -> vonnis uitspreken.
Uitspraak
Meest voorkomende:
- Verliezende partij -> schadevergoeding, loonbeslag door deurwaarder als dit niet gebeurt. Of beslag op goederen als verliezende partij niet wil betalen. -> verkocht -> opbrengt naar winnaar.
- Rechter een partij iets anders veroordeelt tot iets anders dan een geldsom -> toch overlast -> dwangsom -> anders deurwaarder.
Kort geding
Soms belangrijk dat er snel een uitspraak wordt gedaan Bvb. Staking. -> kort geding = versnelde en vereenvoudigde procedure voor spoedeisende zaken, worden behandeld voor de voorzieningenrechter. -> geeft een voorlopig oordeel -> later definitief uitspraak in een normaal burgerlijk proces: bodemprocedure. -> komt weinig voor.
8.2 Rechtsbescherming tegen de overheid
Belangrijk deel vd rechtstaat is dat de overheid zich aan allerlei regels moet houden. -> zie je vaak in het terrein vh bestuursrecht -> verticale verhouding tussen burger en overheid.
Rechtsbescherming tegen te overheid:
- Dat die overheid niet zomaar allerlei lasten op kan leggen aan burgers -> zij moeten bezwaar kunnen maken.
- Die lasten niet oneerlijk of ongelijk worden verdeeld.
- Bij het afgeven of weigeren van een vergunning -> volgens vastgestelde regels te werk moeten gaan.
- Burgers kunnen bij overheidsbesluiten waar ze het niet mee eens zijn -> oordeel vragen vd onafhankelijk rechter.
Waar speelt de rechtsbescherming?
Speelt op bijna alle terreinen af waar de overheid actief is. Overheid -> meer voorzieningen gecreëerd -> rechtsbescherming meegegroeid:
- Het geven van vergunningen -> je moet aan allerlei eisen voldoen
- Uitkeringen en subsidies -> toekennen en beëindigen van subsidies aan strenge regels verbonden en de overheid mag niet zomaar subsidies die zijn toegekend ongedaan maken.
- Asielaanvragen en verblijfsvergunningen -> Vreemdelingen die asiel of verblijfsvergunning aan vragen hebben ook rechten -> krijgen een gratis advocaat aangewezen -> kan bij een negatief besluit in hoger beroep gaan.
10 Grenzen aan de rechtsstaat
Rechtsstaat komt soms onder druk:
- Als grondrechten met elkaar botsen (hst 2)
- Als er een sterke toep in om zwaardere straffen (hst 6)
- Als de overheid aangepaste maatregelen moet nemen tegen de georganiseerde misdaad
- Als de overheid aangepaste maatregelen moet nemen tegen dreigend terrorisme.
10.1 Georganiseerde misdaad
Wetgeving is verruimd -> opkomst vd georganiseerde misdaad -> opsporen van zware criminaliteit steeds moeilijker. Door grootschalige drugsmokkel -> misdaad beter gaan organiseren -> besteden veel geld om politie en justitie af te luisteren. Top ervan moeilijk te pakken door strakke hiërarchische organisatie.
Om georganiseerde misdaad beter te bestrijden -> Wet bijzondere opsporingsbevoegdheden (Wet BOB) -> politie onder voorwaarden bevoegdheid tot inkijkoperaties + bevoegd om te infiltreren in misdaadorganisaties. -> gevaar van meer bevoegdheden: dat er misbruik van kan worden gemaakt en als men zich vergist.
10.2 Gevolgen terrorisme
Terrorisme en Europa
Na 9-11 2001 vormen terreurdreigingen van verschillende fundamentalistische moslimgroepen en de daaropvolgende War on Terror een indirecte aanslag op de rechtsstaat.
è willen westerse samenlevingsvormen in verwarring en destabiliseren, omdat ze de moderne samenleving principieel bestrijden. -> Deze staten nemen maatregelen tegen terreur. In VS -> Patriot Act -> in de rechtsstaat gegarandeerde rechtszekerheid kwam in gevaar + Guantanamo Bay -> langdurige gevangenschap v terreurverdachten zonder aanklacht en berechting.
In Europa -> EU internationale strafrechtelijk maatregelen, gaan niet zo ver als in VS. -> Hier controle door onafhankelijke rechter, niet zoals GB. In EU-landen meer opsporingbevoegdheden toegekend aan nationale staten en aan opsporingsorganisaties (hier AIVD). -> Kunnen over landgrenzen nauwe samenwerken. Wettelijke maatregelen:
- Verruiming strafbepalingen
- Verruiming vd mogelijkheden om terreurverdachten langer in voorarrest te houden.
Het normale strafrecht geeft te beperkte bevoegdheden -> zonder deze denkt men terrorisme niet te kunnen bestrijden.
Terrorisme en Nederland
9-11 -> angst voor terroristische aanslagen -> politieke roep om politie en justitie meer bevoegdheden te geven. -> angst versterkt door vervolgaanslagen in o.a. Madrid en London, moord Theo van Gogh, aanhouding Hofstadgroep.
Samir A.
Eerste proces 2005: verdacht een terreuraanslag in NL voor te bereiden -> vrijgesproken, omdat voorbereiding niet kon worden bewezen. -> Na uitspraak -> De wet gewijzigd door NL’se parlement -> scherper gedefinieerd dat voorbereidingshandelingen bij terreurdaden vroegtijdig konden worden opgespoord.
Dele aanpassing gebeurde in een wisselwerking tussen de niet-gekozen rechter (3e) en de volksvertegenwoordiging (1e)
Belangrijkste verandering: nieuwe definitie verdachte -> terreurverdachte -> niet langer sprake te zijn v een redelijk vermoeden v schuld -> aanwijzingen van voorbereiding van een terreurdaad kunnen voldoende zijn voor een opsporingsonderzoek.
Tweede proces 2006: -> tekeningen v regeringsgebouwen ontdekt, wapens bij medeverdachten, lijst potentiële slachtoffers, testament -> wel veroordeeld 6 jaar.
è Scheiding vd 3 machten met ieder hun eigen bevoegdheid? Of Rechtsstaat ondermijnd.
Strijd tegen terreur -> constant afwegen van enerzijds ruimere bevoegdheden door het parlement gegeven aan de uitvoerende macht en anderzijds de belangen van alle burgers -> leven beperkter.
Deze nieuwe ruimere definitie van een verdachte staat op gespannen voet met het grondwettelijk beginsel privacy.
Hoofdstuk 2, Rechtsstaat
- Samenvatting door een scholier
- 5e klas vwo | 4330 woorden
- 21 januari 2009
- 144 keer beoordeeld
144
keer beoordeeld
ADVERTENTIE
Hulp nodig bij je toetsweek?
Met ToetsMij oefen je per hoofdstuk voor al je vakken, precies op het niveau van je toets. Zo weet je precies wat je kunt verwachten en met de uitleg bij de antwoorden kun je lastige dingen beter begrijpen. Zo zijn er geen verrassingen meer op de toets en haal je hogere cijfers!
Probeer nu 7 dagen gratis!

Bewaar of download dit verslag!
Om dit verslag toe te voegen aan je persoonlijke leeslijsten of te downloaden moet je geregisteerd zijn bij Scholieren.com.
31.594 scholieren gingen je al voor!
Geef een cijfer:
7
Probleem melden
Ook lezen of kijken

Eindexamenkandidaten gezocht!

Doe een Dienjaar bij Defensie: een jaar vol avontuur en ontwikkeling!

Jeffrey werd op zijn zestiende misbruikt en schreef er een boek over
Stel je bent leraar en twee leerlingen leveren exact hetzelfde werkstuk in. Hoe ga je hiermee om?
1591 stemmen
REACTIES
1 seconde geleden
B.
B.
Goede samenvatting, van een moeilijk hoofdstuk, erg handig!
13 jaar geleden
AntwoordenJ.
J.
een hele goede samenvatting! en idd erg handig!
11 jaar geleden
AntwoordenA.
A.
nah, niet fantastisch...
11 jaar geleden
Antwoorden