Politiek
De manier waarop voor een land besluiten worden genomen
Algemene belangen hebben te maken met:
• Openbare orde en veiligheid
• Buitenlandse betrekkingen
• Welvaart
• Welzijn
Het politieke bestuur in ons land kent drie niveaus:
• De gemeente
• De provincie
• Het rijk (hele land)
Als inwoner van ons land kun je op verschillende manieren invloed uitoefenen op de politiek. Bv:
• Stemmen
• Lid worden van een politieke partij
• Contact opnemen met politici
• Een verzoek indienen
• De pers benaderen
• Lid worden van een actiegroep
• Overgaan tot burgerlijke ongehoorzaamheid
• Gerechtelijke procedures beginnen
Stroming
Een geheel van opvattingen
Ideologieën hebben duidelijke standpunten over:
• Normen en waarden
• Sociaal-economische verhoudingen
• Machtsverdeling
Progressief
Heeft in de politiek de betekenis van vooruitstrevend, de maatschappij willen veranderen. (meestal links)
Conservatief
Heeft de betekenis van behoudend. Conservatieve politici benadrukken met name datgene dat al bereikt is. Ze benadrukken traditionele waarden en normen.
Reactionair
Zij willen oude regels die inmiddels door nieuwe regels zijn vervangen weer herstellen. Het betekent letterlijk achteruitstrevend.
Links
Gelijkwaardigheid
Progressief
Komt op voor de mensen met een achterstandspositie
Overheid moet actief optreden
Rechts
Conservatief
Bescherming van persoonlijke en economische vrijheid
Tegen grote gelijke behandeling van mensen
Eigen initiatief
Liberalisme
Ontstond aan het eind van de achttiende eeuw ten tijde van de Franse Revolutie.
Richtten zich vooral op het ideaal van de vrijheid
Rechts en conservatief
Overheid niet bemoeien met de economie
Nu
Voor vrijemarkteconomie
Overheid moet zich beperken tot een aantal kerntaken
Socialisme
Links en progressief
Gelijkwaardigheid
Socialisme ontstond als gevolg van de slechte werkomstandigheden van arbeiders in de negentiende eeuw. De socialisten verzetten zich tegen deze wantoestanden. Zij vonden dat de overheid hiertegen moest optreden.
Communisme
Deel van de socialisten die vonden dat alleen sociale wetten onvoldoende waren om de gelijkheid van alle mensen te bereiken.
De staat alle productiemiddelen en alle macht in handen.
Sociaal- Democraten
De meeste socialisten zijn geen communisten.
Vinden wel dat de overheid de zwakkeren moet beschermen
Kennis inkomen en macht moet meer gespreid
Voor actieve rol van de overheid op sociaal-economisch gebied
Grootste sociaal-democratische partij - PVDA
Christendemocratie
Middenpositie
Benadrukken de gezamenlijke verantwoordelijkheid die samen zorgen voor welvaart en goede arbeidsverhoudingen
Christelijke grondslag
God belangrijkste
Rentmeesterschap: de overheid dient de door god aan de mens ‘in bruikleen’ gegeven aarde op zorgvuldige wijze te beheren
Overheid voert alleen taken uit die niet door andere instituten in de samenleving kunnen worden verricht
Zorgzame samenleving
Gespreide verantwoordelijkheid
CDA- grootste christen-democratische partij
One-issuepartijen
Richten zich op een aspect in de samenleving en daar hebben zij een duidelijk standpunt over
Protestpartijen
Ontstaan uit onvrede met de bestaande politiek
Bv. LPF
Politieke partijen van links naar rechts
SP Groenlinks PvdA D66 CDA LPF VVD ChristenUnie SPG
Onafhankelijke staat als er drie elementen aanwezig zijn:
• er is een vast grondgebied of territoir
• op het grondgebied woont een bevolking
• er wordt een vorm van gezag uitgeoefend
Gezag
Dat je iemand belangrijk vind of accepteert dat iemand boven je staat
Macht
Het vermogen om je wil aan anderen op te leggen
Dictatuur
Een staat waarin alle politieke macht in handen is van één persoon of een kleine groep mensen
Democratie
Verhouding tussen burgers en overheid nauwkeurig is vastgelegd
Ook in ons land kan de overheid niet zomaar besluiten wat ze zelf willen:
1. zij moeten zich houden aan de grondwet
2. de vrijheid van de overheid wordt beperkt door de kiezers
3. de overheid wordt steeds nauwlettend gevold door de media
Rechtsstaat
Een land waarin de macht van de overheid beperkt wordt en de verhouding tussen de overheid en de burgers wettelijk is vastgelegd
Een staat waarin de overheid is gebonden aan wettelijke regels en waarin de bevolking beschikt over politieke en sociale rechten’
Een rechtsstaat heeft de volgende kenmerken:
• er is een grondwet
• burgers hebben grondrechten
• er is een scheiding van de verschillende machten
Grondwet
De belangrijkste rechten en plichten van burgers en overheid vastgesteld enz..
Grondrechten
Rechten die bedoeld zijn om het leven van inwoners te verbeteren
• Vrijheidsrechten
• Politieke Grondrechten
• Sociale Grondrechten
Politieke macht
Het vermogen om invloed en controle uit te oefenen op politieke besluiten
Trias politica
• de wetgevende macht
• de uitvoerende macht
• de rechterlijke macht
Democratie
Een staatsvorm waarbij de bevolking invloed heeft op de politieke besluitvorming
Directe democratie
In de vorm van een volkstemming iedereen kan meebeslissen bij een besluit
Referendum
Een volkstemming over een wetsvoorstel
Voordelen:
• de bevolking wordt meer betrokken bij de politiek
• politici zijn beter op de hoogte van de mening van de bevolking over een kwestie
• volk heeft meer beslissingsmogelijkheden
Nadelen:
• het is erg moeilijk om een duidelijke en volledige vraagstelling op te stellen waarop alleen ja of nee geantwoord kan worden
• het is duur en organisatorisch onuitvoerbaar om regelmatig een referendum te houden
• extreme denkbeelden of niet-realistische maatregelen kunnen onderwerpen worden waarover men een referendum wil houden. Het is de vraag of zoiets wenselijk is.
• Politici moeten ook rekening houden met het belang van minderheden
• Burgers zijn minder op de hoogte van de politicie
Parlementaire democratie
Indirecte democratie beslissingen over laten aan vertegenwoordigers
Monarchie
Een staatsvorm met een koning(in) als staatshoofd
Grondwet
Geeft het staatshoofd maar weinig macht
Om de paar jaar worden de leden van een aantal politieke bestuursorganen rechtstreeks gekozen namelijk van:
• het Europees Parlement
• de tweede kamer
• de Provinciale Staten
• de gemeenteraden
• de stadsdeelraden (in bv. Amsterdam en Rotterdam)
Actief kiesrecht
Stemmen
Passief kiesrecht
Het recht om je verkiesbaar te stellen
Een partij die mee wil doen aan de verkiezingen moet aan de volgende vier voorwaarde voldoen:
• de partij moet zich officieel laten registreren bij de kiesraad
• de partij moet in elke kieskring waar het wil meedoen een kandidatenlijst inleveren
• de partij moet in elk kiesdistrict waarin het mee wil doen de steunbetuiging van dertig Nederlanders hebben.
• De partij moet 11250 euro betalen.
Verkiezingsprogramma
Hierin staan de belangrijkste plannen en opvattingen van de partij vermeld.
Lijsttrekker
De persoon die voor een partij als eerste op de lijst van kandidaten staat geplaatst
Lijstduwer
Reclamemaker voor de partij
Evenredige vertegenwoordiger
Vertegenwoordigers van het volk
Kiesdeler
De hoeveelheid stemmen die je nodig hebt voor één zetel
Kiesdrempel
Een partij krijgt dan alleen zetels als er een bepaald percentage stemmen is behaald.
Zwevende kiezers
• mensen die niet op een vaste partij stemmen, maar geregeld van partij wisselen;
• mensen die ontevreden zijn over de partij waar zij de vorige keren op stemden en nog niet weten op welke partij zij nu zullen stemmen;
• mensen die nog nooit gestemd hebben. (bv. Jongeren)
Kabinet
Alle ministers en staatsecretarissen samen
Kabinetsformatie
De onderhandeling over welke partijen en personen ons land gaan besturen.
Het doel van de kabinetsformatie is een aantal bekwame bestuurders, ministers en staatsecretarissen te vinden die:
• het globaal eens zijn over het toekomstige beleid
• samen steun hebben van de meerderheid van de tweede kamer
Verloop van de kabinetsformatie
1. debat over mogelijkheden (2e kamer)
2. de koningin krijgt advies
3. de koningin benoemt een informateur
4. de informatie
5. de informateur gaat terug naar de koningin
6. de koningin benoemt een formateur
7. de formatie
8. de formateur gaat terug naar de koningin
9. de koningin benoemt het nieuwe kabinet
Kabinetscrisis
Soms lopen problemen zo hoog op dat het bestaan van het hele kabinet in gevaar komt.
2 redenen:
* De ministers kunnen het onderling niet met elkaar eens worden over een aantal kwesties.
* de meerderheid van de tweede kamer steunt het kabinet niet meer en zegt zijn vertrouwen in de ministers op.
In dit soort situaties komen er vervroegde tweede kamer verkiezingen
Demisionair
Als de oude ministers in functie blijven omdat er een nieuw kabinet samengesteld moet worden.
Regering
De koningin en de ministers
De ministers vormen het dagelijks bestuur van ons land.
Parlement
Eerste en tweede kamer
De belangrijkste taak van de regering is de voorbereiding van het overheidsbeleid dit gebeurt voornamelijk door:
• het opstellen van wetsvoorstellen
• het uivoeren van eenmaal aangekomen wetten
• het jaarlijks opstellen van de rijksbegroting en deze aanbieden aan het parlement
De koningin is onschendbaar
De belangrijkste taken van de koningin zijn:
• het plaatsen van haar handtekening onder alle wetten
• het voorlezen van de troonrede op prinsjesdag
• het benoemen van ministers en (in)formateurs
• het voeren van regelmatig overleg met de minister-president over het kabinetsbeleid.
Portefeuille
Een eigen beleidsterrein van een minister
Ministers zonder portefeuille
Minister zonder eigen ministerie
Staten-generaal
Eerste en tweede kamer samen
Senaat - eerste kamer
Fractie
De groep vertegenwoordigers van een politieke partij in een gekozen orgaan
Fractievoorzitter
(meestal) aanvoerder van zijn/haar partij
Regeringspartijen
De partijen die ook deel uitmaken van de regering
Oppositiepartijen
Gevormd door alle partijen die niet in de regering zitten, zijn het vaak niet eens met de voorstellen van de regering
De belangrijkste taken van het parlement zijn:
• (mede) wetgeving
• Controle van de ministers
Bij de (mede) wetgevende taak kan het parlement gebruik maken van de volgende rechten:
• Ten eerste heeft het parlement stemrecht bij wetsontwerpen.
• Ten tweede geeft het recht initiatief
• Ten derde betekent het recht van amendement dat onderdelen van een wetsvoorstel door de tweede kamer mogen worden gewijzigd.
Bij de controlerende taak kan de tweede kamer gebruik maken van een aantal rechten, waarmee de parlementsleden het beleid van de minister aan de orde kunnen stellen:
• het recht om mondelinge of schriftelijke vragen te stellen aan ministers of staatsecretarissen.
• Het recht van interpellatie.
• Het recht om een parlementaire enquête aan te vragen
• Het budgetrecht om de rijksbegroting wel of niet goed te keuren
• Het recht om een motie in te dienen
Pragmatische gronden
Ieder voorstel moet op zijn eigen waarde beoordeeld worden
Politieke taboes
Zaken waarvan politici vonden dat je er niet in het openbaar over moest spreken.
Beleid
Hierin wordt geformuleerd hoe de doelstellingen bereikt moeten worden
Politieke actoren
Personen, groepen, bestuursorganen en instanties die betrokken zijn bij het politieke besluitvormingsproces.
Vierde macht
Het ambtenarenapparaat
Bureaucratie
Een organisatie waarvan de werkzaamheden worden gekenmerkt door officiële voorschriften, gescheiden deskundigheid en een duidelijke gezagstructuur
• informatieve functie
• spreekbuisfunctie
• onderzoekende of agendafunctie
• commentaarfunctie
• controlerende functie
Deze vijf politieke functies bevestigen voortdurend dat we in een democratie leven.
Pressiegroepen (vijfde macht)
Groepen die proberen invloed (pressie=druk) uit te oefenen op de politieke besluitvorming
• belangengroepen
• actiegroepen
• actieorganisaties
• sociale beweging
Lobbyen
Proberen via persoonlijk contact steun te krijgen voor je standpunten en belangen
Media-explosie
Dan geven veel kranten en tv-programma’s uitgebreide berichtgeving over de kwestie
Beleidsvoorbereiding
Een wethouder of een minister zijn ambtenaren vragen de zaak te onderzoeken en advies uit te brengen.
Beleidsbepaling
Komt een minister bijvoorbeeld met een wetsvoorstel.
Systeemtheorie
• invoer
• omzetting
• uitvoer
• terugkoppeling
• de WAO-keuring
Omgevingsfactoren:
• Demografische kenmerken
• Ecologische kenmerken
• Culturele kenmerken
• Economische kenmerken
• Technologische kenmerken
• Sociale kenmerken
• Internationale kenmerken
Hoofdstuk 1, Politiek
5.8- Samenvatting door een scholier
- 4e klas havo | 1611 woorden
- 21 augustus 2008
- 5 keer beoordeeld
5.8
5
keer beoordeeld
Bewaar of download dit verslag!
Om dit verslag toe te voegen aan je persoonlijke leeslijsten of te downloaden moet je geregisteerd zijn bij Scholieren.com.
26.749 scholieren gingen je al voor!
Ook lezen of kijken
Zo wordt kerst op andere plekken in de wereld gevierd
Naïm won twee keer de Nederlandse Wiskunde Olympiade: ‘Het is echt mijn passie’
Kerstgala: expectations vs reality
REACTIES
1 seconde geleden