Criminaliteit

Beoordeling 8.1
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas havo | 2948 woorden
  • 16 februari 2004
  • 51 keer beoordeeld
Cijfer 8.1
51 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode
ADVERTENTIE
Ontdek de veelzijdigheid van Scheikunde!

In de bachelor Scheikunde in Amsterdam bestudeer je alle richtingen van de chemie om bestaande processen, producten en materialen te verbeteren en nieuwe te ontwerpen. Van moleculen tot duurzaamheid, jij maakt het verschil! Ervaar zelf hoe het is om in Amsterdam Scheikunde te studeren en kom op 10 april Proefstuderen!

Lees meer en kom Proefstuderen!

Waarden = opvattingen van mensen over wat er in het leven belangrijk gevonden wordt. Ze hebben vaak te maken met goed en kwaad, mooi en lelijk.
VB; leven, vrede, rechtvaardigheid, eerlijkheid, respect en schoonheid

Normen = geven concreet aan hoe je, je in een bepaalde situatie moet gedragen.
- Uit de waarden worden gedragsregels afgeleid
Bijvoorbeeld; je mag niet stelen en bedriegen, doden, je moet gehoorzamen aan je ouders. Dit zijn normen.

Wat precies strafbaar is kan per land verschillen en verandert ook in de loop van de tijd.

Criminaliteit; door de overheid in een bepaald land in een bepaalde tijd strafbaar gesteld gedrag. Het gaat om wettelijke vastgelegde normen.

Delicten - Strafbare handelingen
Misdrijven - Ernstige delicten
Overtreding - Minder ernstig delict.

De meeste strafbare handelingen in Nederland staat omschreven in het;
- Wetboek van Strafrecht.

Andere strafbare feiten staan in de;
- Opiumwet
- Wegenverkeerswet
- Wet op de Economische Delicten
- Wet op Wapens en Munitie
- Algemene wet inzake Rijksbelastingen

Wat strafbaar is verschilt naar tijd en plaats.
· Als de maatschappij verander, ontstaan over sommige zaken andere opvattingen over wat absoluut niet mag. Ook komen er nieuwe problemen en maakt de techniek nieuwe delicten mogelijk.
·
Vroeger strafbaar en nu niet meer strafbaar gesteld of de strafbaarheid is ingeperkt;
· Euthanasie; staat nog wel in het Wetboek van Strafrecht maar een zorgvuldig handelende arts wordt niet meer vervolgd.
· Pornografie; grenzen zijn opgerekt.
· Sofdrugs; gebruik ervan is geen misdrijf meer, maar een overtreding en wordt in NL in de praktijk niet meer vervolgd.
· Aparte behandelingen over homoseksuele handelingen zijn verdwenen.
· Sinds 2000 is de prostitutie gelegaliseerd.

Handelingen die nu strafbaar zijn gesteld en die vroeger niet strafbaar waren of bestonden;
· Verkrachting binnen het huwelijk is nu strafbaar mits het slachtoffer een klacht indient
· Verspreiden van gewone pornografie is nauwelijks meer strafbaar, maar straffen voor kinderporno zijn strenger geworden.
· Dronken een auto besturen is van een overtreding een misdrijf geworden.
· Ook zijn handelingen die het milieu verontreinigen in het strafrecht opgenomen evenals inbreken in computers en vernietiging van computergegevens.
·
Het grootste deel van het Nederlandse strafrecht lijkt op dat van andere landen maar er zijn ook verschillen;
· softdrugs
· Euthanasie.
· vuurwapens

Criminaliteit is in Nederland een groot probleem;
· Criminaliteit veroorzaakt persoonlijk leed, in het ergste geval blijvende invalideit of de dood.
· Door criminaliteit worden mensen bang en voelen zich onveilig. Niet alleen op straat maar ook in hun eigen huis.
· Criminaliteit kost de samenleving veel geld. Schade door geweld, vernieling, diefstal, inbraak, fraude en kosten van de politie, justitie en beveiliging komen jaarlijks neer op 5% van het BNP.
· Criminaliteit is oneerlijk verdeeld. Mensen in arme wijken lopen de meeste kans om slachtoffer te worden van een misdrijf.

Berekening van criminaliteit kan door;
· Geregistreerde misdrijven
· Slachtofferenquête
· Dader of zelfreportage enquête.

Tegenstrijdige berichten over criminaliteit door;
· het licht er aan over welke vorm je van criminaliteit praat of over het hele gebeuren.
· Je kan de omvang van criminaliteit op verschillende manieren berekenen.

Geregistreerde misdrijven; misdrijven die bij de politie bekend zijn gemaakt en die de politie zo belangrijk vind dat er een proces verbaal is opgemaakt.
- Niet alles is bij de politie bekend
- Als er geen slachtoffer is wordt er minder snel aangifte gedaan.
- Door schaamte wordt soms geen aangifte gedaan.
- Gevoel dat de politie ze niet serieus neemt.
- Slachtoffers doen vaak geen aangifte als de daders bekenden zijn.
- Sommige doen geen aangifte omdat ze denken dat de politie het misdrijf toch niet op kunnen lossen.

Slachtofferenquête; Hierbij word aan een deel van de bevolking gevraagd die voor de rest van de bevolking representatief is van welke misdrijven zij het slachtoffer van zijn geworden en of de politie het misdrijf heeft geregistreerd.
· Zwakke punten; misdrijven in de privé en familiesfeer worden vaak niet genoemd.
· Ook kan wat de ander geweld noemt door een ander niet als geweld zijn ervaren.

Dader en zelfrapportage enquête; hier wordt gevraagd welke misdrijven men het afgelopen jaar zelf heeft gepleegd.
· Zwakke punten; Zware misdrijven kom je niet op het spoor.
· Misdrijven in familie en privé sfeer worden verzwegen.
· Wat versta je precies onder geweld.
· Mensen kunnen sociaal wenselijke antwoorden geven omdat ze weten dat bepaalde dingen niet mogen.
· Mensen die op straat zwerven worden niet bereikt.

Toename criminaliteit;
· groei bevolking
· mensen doen vaker aangifte.
· Politie is vollediger gaan registreren.

Soorten criminaliteit;
· geweldscriminaliteit
· vermogenscriminaliteit
· vernielingen.
· Verkeersmisdrijven
· Milieudelicten
· Drugshandel
· Witteboordencriminaliteit
· Fraude
· Georganiseerde misdaad

Geweldsmisdrijven;
- moord
- doodslag
- mishandeling
- diefstal met geweld
- seksueel geweld
- huiselijk gewed
- bedreiging

Vermogenscriminaliteit;
- diefstal
- inbraak
- verduistering
- valsheid in geschrifte
- bedrog en heling

Vernielingen;
- brandstichting
- verstoren van de openbare orde

verkeersmisdrijven;
- doorrijden na een ongeluk
- dronken een autobesturen

Witteboordencriminaliteit is criminaliteit die mensen van achter hun bureau plegen door te rommelen met papieren en cijfers.
Fraude;
- door te lage inkomsten opgeven
- zwart werken/ belasting ontduiken door bedrijven.
- Belastingontduiking door particulieren.
- Uitkeringsfraude

Van fraude zijn ook slachtoffers; hoger personeel kan rommelen met cijfers en geld achter overdrukken. Bedrijven doen vaak geen aangifte uit angst voor hun goede naam.

Georganiseerde criminaliteit; hierbij gaat het vooral om organisaties waarvan de belangrijkste activiteit bestaat uit het leveren van diensten waarvan in de samenleving behoefte aan bestaat, maar die strafbaar zijn gesteld. Er is hier sprake van afpersing en illegaal gewin.
- Drugshandel
- Illegaal afval
- Handel in vuurwapens
- Handel in dieren
- Geld wit wassen
- Kinderporno.
- Vrouwenhandel
Soms staan criminele organisaties bij hun activiteiten in nauw contact met legale en openlijk werkende organisaties. Hierdoor begint het onderscheid tussen de criminele onderwereld en de legale bovenwereld te vervagen.

Delicten die vrijwel in NL zijn verdwenen;
- kapingen van treinen
- gijzelingen door Molukers.
- Kraken.

Individuele of psychologische theorieën proberen te verklaren waarom bepaalde individuen misdrijven plegen.

Sociologische theorieën gaan over de vraag welke maatschappelijke omstandigheden en ontwikkelingen de kans groter maken dat mensen zich crimineel gaan gedragen.

De grondlegger van de individuele verklaringen is de Italiaanse arts Cesare Lombroso (1835-1909). Hij meende dat er een type geboren misdadigers bestond, te herkennen aan een laag voorhoofd en brede kaken. Misdadigers hadden een kleinere schedelinhoud dan niet criminele mensen.

Psychologische verklaringen;
· erfelijkheid
· karaktertrekken
· socialisatie

Kan criminaliteit erfelijk zijn; dat is moeilijk vast te stellen. Als een kind van criminele ouders ook het criminele pad op gaat, kan dat met erfelijkheid te maken hebb4en maar hij kan ook het gedrag van zijn ouders hebben geleerd. Waarschijnlijk spelen erfelijke factoren soms een rol maar crimineel gedrag heeft zeker veel te maken met opvoeding en maatschappelijke omstandigheden.

Psychologen hebben zich afgevraagd of criminelen zich onderscheiden door speciale karaktertrekken. Gemiddeld blijken mensen die misdrijven plegen;
· extroverter
· impulsiever
· en zijn meer op hun directe bevrediging van hun behoeften gericht dan niet criminelen.

Socialisatie; het leerproces waarbij kinderen zich de waarden en normen eigen maken van de samenleving of de groep waartoe zij behoren.

Socialisatie theorieën bevinden zich op de grens tussen psychologie en sociologie omdat wat kinderen leren, te maken heeft met de maatschappij waarin zij leven.

Sociologische verklaringen;
· subcultuur
· anomietheorie / straintheorie
· etiketteringtheorie
· controle-bindingstheorie
· gelegenheidstheorie

subcultuur; een cultuur die op bepaalde punten afwijkt van de in een bepaalde samenleving dominante waarden en normen. Daar leren ze kleine diefstallen en vernielingen plegen en vechten om te bewijzen dat ze sterk zijn.

Anomietheorie; legt een verband tussen misdaad en armoede en sociale ongelijkheid.
Sommige mensen beschikken niet over voldoende wettige middelen om doelen te bereiken. Sommige mensen lappen dan die wettige middelen aan hun laars en streven met onwettige middelen toch de doelen na die hen dagelijks worden voorgehouden.
- Het niet met legale middelen kunnen bereken van doelen, veroorzaakt spanning, in het Engels strain. Daarom ook wel straintheorie.

Etiketteringtheorie; verklaart het voortduren van crimineel gedrag uit de reactie van de samenleving.
Als iemand een klein misdrijf pleegt plakt de samenleving die persoon het etiket misdadiger op. Ze gaan hem ook als crimineel behandelen. De kans is dan groot dat zon persoon zich als crimineel gaat gedragen terwijl anders waarschijnlijk hij een normale burger was geworden. Vrij gekomen gevangenen vinden moeilijk een baan en kunne moeilijk op legale wijze hun brood verdienen. Ze raken hierdoor weer op het criminele pad.

Controle-bindingstheorie; vraagt zich af waarom de meeste mensen verreweg het grootste deel van de tijd geen misdrijven plegen. Wat houdt het tegen, terwijl er zoveel moois te stelen valt.
Deze theorie stelt dat mensen geen misdrijven plegen als zij daarbij veel te verliezen hebben. Mensen die sterke bindingen hebben met een gezin en een goede baan weten dat ze dat kunnen kwijtraken als ze misdrijven plegen en in de gevangenis komen.

Gelegenheidstheorie; Door de welvaart valt er meer te stelen.
Overal in de winkels liggen aantrekkelijke spullen uitgestald. Bedrijven, scholen en particulieren hebben tv’s, computers, fototoestellen en videocamera’s. Bovendien zijn huizen tegenwoordig een groot deel van de dag onbeheerd. Vroeger waren de gezinnen groter en waren de vrouwen vaker thuis.

Bevorderingen die crimineelgedrag bevorderen;
· alcohol
· drugs
· vuurwapens
· tv-geweld.

Veelal misdadigers;
· mannen
· lagere klassen
· jongeren
· allochtonen

toename criminaliteit door;
· waarden en normen die zwakker worden - mensen worden steeds individualistische en egoïstische en houden minder rekening met anderen. Veel mensen kunnen die vrijheid en verantwoordelijkheid niet aan.
· Alles moet groter, sneller en efficiënter - Hierdoor fuseren organisaties en bedrijven. Mensen kennen elkaar niet meer. Ze hebben het gevoel als nummers te worden behandeld. Als mensen zich niet meer betrokken voelen bij de organisatie en de mensen daarbinnen, stelen ze makkelijker iets van de zaak of elkaar.
· Concurrentie op de markt - je moet winst maken, carrière te maken, veel geld verdienen anders ben je een loser. In zon harde concurrentieslag kun je geen rekening houden met de belangen en eigendommen van anderen.
· Toegenomen vraag naar illegale goederen en diensten - bijvoorbeeld drugs en verwerken van milieubelastend afval.
· Gelegenheid - plegen van vermogenscriminaliteit is toegenomen.

Legaliteitsbeginsel; (artikel 1.1 van het Wetboek van Strafrecht); Geen feit is strafbaar dan uit kracht van een daaraan voorafgegane wettelijke strafbepaling. Ook als een feit wettelijk strafbaar is, moeten bij opsporing en berechting van de dader bepaalde regels in acht worden genomen.

Wetboek van Strafvordering ; hierbij gaat het om aken zoals;
- is het bewijs op een legale manier verkregen
- is de tenlastelegging correct geformuleerd
- wat geld als bewijs
- wat zijn de rechten van de verdachte.

Vervolging van strafbare feiten gebeurt door het Openbaar Ministerie. Het OM is een onderdeel van het ministerie van Justitie, dus de staat.

Het OM heeft 3 taken;
· opsporing van strafbare feiten
· vervolging van strafbare feiten
· uitvoering van strafvonnissen.

Veel praktisch opsporingswerk wordt gedaan door de politie, maar de eindverantwoordelijkheid ligt bij het OM.
De officieren van justitie (ambtenaren van het OM) leiden de onderzoeken. Vaak moeten zij daarbij bij de rechter aankloppen, bijvoorbeeld om een huiszoekingsbevel.

Het OM werkt samen met;
· politie
· gemeentelijke sociale recherches en opsporingsdiensten zoals FIOD (Fiscale Inlichtingen en Opsporingsdienst).
· ECD (Economische Controledienst)
· AID (Algemene Inspectiedienst).

Nederland kent het opportuniteitsbeginsel. Dat houdt in dat het OM niet alle strafbare feiten hoeft te vervolgens. De officier van justitie kan strafzaken seponeren of de zaak afdoen met een transactie.

Seponeren; ze geven strafzaken niet aan de rechter door.
Redenen;
- vergrijp is klein
- zaak is op een andere manier geregeld
- geen voldoende bewijs.

Driehoeksoverleg; Overleg tussen OM, politie en burgemeester aan welke aken zei de meeste prioriteit stellen.

Transactie; Officier van Justitie kan een verdachte aanbieden een bepaald bedrag te bepalen zodat hij niet voor de rechter hoeft te verschijnen.
- Bij niet ernstige delicten is het voor de officier aantrekkelijk.
· geld komt in staatskas
· officier hoeft de zaak niet tot de bodem uit te zoeken
· rechters kunnen tijd meer besteden aan ernstige delicten.
Ook de verdachte doet hier zijn voordeel mee aan, hij krijgt namelijk geen strafblad.

Hoofdtaken van de politie;
- hulpverlening; informatie geven, de weg wijzen, mensen opsporen
- handhaven van de openbare orde; verkeer regelen, ordehandhaving bij evenementen, bemiddelen bij ruzies.
- Opsporingstaken; strafbare feiten voorkomen en verdachten opsporen.

Wat zijn de grenzen van de opsporingstechnieken om die te verbeteren;
· mag je overal camera’s inzetten
· mag je gebruik maken van kliklijnen
· mag de politie in bepaalde buurten preventief fouilleren.

Dwangmiddelen; De wettelijke bevoegdheden van de politie om de waarheid te achterhalen.
Hoe zwaarder het misdrijf hoe zwaarder het dwangmiddel mag wezen.

Iedere burger mag een op heterdaad betrapte verdachte aan houden en aan een opsporingsambtenaar op politiebureau overhandigen. Maar hoever mag je daarbij gaan.

Aanhouding verdachte door opsporingsambtenaar die verdacht wordt van een zwaar misdrijf
Dwangmiddel
Vrijheidsbenemende dwangmiddel
1) Vasthouden voor verhoor - De nacht niet meegerekend mag dit maximaal 15 uur duren. De verdachte mag daarbij 6 uur verhoord worden. Hij heeft nog geen recht op een advocaat, maar er moet hem wel worden verteld dat hij niet hoeft te antwoorden.
2) Verdachte kan langer worden vastgehouden (inverzekeringstelling, daarna bewaring of gevangenhouding) als aangetoond kan worden dat dat nodig is voor het onderzoek naar een ernstig strafbaar feit. De verdachte kan dan ook een advocaat te hulp roepen. Als hij dit niet doet krijgt hij er een aangewezen. Bij deze dwangmiddel moeten de regels strikt worden gevolgd, anders kan een verdachte worden vrijgelaten vanwege vormfouten. De officier van justitie heeft steeds toestemming van de rechter nodig voor dat vast houden. Hij kan de rechter-commissaris ook om een gerechtelijk onderzoek te vragen. Deze mag getuigen onder ede horen en verdachten aan een psychiatrische observatieonderzoek onderwerpen.

Een terechtzitting;
Vooronderzoek.
Openbare terechtzitting.
Ondervraging verdachte - rechter, officier van justitie en advocaat
Officier justitie toespraak met alle bewijzen. En eist bepaalde straf.
Advocaat verdedigingspleidooi.
Verdachte laatste woord.
Rechter doet uitspraak.

Cautie – niet verplicht op antwoorden

De kosten van een strafprocedure zijn voor rekening van de staat, met uitzondering van de kosten van de advocaat.

Juristen;
· Officieren van justitie
· Advocaten
· Rechters

Officier; handels als ambtenaar van het OM, dat onder minister van Justitie valt
Advocaat; behartigt belangen van de verdachte.
Rechter; is lid van de onafhankelijke rechterlijke macht. Rechters worden voor hun leven door de regering benoemd, maar de regering kan hun niet ontslaan. Alleen de Hoge Raad in bijzondere gevallen.

Rechters op 4 niveaus;
· Kantongerecht
· Rechtbank
· Gerechtshof
· Hoge Raad

Kantongerecht;
- Behandelt een alleensprekend rechter uitsluitend overtredingen. Vaak zijn verdachten niet ingegaan op een schikkingsvoorstel van de officier of politie.
- Kantonrechter doet meestal direct uitspraak.
- Hoger beroep is mogelijk bij de rechtbank.

Rechtbank;
- behandelen alle misdrijven en beroepszaken van de kantongerechten.
- Bij ingewikkelde zaken zijn er drie rechters.
- Ze hebben meestal twee weken nodig om tot een uitspraak je komen.
- Bij hoger beroep moet je naar het gerechtshof.
- Hier zijn ook alleensprekende rechters zoals de politierechter, de economische politierechter en kinderrechter.

Gerechtshof;
- behandelen beroepszaken van de rechtbanken.
- De rechters spreken met zijn drieën recht.
- Als de rechters een hogere straf willen opleggen moeten ze tot een unaniem oordeel komen.

Hoge Raad;
- Hier kunnen de verdachte en het OM in cassatie gaan.
- Hier oordeel de Hoge Raad niet of de verdachte schuldig is maar of de lagere rechter de juiste wetten heeft toegepast. Als dit niet zo is moet de lagere rechter de zaak opnieuw bekijken.

Jurisprudentie; de uitspraak wordt een richtlijn voor rechters die een soort geval moeten beoordelen.

Strafrecht is gericht op;
- vergelding; dader moet boeten voor wat hij gedaan heeft.
- Preventie; de straf moet mensen afschrikken om iets weer te doen.
- Resocialisatie; de straf moet terug keer in samenleving mogelijk maken.
- Voorkomen van eigenrichting; de overheid wil met het opleggen van straffen voorkomen dat slachtoffers voor eigen rechter gaan spelen.

Recidivisten; als mensen na hun straf opnieuw delicten plegen.

Reclassering; speelt bij resocialisatie een grote rol. De reclasseringsdienst verleent hulp aan gevangenen om ze voor te berieden op en te begeleiden bij hun terugkeer in de maatschappij.

De rechter kan een hoofdstraf, een bijkomende straf of een maatregel opleggen.
Nederland kent het daderstrafrecht;
De rechter moet met het vonnis rekening houden met;
· ernst van het strafbare feit
· bewijsvoering
· bijzondere omstandigheden.

Voorwaardelijke straf; de straf wordt niet uitgevoerd indien de dader zich aan de opgelegde voorwaarde houdt.

Hoofdstraffen;
· Gevangenisstraf
· Hechtenis
· Geldboete
· Onbetaalde arbeid.

Bijkomende straffen;
· ontnemen van bepaalde rechten
· verbeurd verklaren van in beslag genomen buit of eigendommen.
· Openbaar maken van rechtelijke vonnis.

Maatregelen;
· TBS - Dwangverpleging moet er voor zorgen dat de dader geholpen wordt in zijn ontwikkeling zodat herhaling voorkomen kan worden. De lengte is van te voren niet vast te stellen.
· Plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis - verschil met TBS is dat de dader uit het juridische circuit is gehaald. Niet de rechter maar de dokter of psychiater beslist over de patiënt.

Kinderen onder de twaalf jaar zijn niet strafbaar. Wel kan de veroorzaakte schade bij de ouders worden verhaald.

12-18 jarigen speciale regels;
· HALT-Project.
· STOP-actie; opstel plus excuses
· Kinderrechter.

Nieuwe experimenten op het gebied van straffen;
· Lik op stuk; verdachte komt binnen enkele dagen of uren voor de rechter.
· Administratieve handeling; om snelheid te bevorderen worden sommige overtredingen soms administratief afgehandeld. Bijvoorbeeld door een acceptgiro.
· Educatieve Maatregel Alcohol en Verkeersdelicten; doel is voorkomen dat veroordeelden wegens rijden onder invloed recidiveren.
· Plukze-wetgeving; bedoeld om georganiseerde misdaad af te schrikken, omdat wederrechtelijk verkregen voordeel vrij makkelijk kan worden afgepakt.
· Schade vergoeding.

Klassenjustitie; mensen uit de lagere sociale klasse hebben een grotere kans om opgepakt te worden en veroordeeld dan mensen uit de hogere klassen.

Lagere klassen delicten hebben vaak een aanwijsbaar slachtoffer waardoor de omgeving zich bedreigd gaat voelen.

Strafrechtketen;
· opsporing
· vervolging
· berechting

Selectiviteit bij beslissingen in de strafrechten keten zijn vaak nadelig voor de lagere klassen. De politie is vaak strenger tegen hen. Verdachten met een hoge status worden nogal eens bevooroordeeld;
· ze kunnen beter hun woordje doen.
· Praten lost meer op dan een agressieve vertoning.
· Toekomstverwachtingen.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.