Bij 10.2
1.Wat zijn push en pul actoren?
Pushfactoren: redenen om van je verblijfplaats weg te gaan.
Pullfactoren: waarom je ergens naartoe gaat. (Klimaat, werk, mooie cultuur.)
2.Welke pushfactoren in West-Indië, Marokko, Italië, Turkije, Joegoslavië zorgden voor migratie naar West-Europa?
Ze hadden geen werk en geld.
3.Welke pullfactoren zorgden voor migratie naar West-Europa?
Kans op baan.
4.Waarom was de bevolking van Italië, Marokko, Turkije en Joegoslavië interessant voor de Duitse, Zweedse en Nederlandse overheid en het bedrijfsleven in deze landen?
Ze waren opgeleid.
5.Welke overeenkomst zie je in de aanpak van de Duitse, Zweedse en Nederlandse overheid?
Ze hebben erg strenge toelatingseisen.
6.In welke sectoren (beroepsgroepen) gingen de gastarbeiders vooral aan de slag?
Arbeid en werken in fabrieken.
7.Noem nog een aantal andere landen waar gastarbeiders vandaan kwamen?
Spanje en Tunesië.
8.Waarom is het begrip gastarbeider vaak niet meer van toepassing?
Ze blijven nu wonen. Ze zijn geen ‘gasten’ meer.
9.Wat is een beter woord voor het begrip gastarbeider?
Tijdelijke migrant.
REACTIES
1 seconde geleden