Schoolexamen

Beoordeling 6.7
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas vwo | 1547 woorden
  • 29 januari 2009
  • 14 keer beoordeeld
Cijfer 6.7
14 keer beoordeeld

Samenvatting Literatuur Zonder Grenzen
Van:

Basisstof: 89 t/m 100 en 161 t/m 176
Nederlands: 100 t/m 103 en 177 t/m 179 ( + Karel en Elegast en stencil )
Engels: aantekeningen

Basisstof

Hoofdstuk 1: Politiek en maatschappij
De naam middeleeuwen is in de zeventiende eeuw door geleerden bedacht. De naam is bedacht omdat die geleerden van mening waren dat tussen 2 toppen in de geschiedenis, het jaar 500 (Renaissance, antieke beschaving) en 1500 een diep dal lag. Een duizendjarige periode van verval, onwetendheid en barbaarsheid. Een duistere middentijd: de middeleeuwen.

1.1 De wereld van de middeleeuwen
Na het jaar 500 raakte het weer in verval. Het west-Romeinse rijk stortte in nadat de Germaanse legeraanvoerder in 476 werd afgezet. De latijnse literatuur bleef wel bestaan en de teksten werden bewaard in kloosters. Buiten de kloosters was er geen interesse voor intellectuele zaken. Zelfs Karel de Grote (768-814) kon niet lezen en schrijven. In de middeleeuwen was er voortdurend oorlogvoering, hongersnoden en pest epidemieën (de zwarte dood). Ook was er sprake van overstromingen en stormen.

1.2 feodaliteit
Feodaliteit is de organisatie in de middeleeuwse wereld. De heer bood de vazal bescherming als de vazal zijn diensten aanbood (nee Ann dit is niet wat je denkt). De heer gaf een stuk land in leen (feodum) waarop zij hun eigen voedsel konden verbouwen. De leenmannen verzamelden vazallen om zich heen die hen ook weer een leen gaf. Dit leidde tot veel conflicten tussen de koning en de leenmannen en ook tussen de leenmannen onderling. In Engeland werd het leenstelsel pas in 1066 ingevoerd door Willem de Veroveraar. de Engelse koningen zorgden er wel voor dat het stelsel de staat versterkte, en niet staatsontbindend werd zoals op het vasteland wel gebeurde.

Karel de Grote had een groot volk onder zich die uit vele verschillende volken was samengesteld. Het was moeilijk te besturen. Om toch iets gemeenschappelijks te hebben diende hij het christendom in.

In de twaalfde eeuw werd het wat rustiger in Europa. In omstandigheden (zoals de kruistochten naar Palestina) greep men naar een figuur als Karel de Grote, en werden er allemaal verhalen rond hem bedacht. Die verhalen heten chansons de geste. Dat betekent heldendaden. Omdat Karel de Grote daar vaak een rol in speelde lag het voor de hand om te spreken van Frankische romans omdat Karel de vorst was in het rijk van de Franken. Ook werd er gesproken van Karelromans.

1.3 kerk en de wereld
In het jaar 1302 deed paus Bonifatius VIII een uitspraak over wie nou eigenlijk de meeste macht had: de paus of de koning

Hoofdstuk 2: ideeëngeschiedenis

2.1 angst voor het verlangen naar de dood
Voor een middeleeuwer was het leven niet meer dan gewoon een doorgang naar het eeuwige leven na de dood. Sinds het verhaal van Adam en Eva die van de verboden vrucht vraten werd het leven gezien als een voortdurende strijd met de duivel om zijn listen te weerstaan en de kans op het eeuwige leven niet de te verspelen: dat je dus niet in de hel komt. Aan de ene kant leefde men dus in angst voor de dood, aan de andere kant verlangde men naar de dood als een bevrijding uit het moeilijke leven op aarde. Door die angst, maar toch ook het verlangen was in europa een nieuw literatuur ontstaan wat de dodendans heet. Het gaat hier meestal om gedichten waarin de dood (in de vorm van een gedicht) de mensen uitnodigt om met hem te gaan dansen.

Vooral in de opkomende burgerij waar veel verdiend wordt kwam een andere houding ten opzichte van het aardse leven. Bij de gegoede burgerij staat Carpe Diem voorop (pluk de dag) in plaats van memento mori (gedenk te sterven). Dat de levenslust het gewonnen heeft is misschien ook de reden waarom de periode na de middeleeuwen (renaissance) ‘wedergeboorte’ genoemd wordt.

2.2 het middeleeuwse geloof

Alles in de middeleeuwen werd verbonden aan god. De middeleeuwen staat totaal in het teken van goddelijkheid. Bij natuurrampen geloofde men dat het lag aan de hogere macht. De antieke wereld had voor het verklaren van allerlei raadsels mythen bedacht. Meestal zat hier wel een kern van waarheid in. De Griekse goden waren er om te beschermen of om te straffen. Ook in de middeleeuwen hadden de mensen behoefte aan de aanbidding van goden. De ideeën van het christendom waren eigenlijk te ingewikkeld voor de gewone mensen om het te begrijpen. Om de overgang naar het christendom meer in overeenstemming te brengen liet de kerk toe dat de antieke goden plaats maakten voor christelijke macho’s. Met het invoeren van heiligen om de mens te beschermen tegen allerlei ziekten en gevaren balanceerde het christendom op de rand van het polytheïsme. Dat betekent veelgodendom.

2.3 kennis van de wereld
Men was ervan overtuigd dat wat in de bijbel stond waar moest zijn. zo was iedereen er dan ook van overtuigd dat Jeruzalem in het midden van de aarde lag. Mapa mundi = wereldkaart met Jeruzalem in het midden.

Hoofdstuk 3: Europese literatuur in de middeleeuwen
Europa vormde in de middeleeuwen een culturele eenheid. Het was bijvoorbeeld heel gewoon als dichters alle verhalen jatten van andere landen. Zo was er in Nederland het gedicht ‘Elckerlyc’ die in het Engels werd vertaald als Everyman en in het Duits als Jeder Mann.

3.1 middeleeuwse handschriften
Vóór de uitvinding van de boekdrukkunst (ongeveer 1450) werden alle teksten zorgvuldig overgeschreven. Een klooster met aanzien had een scriptorium waar monniken niet anders deden dan teksten overschrijven. De teksten waren erg duurzaam. Nu staat er in een Nederlandse huiskamer soms meer boeken dan dat er in de middeleeuwen in heel Nederland waren.

3.2 heldendicht
Het franse chanson de geste staat voor heldendicht. Het heeft grote invloed gehad op de literatuur in frankrijk. Een voorbeeld van een heldendicht over Karel de Grote is het franse Chanson de Roland (778). Het belangrijkste thema uit chansons de geste uit de periode 1170-1260 zijn de conflicten tussen de koning en zijn vazallen. Het Duitse beroemde heldendicht heette nibelungenlied (omstreeks 1200) over de ridderlijke held siegfried. Het oudste Engelse heldendicht heet beowulf (ongeveer tiende eeuw). Hierin is een mengeling van heidense en christelijke elementen te vinden. Dat noemen we Angelsaksische elementen.

3.3 de avonturentocht
Een aantal ridders zien we op avontuur gaan. Bijvoorbeeld bij de verhalen van koning Arthur.

Bij de Arthurroman ging het om de queeste: een avonturentocht die de held zelfkennis verschafte en die hem in staat stelde een eervolle plaats in de gemeenschap te verwerven. In Nederland worden de romans Britse romans genoemd omdat het zich afspeelde in Engeland.

De populariteit van de Arthurlegenden in heel West-Europa heeft te maken met een nieuw ridderideaal dat wordt aangeduid met hoofse cultuur en hoofse liefde. Een ridder is niet uit op het bezit van een geliefde, maar hij wil vooral door dappere daden laten zien dat hij haar waard is. De hoofse ridder is het tegenovergestelde van een ‘dorper’.

De Arthurlegenden zijn vertaald in andere talen. Een Duits voorbeeld is de epos (heldendicht) Parzifal van Wolfram von Eschenbach. In Engeland verscheen hij rond eind 15e eeuw.

3.4 humor
In de middeleeuwen werd humor gezien als de belangrijkste bestrijding van de melancholie (zwartgalligheid). Vaak werden ernstige toneelstukken afgewisseld met een klucht. Grappigere inhoud.

De franse dichter Francois Villon (geboren in 1431, Parijs) is bekend als een dichter vagebond. Een beroemd voorbeeld van humor uit de Engelse literatuur is de Canterbury Tales van Geoffrey Chauser (1340-1400). Hij maakte gebruik van de structuur van raamvertellingen (een aantal verhalen binnen een ander verhaal). Hierin zijn een aantal pelgrims op weg van Londen naar Canterbury.

Een voorbeeld van Duitse humor gaat over Till Eulenspiegel, die iedereen voor de gek houdt (schelmenverhaal).

3.5 het faustthema
In faustverhalen gaat het altijd om een man die boven de ellende ban zijn tijd wil verheffen en zijn ziel aan de duivel verkoopt als losprijs voor bovenmenselijke kennis of macht. Dr. Faustus was een alchemist.

In Duitsland werden verhalen vertaald en kwamen in een populair volksbuch ( = een boek met prozabewerkingen van middeleeuwse poëzieteksten) terecht.

Hoofdstuk 4: Middelnederlandse literatuur
Het begint pas in de 12e eeuw. Het werd in NL opgeschreven in de volkstaal ( = Diets). De geleerden schreven meestal in het Latijn.

4.1 een ridderroman: Karel en Elegast
Dat verhaal moet je gewoon een beetje kennen, dat betekent dat je je eigen verwerkingsopdrachten even door moet lezen van K+E als je dat nietmeer zo goed kent.

ROMANTIEK ALGEMEEN


Franse revolutie in 1789, het had als doel een einde te maken aan de absolute vorsten: het ancien régime. De burgerij die steeds belangrijker was geworden kregen meer macht. Constitutioneel koningschap: koning werd gedwongen een eed op de grondwet af te leggen.

1.2
De industriële revolutie heeft grote sociale gevolgen gehad (1760-1830). Voor het eerst ontstond er een fabrieksproletariaat.

2.1 herderromans, ook wel pastorales, of arcadia genoemd.



Voor de basisstof moet je de volgende bladzijden van Literatuur zonder grenzen bestuderen:
Middeleeuwen p. 89 t/m p.100
Romantiek p. 161 t/m p.176

Voor Nederlands:
Middeleeuwen p. 100 t/m p. 103, K+E

Romantiek p. 177 t/m p. 179 tot 4.3
Jan van Klink, Romantiek vroeger en nu/Biedermeier

Voor Engels:
Middeleeuwen de aantekeningen n.a.v. de inleidende lessen in 06/07
de door jullie gemaakte information papers + erbij gegeven stencils
Romantiek Literatuur zonder Grenzen p. 181 t/m p. 183
de aantekeningen n.a.v. de inleidende lessen 07/08, zie boekje: startopdracht, nrs A, B en C (A: vragen Romantiek, B: samenvatting, C: The Daffodils + informatie en hierbij gemaakte vragen)
de door jullie gemaakte information papers

Voor Frans2:
Middeleeuwen de te bestuderen stof wordt tijdens de les meegedeeld
Romantiek

Voor Duits2: de te bestuderen stof wordt tijdens de les meegedeeld

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.