Boek 4, Hoofdstuk 1

Samenvatting H.1: Wat is literatuur? (blz. 8 t/m 23)

Literatuur
*Lectuur = alles wat mensen lezen
- Zakelijke teksten: onderwerpen waarvan de bedoeling is ze niet te vermaken, maar feiten uitwisselen/mededelingen doen
o Schriftelijke uitnodiging
o Nieuwsbericht
o Gebruiksaanwijzing
o Studieboek
- Fictionele teksten = literatuur: alle soorten teksten in verhaal/dicht/toneelvorm > gedeeltelijk/helemaal verzonnen, maar ze verwijzen ook naar de werkelijkheid (bv. bestaande plaatsen/historische gebeurtenissen)
o Verhalen
o Gedichten
o Toneelstukken
*Afhankelijk van de schrijver:
- 1e werkelijkheid: feiten (encyclopedie), objectief
- 2e werkelijkheid: visie van de auteur + met feiten> identificatie
- 3e werkelijkheid: de lezer, wat jij ermee doet/eruit haalt

*Literatuur= vorm van communicatie:
zender (schrijver)  medium (tekst)  ontvanger (lezer)
Zender: schrijft vanuit zijn eigen wereld > verschilt door opvoeding/milieu= schrijverstekst
Medium: ‘witte plekken’ (=open/niet geschreven) > om eigen beeld te kunnen vormen
Ontvanger: leest/neemt het op vanuit zijn persoonlijke wereld= lezerstekst

*Redenen om te lezen:
- Nieuwsgierigheid
- Bewust worden van
- Verkennen
- Ontspannen……
*Leeservaringen:
- Lachen om
- Ontroerd raken
- Huilen om…….
*Soorten argumenten:
1) emotionele argumenten: je gevoelens
2) esthetische argumenten: mooi/lelijk? > op de kunst gericht
3) morele argumenten: standpunt van de schrijver > de boodschap
4) realistische argumenten: geloofwaardig of niet?
5) structurele argumenten: de opbouw
6) intentionele argumenten: de boodschap > bedoeling
7) stilistische argumenten: stijl en formulering

*Wie maakt er uit of het een goed of slecht boek is? JIJ! > er zijn dus verschillende oordelen
*Opinion leaders: beroepslezers die grote invloed hebben
- maken uit of het boek tot de ‘officiële’ Literatuur behoort
o Literatuur: teksten die niet alleen waarde hebben voor ontspanning en plezier, maar ook voor jezelf
o literatuur: teksten die alleen waarde hebben als ontspanning en plezier > geen diepgang

*Gemeenschappelijke punten voor beoordeling:
- werking > identificatie, escape-functie, ‘Aha-Erlebnis’(= plotselinge inzicht)
- herkenbaarheid > lezer begrijpt wat er staat
- nieuws > nieuwe ervaringen, kennis, verrassende kijk op de werkelijkheid
- kritische opstelling > vooroordelen, stereotiepe opvattingen
- originaliteit > onvoorspelbaarheid, verrassend, taalgebruik, beeldspraak…
- eigen stijl van schrijver > eigen structuur, taalgebruik, keuze van onderwerp……
- diepgravende thematiek> belangrijke levensvragen + kans op een antwoord

• amuseren: vermaken
• fictie: verzonnen
• proza: epiek: lange verhaal
• poëzie: lyriek: voorgedragen, gezongen, gedichten
o extreem veel zeggen in extreem weinig woorden
• novelle: een kort verhaal
• drama: dramatiek: beeldende verhalen, toneel
• Canon: de ‘officiele’ lijst van de Literatuur
o behoren op een gegeven moment tot de ‘classics’ van de (inter)nationale Literatuur
• Geëngageerde tekst: actualiteit (identificatie)
• Escape-functie: de lezer tijdelijk laten ontsnappen (amusement) van maatschappelijke problemen
• Zwarte lijst: lijst met boeken die een slechte invloed hebben
• literaire biografie: fictie
• autobiografie
o chronologisch, non-fictie, controleerbaar, betrouwbaar
• fabel: amuserend kort verhaal over dieren
• reflectie: terugkijken
• intentie: bedoeling
• Recensenten: professionele lezers