Hoofdstuk 5 Jezus van Nazaret

Hoofdstuk 5 Jezus van Nazaret

Joodse volk leefde onder overheersing van Romeinse leger. In 63 v.c.j was joodse land een protectoraat(=Romeinen hadden wel macht in land maar joden hadden wel godsdienstvrijheid).

- Leefden volgens Tora, als ze maar niet in botsing met wetten en regels van Romeinen kwamen

Pax Romana: in Rome was Augustus aan de macht. Hij zorgde ervoor dat er geen oorlogen meer in Romeinse rijk waren, het was een gewapende vrede.

Niet eens met Romeinen?                                               
Werd gestraft en verzetstrijders gedood, meestal gedood door kruisiging.

De eerste Romeinse keizers:
- Octavianus (Augustus)

- Tiberius

- Caligula

- Claudius

- Nero (gaf christenen schuld van brand in Rome. Liet hen ombrengen in Colosseum)

Vazal: in opdracht van koning/keizer gebied bestuurt

Vazalkoningen en later stadhouders of landvoogden waren aangewezen door de keizer omdat hij door de afstand niet het joodse land kon besturen.

Herodes de Grote (1e vazalkoning):

- Vergrootte en verfraaide Jeruzalem

- Liet in Romeinse stijl aquaducten, theaters, paardrenbanen en amfitheaters bouwen

- Heeft tempel vergroot met veel bijgebouwen

Omdat hij een vriend van de Romeinen en omdat hij vaak met geweld optrad haatte het joodse volk hem.

Toen Herodes een schild met Romeinse adelaar liet bevestigen boven ingang van tempel (heilige plek voor de joden) waren de joden pas echt woedend!

Oorspronkelijke naam:

Land van joden > Kanaän, werd ook wel Israël of Juda genoemd.

Bestond uit 3 provincies:

- Noorden: Galilea (hierin ligt Nazaret)

Woonden veel opstandelingen

- Midden: Sameria

- Zuiden: Judea

Na verwoesting van Jeruzalem werd in jaar 135 tot Romeinse provincie gemaakt = Palestina

Tempel van de joden:

- 2 heilige zalen (allen bestemd voor priesters)

- Allerheiligste zaal stond Ark van verbond (daarin werden Tora-rollen bewaard)

Het offeren van dieren deze ze op het voorhof, dat regelden de priesters (mochten alleen mannen bij zijn) Ze aten de offermaaltijden in bijgebouwen met vrouw en kinderen erbij.

Synagogo (voor godsdienstige samenkomsten):

- Niet geofferd

- Geen altaar

- Word uit Tora voorgelezen

- Gesprekken en discussies over de Tora

Evangelie: goede boodschap

Evangelien komen in het NT voor, dat zijn die van:

- Mattheüs (vertelt in evangelie iets over geboorte en gebeurtenissen daaromheen)

Zegt dat geboorte van Jezus tijdens volstelling was

- Lucas (vertelt in evangelie iets over geboorte en gebeurtenissen daaromheen)

Zegt dat geboorte van Jezus tijdens koningschap Herodes was

- Marcus

- Johannes

Over Jezus zijn jeugd, opleiding of beroep is niets bekend. Alleen over de laatste jaren van zijn leven, hij trad op als prediker en genezer.

Jezus (lèsous) = Jehosjoea (Jozua) > betekent ‘Jahweh redt’ = ‘de gezalfde’

Discipelen (leerlingen), dit waren Jezus’ leerlingen. Waren 12 mannen die bijna allemaal uit Galilea kwamen, sommige waren visser.

Na Jezus’ dood werden zijn apostelen (uitgezondenen) genoemd, zij hadden de taak het evangelie te verkondigen.